Het was 02.30 u in de nacht toen ik uit mijn dromen werd gehaald door hardnekkig aanbellen. Eerst één maal, dan twee maal, dan bleef de persoon maar duwen. De wijsheid nooit iemand nog binnen te laten na 22.00 u 's avonds, zeker als het donker is en er niets is afgesproken, bleef ik in bed liggen, ondertussen toch gissend wie die late 'gast' mocht zijn. Ik zou zeker nooit meer opendoen nadat er ooit iemand bijna bruusk de voordeur had tegengehouden, en ik net nog kon verhinderen dat de man binnenkwam, iemand die vaak op straat leeft. Dus dacht ik meteen aan dat figuur. Familie kon het heel zeker niet zijn, die zouden me wel opgebeld hebben in geval van nood.Want ook ik heb nog een vaste telefoon. Heel even dacht ik aan de persoon met parkinson, maar ook die mogelijkheid verbande ik al snel. Natuurlijk kon ik de slaap niet meer vatten. In de morgen neem ik mijn gsm (de nooit op de slaapkamer ligt) en wat lees ik daar .. Inderdaad, de vriend met Parkinson was nog iets uit zijn wagen gaan halen en had achterloos de deur toegesmeten. Maar daar stond hij, alle sleutels, zoel van wagen als woning, op de zetel. Ik heb nl. in geval van nood zijn reservesleutels, dus had hij mij sms gestuurd die ik natuurlijk niet had gelezen, en die is toen maar 25 minuten gaan wandelen tot bij mij. Hij was dus de ongelukkige beller. En dan moest hij nog terug. En eigenlijk mag hij niet lang wandelen! Zoals hij dan later zegde aan de telefoon: De goeden moeten het bekopen met de slechten. Het was me meteeen vergeven, maar ik zit er nog mee in mijn maag! Te veel raar volk loopt hier rond, jammer dat ik deze woorden moet gebruiken......Zal ik maar een kijkkgaatje laten plaatsen?

|