Uit de Volkskundige kalender voor u gelezen : Te Galmaarde bij Geraardsbergen deelt men de S. Pauwelsbroodjes. Het was de gewoonte dat een man, die boven zijn kleeren een wit hemd had getrokken, te paard de straten van het dorp en der naburige dorpen doorliep en kleine bolletjes van roggemeel met zout onder het volk uitstrooide, hij zegde : " Zout, ik werp u uit met de hand die God mij verleent heeft. " De boeren verzamelden die bolletjes en gaven ze als een krachtig behoudmiddel tegen allerlei besmetting hun stalvee te eten. Het recht om S. Pauwel te verbeelden werd verpacht. Dit geschiedde ter herinnering eener gebeurtenis van 1382. Toen heerschte er eene veepest die veel slachtoffers maakte; de arme dorpelingen wisten niet wat aanvangen, toen op S. Paulusbekeeringsdag een man te paard verscheen, die er zeer eerbiedwaardig uitzag en in 't wit was gekleed. Hij doorliep het dorp en de omstreek en deelde aan koe- en schaapherder kleine witte koekjes uit tegen de ziekte, welke als bij tooverslag verdween. Men denkt dat het S. Paulus zelf is die gekomen was. Heden worden de S. Pauwelsbroodjes na de mis gewijd en aangewend tegen het steken der aardappelen en het zwart in het graan. Om 1 uur Vergadert de jeugd, de S. Pauwelsbende. De leden zijn gekleed met witte broeken en in hun hemdsmouwen, het hoofd bestrooid met tarwebloem, gewapend met een houten sabel; zij scharen zich rond het Pauwelspaard : een strooienpaard opgesmukt van kop tot teen. Dan gaan zij naar de S. Pauwelskapel, zingen S. Pauwelsliedekens en trekken dan naar de herbergen.
|