Morgen beginnen we aan de Goede Week en in deze week herdenkt men het lijden van de Zaligmaker. Bij geen enkele plechtigheid werd (wordt) het Mysterie in het kerkelijk leven zo treffend voorgesteld aan het volk dan nu. Men vertoonde er zo veel het lijden van de Zaligmaker, de intrede van Jezus te Jeusalem. Het lijdensverhaal werd gezongen door de priester, diaken, subdiaken of het koor. De instelling van het Allerheiligste, Jezus in het hofke van Olijven. De kruisaanbidding en de begravenis van Jezus (Goede vrijdag), en tot slot de verrijzenis op zaterdag. De Goede Week wordt ook Stille week, Pijnweek, Heilige week, Grote- of Hoge week genoemd. Deze week maakte vroeger een grote indruk op het volk, het volksleven was er helemaal van doordrongen. Bij al die dagen van de week paste vroeger ook een gebruik, en een erg oud gedicht maakt dat duidelijk. Palm, Palmzondag den Maandag slaan ik mijn kalf, den Dinsdag deel ik het kalf, den Woensdag schort men de klokken, den Donderdag is het soppe-doppe, den Vrijdag zoo kruipt men, den Zaterdag klopt men den vasten uit. Een oud volkgezegde zegt dat alles wat in de Goede Week gezaaid werd, vruchten zou meebrengen. Morgen vertel ik u wat in feiten een "kalf slaan" was, 't is dan immers de eerste dag van de Goede Week
|