Gisteren vertelde ik al een stukje over de oorsprong van de Graaf van halfvasten, vandaag vertel ik u wat dhr Sleeckx er van zegt in zijn boek Straten van Antwerpen. Zo vertelt hij dat het eerste schip met vreemde vruchten dat in Antwerpen aankwam, en citroenen, appelsienen, vijgen en rozijnen aanbracht in 1508, geen kopers kon vinden. Men had het gerucht verspreid dat die vruchten ongezond, ja zelfs vergiftigd waren. De toemalige schoutet van Antwerpen, Markgraaf van het land van Ryen, was een zeer verlicht man, en een grote vriend van handel en nijverheid. Om zijn medeburgers van de dwaasheid van de verspreide geruchten te overtuigen, beval hij de lading op zijn rekening aan het volk uit te delen. Dat geschiedde ook, men at de vruchten en niemand werd er ziek van, en de handel in vreemde vruchten was gered. De uitdeling greep plaats op Halfvasten en sinds dan reed er alle jaren een dienaar van de Schoutet, in markgraaf verkleed de stad rond, op het zelfde tijdstip en deelde aan de kinderen vruchten en lekkernijen uit. Deze uitleg kan aangenomen worden, en van toen af zongen de kinderen : Kinderkens hangt uw korfkens uit ik heb wat nieuws vernomen, als dat de Greef uwen neef; is in het land gekomen. Wat heeft de Greef al mee gebracht ? Vijgen en rozijnen, moek en tes haantjes op een stokske. Morgen vertel ik u verder over enkele gewoontes van toen in enkele steden van 't land. Tot morgen ?
|