Gentse tram nostalgie over de MIVG (de oude Gentse trams)
Een nostalgische terugblik op de periode van de oude gele "tramkes" van Gent, de gekende 3-assers.
Ook de opvolger, de zogenaamde PCC komt aan bod. Die kreeg toen in de tijd blauw/gele kleuren, evenals de trolleybussen. We wensen u veel kijkplezier bij deze reis, terug in de tijd.
De foto's die we hier tonen zijn afkomstig van mezelf, alsook van andere "tramfanaten": "Goal", Pol Tordeur, Richard Vinck, Keith Ward, André Corteil, Erik De Keukeleire, Jan Coppens, Freddy Coussens en vele andere, soms onbekende fotografen.
Het is zeker niet de bedoeling om foto's van anderen te "stelen", maar door ze op deze blog te zetten kunnen meer mensen deze tijdsdocumenten bewonderen.
Groetjes van Daniel en Christel (+ 2007) en co-auteurs
13-09-2019
De 3-assige tram in Gent
Af en toe duiken hier en daar nog oude foto's op van de 3-assige trams te Gent. Een overzicht:
Na een lange tijd afwezigheid, kunnen we u vandaag enkele nieuwe foto's aanbieden. Het betreft een reeks over dienstvoertuigen alsook wagens om aan de bovenleiding te werken.
Foto's van de blauw/gele PCC trams (nu uit circulatie)
In onze archieven vonden we nog een reeks van de blauw/gele PCC trams met hun vier deurtjes.
Deze zijn allemaal afgevoerd en nu rijden slechts nog PCC's rond van het type 2 (zogenaamde schildpadtrams). Feitelijk zijn deze reeks trams deze van de eerste leveringen in het jaar 1971 (zie naar het nummer van de tram, bvb 02 of 6204).
Na de levering van een nieuwe reeks Flexity trams zullen ook deze uit het Gentse straatbeeld verdwijnen.
We zijn dan ook verschillende fotografen dankbaar dat ze deze serie trams voor het nageslacht bewaard hebben, in het bijzonder de heer Freddy Coussens (gepensioneerd trambestuurder).
Ons bestuurslid en ook archivaris/fotograaf van de E.T.G., de heer Erik De Keukeleire is een paar maand geleden overleden. Hij publiceerde tal van werken over het openbaar vervoer te Gent en van Oost-Vlaanderen. De heer Achiel Ryckaert die de museumtrams restaureert had enkele maanden geleden een zwaar verkeersongeval, waardoor hij nu (tijdelijk?) "out" is... Sowieso zijn de Gentse "old-timer" trams allemaal weg uit Gent, wat op zich een jammere zaak is. U kunt ze bewonderen tijdens de Trammelantfeesten in De Haan aan zee en op sommige trajecten rond De Panne. We proberen deze blog levendig te houden door in de toekomst nog foto's te plaatsen over de goede oude tijd. We zijn afhankelijk van derden die ons foto's doorsturen welke ze vonden in één of andere lade... Vriendelijke groet,
Het zat er aan te komen: Gent is onze oude gele 3-assige trams liever kwijt dan rijk. Morgen (donderdag 17 september 2015) is een historische dag, nadat de 354 reeds vertrokken is naar De Panne en de 378 (in restauratie) naar de oude NMVB stelplaats te Lochristi verder onder handen gaat genomen worden, verlaat de 339 (eigendom van De Lijn) ook Gent... Dit is het programma: 7u30 laden 339 Gentbrugge 8u30 vertrekken Gentbrugge 10u30 lossen 339 Knokke We zijn terug een stuk historisch erfgoed kwijt in Gent. Alles moet wijken voor het nieuwe, tja...
Aan de Gentse 3-asser 378 wordt druk verder gewerkt door Achiel. Ondertussen zijn het dak en een deel van de zijpanelen weggenomen om de staat van de kast na te zien.
De binnenkant is volledig gestript en nu blijkt dat de tand des tijds heel wat schade toebracht. Bepaalde delen zijn helemaal rot of door roest aangestast. Vooral de overspanningsbogen van het dak blijken ernstig aangetast. Het is ook niet vanzelfsprekend om bepaalde schroeven of bouten los te maken. Veel onderdelen zitten muurvast. Onderstaande foto's geven u een idee van de stand van zaken van de werken die in april uitgevoerd werden:
Op vrijdag 3 april 2015 verscheen een artikel in de krantengroep "Het Nieuwsblad/De Gentenaar" om "onze" Achiel Ryckaert eventjes in de bloemetjes te zetten. Achiel is nu bezig met zijn 23e restauratie van een "old-timer" tram of bijwagen, tijd dus voor een reportage. U kunt deze lezen in de bijlage. Even vermelden dat we bij de restauratie rekening moeten houden met nieuwe veiligheidsvoorschriften, vooral op gebied van elektriciteit en op het aanbrengen van stickers op plaatsen waar gevaar voor asbest of stroom aan te pas kan komen. De foto in de krant is ook niet relevant voor onze manier van werken (geposeerd op vraag van de fotograaf). We houden rekening met veiligheidsnormen bij het ontmantelen en heropbouw van de tram. Persoonlijke bescherming is meer dan noodzakelijk, daarom is een nauwe samenwerking met "De Lijn" noodzakelijk. We houden er dan ook aan om "De Lijn Oost-Vlaanderen" te danken voor hun raadgevingen en faciliteiten, gezien we geen eigen ruimte bezitten om aan trams te werken. Tijdens de komende weken houden we u op de hoogte van onze vorderingen.
Sinds enkele weken is er druk gewerkt aan de 378. Het dak werd weggenomen, de stalen constructie die het dak draagt werd eveneens verwijderd, alle zitbanken werden losgemaakt en de houten latjes die de binnenbekleding op hun plaats houdt werden uitgevezen. Ook de sleepbeugel werd verwijderd en de beugel zelf werd van zijn steunpunt gehaald. Om de staat van het houten koetswerk te controleren werd op één plaats de stalen plaat weggehaald, zodat we een zicht kregen op de te vernieuwen stukken van de koets. Stilaan maar zeker wordt een "blote" tram zichtbaar. We houden u regelmatig op de hoogte, onder meer door veel fotomateriaal.
Vorige week verwijderde Achiel de loshangende binnenbekleding van het plafond in de 378. Dit hing, zoals op voorgaande foto's te was, vervaarlijk door. Nu krijgt men een zicht op de "dakbedekking", de dwarsbalken en de steunen van de kast. Ook nog dit: we meldden u in een vorig verslag dat de tram zou gerestaureerd worden met 5 ramen, wel dit is verkeerd: de tram krijgt nog steeds 4 ramen maar met "schuiframen" voor in de zomer (systeem bijwagens). Ook zijn we nog steeds op zoek naar foto's van de binnenzijde van de trams vóór de verbouwingen in de jaren '50. Het betreft een schuifdeur die 2 compartimenten scheidt. In elk geval komen er dwarsbanken in plaats van de bekende blauwe zeteltjes.
De heer Marc De Troy gaf ons nog wat info betreffende het geplande transport van de 3-asser 378 vanuit Weelde naar Gentbrugge. Het was voorzien dat de tram op 9 februari zou getransporteerd worden, maar dat werd uitgesteld tot de vrijdag er op omdat er zich in Weelde problemen voordeden om het transport vlot te laten verlopen. Voor de 378 stond nog 3-asser 332 en de kast van de 378 helde over, te wijten aan een eerdere verplaatsing. De chauffeur op maandag wou het risico niet nemen om de 378 te vervoeren. Eerst moest de 378 terug recht gezet worden en de 332 verplaatst. Uiteindelijk lukte dit op vrijdag 13 februari. Deze info is wel belangrijk omwille van de duidelijkheid én volledigheid. Dank aan Marc De Troy.
Via de heer Freddy Coussens kregen we duidelijke info over het restaureren van de Gentse 3-asser 378. Het betreft technische en historische informatie die héél belangrijk zal zijn in de restauratie. We danken Freddy dan ook van harte! ____________________
Gegevens over Gentse drieasser nr 378 (II)
Nota 15 april 1946 :modernisatieprogramma voor de drieassers. Elektrische bellen (80 trams), ingebouwde schijnwerpers (76 trams nog te doen), lichtseinen en rolfilms op 105 trams. Jaar 1947 : 338 wordt 378 (II) (nota omnummeringen van 23 april 1948) Er is voor de jaren 1947-51 een programma gemaakt om witte plafonds te voorzien op alle trams, de 302 tot 315 hadden dit al. In een nota van 21 juni 1948 krijgt de 378 volgende kenmerken, “als de huidige transformaties gedaan zullen zijn” : - motoren ACEC TIIId transformés (reeks 363-380) - controllers T46 (reeks 361-380) - Westinghouse rijtuigkast (reeks 363-380) Proef om verwarming voor de bestuurder tijdens de winter te installeren voorzien in 1948. (nota 2 dec 47) Ook zal er op alle rijtuigen een zitje voor de bestuurder geplaatst worden. Nota 28 januari 1948 : tijdens de oorlog werden sommige zetels uit de rijtuigen gehaald om meer plaats te maken, we plaatsen nu opklapbare banken om tijdens de spitsuren het aanbod te verhogen. Nota 22 juni 1948 : 24 rijtuigen hebben rolfilms. (378 is er niet bij) Werkhuistabellen : 378 is eind oktober 1948 in de werkplaats voor nazicht (rijtuigkast, onderhoudsbeurt) en ombouwing. (verlichting, elektrische bellen, koplampen, rolfilms) Midden november tot begin december 1948 staat de 378 in de schilderij. Vanaf december 1948 heeft de 378 motoren TIIId transformés en controllers T46 maar nog geen ingebouwde koplampen. (371 had dit al en in 1949 volgen alleen 364, 368 en 375)
378 pagina 2 In een overzicht van de gerealiseerde werken op alle trams binnen het meerjarenprogramma staat de 378 in het jaar 1949 als afgewerkt. In de planning voor de werkhuizen van 1949 : schrijnwerkerij midden april tot 3de week van mei : 378. Bekabeling 378 : juni/begin juli, nieuwe verlichting, elektrische bellen en koplampen : juni/juli, plaatslagerij : juni/juli, schilderij : juli 1949.
Meerjarenplan 1950-54, modernisatie van de rijtuigkast van alle drieassers met diverse verbeteringen : 378 is afgewerkt op 17 januari 1953.
Inventaris materieel op 1 december 1948 : voor de ombouwing(en) had de 378 volgende kenmerken : - controllers T10 - motoren Charleroi TIIId transformés - rijtuigkast van voor 1912 met langsbanken - had stoeltje voor de geleider Maar : - geen elektrische bellen - geen rolfilms - geen verwarming op stuurpost - geen witte plafondbeplating op de platformen - geen gestandaardiseerde verlichting
Op 1 december 1949 wel : controllers T46, omklapbare banken
Nog enige achtergrondinformatie : op 31 december 1949 had de serie 362-380 volgende verbeteringen : rolfilms : 1 rijtuig : 362 elektrische bellen : 4 rijtuigen : 362, 364 368 en 377 nieuwe verlichting : 4 rijtuigen : 362; 364, 368 en 377 ingebouwde koplampen : 19 stuks witte platfonds op de platformen : 1 rijtuig : 362 Er werd toen besloten om vooral de reeks 331 tot 361 volledig af te werken, de wijziging van de verlichting met het zicht op het plaatsen van rolfilms zal niet uitgevoerd worden op de sècherons die al elektrische bellen hebben. De witte plafondbeplating op de platformen worden geplaatst bij de rijtuigen die rolfilms krijgen. Nota 2 dec 47 : rijtuigen die als proef controllers TCM 80 kregen, in volgorde : 332 336 339 355 359 en 360. Kenmerken van de 338 (ex 378 I) : Westinghouse rijtuigkast (serie 316-345) Motoren TVIa (serie 326-362) Controllers TCM 80 (serie 331-360) Railremmen (serie 326-361)
Eén van de 3-assers van E.T.G. vzw keerde na jaren afwezigheid terug naar Gent voor restauratie. Een ploeg vrijwilligers van de vereniging zullen gedurende 2 à 3 jaar deze tram volledig ontmantelen en hem terug opbouwen in een versie van voor de verbouwing van de kas in de jaren '50 van vorige eeuw. We houden u ten gepaste tijde op de hoogte van de restauratie.
Een beetje geschiedenis over de eerste trams van Gent
De eerste paardentram verscheen in 1874 in de Gentse straten, en reed tussen de Korenmarkt en de Zuidstatie. Er waren 43 rijtuigen, waarvan 14 open en 29 gesloten. Het bedrijf had ongeveer honderd paarden in dienst. De uitbater van het paardentramnet was Les Tramways de ville de Gand, die tot 1897 bleef bestaan. Naast het stadsnet kwam het eveneens metersporige regionale buurtspoornet van de buurtspoorwegen tot ontwikkeling. De eerste buurtspoorweglijn tussen het Rabot en Zomergem met stoomtractie werd op 23 november 1886 geopend.[1] (Zie het hoofdstuk Buurtspoorweg.)
Per 13 augustus 1897 werden de concessies voor het stadstramnet overgedragen aan twee maatschappijen: Société Anonyme des Railways Economiques de Liège-Seraing et Extensions, kortweg RELSE en Compagnie Générale des Railways à voie étroite. Beide maatschappijen maakten deel uit van de holding van baron Empain.[2]
Op 4 januari 1898 richtten beide bedrijven de groep SA des Tramways Electriques de Gand (TEG) op om de paardentram te vervangen door de accutram, die weliswaar elektrisch aangedreven wordt, maar geen bovenleiding nodig heeft. De maatschappij was ook bekend onder de Nederlandse naam, Elektrische Tramwegen van Gent (ETG).
De accutrams hadden een vermogen van 25 pk en reden op zeven ex-paardentramlijnen. Ieder rijtuig had 45 plaatsen. De maximumsnelheid bedroeg 12 km/h, niet omdat er technisch geen hogere snelheid mogelijk was, maar omdat de concessievoorwaarden die niet toestonden. Voor het opladen van accu's werd een speciale elektriciteitscentrale met een vermogen van 600 kW gebouwd.
De accutrams vertoonden veel gebreken, zodat in 1903 werd besloten bovenleidingen te gaan gebruiken. Vanaf 1904 reden alle ETG-trams onder de rijdraad met een trolleystang.
Een lezer stuurde ons zijn verhaal over de "Mack" bussen van de MIVG uitde jaren '50-'60:
Beste, heel mijn kinderjaren en trouwens nu nog, heb ik één passie gehad:mekaniek. Het is dus met de komst van de Mack bussen mij een openbaring geweest: automatisch en motor dwars achteraan, wat een verschil met de Brossel. Ik woonde toen te St-M-Latem en de bus "sliep" in een houten loods aan de St.Christophe. Wat een souvenir! 's Morgens had de eerste bus, toen het koud was, al de moeite om van één naar twee te schakelen en de chauffeurs pasten talrijke trucjes om toch te kunnen schakelen. Dikwijls nam Albert mij mee tot de StChr. en bracht mij met de Lambretta, van mijn tante door mij aan hem verkocht, naar huis. "Pompelmoes" was soms een echte snelheidsduivel op de Kortrijkse stwg Regelmatig waren deze machines in panne en ik weet echt niet op de ondershoudsdiensten daar goed hun weg mee konden. Ziezo in het kort een paar "remeber" uit mijn jeugd. Vele groetjes, Baudouin de la Kethulle