Op de feestdag van Sint - Matthijs gingen de landbouwers vroeger jaren, bij het krieken van de dag, in de boomgaard, schudden er de fruitbomen ofwel riepen er zeer luid, opdat er ooft kome overal waar de stem weerklonk. In enige dorpen klommen de kinderen op de fruitbomen en schreeuwde : " De H. Mattias bidde ik, Hij wil met ooft beschenken mij zoover in den gaard men hoore mij. " OF...... " Mathias, Mathias, geeft ons appelkens en peerkens.
De Kalendbroers of Kalengiers vierden heden hun mesdag. Over de Kalendbroeders die ook in ons land, namelijk te Gent, Tienen en Zoutleeuw bestaan hebben, dient een woordje uitleg. Dit genootschap bestond uit wereldlijken en geestelijken die, bijzonderlijk op den " dies calendae ", vergaderden om gezamelijk te bidden en een gezellig feest te vieren. Dit genootschap, waar iedereen gelijk was in rang, deed ene zekere geldsom storten om uit te delen aan de arme. Sommige schrijvers zien er ene herinnering in van de " agapen " bij de eerste christenen. Die vergaderingen werden stilaan vergaderingen van teer en smeer zodat ze van wege de geestelijke overheid afgeschaft werden. De Vlaamse spreuken : Hij kalendert geheel de week ; hij geeft eenen grooten kaland, zinspelen er op.
|