Omdat er rond over Halfvasten vroeger zo veel te doen was, en er zo veel over te vertellen valt, wil ik er vanaf nu, toch al dagelijks mee beginnen. De Duikalmanak, dat is een erg oude kalender, noemt de zondag van Halfvasten rozenzondag, zomerdag, midvasten, 't scheen van winter en zomer. Onze voorouders noemde dat altijd het schoonste deel van het jaar. Het vinden van 't eerste bloempje, 't zien van de eerste zwaluw, 't horen van de koekoek, het waren en zijn nog altijd de eerste tekens van een nakende zomer ! Daar er rond deze tijd nogal vaak een onweder in de lucht hangt, zei het volk toen als ze de donder hoorde : de zomer en de winter scheen, of.... ze zijn aan 't vechten. De zomergraaf komt en die steekt de winter buiten ! Vroeger en dat is nu al heel veel jaren geleden, dan was Halfvasten het heropbloeien van de carnaval, iets dat nu totaal uit ons Vlaamse land verdwenen is. Het werd zo'n beetje vervangen zegt maar, door de tegenhanger van Sint-Maarten en van Sint-Niklaas te vieren. Ik bedoel uiteraard de Graaf van halfvasten. Wie onder ons kent die niet ? Over de oorsprong van de graaf is men het niet altijd eens. De ene zagen er de gedachtenis in aan de Graven Lodewyk van Male of Philips de stoute die, bij hun blijde intrede, geschenken uitdeelden aan de kinderen die hen tegemoed kwamen. Anderen dan weer zagen er het oude godenfeest in ter ere van Thor, bij het begin van de zomer. Wat dhr Sleeckx er in zijn boek " Straten van Antwerpen" over zegt, wel dat vertel ik u morgen dan wel. Tot morgen dan ? Met het vervolg van halfvasten !
|