DRIEËNTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR MC 7, 31-37 Vers 37b: ' Hij heeft alles wel gedaan. Hij laat doven horen en stommen spreken.' Als doven gaan horen en stommen gaan spreken, dan is alles wel gedaan. Of anders gezegd: Als mensen terug hun zintuigen kunnen gebruiken waarvoor ze ontworpen werden, wordt alles weer goed...zoals wij lezen in de eerste verzen van Genesis : En God zag dat het goed was. Waarop nog wachten ? Hugo Dierick, Rosier 26 Antwerpen.
TWEEËNTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR Mc 7, 1-8 14-15 21-23. Vers 8 ' Gij laat het gebod van God varen en houdt vast aan de overlevering van mensen: kruiken en bekers afwassen en meer van dergelijke dingen doet ge.' Jezus komt in zijn gesprekken met gelijk wie altijd terug op het gebod van God alsof er maar één gebod is: 'Liefhebben zoals Ik u heb lief gehad.' Wat een verschil met waar mensen zo vaak mee bezig zijn: kruiken en bekers afwassen enz. Heb ik daar een verklaring voor? Hugo Dierick, Rosier 26 Antwerpen.
EENENTWINTIGSTE ZONDAG DOORE HET JAAR Joh 6,60-69 Vers 68: ' Simon Petrus antwoordde Hem: Heer, naar wie zouden wij gaan ? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven. ' Wat Petrus hier zegt, is al wat. Je hoort er zijn bewondering voor Jezus duidelijk in door. Als we nu Petrus die woorden in zijn moedertaal zouden laten zeggen, zouden die zo klinken; ' De duidding, de zingeving die Gij in uw woordeen legt, gaat ook over het leven dat nu voor ons nog verborgen is (eeuwigheid). Hugo Dierick, Rosier 26, Antwerpen