Vroeger leefde de kinderen in mei als het ware in de wijde natuur waar ze een wreed genoegen vonden. Verschillende diertjes moesten het ontgelden, ook al omdat ze toen niet beter wisten. Zo had men de meikevers, die vroeger in grote getallen in de meimaand te vinden en te zien waren. Van 's morgens vroeg al gingen de kinderen er op zoek naar. Aan al de hagen werd er geschud en de diertjes vielen in hun handen. Ze werden in een doosje gestoken waar enige bladeren tot hun voedsel moesten dienen. Lucht ontvingen ze door enige kleine gaatjes in het deksel gemaakt met een speld. De meikever droeg verschillende namen, al naar de hoedanigheid en de kleur. Zo had je de Meulenaar, mulder, bakker, ronker, preekheer, keuningske tot zelfs een schouwvager. Vele onder ons zullen zich zeker die namen nog herinneren als de dag van gisteren. De meikever was aan 't preken, wanneer hij de voelhoorns open spreiden, hij telde zijn geld wanneer hij gereed was om te vliegen. Hij schreef wanneer hij onregelmatige schreefkens maakte in 't zand. En nu dan dat wreedzame, doorgaans bond het kind een draadje aan een poot of stak een draad in de griffel van het achterlijf, en deed hem dan vliegen. Haasten hij zich niet, dan werd er op een pootje geduwd. Op sommige plaatsen werden zelfs de vleugels van de kever uitgetrokken om hem in kleine papieren rijtuigjes te spannen. Geen wonder dat de meikevers hier in grote getallen zijn weggebleven zeker ? Al ligt de ware reden wel bij wat anders natuurlijk. Vlinders vangen was een ander erg gebruikelijk vermaak, net als nesten van de vogels roven, die kwajongens van vroeger toch !!! Morgen vertel ik een en ander over de Kruisvinding die op 3 mei gevierd werd, tot dan ?
|