|
Vroeger sprak men bijvoorbeeld van "VUUR IN DEN BUIK" wat neerkwam op pijn in de onderbuik brandend als vuur. Het kon gaan om tal van aandoeningen maar meestal ging het om een blindedarmontsteking. Een ander middel dan ijs leggen was er niet, doch dit was buiten de vorstperiode slechts in een ijskelder te vinden. Tegen buikpijn werd algemeen een druppel jenever gedronken, maar zoals in veel wanhopigen gevallen liet men de ziekte aflezen met een dergelijke spreuk : Al zo waarachtig als God, de drie goddelijke personen en Jezus en Maria en Jozef naar Egypte zijn gevlucht met hunne ezel beladen met buikpijn. Alzo zeer zal door het aanroepen van de H. Drievuldigheid, alzo zeer worden deze pijnen genezen. In veel gevallen volgde na een korte periode de dood.
|