Omdat er rond de feestdag van Sint-Martinus,  in het Mechelse Sinte-Mette genaamd, zoveel weerspreuken bestaan, begin ik er vandaag al maar mee. Een eerste erg mooie, maar niet veel belovende is deze :

" Sint- Marinus zet zich met veel dank,
bij het haardvuur op de bank. "

Ik dacht dat deze weerspreuk geen verdere uitleg vraagt.
Een andere is dan wel een veel belovende weerspreuk, lees maar :

" Al moet Sint - Merten
een mantelken dragen,
hij moet toch nog wandelen
in zomerse dagen ! "

Wat deze weerspreuk betreft vindt u lager in een apart hoofdstukje het waarom van die zomerse dagen. En morgen breng ik het vervolg van de weerspreuken rond deze weldoener !