06 Dag 6 Romans-sur-Isère – St-Jean de Bournay 15-06-2014
Dag 6 Romans-sur-Isère - St-Jean de Bournay 15-06-2014
Zoals vroeger is het niet meer, “Petit Déjeuner” is tegenwoordig bijna altijd buffet. Weer hebben we geluk, ook al is de buffetkeuze niet zo groot…… Bij het ontbijt, kunnen we het TV nieuws volgen, enkel het weerbericht interesseert ons. We horen opnieuw dat de noorderwind in de loop van de dag dreigt aan te wakkeren tot 6BF. Een domper op ons optimisme. We overlopen onze reisweg en beslissen om zoveel mogelijk de Groene Wegen te blijven volgen. Er is een directere weg mogelijk maar we vrezen voor druk verkeer en minder mooie natuur. Opkrassen, insmeren, afrekenen en wegwezen……
De gps is ingesteld en doet ons veilig de nog rustige tweelingstad verlaten richting St-Donat-sur-Herbasse. Het is klimmen op een rijtje door het groen langs een klein riviertje tot een oude dorpje. Eenmaal voorbij het wel fraaie kerkje volgt er een wat steilere klim à 6%. Zwetend komen we in Bathernay. We blijven klimmen door een bos voorbij de Mont Froid tot Tersanne. De inspanningen doen ons de feller wordende tegenwind vergeten, we vorderen als slakken en moeten meer dan eens een rustpauze nemen.
De afdaling naar Hauterives doet deugd. Hoog tijd om onze aperitiefpauze te houden. Wanneer we over het riviertje Galaure het dorp binnenrijden horen we fanfaremuziek…..We willen weten wat hier gaande is en vleien ons op het zonnige terras van “Halte du facteur”. De patroon legt ons uit dat het hier elke zondag feest is.
Van heinde en verre komen er bezoekers naar het dorp om het “Palais Ideal” van postbode Cheval te bezoeken. Deze plaatselijke facteur, bouwde 33 jaar lang aan deze grillige constructies met stenen welke hij vond op de heuvelpaden gedurende zijn dagelijkse postronde.
We zijn benieuwd en nemen een kijkje, niets om zoveel tralala over te verkopen. Met veel moeite ontwaren we een kasteel, een soort moskee en een tempel met enkele hoofden erop. Het is een mengeling van stenen met ertussen gegooide mortel een echte architectonische kakofonie.
Het is 12h wanneer we het eigenaardige dorp met zijn fantasierijke facteur verlaten richting Le Grand-Serre. Na een korte klim en bochtenwerk tussen het groen, belanden we in Thordure en iets later in Marcilloles. In dit dorp vinden we een zonnig terras, hoog tijd om terug op onze positieven te komen.
Tot onze grote verwondering schenken ze Affligem. Nadat onze dorst gelest is, willen we ook onze honger stillen. De patron stelt ons voor een pizza te maken. Na een tijdje brengt hij, voor elk een reuze grote pizza met allerlei vlees en beleg.
We blijven veel te lang treuzelen. Na ons te ruime middagmaal vertrekken we voor onze laatste 30km. De wind is niet zo hard als voorspeld, maar de opeenvolging van hellingen doen hun sloopwerk. We vorderen niet zo best. We vinden het echter niet erg en genieten volop van de natuur. Na Penol belanden we in Faramans en iets verder klimmen we naar Arzay.
Na dit dorp van tweemaal niets moeten we weg van onze vertrouwde Groene Route. We rijden op de gps richting onze overnachtingsplaats St-Jean de Bournay. Door een bosrijk gebied is het klimwerk niet van de poes. Gelukkig kunnen we af en toe in de schaduw mooi op een rijtje Antoine volgen. Onze allerbeste klimmer waagt het niet om ons uit de wielen te rijden. We moeten op mijn fietsgps vertrouwen door dit onbewoond gebied. We zijn blij wanneer we in de verte het dorp zien liggen. Zalig zo’n lange afdaling, zonder te trappen, die ons tot op het pleintje aan ons hotel brengt.
Voor we onze kamer betrekken maken we gebruik van het hotelterras om onze dorst te lessen. De dienster is op de hoogte van onze komst, we krijgen de kamersleutel en moeten naar de 2° verdieping. De patroon waarmee ik enkele weken geleden een afspraak maakte is afwezig….We merken dat alles hier wat in het honderd loopt. Wanneer we op de kamer komen achten we ons gelukkig dat we hier maar één nacht blijven. Het hotel is vergane glorie en onze kamer is beneden alles….We herschikken de bedden en doen een wasje en een plasje. Onze kledij kunnen we op de naastgelegen snikhete zolderkamer onder de pannen te drogen hangen. Na een rustpauze willen we het dorp bezoeken. Het wordt een lange wandeling door slordige verlaten straten. We beseffen dat dit dorp met uitsterven bedreigd is. Hier en daar ontwaren we leegstaande en vervallen huizen….En ouderen die ons vragend wantrouwig nakijken. Waar zijn we nu in godsnaam beland?
Gelukkig kunnen we in het hotel aan een avondmaal geraken. Enkel de pastis en de wijn zijn van goede kwaliteit. We blijven uit verveling nog een flesje nippen terwijl we tv kijken in de verlaten gelagzaal. Wat een triestige bedoening. We zijn moe en vroeger dan gewoonlijk kruipen we in onze bedjes. Enkele minuten later is het muisstil. Slaapwel jongens.
05 Dag 5 La Bégude de Mazenc – Romans-s-Isère 14-06-2014
Dag 5 La Bégude de Mazenc - Romans-sur-Isère
14-06-2014
Wanneer we om 8h00 in de veranda aanschuiven om te eten, zitten de andere gasten al op ons te wachten. Madame Agnes en haar man hebben het druk. Het wordt iets minder warm, zegt ze, maar de mistral blijft zeker de hele dag. En……de Franse spoorwegen zijn in staking, zegt ze wat verlegen. Wanneer ik haar vertel dat het bij ons met de NMBS niet veel beter loopt, is ze gerustgesteld. Toch blijven er enkele tafelgenoten bekommerd.
Ze willen onze reisweg kennen. Er komt zelfs een kaart op tafel tussen de kopjes en borden. Vlug blijkt dat onze uitgestippelde weg via de “Groene Wegen” de meest aangewezen fietsweg voor ons blijft. Het was ons al lang duidelijk dat geen van de gasten ook maar enig benul van langeafstand fietsen heeft. Zoals de meeste Fransen vinden ze het gek, wanneer je een auto thuis laat en per fiets op reis durft te gaan….nochtans het zijn niet enkel de Fransen die dat denken. Mijn tafelbuur, een niet te stuiten spraakwaterval, wil mij absoluut uitleggen hoe de “Mistral” gevormd wordt. Ik wil het wel weten maar moet hem aanmanen geen moeilijke woorden te gebruiken. Ik zal het proberen zegt hij mij, op schoolmeester toon.
De Mistral is een bijzonder krachtige noord-noordwestenwind, die windkracht 9, maar soms ook meer dan 11BF kan bereiken in het Rhônedal. De koude lucht wordt tussen de bergwanden in het nauwe dal van de stroom geperst. De wind waait van noord naar zuiden naar de veel warmere Golf van Genua. Overdag is de wind meestal sterker dan ‘s nachts, omdat de temperatuurverschillen tussen de Rhône-vallei en de Middellandse Zee onder invloed van de zon dan het grootst zijn. De Romeinen noemden deze wind Magistralis wat wil zeggen meesterlijk! Tijdens de Mistral is het in het Rhône-dal meestal onbewolkt. Hij is ook kurkdroog en kouder, dus lekker in de zomerse hitte, maar een ramp in de winter… Hij is zeer hinderlijk en ook echt gevaarlijk. Er is weinig bestand tegen 24 uur zonder pauze van harde rukwind. Er gebeuren heel veel ongelukken en er is na een Mistral meestal heel wat herstelwerk, vult onze gastheer aan.
Afrekenen en een foto, met teveel vertraging worden we uitgewuifd door de andere gasten. Voor de tweede maal op 7 jaar, verlaten we “La Piverdière” of de groene specht zoals het bij ons zou heten, maar nu in de andere richting. ’t Zal een zware dobber worden…..We moeten al onmiddellijk naar Salettes en iets verder naar Pont-de-Barret over een afstand van 9km meer dan 150m stijgen. Het uitzicht is fenomenaal, wat een prachtige rotspartij zeg. De natuur maakt veel goed. Met al die windellende kunnen we toch nog genieten.
Na Soyans rijden we door een bosrijk gebied richting Saou. Het klimwerk doet ons de mistral vergeten, je kan er niet blijven over zeuren, menen we. Op een rijtje moeten we naar Le Pertuis en met een reeks bochten sleuren we ons over de Col de Paturel. Gelukkig is er een lange afdaling van om en bij de 7km. Na Pas de Lauzens zijn we in Aouste en moeten de Drôme kruisen.
We blijven nu vlak langs de rivier tot we in Crest na 34km een rustpauze houden. Hoog tijd om inkopen te doen en ons te bevoorraden van drank en eten voor de middagpicknick. Nu we de Drôme vallei verlaten laten we ook het mediterrane achter ons. Ze trachten hier toch iets te ondernemen voor fietsers. Regelmatig zien we plaatjes met “Drôme à Vélo”.
Enkele kilometers voorbij de stad verlaten we de grote baan en volgen een landweg en komen voorbij grote waterbassins. Het gaat gelukkig maar, rustiger omhoog net iets meer dan vals plat tot Vaunaveys-la-Rochette. Na het dorp waar alles dood en verlaten is, vinden we midden de natuur een grasplein met rustbanken. Hoog tijd om te middagmalen. Gelukkig staan er wat bomen, ze bezorgen ons schaduw en maken dat de wind gebroken wordt. Het is 14h wanneer we stram van de lange rustpauze ons opnieuw in gang moeten trekken.
Nog 30km jongens en we zijn op onze bestemming. Hoe kalm kan het zijn we rijden zonder enig verkeer van dorp naar dorp. In Chambeuil wordt het iets drukker. We laten ons verleiden wanneer we een wegwijzer zien waarop het maar 12km is tot Romans-sur-Isère. Langs de wat drukkere D538 mooi achter elkaar zijn we na minder dan één uur in Bourg-de-Péage. Over de Isère moeten we de gps volgen.
Het is echter geen sinecure om door de dubbele-stad te geraken. Er zijn heel wat eenrichting- straatjes waar je als fietser ja of neen door mag, we weten het niet. Plots ben ik alleen wanneer ik bij ons hotel aankom. Enkele minuten later komen Pol en Antoine aangereden. Bij het kruisen van een dubbele baan hadden zij moeten halt houden. Doch hadden mij voortdurend blijven zien.
Vroeger dan gedacht en met een 8-tal kilometer minder dan voorzien stappen we het hotel binnen. We krijgen onmiddellijk een 3 persoonskamer met elk een afzonderlijk bed ter beschikking. We kunnen onze fietsen in een achterliggende bergplaats stallen. Na onze was en plasbeurt houden we een rustpauze.
Het was een veel eisende dag. Het steeds op en af en de mistral hebben ons afgemat. Het wordt meer dan één uur platte rust! 19h hoog tijd om de stad te verkennen. Veel valt er echter niet te zien. We wandelen naar de rivier die de stad in twee snijdt. Blijkbaar moest vroeger betaald worden voor de oversteek van de Isère, vandaar dat de naam Bourg-de-Péage.
Op het plein bij de toren vinden we uit de wind een terras, na enkele Ricards laten we ons een souper met plaatselijke specialiteiten aansmeren. Veel zaaks is het niet maar honger zullen we niet hebben….Na nog wat extra wijn strompelen we moe naar onze overnachtingsplaats. Lang zullen we niet wakker liggen……Slaapwel.
6H30! opstaan jongens, we hadden dit gisterenavond tussen pot en pint afgesproken. We moeten vandaag dubbel zover als gisteren. Er is opnieuw een heel warme dag voorspeld en we willen zoveel mogelijk kilometers afleggen in de ochtendkoelte. Wanneer we plaatsnemen aan de ontbijttafel in de tuin heeft de hoteluitbater het heel druk. We zijn bijlange niet de eersten om te ontbijten. Groot is onze verwondering we kunnen vanalles krijgen bij het ontbijtbuffet. Alles loopt vlugger dan de vorige dagen, om 8h00 verlaten we zelfs het hotel. Het is al bloedheet wanneer we de fietsen beladen en de “stad der pausen” verlaten.
We volgen de drukke weg langs de stadmuren, aan de Porte de l’Oulle rijden we over de Rhône. Na de “Pont Daladier” volgen we de Groene Wegen op het eiland Barthelasse. Bij de “Pont Bénezet” bekend van het liedje “Sur le Pont d’Avignon” houden we een stop om enkele foto’s te maken.
We blijven op de Rhôneoever tot Roquemaure, letterlijk vertaald betekend dit, Moorse rots. Of eens de grens tussen het Islamitische gebied der Moren en het Christelijke westen. We herinneren ons echter dat Karel de Grote deze grens, gelukkig maar, ver achter de Pyreneeën verschoven heeft. Hadden we nu maar zo’n Karel! Na Roquemaure fietsen we opnieuw naar de andere oever van de stroom, om de Rhône nu definitief te verlaten richting Orange.
In de historische stad Orange moeten we ons noodgedwongen van drank bevoorraden. De brandende zon doet ons bijna elke kilometer drinken, we moeten regelmatig stoppen om ons zweet uit de ogen te wrijven. We hadden drukker verkeer verwacht aan de “Arc de Triomphe”, die midden een groot rond punt staat. Deze van oorsprong “Oranje” stad waar Willem van Oranje baas was, werd definitief ingelijfd bij Frankrijk door Lodewijk XIV in 1713.
Wanneer we de stad verlaten richting Sérignan moeten we wat harder duwen de weg loopt lichtjes omhoog, gedaan met het vlakke land. Het is bijna middag wanneer we in Lagarde-Paréol op een schaduwrijk terras na een aperitief ons middagmaal nemen. We hebben al 47km op ons tellertje. Het wordt een langere rustpauze. We moeten vaststellen dat het zwaar wordt. Niet alleen de zon en kilometers beginnen te wegen maar ook de hellingsgraad en de wind spelen in ons nadeel. Tussen de lavendelvelden is het tegen de steeds sterker wordende wind opboksen. In het volgende dorp Rochegude moeten we door de snikhete okerstraatjes. Voorbij het dorp zien we rechts van ons in de verte het silhouet van de Mont Ventoux…..
Pol en Bob kunnen Antoine laten likkebaarden wanneer we herinneringen ophalen aan onze beklimming van de kale berg in juni 2007. Wat hebben we toen afgezien maar we zijn wel heel fier op deze prestatie, alles hierover kan gelezen worden om mijn blog : http://blog.seniorennet.be/groenewegen2007/ “Dag 13 Pernes-les-Fontaines – Mont Ventoux 27-06-2007”.
Na Suze-la-Rousse het dorp met zijn robuust kasteel waar de Wijnuniversiteit gevestigd is, moeten we
op een rijtje mooi achter elkaar tegen de wind opboksen. De mistral blaast steeds sterke. We schatten dat we zeker 5 BF tegen hebben. We blijven afzien in een open veld tussen de Côte du Rhône-wijngaarden, met ietsjes meer dan vals plat. In La Baume-de-Transit rijden we het dorp binnen het is ondertussen 14h30 en we zijn 60km ver. Terwijl ik op kop door het Provençaalse dorpje raas, hebben mijn metgezellen een schaduwrijk terras opgemerkt.
Zonder afspraak ploffen we ons in de vrijstaande zetels. Hoeveel dorst kan een mens lijden??? Antoine heeft zelfs opgemerkt dat er Duvel te krijgen is. Ook al zijn we in de Drôme en midden een bekend en beroemd wijngebied bestellen we onze maat zijn lieveling ’s bier. Is dat genieten zeg! Terwijl we uitrusten wandelt er een man met zijn hond voorbij….Hij hoort ons Vlaams taaltje en komt tot bij ons. Hij is de vroegere uitbater van dit café-restaurant, vertelt hij. Ik heb het in dit wijngebied aangedurfd Belgische bier aan te bieden. Het is hier “Vivre comme Dieu en France met lekker eten en drinken” beweert hij. Wanneer wij hem vertellen dat we nog 40km verder moeten, verklaart hij ons gek…..en wandelt verder!
Lui en als versleten slakken vertrekken we uit het zonovergoten dorp op de D341 richting Richerenches. Dit stille dorpje is in de streek alom bekend voor zijn truffelmarkt. Volgens een reclamepaneel zouden ze zelfs truffel zoekdemonstraties met honden geven elke zaterdag gedurende de wintermaanden. Na Richerenches rijden we richting Valréas. Het is klimmen geblazen met die rotwind op de neus is het aan 12km/h is toch wel heel traag voortkruipen.
Verschillende keren zien we borden met: “Enclaves des Papes”; ’s avonds wil ik er alles van weten, mijn tafelbuur in de B&B tracht het mij duidelijk te maken. “Het is een stuk Vaucluse grondgebied in de regio Drôme.
Deze unieke rariteit vindt zijn oorsprong in de tijd toen de pausen vanuit Avignon in de 13° en 14° eeuw regeerden. Volgens de overlevering zou er een zieke paus, (zijn ze allemaal niet ziek?) op een tocht tussen Lyon en Avignon, in Valréas wijn gedronken hebben waarvan hij genezen zou zijn……(n’n mirakel dus !!!). Deze paus kocht of erfde (!) het gebied met de wonderbaarlijke wijn, van de Tempeliers. Met de Franse revolutie is hieraan een einde gekomen. Toch bleven de bewoners met een referendum hun identiteit behouden. Zo is dit kleine gebied een opgesloten eiland van de Vaucluse in de Drôme”.
Na Valréas rijden we met nog hardere wind naar Taulignan. Nu is het, nadat we door een poort gereden zijn, serieus klimmen aan wel 8%. Pol en Bob volgen gedwee Antoine veruit de beste klimmer van onze bende. Toch moeten we hem na enkele zware kilometers in een bocht laten gaan. Een beklimming is altijd elk aan zijn eigen tempo. Maar nu is het niet enkel het klimwerk welke het moeilijk maakt maar ook die verdomd harde mistral. Je zou er gek van worden……
Iets vóór de ruïnes van Prieuré d’Aleyrac, hebben we 100km op ons tellertje en zijn we vermoedelijk op het hoogste punt van de beklimming. We hadden verwacht dat onze vriend Antoine hier zou wachten, zoals bij onze vroegere afspraken. Maar neen onze klimfanaat is nergens te bespeuren. We houden dan maar een rustpauze met ons twee, voor we de afdaling aanvatten. Antoine weet dat wij in het volgende dorp overnachten maar kent het adres niet. Hij zal ons noodgedwongen wel ergens opwachten, bij de kerk misschien?
Nu naar beneden tot La Bégude- de-Mazenc dat zou gemakkelijk aan grote snelheid moeten kunnen…..Maar neen neen, de mistral steek daar een stokje voor, in plaats van aan 65km/h zoals het bij zo’n mooie afdaling zou moeten kunnen, is het nu met flink bijtrappen slechts aan 35km/h. Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt.
In volle afdaling zie ik recht voor mij een stipje, dat zou wel eens onze vriend Antoine kunnen zijn. Hij staat ons op te wachten aan het eerste kruispunt van het dorp. Enkele minuten later rijden we de lange oprit van onze Maison d’hôtes “la Piverdière” op. Veel belangstelling, al de gasten staan ons samen met madame Aumont op te wachten. Onze gastvrouw kon vermoeden dat wij later dan voorzien zouden toekomen met al die wind.
Om 20h worden we samen met de andere gasten en het gastgezin uitgenodigd in de veranda……onmogelijk om met deze stormwind buiten te souperen. Samen met enkele Franse koppels van onze ouderdom genieten we van een typisch souper met veel wijn. Ondertussen wordt het een lange praatavond met soms zware moeilijke gesprekken. Madame Agnes meent dat de mistral zeker nog twee dagen zal blijven tekeer gaan. Ze stelt een verplaatsing per trein voor, morgen. We zullen morgenvroeg wel zien! Na uren kletsen en zwanzen geraken we strompelend in onze zalige bedjes.
Zouden we durven snurken??? De oordopjes zullen redding moeten brengen!
We zijn heel verwonderd, zo goed en zo rustig geslapen. De kamers zijn fris en toch, wanneer we de gordijnen openschuiven komt de zon al in volle glorie binnen piepen. We horen onze gastvrouw de tuintafel dekken. Ons ochtendritueel verloop loom en traag…...Na drie dagen hebben we klaarblijkelijk al het zuidelijke rythme aangenomen. We hebben tijd zat, het is vandaag een korte rit…..Een beetje benieuwd nemen we plaats aan de mooi gedekte tafel. Marie-Annick heeft haar best gedaan. We moeten toegeven, zij weet duidelijk haar gasten te verwennen. Na ons “Petit déjeuner” wil Pol proberen zijn achterwiel te verbeteren. We hebben tussen ons materiaal een spaaksleuteltje gevonden. Toch krijgt onze vriend zijn wiel niet 100% in orde maar het lijkt toch beter te zijn. Onze gastheer komt, vóór hij op ronde vertrekt, afscheid nemen. Grote haast heeft hij niet. We krijgen nog heel wat informatie hoe we rustig op onze route geraken. Na het afrekenen en een foto vertrekken we om 10h.
Wanneer we door de smalle straatjes van Arles rijden is het al snikheet. We voorzien ons van drank op Place de la République. We verlaten de stad langs de Rhône, voorbij de Arena en de Tour de Mourgues, richting Pont de Grau.
We rijden zuidwaarts tot aan een groot rond punt met een oude brug in ’t midden. We verlaten de verkeersdrukte richting Frontveille en blijven op de D33. Rechts zien we het vogelpark van Ginès een moerasland van meer dan 60ha met vele observatieposten. Het lijkt nog een stukje Camargue. Bij kilometer 15 komen we aan “Moulin de Daudet”. Op een open plaats staat een kleine vervallen molen op een flauwe rotshelling. Dit gedrocht is genoemd naar de schrijver Alphonse Daudet, vriend van de meer bekende Frederic Mistral. Veel blabla voor tweemaal niets, vinden we, het is zelfs een slordige bedoening!
Na enkele dennenbosjes komen we in een open vlakte met glastuinbouw. Bij Canal des Alpilles zijn we in Saint-Etienne de Grès. Op het terras van “Café du Vieux Grès” houden we aperitieftime. Ongelofelijk, ze hebben hier zelfs Leffe, dat kunnen we toch niet negeren! De plaatselijke, minder jonge bevolking aan het tafeltje naast ons, begrijpt er niets van, op dit uur bier drinken!!! Ze willen absoluut weten wat ons hier wel brengt en waar we naartoe fietsen. Verbazing als ik hun onze reisweg toon.
Wanneer ons zweet opgedroogd is vertrekken we. We weten dat we enkele kilometer langs de kalkheuvels van “les Alpilles” moeten. Het wordt bloedheet, gelukkig kunnen we in de schaduw van dennenbomen de korte flauwe hellingen overwinnen. Na een poosje komen we op “Le vieux Chemin d’Arles” hier is het vlak en we kunnen zonder enig verkeer goed vorderen. Plots herken ik een van de Provençaalse villa’s. Meer dan 10 jaar geleden ben ik hier op bezoek geweest bij een van mijn vrienden zakenrelaties. Hij heeft hier al jaren zijn buitenverblijf…..Er is niemand aanwezig, gelukkig maar misschien! Ik vrees dat wij anders vandaag wel eens moeilijk op onze bestemming zouden kunnen geraakt zijn.
Net op de middag komen we in Saint-Remy de Provence. Pol voelt al een poos zijn achterband leeglopen. Bij de herstelling zien we dat er een van de spaakkoppen op de binnenband schuurt, we trachten de kop plat te duwen, steken een nieuwe binnenband, meer kunnen we niet doen. We moeten absoluut een fietsenmaker vinden…..
Saint-Remy ligt in een van de groene valleien van Les Alpilles. Het is een druk bezocht toeristisch centrum in de Provence met prachtig gerenoveerde herenhuizen in de oude charmante steegjes. Ik ken alles hier heel goed, het was jaren geleden een van mijn vaste vakantiebestemmingen wanneer we met de familie aan de Côte d’Azur verbleven.
Saint Remy de Provence bezit een van de oudste archeologische plaatsen van Europa, het “Glanum” deze site uit de 3° eeuw vóór Christus ligt op de weg naar Les Baux-de-Provence. We wandelen verwonderd door de drukke smalle straatjes met elegante boetieks. Na de oude fontein en enkele schaduwrijke pleintjes vinden we een terras op de Place Jean Jaurès waar we zullen we middagmalen. De schoonheid van het stadje en het landschap hebben veel kunstenaars, schrijvers en schilders geïnspireerd.
De Le plus célèbre est sans conteste Vincent Van Gogh qui a peint plus de 150 toiles dans la campagne environnant Saint Rémy de Provence meest bekende is ongetwijfeld Vincent Van Gogh die hier meer dan 150 schilderijen gemaakt zou hebben. Er is zelfs een wandelroute langs de vele plaatsjes waar de beroemde schilder zijn werken schilderde. Jaren geleden bezocht ik, het klooster Saint-Paul-de-Mausole bij het Glanum, waar Van Gogh verpleegd werd. Het gebouw is een parel van Provençaalse Romaanse bouwkunst herinner ik mij nog heel goed……
Na onze wel veel te lange middagpauze verlaten we Saint-Remy en volgen de landweg naar Maillane. We vermoeden dat het wel eens 40°C zou kunnen zijn wanneer we in Graveson, erg bezweet en dorstig op een terras neerploffen. Na Rognonas komen we bij een brug over de Durance. We voelen al heel goed, de drukte van de grootstad Avignon. Enkele minuten later staan we zonder het goed te beseffen aan Hotel “Au Saint-Roch”, ons overnachtingsadres. Onze fietsen kunnen we in een ondergrondse garage veilig stallen en we krijgen een kamer op het gelijkvloers in de tuin.
Pol wil absoluut zijn fiets laten herstellen. De hoteluitbater doet enkele telefoontjes maar vindt niet onmiddellijk een fietsenhersteller. Misschien kunnen ze in de plaatselijke Decatlon iets doen, maar deze ligt wel aan de andere kant van de stad, beweert de man. Terwijl Antoine en Bob zich installeren en een wasje en een plasje organiseren, waagt Pol het erop tot daar te fietsen.
Het duurt een hele poos eer onze vriend Pol terug is…..Wat kan een dutje in de tuinligzetels deugd doen. Net wanneer we toch wat ongerust geraken komt onze vriend terug binnen……Ze hebben hem niet kunnen helpen het gepaste materiaal was niet aanwezig.
Om 17h wandelen we het beroemde Avignon binnen door een van de poorten van de ommuurde stad. We weten nu al dat we te weinig tijd zullen hebben om zelfs nog maar de bekendste gebouwen te bezoeken. Alles is echter op wandelafstand, heel vlug zijn we bij de twee grootste gebouwen, de kathedraal en het Palais des Papes. We wandelen verder door de grote tuin met een onvergetelijk zicht op de beroemde “Pont Bénézet”.
Moe van het vele slenteren wordt het hoog tijd om bij “Place de l’Horloge”, een schaduwrijk plaatsje te zoeken onder de grote platanen….. Er worden heel wat vakantieherinneringen van jaren geleden opgehaald. Ieder van ons is hier ooit wel eens, lang geleden, geweest! Na enkele koele wijntjes willen we ergens eten, toch blijkt het nog iets tevroeg naar Zuid-Franse normen, enkel in een Oosters restaurant kunnen we ons maagje nu al vullen. Wat we allemaal gegeten hebben weten we niet, soms was het heel moeilijk om met de eetstokjes op een beleefde manier te eten, toch is het ons uiteindelijk gelukt. We blijven op een van de erg drukke terrassen nog heel lang en wel iets te enthousiast genieten van het warme en dorstig weer……Het wordt al donker eer we de weg naar ons hotel terugvinden. Wat een onvergetelijke dag hebben we toch opnieuw toegevoegd aan onze vele fietsbelevenissen!
Dag 2 Port Saint-Louis du Rhône – Arles 11-06-2014
Dag 2 Port St-Louis du Rhône - Arles 11-06-2014
Ola, weet je hoe laat het is? Het is al 8h00 geweest, maar we hebben lekker en rustig geslapen…..Ons ochtendritueel gaat vliegensvlug en reeds vóór 9h00 stappen we de grote eetzaal binnen. Onze B&B baas is druk bezig een groepje stappers met veel woorden en gebaren hun dagprogramma uit te leggen. Het is voor hem heel moeilijk in het Engels…. Overal liggen er detailkaarten en boeken met prenten en foto’s van bloemen en struiken……Wanneer onze medebewoners eindelijk vertrokken zijn, krijgen wij ook nog een lange uitleg over de Camargue.
Monsieur Guitard heeft zijn best gedaan, hij weet blijkbaar heel goed dat wij gesteld zijn op een flink ontbijt. Er is werkelijk alles. We hebben een grote keuze kazen, beleg, zelf gemaakte confituren en jaja voor Antoine honing. We eten ons buikje rond terwijl onze vriend ons blijft overstelpen met Camargue weetjes.
Om10h00 vertrekken we en het is al snikheet. We krijgen nog de raad om ons flink in te smeren. Daar gaan we dan voor onze 2° dag. We krijgen het gezelschap van de waakhond tot aan de grote baan. Nu naar Salin-de-Giraud, dat aan de andere oever van de Rhône ligt . Bij de overzet van Bac de Bacarin is het heel rustig. Samen met enkele auto’s zijn we na enkele minuten aan de overkant.
We rijden voorbij Salin-de-Giraud het zout dorp, bekend voor zijn sel de Camargue. De kostbare “fleur de sel” wordt door fijnproevers als het beste zout ter wereld beschouwd. Langs een rustig groen baantje is het zalig om af en toe in de schaduw te keuvelend en toch goed te vorderen. Bij Mas de Saint Betrand houden we na 15km onze eerste stop. We willen een korte aperitiefpauze houden, maar het wordt een teleurstelling. Alhoewel er overal stoelen en tafels klaar staan, is er geen mens te bespeuren… we kunnen zelfs binnen rondneuzen. Gelukkig hebben we onszelf van genoeg water voorzien. Dan maar op deze wijze genieten van een schaduwterras. Bij de wegwijzer richting “La digue-à-la-mer” houden we een stop….Wat een panorama. Overal waar je kijkt zie je étangs en zoutmeertjes met traag stromende beekjes in het witte zand.
De auto’s kunnen niet meer verder, maar wij moeten erdoor ook al lijkt het wel moeilijk te worden met het losse stuifzand. We vorderen heel traag soms slechts aan wandelsnelheid maar wat we zien maakt alles goed. Duizenden roze flamingo’s, hier en daar stieren en soms zelfs witte paarden. Na een poosje moeten we onze fietsen regelmatig door de duinen duwen. Het wordt een zweten onder een blakende zon en onze watervoorraad is bijna op.
We zijn 25km ver wanneer we over enkele kleine bruggetjes en sluisjes op de smalle “La digue-à-la-mer” de eerste moutainebikers tegenkomen. Deze uiterst smalle dijk werd aangelegd om de Camargue te beschermen tegen de verwoestende invloed van de zee bij stormweer. Hij is ongeveer 20km lang en eindigt in Saintes-Maries-de-la-Mer. Bij “Phare de la Gacholle” zowat halverwege, hopen we hier aan frisse drank te geraken want onze restjes zijn lauw. Maar meer dan enkele instructieborden en een weids uitzicht is er niet.
We lezen dat: Het vlakke land, ingesloten tussen de zee, de Grand-Rhône en Petit-Rhône, grotendeels in zout, warm en ondiep water ligt. De moerassen en lagunes lokken talloze vogelsoorten aan. Vooral trekvogels komen hier massaal overwinteren. De opvallendste zijn de roze flamingo's, zeker 10.000 tot 13.000 paren. De Camargue is overigens de enige plaats in Europa waar de flamingo broedt. Het pad is eindelijk veel breder en beter, we komen stilaan terug in de bewoonde wereld. Enkele kilometer vóór het dorp staan er dicht op elkaar gedrukt twee rijen mobilhomes op het strand. Wat een afschuwelijk zichtbederf! Hoe kan zoiets toch? Toch wringen we ons tussen de motorhomes en gaan kort pootje baden om wat af te koelen en ons zweet af te spoelen….
Als we Saintes-Maries-de-la-Mer binnenrijden is het zeker 35°C. Er is veel meer volk dan dat we gedacht hadden. We moeten met de fiets aan de hand door de drukke straatjes. Het dorp heeft een mythische aantrekkingskracht, als enig centrum in dit wel uitgestrekt en feitelijk onbewoonbaar gebied. Ook de naam is mysterieus en zou zijn oorsprong hebben bij het begin van het christendom.
Volgens de legende zouden enkele Bijbelse figuren als Maria Magdalena, zuster van Lazarus en Maria Salomé moeder van Johannes en Jacobus, samen met Sara hier verzeild geraakt zijn. De zwarte Sara wordt door de zigeuners aanbeden. Zij komen naar hier uit geheel Europa op bedevaart. Dan worden hun kinderen gedoopt en is er een processie waarbij het Sarabeeld met veel muziek en sier naar de zee wordt gebracht.
Grote dorst doet ons toch snel op een terras in de schaduw belanden. Onze aperitief is, het zou een schande zijn moesten we iets anders durven bestellen……een Ricard. Maar dan wel flink aangelengd met ijswater! We geraken in gesprek met een Vlaams gezelschap dat naast ons zit te eten. Ze komen hier al een aantal jaren hun vakantie doorbrengen. Het zijn echte natuur fanaten en vertellen met veel enthousiasme wat ze hier allemaal al hebben gezien en meegemaakt. Na al dat gebabbel krijgen we honger, een sandwich met Provençaalse groenten smaakt altijd…..Wanneer zullen we hier weg geraken ? Om 14h00 springen we eindelijk op de fietsen en vertrekken met wat tegenzin. We volgen een tijdje Route de Cacharel richting Arles. Na een 5km slaan we schuin rechts af op een landweg en rijden op een smalle landengte tussen Etang de Malagroy en Etang de Consécanière.
We hadden helemaal niet gedacht dat deze landweg in zo’n slechte staat zou zijn, toch dokkeren we koppig verder. We worden voor onze fietsinspanning beloond met onvergetelijke vergezichten. Het wordt zweten en regelmatig stoppen om te drinken, ons zweet af te vegen en een foto te nemen.
Iets voorbij Mas D’Agon zien we plots een gebouw met terras. We stoppen onmiddellijk, maar het wordt een teleurstelling het café-restaurant is gesloten. Toch maken we gebruik van stoelen en tafels en nemen een rustpauze . We doen ons tegoed aan fruit en ons eigen lauw water, terwijl we een troep roze flamingo’s bewonderen.
In Gimeaux verlaten we de Camarguevlakte en komen aan de Rhône en genieten we eindelijk van een echt terras onder de platanen.
We moeten door enkele smalle rommelige straatjes en staan rond 17h onverwachts aan ons overnachtingenadres. Grote verwondering wanneer we door madame Poulin binnengelaten worden. Wat een imposante oude statige woning! We kunnen onze fietsen in de grote koele inkomhall stallen en moeten in de tuin een verfrissing nemen, dat doet deugd! We krijgen drie in elkaar lopende kamers met elk een dubbel bed en een grote sanitaire kamer ter beschikking.
Nadat we ons verfrist hebben willen we de stad bezoeken. Arles is bij ons bekend voor zijn Romeinse periode en voor het korte verblijf van Vincent Van Gogh. We wandelen naar het Amfitheater, de arena en de thermen. Al vlug voelen we de vermoeidheid en belanden op een terrasje in de schaduw. We genieten van enkele koele wijntjes en zijn ondertussen toeschouwers van een filmopname in de kleine hellende straatjes. Een filmploeg is opnamen aan het maken waarbij zware motoren voortduren rondjes moeten maken….wat een spektakel!
Rond 20h hebben we met Marie-Annick, onze B&B madame, afgesproken om bij haar te souperen. We genieten van de zuiderse gerechten en de sfeer in de binnentuin. Terwijl we nog wat keuvelen met een rosé wijntje, komt de heer des huize thuis. Hij is arts en komt juist terug van zijn avondronde. Ik doe alles met de motorfiets, anders is het onmogelijk voor mij in deze oude stad op de adressen te geraken…beweert hij. We moeten het beamen na onze wandeling van daarstraks. Na nog een lange praatavond met ons gastgezin kruipen we voldaan in onze bedjes.Wat een zalige dag zeg!
01 Dag 1 Brugge / Marseille – Port Saint-Louis du Rhône 10-06-2014
2014 Marseille - Brugge Fietstocht
Van de Middellandse naar de Noordzee
Met “De Bende van Bob”
Dagboek van de Fietstocht van 10-06 à 26-06-2014
Het idee voor deze fietstocht, komt op het einde van 2013 uit de lucht vallen. Hugo kan geen tochten met bergritten meer aan. Al jaren spreekt hij van een cruise naar de middernachtzon. Hij zal dit NU in 2014 doen. Na overleg met de overige bendeleden, beslissen Antoine, Pol en Bob om een tocht van de Middellandse zee naar de Noordzee te maken. Het wordt een fietstocht die zal starten aan het vliegveld van Marseille, om te eindigen in België. De route kennen we gedeeltelijk. We zullen een stuk van de “Groene Wegen naar de Middellandse zee “ volgen, van Avignon tot Arc-et-Senans. In tegenstelling met 2007 rijden we nu wel van zuid naar noord. Zoals bij onze vorige tochten, willen we er een genietersvakantie van maken. We blijven ook veel aandacht hebben voor de natuur en het culinaire.
De data zijn, zoals steeds, het grootste struikelblok. Alles moet op elkaar worden afgesteld: de vliegreis en de verblijven met passende fietsafstanden….Niet simpel, maar het komt voor elkaar. We zullen starten op dinsdag 10 juni en hopen terug thuis te zijn op 26 juni.
Dag 1 Brugge / Marseille - Port Saint-Louis du Rhône
10-06-2014
Zoals steeds kan ik in de korte nacht vóór ons vertrek helemaal niet slapen. Steeds weer spookt het in mijn hoofd, zal alles goed verlopen, heb ik alles wel mee ??? Het regent pijpenstelen wanneer ik de garage uitrij en Male verlaat met de VW Golf. Een kwartier later ben ik bij Pol. Na het stapelen van de twee fietsdozen rijden we samen naar Knokke. Op een bepaald moment zien we niet meer waar we rijden, het water stroomt met bakken uit de hemel en het is pikkedonker. Onze fietsvriend Hugo zal ons naar Charleroi brengen. Antoine is ook al aanwezig. Het wordt haastig laden van de drie fietsdozen op de aanhangwagen. We moeten, om de kartonnendozen te beschermen tegen het regenwater, een zeil overspannen. Het wordt helemaal hectisch wanneer Pol zijn portefeuille niet meer vindt. Gelukkig zien we de portefeuille enkele minuten later op de grond liggen naast de remorque, in de stralenbundel van de autokoplampen.
Onmiddellijke vertrekken is nu wel het beste. Gelukkig hebben we wat reservetijd voorzien. Het wordt onmogelijk om in dit hondenweer aan een normale snelheid te rijden, zelfs niet op de snelweg. Grote drukte wanneer we op de parking van de vlieghaven van Charleroi toekomen. We zijn wat te vroeg, zo denken we. Maar ojee, bij het afladen blijkt de fietsdoos van Antoine doorweekt, nat en gescheurd. Het wordt onmogelijk om deze zo vervoerd te krijgen. We nemen met veel dank afscheid van Hugo en Liliane en wensen hen een prachtige cruise naar de middernachtzon. We dragen onze grote dozen gezamenlijk, zoals echte verhuizers binnen. In de vlieghavenhall kunnen we Antoine zijn fietsdoos laten versterken met plastiekfolie….Maar dat vraagt veel tijd! Nu inchecken….Je weet nooit hoe er gereageerd wordt bij Ryanair wanneer je de fietsen aanbied! We moeten onze uitzonderlijke bagage laten wegen. De dozen mogen slechts 30kg wegen, wat voor fietsen met bagage maar juist gepast is. Nu naar de scanner en daar gaan onze fietsen op de transportband, op hoop van zegen. Het is in Charleroi niet zo druk als in Zaventem, alles verloopt veel gemoedelijker. Het vliegtuig staat trouwens vlak bij de vertrekhal.
Stipt om 7h00 stijgen we op en om 8h45 landen we onder een stralende zon op Marseille Provence Airport. De bagageafhandeling verloopt vliegensvlug. Onder grote belangstelling sleutelen we onze fietsen weer in elkaar, het is precies een fietsatelier. Antoine constateert dat de spanring om zijn zadel op hoogte te stellen, afgebroken is. Na wat sleutelen, krijgen we het toch voor elkaar om het min of meer te herstellen.
Wanneer we de aankomsthal verlaten, is het wat zoeken om als fietser veilig weg te geraken. Op dit vliegveld is het ook weer hetzelfde, wegwijzers om op de snelweg te komen staan er genoeg, maar aanwijzingen voor fietsers daar hebben ze nog nooit van gehoord! Het wordt onvermijdelijk… fietsen op gps.
Na wat kronkels en enkele gevaarlijke rondepunten geraken we langs een drukke weg in Marignane. We volgen een baantje tot aan de landengte bij Etang de Vaïné. Wanneer we aan het water komen moeten we ons dringend insmeren, de brandende zon doet ons na 5km al halt houden. Het verschil met enkele uren geleden kan niet groter zijn. Het is zeker meer dan 25°C. Op een stukgereden betonweg dokkeren we op de smalle landengte die slechts 100m breed is. Na enkele slordige campingplaatsen wordt de betonweg een duinpad. Toch wagen we het erop om door te rijden, ook al moeten we enkele keren door opgewaaid duinzand stappen. Bij km 14 komen we plots terug in de bewoonde wereld, grote dorst doet ons halt houden bij het eerste grootwarenhuis dat we tegenkomen, om water te kopen.…..In La Mède volgen we de weg langs Etang de Berre tot Martigues.
Het is middag wanneer we Martigues binnenrijden over een van de kanalen naar het centraal gelegen klein eiland. Het stadje wordt, met al die kanaaltjes, soms het Provençaalse Venetië genoemd. Na wat rondtoeren in het rustige centrum vinden we op Cours du 4 septembre, een overdekt eetterras “San Giov”. We bestellen onmiddellijk, zoals onze maat Hugo het graag zou hebben, een Ricard als aperitief.
Santé Hugo, we zijn pas weg en we missen je al! Een joviale waardin komt ons in onvervalst Provençaals haar menu presenteren……We begrijpen er niets van. Trois formules express, stelt ze voor. We happen toe, het wordt een smakelijk diner met veel groenten en vis met enkele pichets rosé. Honger zullen we de eerste uren zeker niet hebben maar dorst dat zal iets anders worden, vrezen we!
Na een ijsje en een koffie, wil ik wel weten van de bazin wat 4 september te beteken heeft. Ze weet het ook niet, maar enkele ogenblikken later komt er iemand uitleggen dat dit de datum is waarop Frankrijk van een Keizerrijk veranderde in een Republiek in 1870. Het is 14h00 eer we loom het verrassend mooie Martigues verlaten langs het kanaal naar Port de Bouc. We moeten door de grootste petroleumhaven van Frankrijk. Gelukkig kunnen we het drukke havenverkeer vermijden en blijven we zoveel mogelijk langs het water. Maar in Fos-sur-Mer moeten we tussen de stinkende raffinaderijen en de dokken naar Etang du Landre. Bij La Fosette verlaten we de ongezonde industriezone waar we het laatste uur doorgereden zijn.
Gedaan met rookpluimen en geel-zwarte wolken van de erg vervuilende industriële activiteit rond de Golfe-de-Fos.Het is een echte verademing om nu op een splinternieuw baanvak met een prachtig fietspad de haven achter ons te laten. We vorderen aan grote snelheid, tot er plots iets onwaarschijnlijk gebeurd. In het fietspad is een dwarssleuf van 30cm breed en wel 15cm diep uitgeslepen. Ik kan er gedeeltelijk over springen, maar voor Pol die vlak na mij rijdt wordt het een drama.
Met een zware plof komt hij met zijn achterwiel op de scherpe boord terecht. Waardoor zijn wiel een deuk krijgt. We staan er wat beduusd bij. Na wat sleutelwerk en het leggen van een nieuwe binnenband, kunnen we toch verder. Pol rijdt echter op een ietsjes eivormig achterwiel. Hij geraakt niet meer vooruit zoals het hoort.
Er komt nog meer ellende, we moeten om het drukke verkeer te mijden langs het kanaal richting Port St-Louis. De trekweg is bij het plaatsen van de windmolens stuk gereden. De rupsen van de montagekranen hebben het weggetje in een waar crossparcours herschapen. We verbijten de ellende en na 65km zwoegen en zweten zijn we op Mas du Grand Peloux.
Een groene, bloemen oase aan de Rhône. Monsieur Guitard presenteert ons onmiddellijk een fris wijntje in een koele gelagzaal. We krijgen een prachtige kamer op de verdieping en mogen gebruik maken van het woongedeelte aan de achterzijde van het gebouw. De patron is bereid om straks met mij tot Port St-Louis te rijden waar ik inkopen wil doen om te souperen deze avond.
Wanneer ik met onze B&B baas in Port Saint-Louis du Rhône toekom, vinden we alles in een plaatselijke zelfbedieningswinkel. Ik moet mij wel aanpassen aan de Zuid-Franse mentaliteit……Monsieur Guitard is door iedereen gekend, het wordt elke keer een lange tetterpartij met heel wat schoudergeklop. Ik versta maar heel weinig van hun Camargue-gebrabbel, toch krijg ik van iedereen een joviale handdruk…..Hier wordt je onmiddellijk als vriend gebombardeerd. Ik koop fruit, tomaten, alle soorten plaatselijke slappe kazen, yoghurt, enkele flessen rosé en rode wijn, water en jaja 6 Duvels. Maar oh ramp er is geen brood meer…….Geen probleem, zegt mijn nieuwe vriend, ik vind wel brood voor jou!
Na de vierde bakkerij hebben we prijs. We kunnen nog juist, voor madam gaat sluiten, een drietal stokbroden bemachtigen……de laatste lacht ze! Opnieuw zijn we 15 minuten kwijt, wat een gebabbel…..iedereen heeft hier tijd zat. ’t Is hier zoals ze bij ons zeggen letterlijk leven als god in Frankrijk! Terwijl we terugrijden, zwijgt mijn chauffeur geen seconde, zo kom ik heel wat teweet over Port Saint-Louis en zijn B&B activiteit. Het stadje was eerder een plaatselijke vissershaven nu is het echter een favoriete bestemming voor vele pleziervaarders. De jachthaven kan meer dan 2000 boten herbergen en is ideaal gelegen aan de Middellandse zee halverwege tussen Italië en Spanje. Van langsom meer zijn er gespecialiseerde nautische bedrijven met droogdokken en bootreparatie. Maar toch zijn de meeste plaatselijke mensen werkzaam in de raffinaderijen en zware industrie van de Golfe-du-Fos.
De meeste van zijn Chambre d’hôtes bezoekers zijn wandelaars. Hij gidst hen in de Camargue en is gespecialiseerd in het zoeken naar zeldzame bloemen en planten. Hij krijgt blijkbaar heel veel Engelsen en Duitsers op bezoek, echte natuurfreaks zijn in de meerderheid. Fietsers zijn een grote uitzondering, lacht hij, één of tweemaal per maand krijg ik trekkers zoals jullie. Wanneer we terug op de B&B toekomen is het hoog tijd om te souperen. Pol en Antoine hebben ondertussen de fietsen gerepareerd. Op terras avondmalen, zal niet lukken menen ze, je wordt aangevallen door zwermen agressieve muggen……Gelukkig hebben we een afzonderlijke living met keuken ter beschikking. We laten het ons smaken, drinken nog een paar Duvels en kruipen doodmoe vroeg in bed. Met drie op één kamer, ik vrees voor een snurkconcert. Dan maar voor aller zekerheid de oordopjes gebruiken zeker! Slaapwel.
Afstand: 65km
Weer: Felle zon, warm en dorstig +/-25°C à 30°C bijna geen wind
Overnachting:Mas du Grand Peloux Route d’Arles CD35