Een belg komt een supermarkt binnen. Vraagt ie aan aan de man achter de kassa:"Heb je nog een paar moppen". "Ja ik ken nog een raadsel,"zegt die vent. "Het is niet m'n broer, maar het is wel de zoon van mijn vader. Wie is het?" dus die belg zo nadenken en zegt:"ik weet het niet, wie is het dan"? dat ben ik zelf natuurlijk,"zegt die man. dus die belg met een goede mop naar zijn vrienden. Hij zegt zo: "het is niet m'n broer maar het is wel de zoon van mijn vader, wie is het"? dus zijn vrienden nadenken, maar die weten het ook niet. Zegt de belg: "die kerel van de supermarkt natuurlijk".
|