In menige stad en dorp van Vlaanderen, richten de kinderen vroeger kleine altaarkens op voor de deur van hun huis. Op een vierkant tafeltje spreiden ze met veel zorg een wit linnen doek, en te midden plaatsen ze dan een Christusbeeld, en tegen de muur hingen ze al de santjes(= devotie-of heiligenprentje, bidprentje) op die ze hadden. Op het voorgedeelte van het eenvoudig kinderaltaar, stond een bord als offerplaat, ten dienste van de voorbijganger. Ze vroege dan een cent voor de Gelovige Zielen. De brave kinderen kochten van de opbrengst kaarsjes, maar de anderen, van wie hun minste kwaad de snoepziekte was, kochten er ronde karamellen van gekookte siroop, tabletten genaamd, van. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In Brugge plachten de kleermakers op Allerheiligen, als dank aan een stichting van de heer van Gruuthuuse, dertien armen te kleden om dan gezamenlijk de mis bij te wonen in de O.L.Vrouwkerk.
In Diest bijvoorbeeld stond er vroeger op de hoogte van de kluisberg een kapel ter ere van Alle Heiligen opgericht. Nu staat ze aan de voet van de heuvel, en menig bedevaarder die de Kaarskensprocessie te Scherpenheuvel bijwoont, gaat(ging) er bidden en dieren offeren zoals konijnen, duiven of zelfs schapen.
In Oost-Vlaanderen had men de begankenis naar Nederzwalm, dorp dat men in de volksmond meest Alderheilgen noemde. Morgen vertel ik verder hoe Allerzielen er kwam en hoe het toen was. Tot dan ?
|