Vroeger bestond er in menig dorp een Meigilde en die gilde moest dan met de meigraaf de boom planten. De meigraaf die een groene kroon op zijn hoofd droeg, plaatste zich voor de boom en hield nog een kroon in zijn hand De meisjes schaarden zich allen rond hem, zongen en dansten tot de meigraaf de gravin koos. Dat deed hij door de kroon op het hoofd van een van de meisjes te werpen. Deze was dan de Meigravin van het jaar. . Het feest duurde tot de avond viel, de jonge lieden die hun geliefde reeds gekozen hadden, voegde zich bij de dans tot wanneer ze in een vriendenhuis allemaal vereinigd rond de tafel aan de dis zaten. Het schenken van de Meitak aan een "jonk" had een ernstige betekenis, het werd vaak aanzien als een liefdesverklaring. De vrijer had de gewoonte op meiavond voor het venster van zijn beminde, en soms ook wel boven op het dak, een meitak te plaatsen. Het eigenaardige bij dit gebruik was het verschil van de meitakken welke de jonge mannen de huwbare dochters aanboden. Gewoonlijk was dat een dennetak waarmee men de blijvende liefde voorstelde. Maar vaak ook was er spot te vinden in die aanbiedingen. Hierna de betekenis van de verschillende takken : Een doorntak betekende een kwade meid. Een populier stond voor onstandvastigheid. Een els was voor een klapaardige vrouw, een vliertak was dan weer voor een vrouw die kwaad deed. Een kersentak was voor een vrouw die met iedereen liep. Een berkentak was voor een braaf en deugdzaam meisje; Een sperretak was voor een hoogmoedig iemand. Een wilg was dan weer voor een meisje met een lange tong. Een dartele meid kreeg ook wel eens een strooien pop. Het zal u dan ook wel niet verwonderen neem ik aan, dat de meisjes 's morgens vroeg al, aan de deur kwamen zien welke tak hun huis versierde om alzo de mening te kennen van de jonge mannen van het dorp. Die mening ging toen ook een gans jaar mee, ze heeft zo'n of zo'n tak gekregen. Morgen vertel ik u dan weer over een oude gewoonte die te Nazareth en elders in Oost-Vlaanderen plaats had, tot dan ?
|