Goede Vrijdag is de vrijdag voor Pasen en vroeger jaren was aan deze dag erg veel bijgeloof verbonden. In de eerste plaats mocht het op Goede Vrijdag niet regenen want dan zou de regen druppel voor druppel uit de grond moeten gekrabd worden, en dit om Jezus’ graf niet nat te maken. De Brabantse boeren hadden graag dat de wind op deze dag uit het oosten kwam, nog liever zelfs uit het noordoosten. Zuidenwind daarentegen bracht ongeluk bij. Schoon weer op Goede Vrijdag voorspelde mooi weer voor gans het jaar. Regen bracht dan weer onvruchtbaarheid. Op Goede vrijdag begint de nachtegaal te zingen. En op deze dag mocht er door de boer zeker niet gewerkt worden, vandaar de volgende spreuk :
“ Op Goede Vrijdag wordt
de wasser verwezen,
de bakker geprezen. “
Het was om die reden dat op Goede vrijdag het paasbrood gebakken werd. Zaaien en planten werden niet als werken beschouwd, integendeel zelfs want in tal van raadgevingen vinden we dat planten en zaaien op Goede Vrijdag niets anders dan zegen zou meebrengen. Wie bijvoorbeeld op Goede Vrijdag bloemen zou zaaien, wel die kreeg er van verschillende kleuren, en werden ze juist om 3 uur geplant, dan kregen ze een speciale glans, enz.
|