Ik laat het u de volkskundige kalender vertellen : Als kinderspel vinden wij het BIKKEL - of PIKKELBEENSPEL bij de meisjes. Vroeger bij de jongens bestond het KOOTEN. De meisjes zitten nu op de stoep of den dorpel van het huis, en als het regent, spelen ze aan de tafel met het pikkelbeen. Oudtijds waren de bikkels de verkens- of schapenkoten(astragale). Dit beentje vertoont vier zijden : de eene heeft een puntje, gatje of putje, de tegenovergestelde is bolvormig, de rug ; de twee andere zijden zijn effen, staanders. Thans spelen de kinders bijna altijd met kunstmatige bikkels. Zij zijn van koper, zink of tin, zelden van hout. Bij het spel wordt een kaatsbal gebruikt, terwijl hij omhoog geworpen wordt moet de speelster een of meer bikkels omkeeren; zij maakt puttelingen, ruggelingen, staanders, een voor een, dan met twee, drie en vier. Zou onze jeugd van vandaag nog weten wat "bikkelen" is ?
|