TWEEËNTINGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 14,1.7-14 Vers 11: ' Al wie zichzelf nederig opstelt , zal verheven worden.' Wie zich klein opstelt door de minst belangrijke plaats in te nemen, zal het nooit overkomen dat hij die plaats moet afstaan voor iemand die belangrijker is. Neem dus nooit zelf het initiatief om een belangrijke plaats in te nemen. Laat iemand anders dat initiatief nemen. Zo bespaar je u zelf die vernedering die je jezelf hebt aan gedaan. Hugo Dierick, Rosier 26 A.
EENENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 13,22-30 Vers 24a: ' Spant u tot het uiterste in om door de nauwe deur binnen te komen ! ' Als je moet kiezen tussen twee wegen: de gemakkelijke en de minder gemakkelijke , kies dan niet de gemakkelijke. Anders laten wij ons altijd leiden door onze goesting. Ons leven wordt dan ééntonig. Doe direct de dingen waar je geen goesting voor hebt en wat gebeurt er dan ? Laat je eigen ervaring je dat vertellen. Hugo Dierick, Rosier 2000 Antwerpen.
TWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 12,49-53 Vers: 49: 'Vuur ben ik komen brengen op aarde en hoe verlang ik dat het reeds oplaait.' Waar zijn we elke dag naar op zoek ? Wat drijft ons toch altijd weer opnieuw naar wie of wat? Toch altijd wel naar iets dat het tegengestelde is van pijn, iets of iemand wat deugddoet. Wat Jezus drijft, is iets anders: vuur. Dat is zijn passie. Verlangen wij dat soms ook niet ? Hugo Dierick, Rosier 26 2000 A.
NEGENTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 12,32-48 Vers 34:' Waar uw schat is daar zal ook uw hart zijn.' Uw schat is is diegene of datgene wat ge absoluut wil hebben, waar alles moet voor wijken. De vraag is hier dus : waar zijt ge elke dag naar op zoek (bewust of onbewust)? Probeer daar eens achter te komen. Want uw hart is daar rechtstreeks mee verbonden zonder dat dit eerst naar de hersenen gaat. Hugo Dierick, Rosier 26 2000 A.
ACHTTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 12, 13-21 Vers 21: ' Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.' Hoe vaak maken wij dat niet mee ? Wij ontmoeten mekaar en wij praten over wat wij gedaan hebben,wat we hebben, wat wij zullen doen om nog meer te hebben. Hoe vlug vergeten wij dit soort gesprekken niet ? Ons hart onthoudt veel beter wie we voor mekaar dan als we het alleen maar hebben over wat we hebben. Hugo Dierick, Rosier 2000 A.
ZEVENTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc11,1-13 Vers: 13b ' Hoeveel te meer zal uw Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen.' Een gebed dat altijd zal verhoord worden ! Hoe zou de Vader de Heilieg Geest kunnen weigeren aan wie erom vraagt. De vraag is en blijft: Vragen wij in ons bidden wel de Heilige Geest ? Gods Geest, zijn Geest van openheid, zijn Adem, zijn Ruimte die er voor zorgt dat wij in al wat we doen en zijn voor mekaar niets verstikkends, geen beslotenheid beleven maar open minded zijn, open van hart: spiritueel. Hugo Dierick Rosier 2000 A.
ZESTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc10, 38-42 Vers 40c : 'Zeg haar dat ze me moet helpen.' Dat zijn de woorden van Marta over Maria tot Jezus gericht. Dit is een staaltje van gebrek aan communicatie tussen Marta en Maria. Jezus zou dit gebrek aan een open communicatie tussen de zussen moeten oplossen. Dat doet Hij dus niet. Hij richt zich rechtstreeks tot Marta en zegt haar in feite dat Maria kiest voor het echte contact en dat is het énige dat zo nodig. Hugo Dierick,Rosier 2000 A.
VIJFTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 10,25-37 Vers 33: ' Toen kwam een Samaritaan die op reis was , bij hem; hij zag hem en kreeg medelijden.' Hoe wordt men naaste van iemand ? Niet door redenering, niet door allerlei beschouwingen te maken maar door dichtbij te komen, naast, je laten raken, mede-stander te worden, mede-lijden toe te laten. In feite is ons hart spontaner dan ons verstand. Hoe ga ik daar mee om ?
DERTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 9,51-62: Vers 57b-58: Iemand zei tot Jezus:' Ik zal U volgen waar Gij ook heen gaat. Jezus sprak tot hem : De vossen hebben holen en de vogels hun nesten, maar de Mensenzoon heeft niets waar Hij zijn hoofd op kan laten rusten. Typerend voor Jezus toch: Jezus gaat in feite nooit ergens naar toe. Hij is altijd onderweg naar mensen en van het ene contact komt het andere. Nooit heeft Hij gezegd dat Hij was aangekomen. Alleen als Hij over zijn Vader sprak, had zijn verblijven iets definiteifs, een thuiskomen. Hugo Dierick, Rosier 26 2000 Antwerpen
TWAALFDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 9,18-24: Vers 20: ' Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben? Nu antwoordde Petrus: De Gezalfde van God.' Wie het kort kan zeggen, heeft het meestal beter begrepen dan wie meer woorden moet gebruiken. Wat is in een woord ? Gezalfde ? In de taal die Jezus sprak was Gezalfde : Messias. En in de taal die de evangelisten gebruikten om hun evangelies te schrijven was Gezalfde: Christus. In feite betekenen al die woorden precies hetzelfde. Hoe zouden wij dat nog anders kunnen zeggen in onze gewone woorden: DOORDRONGEN Van God. Gezalfd dus. Was dat niet het speciale, het specifieke, het aparte van die Man van Galilea ? Hugo Dierick, Rosier 26 2000 Antwerpen.
VEERTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 10,1-12.17-20 Vers 20: 'Toch moet ge u niet verheugen over het feit dat de duivels aan u onderworpen zijn, maar verheugt u omdat uw namen staan opgetekend in de hemel.' Jezus wil aan zijn leerlingen ook bijbrengen hoe ze best reageren op het 'succes' dat ze behalen als ze in Zijn naam spreken en handelen. Precies zolas Jezus deed. Hij heeft nooit de aandacht op Zijn macht gevestigd maar op het geloof van degene die Hem om een gunst vroeg. Altijd opnieuw: Uw geloof heeft u gered ! Uw vertrouwen heeft het 'wonder' mogelijk gemaakt ! (H)erkennen wij dat ook in onze contacten met gelijk wie ? Zonder vertrouwen lukt er toch niets. Hugo Dierick, Rosier 26, 2000 Antwerpen.
ELFDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 7, 36 - 8,3: Een vrouw die in de stad bekend stond als een zondares. Vers 50,b: 'Uw geloof heeft u gered.' Water over Jezus' voeten laten vloeien, ze met uw haren afdrogen, zijn voeten zoenen, zijn voeten olieën. Wie deed zoiets ? Alleen die vrouw die in de stad bekend stond als een zondares. En Jezus prijst in haar dat ze zoveel vertrouwen, geloof in Hem heeft waardoor ze zo dicht bij Jezus kon komen , dichter dan gelijk wie ! Wie zo authentiek bemint, wordt even authentiek vergeven en mag gaan in vrede.
NEGENDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 7,1-10: Genezing van de knecht van de officier. Vers 6b: 'Ik ben niet waardig dat Gij onder mijn dak komt.' Wij hebben die uitspraak van die officier (Romeinse honderdman) opgenomen in onze eucharistie als we voor het communiceren zeggen: Ik ben niet waaardig dat Gij tot mij komt. Wie van ons heeft zich ooit wel eens niet gestoord aan die uitspraak die als een aanslag leek op onze eigenwaarde ? Natuurlijk ! Maar eerlijk gezegd als we Jezus willen volgen in zijn liefhebben waar we ook van dromen dan denk ik dat we lang kunnen wachten voor we daar klaar voor zijn.? Hugo Dierick, Rosier 26, Antwerpen
HEILIGE DRIE-EENHEID Joh 16,12-15 Vers 15: 'Hij zal u verkondigen wat Hij van Mij ontvangen heeft, omdat al wat de Vader heeft het mijne is.' Als je niet meer kunt zeggen : Dit hoort alleen de Vader toe of alleen de Zoon of alleen de Geest, beleef je dan niet die éénheid waarvoor Jezus zo vaak overspreekt. Dan is één zijn (mogen allen één zijn) alles geven, alles krijgen en daar gemeenschappelijk van leven zonder aan versmelting ten onder te gaan. Is dit niet de uitdaging van ons leven: het einde van onze beslotenheid. Is dat niet de volle waarheid waarnaar wij uitkijken en meteen de volheid van leven? Hugo Dierick, Rosier 26 2000 Antwerpen.
Pinksteren Zonder Pinksteren ( zonder Roeach Akodesch wat letterlijk betekent: 'ADEM DEZE HEILIGHE' en wat uiteindelijk vertaald werd als Heilige Geest) lijden wij aan een gebrek aan adem. Een gebrek aan spirit beleven wij in momenten van verveling, futloosheid, bij gebrek aan enthousiasme : een bestaan waarin wij ons leven ervaren als een reeks van ' plichten' en wachten wij op bezieling. Met Pinsteren gedenken wij die plotse veandering. Pinksteren vieren is meer nog dan de herinnering gedenken ( andermaal een moeten ?) die verandering zelf beleven en toelaten in ons hart.
ZEVENDE PAASZONDAG Jo 17,20-26 Vers 24b: ' ...Opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt...' In feite staat er: Opdat zij mijn schittering mogen aanschouwen...want als God licht is dan is zijn Zoon de schittering want Hij heeft alles van de Vader gekregen. Dit is poësie-taal, taal van liefde, uitwisseling van een intense beleving van éénheid.
Als in een koppel een man tot zijn vrouw zegt: bedankt dat gij mij ons kind geschonken hebt ( of omgekeerd) is dat dan niet even schitterend ? Hoe lang is het geleden dat je die intense dankbaarheid aan elkaar gegeven hebt.
ZESDE PAASZONDAG Joh 14,23-29: De Heilige Geest zal u bijstaan Vers 27a : MIJN VREDE GEEF IK U. Als Jezus over vrede spreekt, heeft Hij het over SJALOOM , een courant woord uit zijn moedertaal. Dat woord zegt letterlijk: HEELHEID, VOLHEID. In de vertaling is het vrede geworden.Kan best ! Mag er in die' vrede' nog iets meeklinken van de oorspronkelijke betekenis? Het is de gewone begroeting waarmee joden ook vandaag nog elkaar goeie dag zeggen in de dageljjkse omgang. Het Wees-Gegroet-Maria begint trouwens zo : Sjaloom, Myriam. Hugo Dierick, Rosier 26 Antwerpen.
VIJFDE PAASZONDAG Joh13,31-35: Een nieuw gebod Vers 34a': Een nieuw gebod geef Ik u : gij moet elkaar liefhebben ; zoals Ik u heb liefgehad.' Het nieuwe van dat gebod is eigenaardig genoeg dat het geen gebod kan zijn zoals we dat meestal verstaan: een moeten, een verplichting maar integendeel: het is de énige aanbeveling die Jezus ons deed: Ik heb mezelf gegeven. Kunt ge iets beters geven ? Heeft evenveel te maken met vertrouwen in mezelf als met vertrouwen in de ander, niet ? Hugo Dierick, Rosier 26 2000 Antwerpen
VIERDE PAASZONDAG Joh 10,27-30: De echte herder Vers 30: 'IK EN DE VADER,WIJ ZIJN EEN!'' Over die éénheid zijn bibliotheken vol geschreven. Prachtige literatuur want het gaat over Jezus'godzijn. Zijn we daar iets mee? Als het alleen maar woorden blijven, kunnen wij daarover alleen maar denken en discusieren en daar nooit echt uit geraken. Het enige dat ons iets kan doen is proberen te doen wat Hij ons vraagt: Hem volgen en op elk kruispunt de kant uitgaan die Hij gaat en dan zullen we onderweg ervaren of Hij al dan niet een gewone mens is. Risceren wij dat ? Hugo Dierick, Rosier 26, Antwerpen.
TWEEDE PAASZONDAG Joh20,19-31:Verschijning aan de apostelen. VERS 29 ' TOEN ZEI HIJ TOT HEM: OMDAT GIJ GEZIEN HEBT, GELOOFT GE ?ZALIG DIE NIET ZIEN EN GELOOFD HEBBEN' De klemtoon bij geloven ligt nooit op zien maar op horen. Geloven is immers vertrouwen geven. De schaduw van geloven is altijd het twijfelen. Wie ziet, kan niet meer twijfelen noch geloven want hij ziet het en daarmee is alles gezegd. Heb ik contact met mijn twijfelen als ik geloof ? Kan ik mijn twijfelen onder woorden brengent?Probeer eens. Houdt mijn geloven daarbij stand ? Hugo Dierick, Rosier 26,Antwerpen