12 Dag 12 Marigny-le-Cahouet – Tonnerre 21-06-2014
Dag 12 Marigny-le-Cahouet - Tonnerre 21-06-2014
Het overlopend water bij de sluis, net vóór onze slaapkamervenster, heeft mij al een tijdje wakker gemaakt. De zon piept door de schamele gordijnen. Het is wel nog wat vroeg maar toch hoor ik Antoine al rondlopen. Bij afwezigheid van onze 4° man Hugo moet hij noodgedwongen alleen slapen. De sanitaire ruimte bevindt zich op de benedenverdieping en de houten trap kraakt bij elke stap. Onze gastvrouw is echter al in volle actie, benieuwd hoe het met onze vriend Gerard gesteld is….
Grote verbazing om 8h30 zitten we samen met het gastgezin in het eetzaaltje. Er lijkt helemaal niets gebeurt de vorige avond. Onze gastheer ziet er zo fris als een hoentje uit. Hij is, na een telefonische oproep, in zijn nopjes. Er zijn een drietal plezierjachten op weg om te schutten aan zijn sluis 26. ’t Is altijd een belevenis, begint hij ons te vertellen….. Wat we soms te zien krijgen, ik kan er boeken over volschrijven. We moeten hem bijtreden en hebben ook ongelofelijke taferelen gezien 2 jaar terug bij de talrijke sluizen op Canal de Midi. Het is inderdaad zo, dat de huurders van een motorjacht soms voor de eerste maal varen. Ze krijgen meestal een kleine uitleg over het sturen en de motor. Maar de dekmaneuvers worden over het hoofd gezien. Het wordt dan voor velen een stressmoment bij de talrijke nauwe oude sluizen.
Zonnebaden op dek is de hoofdbezigheid maar een simpel lijntje gooien is al een absolute ramp. Als hun koord in het water belandt, zijn ze er zelfs vies van…..Soms komt de boot dwars te liggen en is veel geroep en gesakker, niet uitgesloten. Goede raad voor je gaat varen volg een korte cursus dekmatroos!
We hebben echter geen geluk, de jachten die de sluis aan onze B&B binnenvaren hebben ervaren schippers en bemanningen. Om 9h moeten we afscheid nemen van Dominique en Gerard Gougeat. Bedankt voor het meer dan plezante verblijf. Nooit vergeten we nog de amusante avond in “Chez d’Eau” aan l’Ecluse 26 op Canal de Bourgogne.
We blijven het zanderige oeverpad volgen tot Pouillenay. Niet te geloven, we tellen vanwaar we vetrokken zijn tot in Venarey-les-Laumes 10 km verder 18 sluizen. Het kanaal daalt bij elke sluis ongeveer 2,7m. Gerard zou wel eens kunnen gelijk hebben dat we vandaag ongeveer 75 sluizen voorbij zullen fietsen. Toch is er, in vergelijking met het Canal de Midi hier bijna niets te beleven. Waar we 2 jaar geleden voortduren moesten zwaaien naar voorbijvarende jachten, kunnen we ze nu op één hand tellen.
We hebben kunnen vaststellen, door verschillende keren te babbelen met de sluiswachters, dat het meestal vrouwen zijn die de sluizen bedienen. Alle sluizen worden nog handmatig bediend en hebben deuren met kleppen. De meeste schippers helpen bij het open- of dichtdraaien van die sluiskleppen.
De jachtverhuurders bij de haventjes zorgen er bijna altijd voor dat de trajecten in “accompagnement” dus in groep van 2 à 3 jachten samen varen. Het gebeurt dat de sluiswachter met een brommer op het jaagpad de boten volgt. Dit komt het meest voor bij een “Sluizentrap” waar de écluses dicht bij elkaar liggen.
Het valt erg op dat het fietspad dichtbij de dorpen veel beter is dan 2 à 3 km er voorbij. Zo hebben we bij Montbard een geasfalteerd pad dat overschakelt naar dolomiet. Eén kilometer verder moet je uitgesleten stroken in het gras opzoeken. Het stremt de snelheid en doet ons nog meer zweten wanneer we als crossers de putten en uitstekende stenen in ’t oog moeten houden. Maar goed dat Pol zijn achterwiel in orde is, ’t zou een ware ramp betekend hebben voor onze maat. We moeten aandachtig het paadje volgen waardoor we veel minder zicht hebben op de omgeving.
In Buffon, we hebben dan 30km op ons tellertje, doen we inkopen voor deze middag en bevoorraden ons met frisdrank en water. We blijven deftig doorduwen en om 13h zien we als bij toeval aan de overzijde van het kanaal op een hoger gelegen weg enkele zonneparasols en een terras. Grote dorst jaagt ons over een brug steil omhoog. Het is een hotel-restaurant, maar het terras is helemaal verlaten….
Wanneer ik binnen stap en de achter de toog staande patroon vraag om zijn terras te mogen gebruiken, is er geen enkel probleem…..Als we drank bestellen mogen we gerust onze picknick op zijn toch lege terras gebruiken. De man heeft blijkbaar geen goesting om eten klaar te maken, zo te zien.
Na enkele frisse biertjes, kan er best een ijsje bij na ons eten. Het is al meer dan 15h wanneer we “l’Ecluse 79” in Chassignette achter ons laten. Het is ons loom opnieuw in gang fietsen……Het kanaal maakt enkele grote bochten, soms hebben we zelfs wind in de rug, enkele minuten later is het opnieuw heel anders en moeten we veel harder trappen. Maar het is nu al de gehele tocht de wind tegen.
Het wordt zelfs vervelend traag vinden we. Achetereen en elk om beurt op de kop, hebben we minder belangstelling voor de natuur. Na enkele gehuchtjes vinden we in Tanlay bij een haventje met enkele bootjes een bar-kantine. We laten ons zweet drogen en bemachtigen tot onze grote verwondering een frisse Leffe.
Na 82 km moeten we het kanaal dat we nu bijna 2 dagen volgen verlaten. We rijden linksaf naar het centrum van Tonnerre. De gps zal ons wel op het ingestelde adres afleveren. We fietsen op een rijtje door het slordige centrum. Bij het gemeenteplein, waar er een kioske voor “La fête de la musique” staat stoppen we bij “Hotel Dieu” . Het is zoals in Beaune, maar dan minder mooi en verwaarloosd, een oud hospitaal met één grote vleugel als slaapzaal. Het Hotel Dieu valt op door het enorme groot dak, te vergelijken met “Abdij Ter Doest” in Lissewege!
Het is voortduren omhoog tot we door enkele éénrichtingsstraatjes moeten. Ik sta helemaal alleen aan de poort van onze chambres d’hôtes voor vandaag. Waar zijn Pol en Antoine gebleven? Na een poosje komen ze ook aan bij “La Ferme de la Fosse Dionne”. De ontvangst is wat lauwtjes. We kunnen onze fietsen wel in een afzonderlijke garage stallen.
De B&B gastheer laat onmiddellijk ons appartement betrekken. Alles is prachtig en heel net. We hebben zelfs elk een afzonderlijke kamer, een zitruimte en een heel grote badkamer. Wat een chique bedoening. Vanaf 20h kunnen we straks souperen krijgen we te horen van Bernard. De B&B ligt midden in het hart van de historische wijk van Tonnerre.
De oude boerderij is met veel respect en harmonie gerestaureerd en mag gezien worden. De ligging is buitengewoon aan de voet van een rots waarop de St-Pierre kerk staat. Aan de andere kant heb je de fameuse bron “Fosse de Dionne”. Een beetje misterieuse ondergrondse bron die hier aan de oppervlakte komt.
Na een korte was- en plaspauze, willen we vóór het souper zeker een bezoek brengen aan Tonnerre. Het wordt een beetje een teleurstelling. Het centrum kent heel wat leegstand en de handelszaken hebben een uitzicht van enkele decenia geleden. Spijtig dat men alles zo laat verloederen in dit historische centrum. Toch willen we tot bij het Hotel Dieu wandelen. Op een uitnodigend terras van een wijnhuis-hotel restaurant proeven we een frisse crémant.
Naast ons zit er een Hollands echtpaar van onze leeftijd. Ze ergeren zich net zoals wij aan het veel te luide afschuwelijke hardrock muziek vanop een kiosk. En zeggen dat er zo’n wondermooie “Chansons Francaises” bestaan. Nu staan er daar drie langharigen onverstaanbaar Engels te schreeuwen! We drinken onze glazen leeg en kunnen het lawaai,l zoals de meeste terraszitters niet meer aanhoren. We gaan in alle rust souperen bij onze B&B jongens Bernard en Gilles.
Op een ruime terras, goed uit de wind, genieten we van een traditioneel huismenu met snoek en boeuf bourguignon met aangepaste plaatselijke wijnen. Het is veel beter dan gisteren maar we missen de uitbundige ambiance van onze gastheer van Chez d’eau. Zo zie je maar eten moet een totaal pakket van genieten zijn…..We hebben hier zelfs nog de stem van de 2° B&B uitbater Gilles niet gehoord. Hij serveert ons zonder ook maar één lachje of simpel woord. Gelukkig komt Bernard vanuit de keuken na het eten iedereen nog eens begroeten. Na nog een flesje “vin de Torrennois” en een babbel met Nederlandse fietstoeristen, is het donker en willen we slapen. Gelukkig hebben we oordopjes bij want ’t wordt heel zeker een trio concert!
Afstand: 85km Totaal : 946km
Weer: Felle zon, warm +/-24°C
Wind 4 BF tegen
Chambre d’ d’Hôtes « la Ferme de la Fosse Dionne »
Ontbijtafspraak om 8h00 in de binnen-tuin, zo hebben we gisteren afgesproken. We zitten samen met een Amerikaanse dame aan de flink beladen tuintafel te genieten van alles wat Marie ons klaargezet heeft. Na een poosje komt de Amerikaanse echtgenoot bijzitten. Nors en zonder één woord sluipt hij na enkele minuten waggelend terug naar zijn kamer, onmiddellijk gevolgd door de dame.
Wat er gebeurt begrijpen we niet, blijkbaar zit er hier echt een haar in de boter. Yves kan ons vertellen dat de man een groot wijnliefhebber is en heel zeker veel te diep in ’t glas gekeken heeft, hij blijkt juist toegekomen te zijn…..Wat beleef je toch allemaal op een fietstocht!
Yves heeft goed nieuws voor Pol. Toen we hem, bij onze aankomst, over de moeilijkheden met zijn achterwiel vertelden, zou hij als fervent mountainbiker zijn fietsenmaker opbellen. Zojuist kreeg Yves bericht dat Pol om 9h zijn fiets mag binnenbrengen om te herstellen.
We worden door het gastgezin uitbundig uitgewuifd. Enkele honderden meters verder zijn we al bij de fietsenmaker. Het is net 9h wanneer we op het zelfde moment als de man, toekomen aan het magazijn. Wat een luxe, de kerel zal onmiddellijk het slechte wiel vervangen. Na 3/4h is de fiets weer tiptop in orde, onze maat zal opnieuw op volle kracht kunnen fietsen.
We rijden op gps door het stadscentrum en verlaten rond 10h de wijnhoofdstad richting Route des Grands Crus. Lang kunnen we deze route, welke de Côte d’Or dwarst niet volgen. Het gebied met de Grand Crus wijngaarden is niet zo breed.
Toch rijden we een paar kilometer op een stijgende weg richting Savigny, tussen de kleine lapjes wijngaarden omzoomd door muren. We kunnen als fietsers er juist boven kijken.
Het is traag klimmen. We zien achter de gestapelde stenenmuren bijna overal bedrijvigheid. Tussen de groene wijnstruiken staan er mensen de ranken bij te knippen of uit te dunnen! Op andere stukken zijn ze aan het sproeien en verstuiven. Zou het op deze zuidelijk gerichte klei- kalkhellingen zijn waar men de zeldzame, kostelijke Meursault en Gevrey-Chambertain wijndruiven cultiveert ?
Na Bouze-lès-Beaune is het helemaal gedaan met afgebakende wijngaarden. We zien grote vrij liggende wijngaarden afgewisseld met bossen en landbouw. Het is al puffend en slingerend omhoog. ’t Blijft maar duren al kilometers aan een stuk, terwijl de zon brandt en ons doet zweten als een das. We peddelen traag een eind naast de drukke autostrade A6 tot Bessey-en-Chaume. We zijn verwonderd, op een afstand van 13km zijn we 400m hoger op de top van de heuvelkam. De Col de Bessey-en-Chaume ligt op 600m en Beaune waar we vertrokken zijn op 200m . Vanaf deze top dalen we tot aan het Canal de Bourgogne in Pont d’Ouche.
Dorst en honger doet ons stoppen bij een plezierhaventje waar een kantine met een groot terras een drukke stopplaats blijkt te zijn. Het is middag, we zullen niet alleen een aperitief- maar tegelijk ook een middageetpauze houden.
Het Canal de Bourgogne is een heel populair kanaal bij buitenlanders die een boot huren om een tocht te maken door Bourgondië. Het kanaal is 240km lang en verbindt de Saône met de Seine. Het is gegraven om met kleine vrachtschepen graan en hout te vervoeren naar Parijs. De 190 sluizen zijn dan ook niet groter dan 35m op 5m en gebouwd voor de typische “péniches”.
Het is 13h wanneer we het vlakke gedeelte voor vandaag aanvatten. We moeten nog minstens 50km doen tot onze overnachtingsplaats. Opnieuw is het meer dan 25°C en de strakke wind hebben we voor de verandering op de neus. Na Crugey en La Rèpe komen we 10 sluizen verder in Chateauneuf. We zien op een helling een enorm Middeleeuwse kasteel liggen. 2km omhoog bij deze hitte, we zien het helemaal niet zitten, spijtig misschien!
Sluizen, sluizen en nog eens sluizen bijna elke kilometer één. Maar ’t is ook het enige wat we tegenkomen. Het platteland lijkt helemaal verlaten. Slechts af en toe een gehuchtje van enkele huisjes. Winkels of cafés zal je wel niet vinden. ’t Zal, voor de plaatselijke oudere bevolking, zich redden zijn met een rijdende winkel, vrezen we.
Het blijft bijzonder mooi en rustig fietsen op de trekweg. Na Vandeness-en-Auxois komen we in Pouilly-en-Auxois. We moeten een kronkel maken weg van het kanaal. Het is soms heel steil omhoog en iets verder opnieuw naar beneden. We zijn aan een “Scheepstunnel” of “Souterrain”. Dit is het hoogste punt, het kanaal moet door een berg
Eerst zien we een smalle aanloopzone van 5m breed, heel diep naast ons liggen. De tunnel zelf is 3,3km lang en heeft een doorvaarthoogte van slechts 3,1m. Het blijkt de 2°langste souterrain van Europa te zijn. De schippers moeten met inbegrip van de smalle aanloopzones, rekenen op 5,5km van inspannend perfect sturen. De doorvaart duurt meestal 2h.
Wij fietsen rustig op de tunnel over een wandelpad tot in het dorp. Hoog tijd voor een drankpauze op een zeldzaam terras. We moeten nog 25km verder en het is ondertussen 16h. Wanneer we aan het “Bassin de Auxois” een museumhangar voorbij moeten, houden we halt. Hier komen we alles teweet over de bouw en geschiedenis van het fameuze souterrain en de authentieke sleepboot.
We zijn het al een tijdje beu om de vele sluizen te tellen. Geen nood echter elke sluis heeft zijn nummer. In Pont Royal moeten we de hoofdweg D70 kruisen. Na de brug is er een grote zwaaikom met een jachthaventje. We twijfelen om nog een stop in te lassen. We zijn nu zo goed op dreef mannen….aan een strak tempo drammen we door tot aan onze bestemming voor vandaag.
Onze gastvrouw Dominique, die ons de sluis heeft zien oversteken, laat zich onmiddellijk gelden wanneer Antoine op haar terras rijdt. We weten direct wie hier de baas is! Onze vriend zal zich gedeisd moeten houden!
Vóór we onze kamers betrekken, wil onze gastvrouw, fier als een gieter ons een Leffe laten drinken. Speciaal voor Belgische fietsers beweert ze. En inderdaad ze heeft zich een minivaatje Leffe aangeschaft…..Allé santé jongens! Gerard, de heer des huize komt bijzitten. We vertellen dat onze vriend Antoine verzot is op Duvel. Dat heb ik ook beweert onze madam.
Na een poos komt ze melden dat ze geen Duvel meer vindt in de kelder. Kwaad kijkt ze haar man aan en verdenkt hem ervan alle Duvels te hebben opgedronken. Onze nieuwe vriend Gerard kan zijn lach helemaal niet onderdrukken…..Wat zullen we nog allemaal beleven, dat beloofd! Na onze drankpauze betrekken we onze kamers in de herschikte sluiswachter woning. De tijd lijkt toch enkele 10-tallen jaren te hebben stilgestaan. Maar allé de ambiance maakt veel goed. Dominique is zelfs bereid onze bezwete fietskledij te wassen. Gezien er in de omtrek helemaal niets te beleven valt, hebben we ook voor deze avond het souper besteld. Onze gastvrouw komt ons op het ondertussen al gezellige terras, melden dat het Coq au vin zal zijn….
We kunnen moeilijk anders dan instemmen! Ondertussen is Gerard onze gastheer, blijkbaar tot ergernis van zijn vrouw ons komen vervoegen op het terras. Hij moet echter op de keuken letten, maar heeft het duidelijk vergeten wanneer we aangebakken appels ruiken….Het zal coq au vin zonder appeltjes worden, vrezen we.
Het wordt frisser en windering op het terras. We worden uitgenodigd voor het souper in het eetzaaltje. Na een voorgerecht en de hoofdschotel, waarbij zoals gevreesd, de appels ontbreken, komt onze gastvrouw afscheid nemen. Zij moet naar de gemeenteraad, beweert ze. Gerard zal voor jullie zorgen deze avond.
Onze goedgeluimde gastheer komt ons onmiddellijk entertainen en weet geen raad met zijn grote vrijheid. Hij komt met een magnumfles Duvel uit de kelder. Ondertussen verklapt hij ons dat er nog veel lekker bier aanwezig is. Onze Antoine en Gerard zijn vanaf nu dikke vrienden. Ook al is het in het Frans, Gerard kan zich met veel mimiek en gebaren voor iedereen op onverklaarbare wijze duidelijk maken. We begrijpen al zijn moppen en weten dat hij als oud Air-France werknemer een wereldreiziger is. Hij heeft ook alle waterlopen en kanalen van zowel Holland, België als Frankrijk met zijn motorjacht bevaren. Finaal is hij hier aangespoeld. We moeten van al zijn drankjes proeven tot we uiteindelijk met een smoes onder de dekens geraken….Wat een belevenis en dit in Bourgondië. Slaapwel!
Een stralende zon maakt ons vroeger wakker dan voorzien. Met overmoed springen we uit bed en zijn vliegensvlug klaar om deze veelbelovende dag aan te vatten. Het is net iets te fris om ons ontbijt op het buitenterras te nemen. Onze joviale hotelbaas laat ons genieten van een overvloedig ontbijtbuffet met alles erop en eraan. Wat hebben ze in korte tijd veel veranderd aan hun ontbijtgewoonten in Frankrijk. Nog geen tien jaar geleden konden we met honger vertrekken na het petit déjeuner…
We beslissen toch nog eens door de historische- toeristische stad te fietsen. We moeten toegeven, Dôle mag fier zijn op zijn goed bewaard centrum met pittoreske plaatsjes en steegjes. Een echte aanrader eens een verblijf voor een weekend te nemen. We verlaten deze Jurastad aan de plezierhaven richting Saint-Ylie langs het Canal Rhône – Rhin.
Het is heerlijk fietsen op de goed verzorgde trekweg. Deze “Voie verte” is een deel van de Eurovéloroute 6 die van Nantes aan de Atlantique tot voorbij Boedapest naar de Zwarte zee loopt. Wij volgen dit stuk van de Jura langs het Rhône – Rijnkanaal en de Daubs naar de Bourgogne.
Op het vlakke gedeelte van onze tocht willen we onze normale snelheid halen. Toch moeten we net zoals de vorige dagen de vervelende tegenwind trotseren. Het wordt regelmatig stoppen, ons zweet afvegen en een drankpauze houden.
In Damparis zien we aan de overzijde de grote Belgische chemische Solvay-fabriek. In Saint-Symphorien bij de sluis waar het kanaal aansluit op de Saône stoppen we om een kunstwerk te bewonderen.
We blijven de Saône volgen tot voorbij Seurre waar de rivier een grote bocht maakt. Hier kunnen we over het water en rijden naar Poully-sur-Saône. Hoog tijd om onze aperitiefpauze te houden, maar meer dan een schamel winkeltje vinden we niet…..Omdat er niets anders opzit, kopen we brood kaas en tomaten en wat blikjes drank. Iets verder bij een dorpskiosk op een pleintje nemen we een wat karig middagmaal.
We moeten richting Beaune en verlaten definitief de Saône. Gedaan met de vlakke “Voie verte”. Langs een eenzaam baantje is het langzaam stijgen tot in het dorp Montmain. We vorderen niet meer zoals deze voormiddag en toch zien we dat er al 60km op ons tellertje staat.
We zijn in de Bourgogne beland en we hadden hier wijngaarden verwacht. Niets van, we moeten kilometers aan een stuk door bossen. Er is geen levende ziel te bespeuren tot we in Villy-le-Moutier eindelijk in een dorp belanden. Het zijn dorpjes met oude en slecht onderhouden huizen rond de kerk en aan de rand enkele stinkende boerderijen.
Van Ruffey-les-Beaune fietsen we op een plateau naar Vignoles en Chevignerots. Na Hameau-de-Challanges rijden we over de “Autoroute du Soleil A6” Beaune binnen.
We moeten de ring volgen om in de binnenstad te geraken. Grote dorst laat ons halthouden bij het eerste zonneterras. Zouden we in deze wijnstad, bier mogen bestellen ? De dienster lacht “Certainement” bevestigd ze ons, er wordt in mijn café bijna nooit wijn gedronken. We bestellen en krijgen elk een goed verzorgde frisse Leffe. Het is 16h, ik heb onze B&B madam beloofd vooraf te bellen om te weten wanneer we bij hen mogen toekomen. Vóór 18h kunnen jullie niet binnen antwoord Marie mij.
We beslissen dan maar het beroemde “Hospice de Beaune” van dichtbij te bekijken. We fietsen naar het “Musée de l’Hôtel Dieu” en stallen onze fietsen. Zoals echte toeristen nemen we onze tijd om dit heel bekende museum uitvoerig te bezoeken…..We krijgen elk een audiogids met Nederlandstalige uitleg. Het eerste wat we horen wanneer we het paleis der armen binnenstappen is: “De Hertog van Bourgondië heeft zich tijdens zijn bezoek aan Vlaanderen laten inspireren om dit ziekenhuis op te richten”. Moeten we nu als rasechte Vlamingen fier zijn? De gotische gevels van het Hotel-Dieu zijn een echt juweel van Middeleeuwse Bourgondische architectuur. De polychrome veelkleurige daken vormen het echte symbool voor Bourgogne en zijn typisch voor deze streek. De grote zaal vormt het hart van het Hotel-Dieu, het lijkt allemaal goed behouden! Al weet iedereen dat het gereconstrueerd is. Wanneer je binnenkomt zie je zo de onvergetelijke scènes uit de komische oorlogsfilm met Louis de Funès en Bourvil “La Grande Vandrouille”.
De kapel aan de achterzijde van de zaal is algemeen bekend door het beroemde schilderij van de Vlaamse primitief Rogier Van der Weyden. Er zijn echter ook heel interessante muurschilderijen te bewonderen.
Iets verder komen we in de hospitaal- keuken, met voor die tijd avant-garde apparatuur menen we. Mooi wanneer je ook de bijhorende geluiden kunt waarnemen, het doet iedereen glimlachen. Na de keuken wandelen we door de apotheek, wat ze toen allemaal gebruikten is onvoorstelbaar, hoe ze aan al die vormen van glazen bokalen gekomen zijn, het lijkt wel een laboratorium.
In de laatste zaal zien we hoe er wijn gemaakt, bewaard en geproefd moet worden.
Deze zaken krijgen van ons de meeste aandacht. De muren hangen vol tapijten afkomstig uit Doornik. Vóór we buiten geraken moeten we bij het afgeven van ons audiotoestel, onvermijdelijk door de wijnverkoopwinkel. De prijzen van Aloxe-Corton, Savigny, Pommard, Meursault, Chassagne-Montrachet en Santenay,doen ons duizelen. We moeten ons tussen een groep kakelende vrouwelijke Britse toeristen buitenwringen. Welke prullen deze dames zich toch allemaal laten aansmeren! …..Van porseleinen kopjes tot kussentjes en zelfs poppetjes, onvoorstelbaar!
Het is ruim 18h wanneer we door het gastgezin Visseyrias in hun B&B verwelkomt worden. Yves laat ons onmiddellijk het achteraan gelegen appartement betrekken. Grote verwondering twee afzonderlijke kamers een zitplaats, keuken en een heel ruime badkamer. Alles prefect en smaakvol ingericht. Toen we voor de inkomdeur stonden hadden we dit helemaal niet verwacht.
Marie en Yves geven ons informatie waar we dichtbij kunnen souperen.
Maar hun actief zoontje van 5 jaar, vraagt zoveel aandacht dat ze zich met veel excuses noodgedwongen moeten terugtrekken in hun woning.
Vlug vinden we op Place Madeleine dicht bij onze B&B het restaurant Le Belena. We bemachtigen een mooi plaatsje op het terras onder de bomen. We doen ons tegoed aan een menu Bourguignon en enkele flesjes Pinot St-Veran. We nemen ons voor om nog en ijsje in de binnenstad te snoepen.
Wandelend komen we in het centrum door smalle charmante straatjes. Beaune lijkt een stad vol verrassende bloemrijke binnenplaatsjes en soms ook smalle steegjes. Wanneer we aan de Notre Dame kerk komen, het is ondertussen donker, start er een lichtshow. We blijven het gevarieerd spektakel volgen vanop een terrasje. Na een poos wordt het tijd om onze bedjes op te zoeken, maar wanneer we het Belfort voorbij wandelen is ook daar een lichtspektakel bezig. Het is een historie met geprojecteerde katten. Blijkbaar heeft het te maken met de uitvinding van de film door de broeders Lumière…..
We vinden het heel spijtig dat we de lichtshow bij l’Hotel-Dieu niet gezien hebben, maar het wordt te laat. Dicht bij onze chambre d’hôtes komen we verrassend toch nog voorbij een muurschilderij met een afbeelding van de hoofdfiguren van “La Grande Vandrouille”.
Wat een mooie leerrijke dag hebben we eens te meer kunnen meemaken. Zo’n dagen zijn dan veel tekort vinden we. Later dan de vorige dagen kruipen we moe maar oh zo voldaan in onze bedjes. Misschien is het wel best de oordopjes te gebruiken!
We zouden nog uren kunnen blijven liggen…..Wat een rust, onze kamers zijn zo goed verduisterd dat we helemaal geen besef hebben dat het reeds 8h is. Gelukkig komt Antoine ons wekken. Het ochtendritueel verloopt traag, straks zijn we nog te laat op de afspraak voor het ontbijt . Anne-Marie trakteert ons op een meer dan uitgebreide maaltijd……
Ze weet dat buitenlandse fietsers flinke eters zijn. We geraken hier nooit weg het is bijna 10h eer we eindelijk de fietsen beladen en met veel spijt afscheid nemen van het sympathieke gastpaar Knapp en hun meer dan gekke hondje Scarlett. Ze blijven ons nog lang uitwuiven…..
Het is frisser met minder zon dan de vorige dagen, maar lang duurt het niet. Wanneer we door Pont-de-Poitte rijden is de zon er opnieuw en moeten we er ons lichter opkleden. We verlaten definitief de Lac de Vouglans en de l’Ain streek. Van Mesnois moeten we een steile klim nemen naar Blye. We vorderen op dit smalle bospad niet en moeten op een bepaald moment achter wandelende koeien blijven tot bij een boerderij.
Van Bley tot Chatillon blijft het klimmen, we moeten zelfs over de Col de la Perecée naar Meribel. Na het zwoegwerk is er voorbij Meribel gelukkig een mooie afdaling. Over een afstand van 5km dalen we van 600m naar 250m door bosjes en weiden tot aan de “Cirque de Ladoye”. We stoppen op een parking en bewonderen het diepe uitgeslepen groene trechterdal. Waarom ze dit verschijnsel een cirque noemen blijft ons onduidelijk.
We blijven een tijdje rustig doorpeddelen op een plateau om dan af te dalen naar Poligny. Het is bijna middag wanneer we het stadje binnenrijden. Net wanneer we bij een soort duiventoren afbuigen, komen er een paar trekkers puffend en zuchtend een beetje rood aanlopend op ons af. Het is een koppel Kempenaars op weg naar de Middellandse zee. Ze zijn duidelijk veel te zwaar beladen, nochtans hebben ze heel degelijke Koga trekkersfietsen.
Na een korte babbel wil de vrouw vlug vertrekken. Het paar moet straks nog een camping zoeken om te overnachten. Wij kunnen hen als niet kampeerders helemaal niet helpen. In Poligny is het drukker dan we gedacht hadden. Het is de hoofdplaats van de Comté-Jura en er zijn heel wat kaas- en wijnwinkels. Na onze aperitiefpauze doen we, na onze minder goede ervaring van gisteren, inkopen voor onze middagpicknick.
Wanneer we de landkaart raadplegen zien we dat er vanuit Poligny een directe weg naar onze overnachtingsplaats loopt. We beslissen de kortste weg te nemen het zou ons om en bij de 20km winst moeten opleveren…..We volgen de kaarsrechte D905 naar Aumont. Na een 5-tal kilometer beklagen we het ons al, er is druk- en storend zwaar verkeer. Verschillende keren moeten we op de pechstrook door een niet aantrekkelijk landbouw gebied rijden. Toch blijven we koppig, na onze middag eetpauze op een afgelegen parkingplaats, aan grote snelheid doorstormen richting Dôle.
Tot onze verwondering staan we na slechts 78km op de brug over Le Doubs in Dôle. We kennen deze Jura stad helemaal niet en zijn verwonderd over de mooie aanblik van de hoofdstad van de France-Comté. Het zicht op de collégiale Notre Dame en de Hôtel-Dieu zijn prachtig.
We rijden verder langs het Canal de Rhône au Rhin met een drukke pleziervaarthaven tot in de verrassende en zelfs sprookjesachtig aandoende binnenstad. Toch willen we eerst naar ons gereserveerd hotel fietsen en ons verfrissen vóór we de stad beter willen leren kennen.
Vol verwachting fietsen we na onze korte was- en plaspauze van het hotel terug naar het centrum. Op de Place de la République vinden we een schaduwrijk terras en kunnen we onze grote dorst zelfs met een frisse Duvel lessen. In het toeristisch bureau krijgen we de raad het met bronzen ronde grondnagels uitgestippelde “Circuit du Chat Perché” te volgen..
We voelen ons bijna in Brugge, overal zijn er pittoreske wandelstraatjes langs en bij kanaaltjes. Op een bepaald moment komen we in de leerlooierswijk bij het geboortehuis van Louis Pasteur. Deze grote Franse scheikundige en bioloog bekend voor zijn pasteurisatietechniek en ontdekking van het vaccin tegen hondsdolheid. Het is nog veel te vroeg om te souperen, toch vinden we, onder de treurwilgen dicht bij het kabbelend water van een oude watermolen, een terras waar we rustig kunnen aperitieven terwijl we kleine hapjes proeven.
Op het circuit vinden we een kleine restaurant “L’atelier de Louis”. We vleien ons op het terrasje, de patron komt ons zijn menu presenteren. Veel keuze is er niet maar de man verzekert ons een lekkere maaltijd. We moeten spijtig genoeg binnen souperen. Er steekt plots een sterke wind op met iets later een onweersbui met hevige regen. Gelukkig terwijl we genieten van een prachtig souper. De baas heeft woord gehouden. We proeven een variatie van tomaten en als hoofdgerecht “Poulet de Bresse”. We maken onze eetavond compleet met een coupe ijs. Het wordt heel laat, het is zelfs al donker eer we met ietsjes teveel wijn naar ons hotel terugfietsen; Tot onze verwondering is er al niets meer te merken van het onweer, de wegen zijn al terug opgedroogd.
Moe en wat overeten kruipen we vlug onder de lakens…..Zelfs zonder oordopjes vatten we bijna onmiddellijk onze slaap…..Jura wijn doet wonderen!
Om 8h30 zitten we al in de kleine eetzaal van het hotel. Ook hier heeft de gastheer voor een uitgebreid ontbijtbuffet gezorgd. Ik weet dat er vandaag een prachtige rit op het programma staat. Met veel enthousiasme tracht ik mijn vrienden op te peppen. Door dat het hoogteprofiel moeilijke kilometers aangeeft, wil ik vlug vertrekken. We volgen een ganse dag de rivier l’Ain en dit wordt de allermooiste rit van onze tocht, de Gorges de l’Ain.
Het zal genieten worden. Nadat we onze fietsen hebben beladen, moeten we ons degelijk insmeren. De zon brandt heel fel en ’t is warm. Voor we de agglomeratie verlaten kopen we voldoende water. Gelukkig maar blijkt het later.
Vanaf het hotel is het gestaag lichtjes bergop. We moeten voorlopig op een rijtje mooi achter elkaar rijden. Toch voelen we dat het verkeer mindert. Na de dorpjes Oussiat en Thol moeten we in Neuville-sur-Ain over de rivier richting Poncin. Wat een prachtig zicht op de snelstromende rivier. We kunnen er niet voorbij zonder foto’s te nemen.
Vanaf Poncin rijden we op een smalle weg geklemd tussen de rivieroever en een met groen begroeide rotsmuur. De Ain stroomt hier in een soort trechter met torenhoge kalkstenenwanden. Prachtig landschap en rustig peddelen we richting Merpuis.
We vorderen goed, wat een geluk dat we regelmatig in de schaduw kunnen rijden. De zon brandt, bij Bolozon-Gare moeten we een bocht maken om onder de spoorwegviaduct te geraken. Ook al is het nog ietsjes tevroeg. We kunnen niet voorbij een wat slordig maar toch uitnodigend terrasje. De patroon heeft duidelijk op dit uur niemand verwacht met grote dorst. Hij heeft nog geen fris bier in zijn ijskast…..Een beetje ongewoon voor ons doen, drinken we dan maar een pastis met heel veel ijs. Tot onze grote verwondering zien we plots de TGV voorbij razen…..
De weg meandert mee met onze vertrouwde rivier. De route door de Gorges de l’Ain is adembenemend mooi. Enkel voor deze dagrit zou je de Groene Wegen doen, menen we alle drie. De bermen en oevers staan vol prachtige bomen en begroeiing, wat een kleurenpallet, wat een natuur. Wij vinden dit de mooiste rivier van heel Frankrijk, spijtig of misschien niet, ongekend bij het grote publiek.
Het is nog maar 11h45 als we in Thoirette over de rivier rijden. Hoog tijd voor enkele prachtfoto’s. Pol en Bob stoppen maar Antoine heeft niets gemerkt en duikt de helling af richting Condes……We weten van op onze vorige tocht door dit gebied dat bevoorrading en eetplaatsen uiterst zeldzaam zijn. Best hadden we hier in de Aubergue naast de brug een rust een eetpauze gehouden…..Antoine heeft er anders over beslist en we kunnen hem slechts bij de Lac de Coiselet bijbenen.
Het kunstmatig meer van Coiselet wordt gevormd door de samenloop van de rivier de Bienne in de Ain. We zijn in de Jura beland. Er doen zich soms overstromingen voor, zo hebben we hier bij een stopplaats, waterhoogte merkpunten en alarmsystemen kunnen waarnemen. Graag hadden we hierover meer willen te weten komen, maar er is geen levende ziel te bespeuren.
Bij een trosje opgesloten, vermoedelijk vakantiewoningen, houden we dan maar een rustpauze op een van de zonne- terrassen van een villa. Ondertussen fietst Antoine tot bij de oever van het meer en volgt aanwijzingen naar een Camping. Wanneer hij terug komt moet hij ons met spijt melden dat het terrein er verlaten bij ligt. We krijgen honger…maar er is niets.
Iets voorbij Condes stuurt een wegeniswerker ons richting Menouille. Hij beweert dat we daar wel een eethuis zullen vinden. We wagen het erop en vliegen in volle vaart naar het dorp. Net voor het mini dorpje zien we een restaurantterras. Honger doet ons onmiddellijk halt houden aan Auberge du Barrage. We gaan enthousiast binnen….Grote teleurstelling wanneer de patroon ons meldt dat hij zijn keuken juist gesloten heeft. Hij heeft helemaal geen zin om nog iets voor ons klaar te maken. Na lang palaveren en aandringen, kan ik hem toch overhalen lasagne voor ons klaar te maken. We trakteren hem en onszelf op enkele flessen Jura wijn. Wanneer je honger hebt smaakt alles, wordt er gezegd. Het is inderdaad zo, we smullen de met veel te veel saus overgoten lasagne zonder morren op……
We moeten een inspanning leveren om na deze eetpauze opnieuw in actie te komen. Het is gestaagd stijgen tot aan de Barrage de Vouglans. We kunnen er zonder meer niet voorbij en houden vol bewondering bij dit enorme kunstwerk een fotopauze.
De betonnen constructie met een hoogte van 100m is indrukwekkend. Als bouwkundige wil ik er alles van weten. Gelukkig is er een groot bord waar alles heel goed wordt uitgelegd. Zo weet ik nu dat er aan de dam 5 jaar gewerkt werd tot in 1968. Het is de 3° grootste dam van Frankrijk. Het enorm kunstmatig meer achter de stuw is 35km lang en ongeveer 450m breed. De elektriciteitscentrale zorgt niet alleen voor groene stroom maar ook voor wel erg storende hoogspannings- masten en kabels in deze prachtige vallei.
Het is snikheet wanneer we na de kronkelweg Cernon bereiken. We volgen een gelijkmatige afdaling langs het meer tot Onoz en door een groene omgeving naar La Tour de Meix. Bij de grote baan hebben we prijs, grote dorst doet ons gelijktijdig stoppen bij een terras. Toch moeten we erg aandringen bij de cafébaas eer we een fris biertje kunnen bemachtigen……Op dit uur is mijn café dicht, krijgen we te horen. De man staat op punt om zijn zaak te verlaten. Terwijl we op het terras ons drankje en wat rust nemen, komt de patron afreken sluit alles af en vertrekt.
We hebben 75km op ons tellertje staan, het voortdurend op en af en de warmte hebben ons afgemat. Gelukkig zijn we niet zo heel ver meer van onze overnachtingsplaats. Toch moeten we nog een vervelende helling nemen en komen via St-Christophe in Marsonnay. De gps laat mij plots weten dat we ons eindpunt voor vandaag bereikt hebben. We moeten niet aanbellen, ons gastgezin heeft ons blijkbaar zien aankomen en laat ons onmiddellijk onze fietsen in de berging stallen. Na een deugddoend welkomstdrankje krijgen we van Yves en Anne-Marie, twee uitzonderlijk mooi ingerichte kamers met alles erop en eraan ter beschikking. Zelfs onze bezwete fietskledij mogen we onmiddellijk afgeven en laten wassen…….Wat een luxe, na deze zware en winderige rit!
Het gastgezin weet duidelijk hoe ze met fietsers moeten omgaan. Ze krijgen in de zomermaanden dagelijks trekkers in hun chambre d’hôtes die je moet voorbij rijden als je de Groene Weg naar de Middellandse zee volgt. Gezien er hier in de omtrek geen eetmogelijkheden zijn bieden ze ook, met algemeen succes een table d’hôtes aan…..We genieten lui, van een fris Jura-wijntje op het terras in de tuin met zicht op het groenblauwe meer de Vouglans. Ondertussen zijn Anne-Marie en Yves druk bezig met ons avondmaal. Samen met het gastgezin genieten we van een uitgebreid en erg lekker avondmaal heel ruim overgoten met vele flessen lekkere Jura wijn. Het wordt nog een lange praatavond waarbij we heel wat teweet komen over de ons eerder onbekende Jurastreek. Het gastgezin weet heel goed om te springen met voor hen toch eenmalige gasten. Net voor we onze bedjes willen opzoeken horen we dat de Belgische voetbalploeg hun 1° Wereldbeker match zou gewonnen hebben…..Antoine krijgt toelating om morgen zijn rodeduivels fietspet aan te doen! Slaapwel vrienden.
07 Dag 7 St-Jean de Bournay – Pont d’Ain 16-06-2014
Dag 7 St-Jean de Bournay – Pont d’Ain 16-06-2014
Het grootste voordeel van een verlaten dorp is wel de stilte. We zijn alle drie heel tevreden met die rust. Om 8h kunnen we een na een van het sanitair gebruik maken. Een half uur later zitten we in de eetruimte van het café. Buiten onze verwachting krijgen we een verzorgd ontbijt met lekker brood en vers beleg, kaas en uitstekende expresso-koffie. Af en toe wordt de dienster gestoord bij het lezen van haar krant. Ze doet vervelend wanneer er een haastige klant sigaretten komt ophalen. Meer dan een bon appétit knikje, kan er niet vanaf, terwijl ze bijna allemaal een stinkende sigaret opsteken. Het hotel is, zoals we in deze streek, zeven jaar geleden, ook nog meegemaakt hebben, ook een kleine buurt- post- en krantenwinkel.
Het is minder warm maar zonnig als we onze stalen paarden beladen. Madam is duidelijk opgelucht wanneer we het café definitief verlaten. We klimmen uit het dorp richting Combe-de-Pommier. In Artas zijn we opnieuw op de vertrouwde Groene weg. We voelen ons duidelijk goed uitgerust. Niettegenstaande het vals plat en de tegenwind is onze snelheid hoger dan de vorige dagen. Rond de kerk van Aillat draaien we richting Four, St-Alban-de-Roche naar Vaulx-Milieu.
24-06-2007
Wanneer we aan een fontein komen herken ik het dorp waar we op onze vorige tocht iets niet alledaags beleefd hebben. “Een oud vrouwtje heeft ons 7 jaar geleden uitgenodigd om op haar terrasje onder de lindebomen onze picknick te nemen. Samen met haar hebben we enkele flessen van haar wijn gedronken. Het optimistisch dametje, een echt spraakwaterval, is ons altijd bijgebleven en blijven beroeren. “
Ik stop bij de dorpsbazaar en rij recht naar het huisje van het dametje. Het wordt echter geen blij weerzien! De woning is afgesloten en alles ligt er slordig bij. Nieuwsgierig stap ik de winkel binnen. Grote verwondering bij de kassamadam, wanneer ik naar haar buurvrouw vraag. Zij kan mij vertellen dat het vrouwtje zo’n twee jaar geleden opgenomen is in een verzorging instelling. Het huis wordt af en toe in de weekends bezocht door haar zoon en kleindochter. Gerustgesteld kunnen we verder…….
We rijden over een spoorweg met ernaast de autostrade A43 richting Frontonas. Nu verlaten we echt het zuiden en de Dauphiné en komen in de streek van de Ain, een bijrivier van de Rhône. Het blijft een tijdje relatief vlak bij Frontonas tot voorbij Le Bergeron-les-Quatre-Vies. Soms liggen de mini dorpjes ver uiteen in deze landbouwstreek. In de uitgestrekte hooivelden is er hier en daar bedrijvigheid en worden er grote hooibalen gestapeld.
We hebben 40km op ons tellertje staan wanneer we langs de Rhône Loyettes binnen rijden. Op het marktplein is het hoog tijd om ons aperitiefje te nemen.
’t Wordt, hoe kan het ook anders, een ferme pint, dat was dorst hebben zeg! Voor we vertrekken doen we onze picknickinkoop in de Spar op het marktplein. Iets verder vinden we een rustplaats bij de Rhôneoever……’t Wordt een lange eet- en rustpauze, waarbij Pol zelfs tijd heeft om mooi in het zonnetje zijn middagdutje te doen.
Als we ons eindpunt voor vandaag willen halen moeten we opkrassen vrienden. De tegenwind zijn we al lang gewoon. Ook de eerder flauwe hellingen kunnen ons niets maken. Blijgezind rijden we in een trosje door Les Gaboureaux en Blyes. De rivier l’Ain blijft links van ons kronkelen. In Chazey-sur-Ain houden we een drinkstop op het dorpsplein aan de rivier.
Na enkele kleine dorpjes zoals Leyment, Cormoz en Priay arriveren we in Pont d’Ain. De iets grotere agglomeratie is een zeer druk knooppunt van hoofdwegen. De autostrades A40 en A 42 hebben hier een enorme verkeerswisselaar. Maar er is ook een kruispunt van N- nationale wegen van Bourg-en-Bresse richting Zwitserland.
En net aan dit kruispunt vinden we het Hotel des Allies. We stappen niets vermoedend het café binnen. Er heerst een ongewone en opgewonden drukte, zelf de patron wordt niet graag gestoord. Iedereen kijkt alsof ze gebiologeerd zijn, naar een groot TV scherm. Ik hoor dat er deze avond een Wereldbekervoetbalmatch is met “Les Bleus” Nu weet ik ook dat hun voetbalelftal zo genoemd wordt in Frankrijk.
Wanneer ik duidelijk maak dat voetbal mij helemaal niet interesseert en ik naar het hotel zoek, wordt ik nors naar de naastgelegen ingang verwezen. Wat een toestand zeg!!!Maar ook de receptie ligt er verlaten bij, na enkele minuten echter komt de patron toch te voorschijn, blijkbaar was hij ook TV aan ’t kijken.
We kunnen onze fietsen in de garage bergen. We krijgen een zeer ruime familiekamer. Na ons was en plasritueel en een luie rustpauze krijgen we zin in een wandeling. Het zal hier een triestige bedoening worden, het is maandag, alle restaurants nemen blijkbaar hun vrije dag.
Toch vinden we 300m verder een verlaten Italiaanse Pizzarestaurant “La Casa” open. De gezellige uitbater, duidelijk van Italiaanse afkomst ontvangt ons als koningen. We krijgen met veel sier een rustig plaatsje op zijn al in de schaduw liggend terras. Hij presenteert ons onmiddellijk een fris aperitiefwijntje en is bereid voor ons een speciale pizza klaar te maken. We laten hem zijn zin doen. Ondertussen genieten we van enkele flessen frisse wijn en nadien van de wel uitzonderlijk lekkere pizza. Onze Italiaan komt ons nog wat entertainen en na een ijstoetje sloffen we terug naar ons hotel. Hopelijk krijgen we geen last van de luidruchtige voetbalfanaten…. Moe en voldaan zitten we alweer vroeg onder de lakens. De oordopjes doen wonderen……
06 Dag 6 Romans-sur-Isère – St-Jean de Bournay 15-06-2014
Dag 6 Romans-sur-Isère - St-Jean de Bournay 15-06-2014
Zoals vroeger is het niet meer, “Petit Déjeuner” is tegenwoordig bijna altijd buffet. Weer hebben we geluk, ook al is de buffetkeuze niet zo groot…… Bij het ontbijt, kunnen we het TV nieuws volgen, enkel het weerbericht interesseert ons. We horen opnieuw dat de noorderwind in de loop van de dag dreigt aan te wakkeren tot 6BF. Een domper op ons optimisme. We overlopen onze reisweg en beslissen om zoveel mogelijk de Groene Wegen te blijven volgen. Er is een directere weg mogelijk maar we vrezen voor druk verkeer en minder mooie natuur. Opkrassen, insmeren, afrekenen en wegwezen……
De gps is ingesteld en doet ons veilig de nog rustige tweelingstad verlaten richting St-Donat-sur-Herbasse. Het is klimmen op een rijtje door het groen langs een klein riviertje tot een oude dorpje. Eenmaal voorbij het wel fraaie kerkje volgt er een wat steilere klim à 6%. Zwetend komen we in Bathernay. We blijven klimmen door een bos voorbij de Mont Froid tot Tersanne. De inspanningen doen ons de feller wordende tegenwind vergeten, we vorderen als slakken en moeten meer dan eens een rustpauze nemen.
De afdaling naar Hauterives doet deugd. Hoog tijd om onze aperitiefpauze te houden. Wanneer we over het riviertje Galaure het dorp binnenrijden horen we fanfaremuziek…..We willen weten wat hier gaande is en vleien ons op het zonnige terras van “Halte du facteur”. De patroon legt ons uit dat het hier elke zondag feest is.
Van heinde en verre komen er bezoekers naar het dorp om het “Palais Ideal” van postbode Cheval te bezoeken. Deze plaatselijke facteur, bouwde 33 jaar lang aan deze grillige constructies met stenen welke hij vond op de heuvelpaden gedurende zijn dagelijkse postronde.
We zijn benieuwd en nemen een kijkje, niets om zoveel tralala over te verkopen. Met veel moeite ontwaren we een kasteel, een soort moskee en een tempel met enkele hoofden erop. Het is een mengeling van stenen met ertussen gegooide mortel een echte architectonische kakofonie.
Het is 12h wanneer we het eigenaardige dorp met zijn fantasierijke facteur verlaten richting Le Grand-Serre. Na een korte klim en bochtenwerk tussen het groen, belanden we in Thordure en iets later in Marcilloles. In dit dorp vinden we een zonnig terras, hoog tijd om terug op onze positieven te komen.
Tot onze grote verwondering schenken ze Affligem. Nadat onze dorst gelest is, willen we ook onze honger stillen. De patron stelt ons voor een pizza te maken. Na een tijdje brengt hij, voor elk een reuze grote pizza met allerlei vlees en beleg.
We blijven veel te lang treuzelen. Na ons te ruime middagmaal vertrekken we voor onze laatste 30km. De wind is niet zo hard als voorspeld, maar de opeenvolging van hellingen doen hun sloopwerk. We vorderen niet zo best. We vinden het echter niet erg en genieten volop van de natuur. Na Penol belanden we in Faramans en iets verder klimmen we naar Arzay.
Na dit dorp van tweemaal niets moeten we weg van onze vertrouwde Groene Route. We rijden op de gps richting onze overnachtingsplaats St-Jean de Bournay. Door een bosrijk gebied is het klimwerk niet van de poes. Gelukkig kunnen we af en toe in de schaduw mooi op een rijtje Antoine volgen. Onze allerbeste klimmer waagt het niet om ons uit de wielen te rijden. We moeten op mijn fietsgps vertrouwen door dit onbewoond gebied. We zijn blij wanneer we in de verte het dorp zien liggen. Zalig zo’n lange afdaling, zonder te trappen, die ons tot op het pleintje aan ons hotel brengt.
Voor we onze kamer betrekken maken we gebruik van het hotelterras om onze dorst te lessen. De dienster is op de hoogte van onze komst, we krijgen de kamersleutel en moeten naar de 2° verdieping. De patroon waarmee ik enkele weken geleden een afspraak maakte is afwezig….We merken dat alles hier wat in het honderd loopt. Wanneer we op de kamer komen achten we ons gelukkig dat we hier maar één nacht blijven. Het hotel is vergane glorie en onze kamer is beneden alles….We herschikken de bedden en doen een wasje en een plasje. Onze kledij kunnen we op de naastgelegen snikhete zolderkamer onder de pannen te drogen hangen. Na een rustpauze willen we het dorp bezoeken. Het wordt een lange wandeling door slordige verlaten straten. We beseffen dat dit dorp met uitsterven bedreigd is. Hier en daar ontwaren we leegstaande en vervallen huizen….En ouderen die ons vragend wantrouwig nakijken. Waar zijn we nu in godsnaam beland?
Gelukkig kunnen we in het hotel aan een avondmaal geraken. Enkel de pastis en de wijn zijn van goede kwaliteit. We blijven uit verveling nog een flesje nippen terwijl we tv kijken in de verlaten gelagzaal. Wat een triestige bedoening. We zijn moe en vroeger dan gewoonlijk kruipen we in onze bedjes. Enkele minuten later is het muisstil. Slaapwel jongens.
05 Dag 5 La Bégude de Mazenc – Romans-s-Isère 14-06-2014
Dag 5 La Bégude de Mazenc - Romans-sur-Isère
14-06-2014
Wanneer we om 8h00 in de veranda aanschuiven om te eten, zitten de andere gasten al op ons te wachten. Madame Agnes en haar man hebben het druk. Het wordt iets minder warm, zegt ze, maar de mistral blijft zeker de hele dag. En……de Franse spoorwegen zijn in staking, zegt ze wat verlegen. Wanneer ik haar vertel dat het bij ons met de NMBS niet veel beter loopt, is ze gerustgesteld. Toch blijven er enkele tafelgenoten bekommerd.
Ze willen onze reisweg kennen. Er komt zelfs een kaart op tafel tussen de kopjes en borden. Vlug blijkt dat onze uitgestippelde weg via de “Groene Wegen” de meest aangewezen fietsweg voor ons blijft. Het was ons al lang duidelijk dat geen van de gasten ook maar enig benul van langeafstand fietsen heeft. Zoals de meeste Fransen vinden ze het gek, wanneer je een auto thuis laat en per fiets op reis durft te gaan….nochtans het zijn niet enkel de Fransen die dat denken. Mijn tafelbuur, een niet te stuiten spraakwaterval, wil mij absoluut uitleggen hoe de “Mistral” gevormd wordt. Ik wil het wel weten maar moet hem aanmanen geen moeilijke woorden te gebruiken. Ik zal het proberen zegt hij mij, op schoolmeester toon.
De Mistral is een bijzonder krachtige noord-noordwestenwind, die windkracht 9, maar soms ook meer dan 11BF kan bereiken in het Rhônedal. De koude lucht wordt tussen de bergwanden in het nauwe dal van de stroom geperst. De wind waait van noord naar zuiden naar de veel warmere Golf van Genua. Overdag is de wind meestal sterker dan ‘s nachts, omdat de temperatuurverschillen tussen de Rhône-vallei en de Middellandse Zee onder invloed van de zon dan het grootst zijn. De Romeinen noemden deze wind Magistralis wat wil zeggen meesterlijk! Tijdens de Mistral is het in het Rhône-dal meestal onbewolkt. Hij is ook kurkdroog en kouder, dus lekker in de zomerse hitte, maar een ramp in de winter… Hij is zeer hinderlijk en ook echt gevaarlijk. Er is weinig bestand tegen 24 uur zonder pauze van harde rukwind. Er gebeuren heel veel ongelukken en er is na een Mistral meestal heel wat herstelwerk, vult onze gastheer aan.
Afrekenen en een foto, met teveel vertraging worden we uitgewuifd door de andere gasten. Voor de tweede maal op 7 jaar, verlaten we “La Piverdière” of de groene specht zoals het bij ons zou heten, maar nu in de andere richting. ’t Zal een zware dobber worden…..We moeten al onmiddellijk naar Salettes en iets verder naar Pont-de-Barret over een afstand van 9km meer dan 150m stijgen. Het uitzicht is fenomenaal, wat een prachtige rotspartij zeg. De natuur maakt veel goed. Met al die windellende kunnen we toch nog genieten.
Na Soyans rijden we door een bosrijk gebied richting Saou. Het klimwerk doet ons de mistral vergeten, je kan er niet blijven over zeuren, menen we. Op een rijtje moeten we naar Le Pertuis en met een reeks bochten sleuren we ons over de Col de Paturel. Gelukkig is er een lange afdaling van om en bij de 7km. Na Pas de Lauzens zijn we in Aouste en moeten de Drôme kruisen.
We blijven nu vlak langs de rivier tot we in Crest na 34km een rustpauze houden. Hoog tijd om inkopen te doen en ons te bevoorraden van drank en eten voor de middagpicknick. Nu we de Drôme vallei verlaten laten we ook het mediterrane achter ons. Ze trachten hier toch iets te ondernemen voor fietsers. Regelmatig zien we plaatjes met “Drôme à Vélo”.
Enkele kilometers voorbij de stad verlaten we de grote baan en volgen een landweg en komen voorbij grote waterbassins. Het gaat gelukkig maar, rustiger omhoog net iets meer dan vals plat tot Vaunaveys-la-Rochette. Na het dorp waar alles dood en verlaten is, vinden we midden de natuur een grasplein met rustbanken. Hoog tijd om te middagmalen. Gelukkig staan er wat bomen, ze bezorgen ons schaduw en maken dat de wind gebroken wordt. Het is 14h wanneer we stram van de lange rustpauze ons opnieuw in gang moeten trekken.
Nog 30km jongens en we zijn op onze bestemming. Hoe kalm kan het zijn we rijden zonder enig verkeer van dorp naar dorp. In Chambeuil wordt het iets drukker. We laten ons verleiden wanneer we een wegwijzer zien waarop het maar 12km is tot Romans-sur-Isère. Langs de wat drukkere D538 mooi achter elkaar zijn we na minder dan één uur in Bourg-de-Péage. Over de Isère moeten we de gps volgen.
Het is echter geen sinecure om door de dubbele-stad te geraken. Er zijn heel wat eenrichting- straatjes waar je als fietser ja of neen door mag, we weten het niet. Plots ben ik alleen wanneer ik bij ons hotel aankom. Enkele minuten later komen Pol en Antoine aangereden. Bij het kruisen van een dubbele baan hadden zij moeten halt houden. Doch hadden mij voortdurend blijven zien.
Vroeger dan gedacht en met een 8-tal kilometer minder dan voorzien stappen we het hotel binnen. We krijgen onmiddellijk een 3 persoonskamer met elk een afzonderlijk bed ter beschikking. We kunnen onze fietsen in een achterliggende bergplaats stallen. Na onze was en plasbeurt houden we een rustpauze.
Het was een veel eisende dag. Het steeds op en af en de mistral hebben ons afgemat. Het wordt meer dan één uur platte rust! 19h hoog tijd om de stad te verkennen. Veel valt er echter niet te zien. We wandelen naar de rivier die de stad in twee snijdt. Blijkbaar moest vroeger betaald worden voor de oversteek van de Isère, vandaar dat de naam Bourg-de-Péage.
Op het plein bij de toren vinden we uit de wind een terras, na enkele Ricards laten we ons een souper met plaatselijke specialiteiten aansmeren. Veel zaaks is het niet maar honger zullen we niet hebben….Na nog wat extra wijn strompelen we moe naar onze overnachtingsplaats. Lang zullen we niet wakker liggen……Slaapwel.