Maart was gedurende vele eeuwen de eerste maand van het jaar, ook bij de Romeinen, welke haar Martius noemden naar de oorlogsgod Mars. Pas toen Numa de maanden januari en februari in de kalender bracht, bekwam ze de derde plaats. Thormaand heette zij in de noordelijke Germaanse landen, naar Thor, de oorlogsgod der Germanen.
Eigenlijk verbeeldt Mars zowel als Thor, de natuurkracht. Deze namen zijn niet zo kwaad gevonden, want in deze maand begint de lente, de winterkoude wordt verslagen in de strijd tussen de warmte welke komt en de koude welke blijven wil.
In oude Vlaamse documenten uit de middeleeuwen droeg ze reeds de naam van Maerte en Meerte. Ook hoort men nog dorremaand, waarschijnlijk de verbasterde vorm van Thor. Toch willen sommigen die naam in verband brengen met de dorheid van de natuur in deze tijd. Ze heeft hoe dan ook de naam van lentemaand behouden, een benaming welke Karel De Grote haar gaf : Lenzin- of Lengizinmanoth. De letter g in het woord lengizin heeft aanleiding gegeven tot de verklaring van t woord lente als een in betekenis met lengte, t geen te meer geloofwaardig scheen, omdat thans de dagen gaan langer worden dan de nachten.
Ik was den krijgsgod Mars voor desen toegewyd,
omdat sig t krygsvolk nu weer wapend tot den stryd
om vroeg te veld den boer en vyanden te plaegen,
t is goed voor die het doet, maer quaed voor die het draegen.
|