Laat mij geen oude brompot worden, Heer die steeds jammert, tegenpruttelt, alles zwart inziet, zichzelf beklaagt en onuitstaanbaar wordt voor anderen.
Bewaar in mij de glimlach en de lach. Bewaar in mij de zin voor humor zodat ik de dingen en mezelf op de juiste plaats kan zetten.
Maak van mij een milde mens die weet te delen van zijn bezit en tijd. Laat mij bekommerd zijn om hen die weinig of niets hebben. Laat niet toe dat ik iemand word die in het verleden leeft, die spreekt van “de goeie oude tijd” en neerziet op “de jeugd van vandaag”.
Maak van mij iemand die zijn eigen jonge jaren niet vergeet en daardoor inspiratie kan zijn voor jonge mensen van nu.
Heer, Gij die de seizoenen een plaats hebt gegeven in jaar en leven maak van mij een mens van alle seizoenen. Ik vraag U geen geluk, maar gewoonweg dat mijn levensadem mooi mag zijn en mag getuigen van uw goedheid.

|