Zxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> |
uster der H. Pharaïldis, verwante van Carloman, werd Gudula geboren te Ham bij Aalst omtrent het jaar 650. Zij werd opgevoed door haar meter, de H. Gertrudis van Nijvel. Na het overlijden van haar meter keerde ze terug naar Ham bij haar ouders waar ze zich op het beoefenen der deugden toelegde. Laat ik hier aan toevoegen dat men niet met zekerheid weet waar Ham precies gelegen was, mogelijk was het de wijk van Herdersem, waar het kasteel van Ham bestaat.
Talrijk zijn de Sinte Goedelelegenden, en ik pik er eentje uit die in het land van Aalst voortleeft en de reden daarvan was harer beeldenvoorstelling. De vrome maagd bewoonde het gehucht Ham van waar ze gewoon was om s nachts te gaan bidden in of nabij de kerk van Moorsel, vergezeld van ene dienstmaagd die met een lantaarn voorop ging. De legende vertelt dat de boze geest eens het licht uitblies, maar op het gebed van de heilige werd het licht door een engel terug ontstoken. Om die reden verbeeldt men de heilige, dragende in de hand ene kaars of lantaarn, welke de duivel met een blaasbalg uitdooft. Bezijden de weg naar Moorsel door de heilige Gudula gevolgd en de Gods- of Gudulastraat genoemd, lag een put, de duivelsput, waaruit de duivel opdook om het licht uit te blazen. De relieken van de Heilige, door Carloman in een prachtige kast opgenomen, werden bij de inval van de Noormannen in de 9de eeuw gevlucht van Chevremont(Luik). In 1047 werden ze overgebracht naar de collegiale kerk van St. Michiels te Brussel, doch de relieken werden door de beeldstormers van de 16de eeuw verstrooid. Te Moorsel werd(wordt) de heilige aanroepen tegen zenuwziekten, de spenen en de spijsloop van de kinderen. Te Ham toont men nog Sinter Goedeleveldeke waar vroeger hare kapel stond. Of dit heden nog gebeurd is mij niet bekend. Op de muren van de St. Goedelekerk te Brussel groeit(groeide) vaak een plant, het rankende muurkruid, daarom St. Goedeleplantje geheten.
|