Eergisteren ben ik dus naar Koyasan gegaan vanuit Osaka. Vroeg vertrokken want het is een reis van enkele uren. Eerst de ringtrain die rond Osaka rijdt, dan een trein die mij in de bergstreek ten zuiden van Osaka brengt. Dan een kabeltrein die op 5 minuten een paar honderd meter tegen de bergwand omhoog kruipt, en tenslotte een bus die tot in het stadje gaat. Vooral de trein die door de bergen rijdt heeft veel tijd gekost, omdat het maar een enkel spoor is om naar en terug te rijden. Daardoor moeten die treinen op mekaar wachten om het spoor te kunnen gebruiken, wat vaak tot vertragingen leid.
Daarmee stond ik om 11h toch al in Koyasan bij de tempel waar ik zou overnachten. Eens ingecheckt ben ik naar Okuno in gestapt, een laan van enkele kilometers met aan weerszijden duizenden en duizenden graven. Sommige zijn recent, andere honderden tot meer dan duizend jaar oud. Op het einde staat uiteraard een bouddhistische tempel. Ik zeg uiteraard omdat gans het religieuze complex door een bouddhistische priester in de 9de eeuw gestart is.
Daarna heb ik de belangrijkste religieuze gebouwen bezocht. Alles bijeen de moeite om minstens 1 of meer dagen te blijven. Dan ben ik terug naar mijn tempeltje gegaan om er van een vegetarisch maar toch lekker avondmaal te genieten.
De gasten waren uitgenodigd om tegen 5.50h s morgens aanwezig te zijn bij het ochtendritueel. Iedereen was er, en ik vond het wel heel interessant, zeker met die bijna verdovende gezangen erbij, maar op den duur vond ik wel welletjes. Gelukkig konden we om 7.15 gaan ontbijten.
Onmiddellijk daarna ben ik vertrokken voor weer een lange trip met de trein naar Tanabe. Eerst de bus, dan terug de kabeltrein, vervolgens een trein, overstappen op een andere trein om net na de middag in Tanabe aan te komen. Daar een uurtje gewacht op Anna en dan samen met de bus naar de eerste minshuku, dat is een guesthouse maar met sterallures. Het avondeten en het ontbijt was dan ook fantastisch.
Na een deugddoende nachtrust zijn we dan vanmorgen op stap gegaan vanuit Takijiri naar de minshuku waar we nu verblijven in Tsigisakura. 18 km stappen, meestal bergop is heel vermoeiend. Het was bijna te vergelijken met mijn eerste dag in de Ardennen toen ik naar Compostela wandelde, toen was mijn pijp helemaal uit, nu scheelde het niet veel. 8 uur hebben we er over gedaan, rustpauzes inbegrepen. Gelukkig maakt een warme douche en even in de onsen vertoeven al veel goed. En daarna kregen we weer een fantastische maaltijd in ander Japans gezelschap, maar die vonden het leuk dat ik erbij was.
Morgen nog zo'n dag van 7 a 8 uur stappen.Puur genieten.
|