EERSTE ZONDAG VAN DE ADVENT Lc 21,25-28.34-36 Vers 28 b:' Want uw VERLOSSING komt nabij.' Verlossing ! Moet ik dan van iets verlost woren? Ik zou niet weten waarvan ? Behoren onderdrukking, verknechting, onderwerping niet ver achter ons. En waar die onmenselijke toestanden nog bestaan, hoe kan daar een evangelietekst iets aan veranderen ? We staan nu op vier zondagen van de verjaardag van Jezus, die werd aangekondigd als de Verlosser. Is er dan echt niets waar we vanaf willen zijn ? Iets dat mijn leven lichter zou maken: minder druk, minder drukkend, minder gestresseerd, vrijer, gelukkiger ? Meer daarover in de volgende vier zondagen naar het feest van de Verlosser toe? Hugo Dierick, Rosier 26;2000 A.