De geschiedenis van de ontwikkeling van de Tu-144 is zeer turbulent. In 1963 werd de bejaarde Andrej Tupolev door het Soviet-Ministerie van Luchtvaartindustrie de opdracht gegeven om een supersoon verkeersvliegtuig te bouwen. Het Politbureau wilde het toestel reeds in 1966 de lucht in. Er rustte zo een enorme druk op de zoon van Andrej Tupolev, Alexei, verantwoordelijke van dit project. Het eerste schaalmodel van de Tu-144 - de 65000 - werd in 1965 tijdens het luchtvaartsalon op Le Bourget getoond. Een ontwerpgroep van 1000 specialisten werd samengesteld en een Mig 21 werd met een speciale vleugel uitgerust om de vliegeigenschappen van de Tu-144 na te bootsen. Deze Mig zou later ook de eerste vlucht van de Tu-144 begeleiden.
een Tu-144 in het Russisch Air Force museum in Monino foto:Richard Seaman
De Tu-144 brak voor het eerst door de geluidsbarrière op 5 juni 1969 (Concorde: 1 oktober 1969). De struktuur van de romp was niet circulair, maar onderaan meer afgeplat om een betere aansluiting te krijgen met de deltavleugel, iets wat niet het geval was bij de europese tegenhanger. Net zoals de NASA Space Shuttle is de vleugel van het dubbel delta ontwerp. Een eerste delta dicht bij de het rompvoorstuk zorgt voor bijkomende draagkracht door wervels te vormen die dan aerodynamische kinetische energie stoppen in de stroming over de tweede delta. De tweede delta vangt dus de wervels op die de energie van de plaatselijke grenslaagstroming versterken en zo toelaten dat de Tu-144 bij hogere aanvalshoek en lagere snelheid kan landen. Bij de Concorde maakt men gebruik van een ogieve vleugel waarvan de vorm gedikteerd wordt door de positie van de motorgondels.
de motoren van de Tu-144 foto:Luxorion
Motoren
Het probleem met de goede instroming van lucht in de motoren was er niet voor de Kuznetsov NK-144 motoren van de Tu-144. Echter, de maximale temperaturen aan de inlaat van de turbine lagen stukken lager dan die van de Rolls-Royce Olympus 593 motoren. De Kuznetsov motoren hadden een laag kruisvermogen en moesten niet alleen voor starten en landen met naverbranding (afterburner) werken, maar ook tijdens kruisvlucht. Dit kwam overigens ook door het minder goede aerodynamisch ontwerp (te veel weerstand) van de volledige Tu-144. Door deze continue afterburning lag het brandstofverbruik van de Kuznetsov motoren 30 tot 40% hoger dan de Olympus aangedreven Concorde. Ongeveer 80% van de russische en kazachstaanse luchtvaartindustrie staat nu op het randje van bankroet omdat niemand in het Westen geïnteresseerd is in de brandstof verslindende vliegtuigontwerpen uit het Soviet tijdperk.
achteraanzicht van de motoren
Wat de Tu-144 betreft, werd het vliegbereik door een strategische blunder van Chruschtov drastisch beperkt. Een transatlantische vlucht zonder brandstof bevoorrading was onmogelijk. Het vliegbereik dat in de oorspronkelijke specificaties 6500 km bedroeg kwam in de praktijk neer op 3500 km. De Kuznetsov NK-144 motoren waren dus ondermaats en een vormden een belangrijke schakel in het commercieel mislukken van de Tu-144.
Nog een bijkomende factor in het mislukken van de eerste versie van de Tu-144 in de periode 1968-1973 is de invloed van de britse geheime dienst. De spion werd naar het Concorde project overgeplaatst en werd in de gaten gehouden. Toevallig ontdekte deze spion verkeerde ontwerpgegevens die dan via een netwerk van contacten bij het Tupolev ontwerp bureau belandden. Met de toen aangeboren tendens om alles van het Westen te copiëren, vaak tegen het beter weten in van russische ingenieurs, kreeg de Tu-144 zijn eerste vorm. Na het invliegen waren de russische vliegtuigingenieurs ontnuchterd. Beseffend dat er een aantal grote fouten in het ontwerp geslopen waren, werden een massa modificaties op het toestel doorgevoerd. De productie ging daarna van start en er werden 16 toestellen in de Voronesh fabrieken vervaardigd.