In 2006 vierden we het 100e geboortejaar van André Demedts. In 2012 herdenken we hem 20 jaar na overlijden...
Zoeken in blog

Inhoud blog
  • 47ste André Demedtsprijs voor Sigiswald Kuijken
  • André Demedtshuis viert 40 jaar Cultuur- en Kunstencentrum
  • Heemdag rond André Demedts
  • 46e André Demedtsprijs voor Tinneke Beeckman
  • Afscheid aan Gaston Durnez
  • 45e Demedtsprijs voor Dirk Vyncke
  • Uit Het Kerkhof van André Demedts
  • André Demedts inspireert voor 11-julitoespraak
  • Uitreiking André Demedtsprijs 2017 aan Dirk Brossé
  • André Demedtsprijs 2017 voor Dirk Brossé
  • Met een krijt voor een bord van verleden...
  • André Demedts: Vlaams-Nederlands cultuurpromotor
  • Wandelen in de voetsporen van Schrijver-Dichter André Demedts
  • André Demedtsweekend
  • André Demedtsweekend 3-4 november
  • Kunstenaar Georges Dheedene te gast bij Demedts
  • Nieuwpoort herdenkt zijn ereburger André Demedts
  • Schrijver-landbouwer inspireert jongeren
  • André
  • André Demedtsjaar, van de Leie tot Zuid-Afrika
  • 2012 Herdenkingsjaar André Demedts
  • Het André Demedtsmuseum in een nieuw jasje
  • Vernieuwd André Demedtshuis krijgt educatieve invulling
  • Afscheid Hilde Demedts
  • Voor Hilde
  • In Memoriam Hilde Demedts
  • Scheepstrekkers in werk André Demedts
  • 40e André Demedtsprijs voor EUVO (Europa der Volkeren)
  • Georges Leroy (1930-1977)
  • juryverslag Demedtsprijs 2008
  • De Taalkoffer ontvangt 39e André Demedtsprijs
  • 38e André Demedtsprijs voor De Boekenbende
  • Overzicht André Demedtsjaar in feestnummer KFV-Mededelingen
  • Met André Demedts uit in West-Vlaanderen
  • 100 jaar geleden publiceerde Streuvels '˜De Vlaschaard'
  • André Demedts over het tijdsbeeld van priester Adolf Daens
  • Bij het begin van het Daensjaar!
  • André Demedts als mentor en mens
  • Vlaams mag weer!
  • Felicitaties van Minister Anciaux
    Laatste commentaren
  • mevrouw (Sabine Leroy)
        op Georges Leroy (1930-1977)
  • herinnering (bernard)
        op Recente getuigenis van zijn weduwe Germaine Ide
  • kloosterzuster-verpleegkundige (josee jansen)
        op Witte kerstmis
  • Kerstgedicht van André Demedts (Annie Tanghe)
        op Witte kerstmis
  • Vernieuwing André Demedtsmuseum (Bert De Smet)
        op Vernieuwd André Demedtshuis krijgt educatieve invulling
  • Foto
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    U kunt nog steeds meewerken met dit blog door het doorsturen van uw herinneringen of getuigenisssen over André Demedts.

    boeiend
  • Gezelle
  • Streuvels
  • Demedtshuis
  • Demedtsjaar 2012
  • Wido pedia
  • Timmermans
  • Boon
  • KFV
  • Luc Verbeke
  • e-Waregem
    André Demedtsjaar 2006
    Over veelzijdige persoonlijkheid van André Demedts
    We willen hier een archief aanleggen over André Demedts. Uw bijdrage en/of informatie over de veelzijdige activiteiten van André Demedts is hierbij van harte welkom...
    07-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.47ste André Demedtsprijs voor Sigiswald Kuijken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Sigiswald Kuijken is de 47ste laureaat van de André Demedtsprijs, een onderscheiding die de Kortrijkse Marnixringen Broel en Kleikop om de twee jaar uitreiken aan een persoon of vereniging die zich op een opmerkelijke manier verdienstelijk heeft gemaakt voor Vlaanderen en de Nederlandse taal en cultuur, en zo in de voetsporen treedt van schrijver André Demedts naar wie de prijs is genoemd.

    %%%FOTO1%%%  Foto: Kortrijk Kleikop

    Sigiswald Kuijken is oprichter en bezieler van het barokorkest La Petite Bande en muzikant met wereldfaam. Zijn tomeloze inzet en enthousiasme blijven muzikanten en muziekliefhebbers wereldwijd inspireren.

    Na zijn Latijns-Griekse humaniora aan het Koninklijk Atheneum in Brugge en studie viool aan de Brugse Muziekacademie, trok hij naar het Conservatorium in Brussel, waar hij in 1964 afstudeerde.

    Van 1964 tot 1972 was hij samen met o.m. zijn broer en cellist Wieland lid van het Alarius-ensemble. Hij werkte samen met de toenmalige specialisten in de zoektocht naar de authentieke uitvoering van de barokmuziek, zoals Gustav Leonhardt, Frans Brüggen, Anner Bylsma en Robert Kohnen.

    Door zelfstudie verdiepte hij zich in de bouw en speeltechnieken van oude instrumenten.

    In 1972 richtte hij samen met Gustav Leonhardt het barokorkest La Petite Bande op, waarmee ze talloze opnames en tientallen concertreizen maakten door Europa, Japan, Noord- en Zuid-Amerika en Australië. Tussen 2005 en 2012 bracht het ensemble onder zijn leiding een 17-delige cd-reeks Cantates van Bach uit bij Accent.

    Hij was leraar barokviool aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en het Koninklijk Muziekconservatorium in Brussel. Hij was ook een veelgevraagd gastdocent in onder meer Londen (Royal College of Music), Salamanca (Universiteit van Salamanca) en Leipzig (Musikhochschule).

    De uitreiking van de 47ste André Demedtsprijs vond plaats op donderdag 7 december 2023 in de Concertstudio aan het Conservatoriumplein in Kortrijk.

    07-12-2023 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    24-06-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedtshuis viert 40 jaar Cultuur- en Kunstencentrum

    In het weekend van 1 en 2 juli viert het André Demedtshuis zijn 40-jarig bestaan!  André Demedts is niet alleen ereburger van Wielsbeke, maar ook van Waregem en Kortrijk. Het Cultuur- en Kunstencentrum in Demedts zijn geboortedorp Sint-Baafs-Vijve presenteert op zondag 2 juli om 10 u. de performance van Bart Moeyaert in OC Den Aert en wat later om 17 u. de muzikale vertelling van Martine Tanghe. Zaterdag 1 juli opent in het Demedtshuis ook de zomerse fototentoonstelling ‘Lost and Found’ met drie fotografen op zoek naar afgelegen plaatsen waar de natuur geruisloos terug overneemt.

    Naar aanleiding van 40 jaar André Demedtshuis staan er de eerste 2 weekends van juli tal van activiteiten op het programma. Zaterdag 1 juli om 15 u. krijgen we de vernissage van de Zomer van de Fotografie  ‘LOST AND FOUND’, die tot en met zondag 27 augustus dagelijks gratis toegankelijk is van 14 tot 19 u. in het Demedtshuis, Sint-Bavostraat 19 achter de kerk te Sint-Baafs-Vijve. Zomerse fototentoonstellingen zijn ondertussen een traditie geworden. Deze keer staat urbex fotografie in de kijker. 3 fotografen trokken er op uit, op zoek naar afgelegen plaatsen waar de natuur het geruisloos terug overneemt. Zo vonden ze unieke creaties van vervallen schoonheid en vergeten grandeur in België. Na je bezoek kan je genieten van een drankje op het zomerterras, met prachtig zicht op de Oude Leie-arm.

    Uur cultuur met Bart Moeyaert

    Zondag 2 juli om 10 u. is Bart Moeyaert te gast in OC Den Aert in de onmiddellijke buurt van het Demedtshuis. De boeken, het toneel en de gedichten van Bart Moeyaert zijn sinds zijn debuut in 1983 door lezers van alle leeftijden ontdekt. In 2019 won hij de prestigieuze Astrid Lindgren Memorial Award”, de officieuze Nobelprijs voor jeugdliteratuur. In dit ‘Een Uur Cultuur’ legt de auteur zijn schrijversziel bloot. Zijn lezing heeft het jaar 1939 als beginpunt en eindigt op de dag van de lezing zelf. Geen klassieke lezing dus, maar eerder een performance. Met als toetje een vragenronde.

    Muzikale vertelling met Martine Tanghe & Oxalys

    Zondag 2 juli om 17 u. komt in de reeks koffieconcerten in de Sint-Bavokerk Martine Tanghe lezen uit Morris, een verhaal van Bart Moeyaert, op muziek van Koen Brandt, gebracht door het ensemble Oxalys. Het verhaal gaat over een jongetje dat door niet nader genoemde ‘verdrietige dingen’ inwoont bij zijn oma en haar hond, Houdini. Het verhaal is meeslepend en wordt gebracht met een uitstekend gevoel voor timing en in het onberispelijke Nederlands dat we van Martine Tanghe gewend zijn.

    Dit concert is geschikt voor kinderen vanaf 8 jaar. ‘Morris is een eenvoudige, maar ontroerende vertelling, met sprekende muziek die ook kinderen zal aanspreken. En Martine Tanghe is – dat verbaast wellicht niemand – hiervoor de geknipte vertelstem. Heel blij dat u weer bij ons was, Martine’. (**** - Het Nieuwsblad)

    Rondleidingen

    Zaterdag 8 en zondag 9 juli om 14 u. zijn er museumrondleidingen in het André Demedtshuis. Tijdens deze rondleiding met gids aan het André Demedtshuis en omgeving kom je niet alleen meer te weten over het leven en werk van André Demedts, maar ook over zijn belang voor het Vlaams gedachtengoed, zijn rol als cultuurmentor of als brugfiguur tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika. Verwacht je daarnaast ook aan een aantal verrassende anekdotes! André Demedtshuis vzw Sint-Bavostraat 19 – 8710 Sint-Baafs-Vijve www.andredemedts.be – info@andredemedts.be Info en tickets : www.andredemedts.be

    Historiek en werking

    In september 1983 werd het André Demedtshuis officieel geopend door verschillende ministers, vertegenwoordigers uit het culturele leven in Vlaanderen en André Demedts zelf, wiens naam dit kunst- en cultuurcentrum draagt. Met haar unieke ligging aan de Oude Leiearm is het André Demedtshuis niet alleen een oase van rust en maar ook een ideale ontmoetingsplek voor cultuurliefhebbers, jong of oud. Bij aanvang werden voornamelijk maandelijks tentoonstellingen georganiseerd. Tot op heden hebben zo meer dan 400 kunstenaars hun werken aan het ruime publiek kunnen voorstellen. Sinds 2011 wordt in de zomermaanden gefocust op fotografie onder de noemer ‘Zomer van fotografie’. Gerenommeerde fotografen als Michiel Hendryckx, Lieve Blancquaert en Bieke Depoorter passeerden reeds de revue. Tijdens deze maanden is ook het fel gesmaakte zomerterras geopend.

    In 2000 werd aan de werking een luik koffieconcerten toegevoegd: klassieke muziek, 4 maal per jaar, in de stemmige Sint Bavokerk te Sint-Baafs-Vijve. Sinds een 3-tal jaar werkt het André Demedtshuis hiervoor nu ook samen met CC De Schakel uit Waregem. Uiteraard mocht ook literatuur niet ontbreken in ons aanbod. Zo organiseren wij nu geregeld ‘Een uur cultuur’, culturele aperitiefgesprekken op zondagmorgen waarbij een gekende auteur en een moderator een boeiende babbel houden over literatuur en andere thema's. Een andere belangrijk pijler in onze werking is het André Demedtsmuseum, waarmee we het werk en gedachtegoed van André Demedts in ere willen houden. Naast een overzicht van zijn werken, kan de bezoeker aan de hand van beeld- en geluidsfragmenten in detail kennis maken met de figuur van schrijver en cultuurpromotor André Demedts.

    André Demedtshuis – Sint-Bavostraat 19 – 8710 Sint-Baafs-Vijve

    info@andredemedts.be  – www.andredemedts.be  

    24-06-2023 om 21:52 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    13-06-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heemdag rond André Demedts

    30 jaar na zijn overlijden stond André Demedts centraal tijdens provinciale Heemdag, die vorige zaterdag doorging in Wielsbeke. Juliaan Claerhoutkring heeft de jaarlijkse studie- en ontmoetingsdag voor leden van de West-Vlaamse heemkringen opgebouwd rond het thema van Het Land van André Demedts. Het voormiddagprogramma in Eventhal van OC Leieland Ooigem omvatte onder meer een lezing door Frans Destoop over het leven en werk van André Demedts en een film over de André Demedtsroute en het Land van Demedts. ’s Namiddags ging de poëzie-wandeling met start aan de kerk in Sint-Baafs-Vijve onder meer langs de graf van André Demedts, het André Demedtshuis en het vlasbedrijf Declercq . Linda Dujardin droeg voor uit het werk van André Demedts. Voor de gelegenheid was ook de familie Demedts te gast in Wielsbeke.

    Wielsbeke is ereburger André Demedts nog niet vergeten. Zijn werken als schrijver-dichter en zijn invloed als cultuurpromotor kunnen de heemkundigen zeker nog boeien. In het werk van Demedts vinden ze een betrouwbare beschrijving van het landelijke leven in Vlaanderen van een eeuw en langer geleden. Ter illustratie dat in het werk van André Demedts ook stof ligt voor heemkundige en historische navorsers, vond ik op mijn zoektocht naar het fenomeen scheepstrekkers langs de Leie en kanaal zelf verschillende vermeldingen in het werk van Demedts ( http://blog.seniorennet.be/adjaar/archief.php?ID=719581 ).

    In een tweede lezing had Brecht Demasure het over ‘Vlas als motor, Socio-economische geschiedenis van Z.-W.-Vlaanderen en Wielsbeke in het bijzonder (1850-2022). André Demedts zou daar boeiend naar geluisterd hebben, want zijn interesse voor zelfde thema bleek veelvuldig bij zijn vele optredens en programmatie van radio Kortrijk, waar hij zijn beroepsloopbaan eindigde.

    De Kalle

    De heemdag begon verrassend met een video-onderbreking, waarbij Focus-WTV-anker Caroline Verstraete ons naar een drenkeling in Wielsbeke bracht. Het bleek een montage te zijn van de Kallegasten, destijds op voorzet van André Demedts zo genoemd naar zijn verhaal over Kalle, die met haar zoetgevooisde stem jongelingen aantrok. Het verhaal speelde zich af in het rimpeloze water van de Kalle-bak-mij-een-wafel-put, waarin een watermin sedert twee eeuwen bruiloft vierde met een jonge paardengeleider, die zij bij zich gelokt had… (uit De dag voor gisteren, p.11).

    Frans Destoop is goed vertrouwd met het werk en het land van André Demedts. Het literaire werk van André Demedt was trouwens ook het thema van zijn thesiswerk als germanist. Zelf bracht Fans Destoop zijn jeugd door in Sint-Eloois-Vijve, aan de andere kant van de Leie. In zijn lezing belichte Destoop de figuur van de schrijver-dichter-cultuurpromotor-bekende Vlaming en ging daarbij de twistpunten niet uit de weg. “Hij is steeds te voorzichtig gebleven over de figuur van Cyriel Verschaeve. Het was wel Verschaeve, die hem als dichter opmerkte. Op tweede kerstdag, de enige dag waarop niet gewerkt werd op de boerderij, bracht Demedts een bezoek aan de kapelaan van Alveringem.”

    André was de oudste zoon van Maurits Demedts. Uit dertien bevallingen hield moeder Celesta Vandenhende slechts vier kinderen over: drie zonen en één dochter, de latere dichteres Gabriëlle. Vader Maurits was een ontwikkelde boer met literaire interesse. André had een eerder zwakke gezondheid en werd gepest in de lagere school in Wakken. Op voorstel van zijn oom Dr Leestmans volgde lager secundair onderwijs aan het Sint-Lievenscollege te Gent, waar hij knap student was (laureaat) maar niet aarde en nog handelsafdeling volgde aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk. Grieks-Latijnse was te duur voor de familie. “De familie Demedts was rap aan het verarmen, omdat Maurits geen commerçant was.” Op het college te Kortrijk was hij bevriend met Jozef Devroe, de latere Vlaams-nationalistische volksvertegenwoordiger en Brugs oorlogsburgemeester. In het studentenleesblad ‘Die Cnodse' zag hij in bekend geworden gedichten als ‘Lof van mijn land’ en vooral ‘Vlaanderen' al zijn roeping om zich geheel in te zetten voor de Vlaamse zaak.

    socio-culturele roeping 

    In huis was er veel interesse voor cultuur. Demedts las tijdschriften als Ter Waarheid (1921-1924 van Joris Van Severen uit Wakken), Europe, Nouvel Litérature, De Standaard, Dietsche Warande en Belfort, … Op 18-jarige leeftijd verschijnt zijn eerste gepubliceerd gedicht in het tijdschrift “Pogen" van Wies Moens : Gebed voor Lenin". Het is een verdedigingsgedicht, een gebed voor het zieleheil van “een zoon van 't langverdrukte volk" (Pogen, 2e Jg. nr. 3, maart 1924). Van nature neemt Demedts het op voor de verdrukten. In zijn jeugd was hij kajotterleider, voorzitter van het verbond Tielt. De kajotters waren zowat de enige beweging waar aan cultuur werd gedaan. Hij was gevoelsmatig Vlaams gezind. Het zat in hem, maar heeft zich niet politiek geëngageerd. Hoewel steeds voorzichtig in zijn optreden, was zijn streven naar Vlaamse zelfstandigheid steeds duidelijk aanwezig. Zijn dochter Hilde werd wel CVP-schepen in Kortrijk, trouwens als collega toen van Frans Destoop. Naar verluidt was Hilde Demedts als schepen van financiën niet altijd bereidwillig met fondsen voor de projecten van Frans…

    Na 17 jaar als ongelukkige boer op de ouderlijke hoeve De Elsbos kon André Demedts in 1937 als selfmade leraar Nederlands aan de slag aan het Vrij Hogere Handelsschool H. Hart te Waregem. De directies hadden toen meer vrijheid en na een bekwaamheidsproef voor een examencommissie kon hij les geven als gegradueerde handelswetenschappen. Ook Berten Declerck werd op die manier leraar. Demedts werd een zeer gewaardeerd leraar met veel gezag. Hij was een bezielend mens en kon goed spreken in het beschaafd nederlands van zijn geboortedorp Sint-Baafs-Vijve. Op speciaal verzoek van directeur-generaal Jan Boon aanvaardde Demedts in december 1949 de benoeming tot diensthoofd van de gewestelijke omroep West-Vlaanderen van de toenmalige NIR, later BRT. In 1938 huwde hij met de tien jaar jongere regentes en landbouwersdochter Germaine Ide. Ze kregen vier kinderen: Mieke (°1939), Maurits (°1941), Dirk (°1944) en Hilde (°1947- †2011).

    Hij richtte onder meer het Komitee voor Frans-Vlaanderen op (1947), stond aan de wieg van Ons Erfdeel (1957), Kunsttijdschrift Vlaanderen (1952) en het Festival van Vlaanderen (1972).Demedts ijverde voor de culturele integratie van Vlamingen, Nederlanders, Frans-Vlamingen en Zuid-Afrikanen. Hij gaf honderden voordrachten over het ganse land voor Davidsfonds en andere organisaties. Hij sprak daarbij met bezieling, peinzend-improviserend.

    André Demedts publiceerde 75 serieuze werken, pitbulls. De lijst telt 8 poëziebundels, 28 proza, 22 essays-monografieën, 5 jeugdboeken, 2 toneelwerken, 3 bloemlezingen, … Er kan nauwelijks aan getwijfeld worden dat ‘De Levenden en de Doden’(1959) van al zijn romans inhoudelijk het zwaarst weegt. Nederlandse lezers van Demedts werken hebben kritiek op beheersing van het Nederlands en gebrek aan stilistisch vermogen. Maar André Demedts wil vertellen en de taal is minder zijn zorg, veeleer de inhoud.

    Het meest frisse boek blijft in de ogen van Frans Destoop ‘Nog Lange Tijd’ (1961. Hetzelfde verhaal wordt afwisselend vanuit meerdere personages verteld en dat spreekt nog altijd aan. Het is volgens Frans ook het boek dat in het soepelste Nederlands geschreven is van al zijn romans. Het is goed gecomponeerd, aangenaam geschreven, mooi en waarachtig.

    Bijdrage 2006 Frans Destoop http://blog.seniorennet.be/adjaar/archief.php?ID=107

    Demedts als romanschrijver http://blog.seniorennet.be/adjaar/archief.php?ID=85

    Heemdag  https://photos.app.goo.gl/Lo3pJi12vseEWevh6

    13-06-2022 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    02-12-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.46e André Demedtsprijs voor Tinneke Beeckman
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De Kortrijkse Marnixringen Broel en Kleikop hebben de 46e André Demedtsprijs uitgereikt aan Tinneke Beeckman.  De tweejaarlijkse André Demedtsprijs wordt toegekend aan een persoon of vereniging die zich verdienstelijk maakt voor Vlaanderen en de Nederlandse taal en cultuur en zo in de voetsporen treedt van schrijver en Vlaams cultuurpromotor André Demedts, naar wie de prijs is genoemd.

    Tinneke Beeckman (°Antwerpen, 1 januari 1976) is een Vlaamse filosofe, docente, columniste (o.m. in De Standaard) en opiniemaakster (onlangs nog in De Afspraak op Canvas). Ze geeft lezingen rond de thema’s van de drie boeken die ze al schreef: Door Spinoza’s lens uit 2012, Macht en Onmacht – Een verkenning van de hedendaagse aanslag op de Verlichting uit 2015 en Machiavelli’s lef – Levensfilosofie voor de vrije mens uit 2018. Haar levenslessen gaan over de relatie tussen politiek, economie en filosofie.

    Beeckman was kernlid van de Gravensteengroep, is redactielid van het tijdschrift Streven en is medevoorzitter van het Vlaams-Nederlands Forum voor Filosofie.

    Gastspreker op de uitreiking was classicus, schrijver en publicist Luc Devoldere. De talentvolle Nederlandse zangeres Iris Penning verzorgde enkele muzikale intermezzi in de stadsschouwburg in Kortrijk. De André Demedtsprijs is genoemd naar wijlen de gelijknamige Vlaamse schrijver uit Sint-Baafs-Vijve.

    Luc Devoldere, classicus, schrijver, publicist en voormalig hoofdredacteur en afgevaardigd bestuurder van Ons Erfdeel hield de laudatio in de vorm van een causerie met als titel: Het lef van Spinoza, Machiavelli en Beeckman.De muzikale intermezzi werden verzorgd door Iris Penning, een talentvolle Nederlandse zangeres en winnares van de Nekka-wedstrijd editie 2019.

    02-12-2021 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    26-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afscheid aan Gaston Durnez

    Vrijdag 22 november 2019 overleed te Lier Gaston Durnez, een gelauwerd schrijver en dichter en oud-journalist van De Standaard. Hij werd 91 jaar oud. We kunnen Gaston Durnez een geestesgenoot en vriend noemen van André Demedts. In 1986 ontving hij de Demedtsprijs. In dit blog n.a.v. het André Demedtsjaar in 2006 zijn trouwens ook een paar bijdragen van hem verschenen. 

    Hun pad vertoont wel enkele gelijkenissen. Gaston Durnez was als zevende zoon in een arm arbeidersgezin voorbestemd voor de fabriek, in het beste geval een ambacht. Demedts was als oudste zoon van oud langbouwgeslacht voorbestemd voor het landbouwwerk. Maar in de bittere oorlogsjaren van hun jeugd was er die vreemde drang om te schrijven en te dichten. 

    Durnez won opstelwedstrijden, kon een opleiding tot stenotypist volgen en raakte op 16-jarige leeftijd als loopjongen binnen bij De Nieuwe Standaard. Het begin van een carrière van meer dan zeventig jaar, waarvan een halve eeuw bij de krant. Demedts volgde de literatuur en publiceerde gedichten. Een schoolhoofd haalde hem uit zijn hard boerenleven om leraar te worden aan het college te Waregem. Later werd hij geroepen naar de gewestelijke radio-omroep te Kortrijk. 

    Durnez en Demedts putten kracht en inspiratie uit de sociale actie van de kajotters, de katholieke arbeidersjeugd en haar charismatische voorman, de latere kardinaal Jozef Cardijn. Die prentte arbeiderskinderen in dat ze zich vooral niet minderwaardig moesten voelen, dat ze net zoveel waard waren als om het even wie. Beiden hebben altijd dat inzicht, die roeping van kajotters blijven uitdragen en nooit vergeten dat zij een leidende rol hadden te spelen. 

    Beiden werden zeer bedrijvige literatoren in diverse literaire genres. Niet minder omvangrijk was het werk, die ze voor en achter de schermen van de culturele wereld presteerden, niet het minst in de sociale sector. Regelmatig kruiste hun pad bij publicaties, literaire bijeenkomsten, voordrachten. Beiden waren ook vriend van ondermeer L.P. Boon. 

    In een bijdrage voor dit blog noemde Gaston Durnez Demedts ‘de biechtvader van velen’ : “Ik lees nog vaak in zijn verzenboeken vol mannelijke melancholie en christelijke levensaanvaarding-ondanks-alles. Toch, als ik aan hem denk, zie ik hem altijd eerst als de ‘biechtvader’ van velen. Wie raad of troost nodig had, kon bij hem terecht. Hij luisterde en gaf bedachtzaam in enkele zinnen zijn mening. Zo was hij ook als inspirator voor menig initiatief.” 

    “In de loop der jaren kreeg hij enkele mooie literaire onderscheidingen en werd hij tot lid van de Academie gekozen. Toen hij al 84 was en ziek, ontving hij zijn belangrijkste lauwerkrans: de staatsprijs voor een schrijverscarrière. Het is niet niks, maar alleen al als voorman en inspirator uit de tijd van voor de Vlaamse culturele zelfstandigheid had Demedts meer verdiend. Ik kan mij er nog altijd in opwinden dat Leuven zijn invloedrijke houding in de strijd om de splitsing van de universiteit is vergeten. Onder meer daarom had hij later, bij de eindelijk Vlaamse universiteit, als een van de eersten in aanmerking moeten komen voor een eredoctoraat. Jammer dat dit niet kan worden hersteld. Of is het mogelijk iemand postuum doctor honoris causa te maken?” 

    “Een van mijn ontroerendste herinneringen aan die vaderlijke man heeft te maken met onze samenwerking. Op een mooie dag, in de sterke jaren van De (oude) Standaard, mocht ik hem vragen, of hij kronieken wilde schrijven voor De Standaard der Letteren. Hij aanvaardde onvoorwaardelijk, zonder naar een honorarium te informeren. Er was geen trouwer en stipter medewerker dan hij. Precies op de afgesproken datum lag ’s morgens zijn keurig getikte bijdrage op de redactietafel. Over zijn inzicht en oordeel kon natuurlijk worden gediscussieerd, maar altijd toonde hij eerbied voor het gepresteerde werk en liet hij de besproken kunstenaar in zijn waarde. Later, in de grote crisis van de dagbladonderneming, in 1976, trad hij zonder aarzelen toe tot de kring van beschermheren die de principes van een christelijke, democratische, Vlaamsgezinde krant wilden helpen waarborgen. Zij hebben de evolutie niet kunnen tegenhouden, maar dat heeft de zieke Demedts niet meer echt gezien.”

    In 1953 maakte Durnez de overstap van De Nieuwe Gids naar De Standaard/Het Nieuwsblad, waar hij tot zijn pensioen in 1992 zou blijven, toen als cultuurredacteur. Even had hij de krant verlaten, in de late jaren zestig, toen hij voor Nederlandse katholieke bladen en Het Volk werkte, adviseur was bij de Lierse uitgeverij Van In en even ook hoofdredacteur van Knack, al zou het weekblad nooit onder zijn leiding verschijnen.

    Durnez won in 1957 de eerste Vlaamse Persprijs met de reeks ‘Mannen met zwarte gezichten’ over de mijnwerkers in Marcinelle, die het jaar voordien werd gepubliceerd. Hij daalde mee af in de mijnen en legde er de miserabele toestand bloot. Hij schreef ook tientallen boeken, waaronder gedichtenbundels en kinderboeken. Hij ontving tientallen culturele prijzen voor filmscenario (Antwerpen 1960), chanson (Wemmel 1962), persprijs Frans Thielen (Davidsfonds 1964), filmcommentaar (Antwerpen 1968), prijs provincie Antwerpen 1969 (dichtenbundel Sire), Prijs Humoristisch gedicht (Heist 1969), Orde Vlaamse Leeuw (1974 initiatiefnemer Encyclopedie Vlaamse Beweging), Ridder vanOranje-Nassau 1985, Prijs provincie Antwerpen (Standaard, Het levensverhaal van een Vlaamse krant van 1948 tot de VUM”, Lannoo, 1993), Frans Drijversprijs (2002 als “Verdienstelijk werker voor Vlaanderen”), Prijs provincie West-Vlaanderen 2002 voor essay en monografie (“Felix Timmermans. Een biografie”, Lannoo, 2000), … Zijn laatste boek “Een mens is maar een wandelaar”, met 29 portretten van opmerkelijke mensen zoals André Demedts die zijn pad hebben gekruist, verscheen in 2018. Datzelfde jaar werd Durnez ook op voordracht van toenmalig minister-president Geert Bourgeois onderscheiden met het Ereteken van de Vlaamse gemeenschap.

    Gaston Durnez bleef columnist bij De Standaard tot 1999, nadien nog van de weekbladen De Bond en Tertio. Hij was buitendien bedrijvig als tekstschrijver voor radiocabaret, als tv-medewerker (panellid voor taalspelletjes, literair interviewer) en filmscenarist  (“De Witte van Sichem”). Hij was tevens stichter en redacteur van De Bladen voor de Grafiek (1969) die een vijftiental jaar hebben bestaan. Van 1965 tot 2000 was hij redacteur van het algemeen culturele tijdschrift Ons Erfdeel en zijn Franstalige zusterblad Septentrion. Hij was één van de stichters van het Felix Timmermans-Genootschap (1972).

    Durnez was ook een spitse, betrokken en immer geestige observator van het menselijke bestaan. Hij schreef humoristische, vaak op gevatte woordspelingen drijvende absurde poëzie en gaf mee gestalte aan de traditie van het cursiefje. Dat alles, letterlijk, tot op zijn sterfbed.

    Gaston Durnez laat een echtgenote en acht kinderen na. Plus, zei de familieman in hem in een bekend interview, “al die kleinkinderen en achterkleinkinderen’, die mee op zijn begrafenisprentje moeten. ‘Dat zal het dikste gedachtenisprentje zijn dat je ooit hebt gezien!”

    http://blog.seniorennet.be/adjaar/archief.php?ID=53

    26-11-2019 om 15:31 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    21-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.45e Demedtsprijs voor Dirk Vyncke
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op 21 november werd in het Kortrijkse stadhuis voor de 45ste keer de André Demedtsprijs uitgereikt door de Marnixringen Kortrijk Broel en Kleikop. Deze prijs wordt sedert 1970 eerst jaarlijks en sedert 2009 tweejaarlijks uitgereikt aan een persoon of vereniging omwille van zijn verdienste voor Vlaanderen, in de voetsporen van André Demedts

    André Demedts was een belangrijk Vlaams schrijver-dichter, cultuurpromotor en inspirator voor flink wat Vlaams-Nederlandse literatuurorganisaties. Met de tweejaarlijkse André Demedtsprijs gaan de Kortrijkse Marnixkringen verder en wordt de prijs uitgereikt aan een Vlaming die bijgedragen heeft tot de uitstraling van Vlaanderen in het algemeen.

    De afgelopen jaren werd deze prijs toegekend aan Jan Verheyen (2011), Karel Van Eetveld (2013), Etienne Vermeersch (2015) en Dirk Brossé (2017).  Dit jaar wordt gaan ze voor het ondernemerschap van een overtuigde Vlaming uit eigen streek: de uit Harelbeke afkomstige Dirk Vyncke van het gelijkaardige bedrijf Vyncke.

    Ooit begon het bedrijf Vyncke als een smidse gespecialiseerd in het bouwen van stoomketels voor de vlasindustrie rond de Golden River Leie en inmiddels geëvolueerd tot een wereldspeler op vlak van de productie van energie op basis van de verbranding van afval.

    Met het doorzettingsvermogen van de Vlaamse ondernemer “pur sang” heeft hij menige crisissen overwonnen. Denken we maar aan de oliecrisis begin jaren ’70 van de vorige eeuw, voor Dirk het sein om, bij wijze van spreken, wereldwijd het vuur aan te jagen, via alternatieve hernieuwbare energiebronnen. Vanuit Harelbeke, zocht en vond hij opportuniteiten in Europa, Azië en Zuid Amerika.

    Onder het motto “Jeunen en tsjoolen” (kan het Zuid West-Vlaamser ?) en de Chinese spreuken Sheng Yi, wat staat voor “dromen waarmaken” en Wei Ji _“in crisis staat een mens in zijn volle kracht” vond en vindt Dirk zijn energie om de bedrijfswaarden dagdagelijks na te streven.

    http://www.andredemedts.be/nl/andre-demedtsprijs-56.htm

    21-11-2019 om 14:49 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    02-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit Het Kerkhof van André Demedts
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op 1 november moedigt vzw Reveil sedert enkele jaren artiesten en verhalenvertellers overal in Vlaanderen aan een warme gloed brengen op de kille begraafplaatsen. Dit jaar streek het initiatief al neer op 115 begraafplaatsen, verspreid over de vijf Vlaamse provincies. Een daarvan was de begraafplaats Olm in Waregem in organisatie van de plaatselijke Statievrienden met steun van de Muziekacademie. Reveil werd de vorige jaren trouwens ook gehouden op het kerkhof in Sint-Baafs-Vijve, waar André Demedts zijn laatste rustplaats heeft.

    Naast plaatselijke verhalen en stemmige klarinetklanken, klonken ook de troostende woorden uit de  poëzie van André Demedts. Uit zijn bundel Schemeravond met mijmerende reflecties over leven en dood, kozen de Statievrienden het gedicht met de toepasselijke titel Het Kerkhof. Hun meest kunstzinnige bestuurslid Mya Verleye bracht hieruit de 3e, 6e en 7e strofe.

    Daar slapen zij, nooit uitgedroomd

    Meer en vermengd met de grond,

    Zoals zij in mij verenigd zijn.

    Niemand en niets kan ons nog scheiden,

    Als alles en allen uiteen zouden gaan,

    Blijven wij één, als het meel in het graan,

    Zo ondeelbaar te zamen, als de druif in de wijn.

     

    Wat is ervan terecht gekomen?

    Een gemeenzaam bezit was het leven,

    Maar de dood heeft ieder alleen doorstaan,

    Jong of oud, recht of krom, al om ’t even,

    En wat sterven is, gestorven zijn,

    Begraven, verzwonden, van zichzelf ontdaan,

    Als dat het geluk is, moet het ieder alleen

    Voor zichzelf ondergaan.

     

    Bloemen leiden ons af,

    Een kerkhof moest anders niet zijn

    Dan een steppe, met wiegelend gras

    En, onder die deken,

    Een graf naast een graf.

    Wat heeft het geluk nog meer nodig

    Dan de stilte die, vóór het bestaan

    Al, er ook was?

    02-11-2019 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    12-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedts inspireert voor 11-julitoespraak
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op de officiële 11 juliviering in de Raadszaal van het stadhuis in Waregem mocht cultuurraadvoorzitter Bert De Smet ruim 150 aanwezigen verwelkomen in de raadszaal van het stadhuis. Hij liet zich voor zijn eerste 11-juli-toespraak in Waregem inspireren door ereburger André Demedts. 

    “Lof zij het land waar ik geboren ben

    en ook zal sterven naar Gods wil.

    Hier groeit geen boom,

    hier ligt geen steen,

    die ik niet ken.”

     

    “Ik wil u graag hartelijk welkom heten op deze 11 juliviering van de Cultuurraad. En hoe kan dat beter dan met de prachtige openingsverzen van het gedicht Lof van mijn land van André Demedts? Ik heb – en dat mag u gerust weten – een grote bewondering voor schrijver-dichter, cultuurpromotor en Waregems ereburger André Demedts. Ik ben dan wel een geheelonthouder, ook als het op religie aankomt, maar de christelijk geïnspireerde woorden van Demedts grijpen mij toch telkens aan. Ik word er altijd een beetje stil van. Het vat het wat mij betreft eigenlijk gewoon helemaal samen. Als ik in mijn en Demedts’ geboortedorp Sint-Baafs-Vijve of in mijn huidige woonplek Waregem stap of trap, dan groeit daar geen boom, dan ligt daar geen steen, die ik niet ken.

    Wat Demedts beschrijft is voor mij de essentie van een identiteit. En zo ook van 11 juli. Het is ergens thuis zijn. Zich ergens mee verbonden voelen. Iets als van zichzelf beschouwen. En alle gekheid op een stokje. Uiteraard ken ik niet alle bomen en stenen in Sint-Baafs-Vijve en Waregem. Maar Demedts weet wel het gevoel van ergens thuis zijn heel erg treffend te omschrijven.

    Zich verbonden voelen met een lokale, regionale, nationale entiteit en identiteit is belangrijk en waardevol. Maar moet tegelijk ook met de nodige bedachtzaamheid benaderd worden. We mogen ons verbonden voelen. We mogen trots zijn. Maar we mogen niet vergeten dat een gemeenschap dynamisch is. Waarden, gewoontes, tradities, talen, culturen, ze evolueren allemaal. Een samenleving leeft. Ze verandert. Ze past zich aan. Maar daar hebben we het vaak moeilijk mee. We koesteren het liever door het onder een stolp te steken zodat er zeker niets kan aan veranderen. En dat is ergens te begrijpen. We zoeken een houvast die ons zekerheid in de onzekerheid biedt.

    Alleen, we kunnen de vooruitgang niet tegenhouden. Waarom zouden we ook? Dat Vlaanderen in het verre en minder verre verleden kon excelleren. Dat Vlaanderen zich kon onderscheiden. Dat Vlaanderen zich zo snel kon ontwikkelen. Dat was alleen maar mogelijk door de grote dynamiek en vooruitstrevendheid die het aan de dag legde. Het is geen toeval dat Vlaanderen in flink wat zaken pionier was of is. Dat Vlaanderen stoutmoedigheid getoond heeft. Denk daarbij aan de verregaande stedelijke autonomie in tijden dat dit verre van evident was. Aan de gedurfde economische ontwikkelingen. Aan de religieuze hervormingen. Aan de wetenschappelijke ontdekkingen. Aan de industriële en technologische innovaties. Maar evengoed en zeker ook aan de culturele omwentelingen. Die kwamen er allemaal niet zomaar. Die kwamen er door de openheid, de diversiteit en de aanpasbaarheid van de Vlaamse gemeenschap.

    André Demedts was vaak – en ik zeg dat met het grootste respect – een nostalgische mijmeraar. Toch begreep hij als geen ander de relativiteit van de verbondenheid met een entiteit of identiteit. En ik citeer hierbij de laatste verzen van zijn gedicht Lof van mijn land:

    “Alleen maar om een andere in mij,

    die zich aan land noch lucht gewent,

    en altijd voort aan ’t vragen blijft

    of er niet nog een ander land bestaat,

    dat hij veel beter kent.”

     

    Alleen, beste vrienden, lijkt die relativiteit een beetje verdwenen. Het lijkt wel alsof Vlaanderen zich op zichzelf terugplooit. En dat is bijzonder jammer, want dat is niet alleen een gebrek aan strijdlust, het gaat ook compleet voorbij aan de échte identiteit van de Vlaming, met name: open en ondernemend. We moeten onszelf niet verloochenen. Laat staan batjes organiseren, ook al is het die tijd van het jaar. Maar ons halsstarrig vastklampen aan wat vaak vergane glorie is. Dat kan toch niet de juiste manier zijn om te streven naar een beter Vlaanderen?

    De recentste verkiezingen zijn volgens sommigen een duidelijk signaal voor meer Vlaanderen. Een autonomer Vlaanderen ook. Alleen gaat het in de discussie over meer autonomie, over meer Vlaanderen, bijna nooit over het hoe en het waarom. Het gaat enkel over het wat. Vlaanderen moet autonomer worden. Punt. Alleen wordt het zo – en vergeef me de stevige uitspraak op een dag als vandaag – bijna een ridicule symbolische strijd. En ik besef als geen ander het belang van zo’n symbolische strijd. Dat is vaak erg waardevol. Maar we moeten ook eerlijk durven toegeven dat het ook vaak gewoon verlamt.

    Het gaat dan immers niet meer over de meerwaarde van die autonomie. Het gaat enkel nog over de symboliek van die autonomie. En laat ons de dingen benoemen zoals ze zijn: meer autonomie voor Vlaanderen is geen doel. Het is een middel. Een middel om het voor de mensen die in Vlaanderen leven beter te maken.

    Van dat Vlaanderen beter maken zien we politiek weinig tegenwoordig. Het politieke schouwspel is meer soap dan hoogstaand theater. Alles lijkt geblokkeerd te zijn. Er komt geen schot in de zaak. Dus hoe moet het nu verder? Onze gastspreker van vanavond, Ivan De Vadder, vertelt ons zo meteen meer over het verdriet van ons land. Want verdriet heeft het, dat is wel duidelijk. Voor wie Ivan De Vadder niet zou kennen, of geen lid is van zijn fanclub: Ivan De Vadder is politiek journalist en verslaggever bij de VRT. Hij analyseert de politieke actualiteit wekelijks in De afspraak op vrijdag en verzorgde ook de verslaggeving over de meest recente verkiezingen. Als er dus iemand meer duiding kan geven over hoe het nu verder moet met ‘ons land’, en ik laat bewust in het midden over welk land dat dan gaat, dan is het wel Ivan De Vadder.

    Beste vrienden, voor ik mijn welkomstwoord afsluit en het woord aan Ivan De Vadder geef, wil ik graag nog kort enkele afsluitende bedenkingen meegeven. Vlaanderen feest vandaag. En dat is écht wel waardevol en belangrijk. Onze Vlaamse feestdag moet een feest zijn, van en voor iedereen. Een feest ook dat niet overschaduwd mag worden door agressieve symboliek, noch pro, noch contra. De Vlaamse feestdag moet een hoogdag zijn waarop Vlaanderen symbool staat voor een open, warme, verdraagzame, sociale, groene, ondernemende en liefst ook positief-tegendraadse samenleving. Een hoogdag ook waarop duidelijk is dat Vlaanderen insluit in plaats van uitsluit en verbindt in plaats van ontbindt.

    Vlaanderen is er voor iedereen die er leeft. Het moet ons streven zijn om Vlaanderen op een warme, uitnodigende, respectvolle en stilaan ook volwassen wijze verder uit te bouwen. Dat is een taak van iedereen die in Vlaanderen woont of werkt. Vlaanderen moet, en daarmee citeer ik afsluitend opnieuw André Demedts, zij het in een andere context dan hij oorspronkelijk bedoelde, maar zijn woorden zijn even goed van toepassing. Vlaanderen moet – en ik citeer – “een ontmoetingsplek zijn waar jonge mensen elkaar ontmoeten, maar waar ook bejaarden komen die mogen spreken en die zeker zullen luisteren. Dat het een symbool moge zijn voor alle mensen, die over alle verschillen heen, toch één en hetzelfde verlangen hebben: een beetje gelukkig zijn.”

    12-07-2019 om 17:36 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    24-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitreiking André Demedtsprijs 2017 aan Dirk Brossé

    Gisterenavond konden we samen met een honderdtal andere genodigden aanwezig zijn in het stadhuis van Kortrijk bij de uitreiking van de André Demedtsprijs aan Vlaams wereldvermaard muziekfenomeen Dirk Brossé. Samen met een tentoonstelling door Davidsfonds in de bibliotheek te Kortrijk kan de uitreiking ook beschouwd worden als herdenking van het cultureel pionierswerk van André Demedts, die 25 jaar geleden overleed.

    De uitreiking gebeurde  met een cultureel hoogstaande academische zitting in de hal naast de gotische zaal van het historische stadhuis.  We konden genieten van de muzikale opluistering door Nathalie Matthys op piano en sopraan Emma Posman, die nadien ook de felicitaties kregen van Dirk Brossé himself.   Hij ontving uit handen van de voorzitters van de twee Kortrijkse Marnixringen Broel en Kleikop een beeld van stripheld Lucky Luke. Lucky Luke is de hoofdpersoon in de gelijknamige Belgische stripreeks, die avonturen beleeft in het Wilde Westen. De strip werd bedacht door de Kortrijkzaan Maurice De Bevere onder het pseudoniem Morris.

    De André Demedtsprijs wordt tweejaarlijks door de Marnixringen Kortrijk Broel en Kortrijk Kleikop uitgereikt aan een persoon of een vereniging die naar de geest en de doelstellingen van de Marnixring Internationale Serviceclub VZW bijzonder veel verdienste heeft verworven en op die manier in de voetsporen treedt van André Demedts, naar wie de prijs werd genoemd. De Marnixring heeft tot doel de Nederlandse taal- en cultuurgemeenschap te dienen door het verspreiden en behartigen van de Nederlandse (muziek)taal en cultuur en door het bevorderen van solidariteit, verstandhouding en vrede door het ideaal van dienstvaardigheid.

    De figuur van Dirk Brossé past met zijn jarenlange culturele verdienste als ambassadeur en uitgangbord van Vlaanderen in de wereld bijzonder goed in dat profiel. Zoals cineast Stijn Coninx in zijn laudatio ook demonstreerde met een indrukwekkende lijst verdiensten en kenmerken van zijn vriend Dirk Brossé. Zijn cv met honderden muzikale meesterwerken, waarvan we er enkele pareltjes als Haiku Cycle te horen kregen, is indrukwekkend. Met tientallen (of waren het er honderd) woorden probeerde de laureaat te kenschetsen van culturele duizendpoot, kunstenaar, creatief, muziek, passie, liefde, moed, trompet, voelen, ernst en humor, harmonieus, muzikaal nederlands, … tot delen in vreugde en verdriet. Hij maakte voor het eerst kennis met Dirk Brossé in 1984 met filmmuziek voor Jean Pierre De Decker, waarvan hij assistent was. Bijzonder goede herinnering heeft hij aan zijn samenwerking bij Cocoflanel, Daens (Academy Award Nomination), Licht, enz. Deze wereldburger straalt ook culturen uit, ambassadeur voor Vlaanderen. Er bestaat volgens Stijn Coninx geen beter profiel ter promotie van de Nederlandstalige (muziek)taal en cultuur, met solidariteit en dienstbetoon, onwaarschijnlijk engagement. Voorwaar een fantastische keuze van de Marnixring Kortrijk.

    Gepassioneerd door muziek werkt hij wereldwijd als dirigent en componist. Componeerde 400 werken, zowel filmmuziek en musicals als concerti, symfonische werken, oratoria, liederen en kamermuziek. Hij dirigeerde bovendien een hele reeks toporkesten in gernomeerde concertzalen over de hele wereld en realiseerde 90 CD-opnames. 

    Laureaat Dirk Brossé dankte de organisatie voor dit eerbetoon. Hij gaat ij Hhet beeldje van Lucky Luke koesteren en het krijgt een ereplaats naast een onlangs aangeschaft Egyptisch masker in zijn woning. Hij blijft zijn passie volgen. De laatste anderhalve maand tourde  hij rond de wereld met een bijzondere herinnering aan zijn optreden in het VN-gebouw in New York, symbolische plek waar men waakt over de vrede in de wereld. De prijs doet hem ongelooflijk veel deugd, erkenning te krijgen bij de mensen van de  eigen cultuur. Hij is er zich van bewust als individu niets te betekenen zonder dat er mensen zijn die in u geloven. Wij hebben mekaar nodig. We kunnen maar openbloeien door het ontmoeten van mensen en de kracht als cultuurgemeenschap. 



    24-11-2017 om 14:58 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    20-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedtsprijs 2017 voor Dirk Brossé

    Op donderdag 23 november reiken de Marnixringen Kortrijk Broel en Kleikop voor de 44ste keer de André Demedtsprijs uit. Deze prijs wordt tweejaarlijks uitgereikt aan een persoon of vereniging omwille van zijn verdienste voor Vlaanderen en dit in de voetsporen van André Demedts.  De eerste Demedtsprijs werd in 1970 uitgereikt aan Luc Verbeke. De laatste winnaars gingen naar Jan Verheyen (2011) (filmregisseur), Karel Van Eetvelt (2013) (Unizo) en Etienne Vermeersch (2015) (fylosoof).

    Dit jaar werd de componist/dirigent Dirk Brossé genomineerd als een bekroning voor zijn jarenlange culturele verdienste als veelzijdig componist, docent, dirigent, inspirator voor menig student …, waarbij hij zowel nationaal als internationaal een ambassadeur is voor Vlaanderen.  Tijdens deze uitreiking wordt uiteraard muziek gebracht van de hand van Dirk Brossé zelf.

    Hiervoor wordt podium geboden aan jong talent : Nathalie Matthys aan de piano en Emma Posman sopraan.

    De cineast Stijn Coninx, voor wie Brossé filmmuziek schreef, en de Vlaamse Minister van Cultuur Sven Gatz brengen de laudatio tijdens deze prijsuitreiking. Afspraak in het Kortrijkse stadhuis: donderdag 23 november om 19u15.

    20-11-2017 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    28-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met een krijt voor een bord van verleden...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Veelzijdig kunstenaar en cultuurpromotor Georges Leroy was in het H Hartcollege te Waregem een leerling van André Demedts.  In  het tijdschrift Vlaanderen bracht hij in 1976 een getuigenis aan zijn leermeester in een bijdrage met bovenstaande titel.

    Het waren de oorlogsjaren, het was de tijd waarop een relatief ijzeren discipline ons in een neo-Spartaans keurslijf poogde te modelleren tot toekomstige voortreffelijke staatsburgers. Droeg de oorlogsatmosfeer het hare hiertoe bij, ook erzonder waren de ethische en pedagogische normen bepaald minder tolerant, dan wat de dag van vandaag tucht, orde en respect wordt geheten. Wij, die stilaan veteranen worden, hebben van het strenge keurslijf geen trauma overgehouden, integendeel.

    André Demedts wandelde tussen de uitersten door, met over zich de onaangetaste gemoedsrust en het ongeschokte vertrouwen waaraan jongelui die hun korte broek aan het ontgroeien waren, behoefte hadden. Zeker, we waren geïmponeerd door blauwe KSA-hemden, marsjeerden en lieten strijdliederen galmen, maar al deze behoeften van het jonge bloed werden vrij behoorlijk gekanaliseerd en in idealistisch getinte banen geleid.

    In wezen hadden wij, pubers, in die reeds roerige tijd, minder nood aan dàt soort beweging, dan aan innerlijk zelfvertrouwen en verdieping. André Demedts was een katalysator, die ons onrustig en troebel water wist te reinigen en te kanaliseren tot een klare vliet, waarvan men de bodem kon zien. Hij leerde ons (zoals Alice Nahon) in onszelf te kijken. Hij had over zich het moeilijk te omschrijven charisma, waardoor hij, in onze tienerogen, als mens een hogere en geidealiseerde dimensie kreeg.

    Ofschoon hij als leraar Nederlands, zich niet met half werk tevreden stelde en letterlijk als figuurlijk de puntjes op de i's wenste geplaatst te zien, is het niet zozeer de docerende, dan wel de moraliserende Demedts die op velen een blijvende indruk heeft nagelaten. Achteraf (als men zelf de leeftijd heeft bereikt van Demedts toén, en beroepshalve ook met tienerleerlingen geconfronteerd wordt) vraagt men zich af wat er precies zo fascinerends was aan de figuur van de oud-leraar. Je probeert de inmiddels dertig jaar oude en uiteengevallen puzzlestukjes in je geheugen weer in elkaar te zetten. Je herinnert je ‘meneer Demeds’ (met een tweede naam werd hij bij mijn weten niet bedacht), gewapend met een bedachtzame glimlach, waarmee je tenminste twee kanten uitkon. Hij keek ons aan, de bleekblauwe ogen soms half dichtgeknepen onder de bosjes borstelige wenkbrauwen, waarbij iedereen zich terzelfdertijd persoonlijk in de kijker voelde. Als hij het nodig vond, kon hij onverwacht een poosje de stilte laten spreken waarbij hij de schuldige 'n beetje stekelig, toch meer verwonderd dan geergerd, vizeerde. Ik heb onze leraar zelden kwaad gezien, en toen hij ooit een bengel met één hand bij de kraag omhooghees, hadden we het achteraf vooral over de ongekende fysieke kracht die hij in zijn armen verborg.

    Onze leraar bezat een ietwat zangerige stem, die, bij verheffing, ietwat schel kon overslaan, wat bij esthetische en ethische vervoering (bij hem nooit te scheiden) indruk maakte.

    Demedts was een Sokratisch moralist. Tussen het lesgeven en dicteren door (we hebben nogal een boom afgepend, misschien waren de leerboeken toen onbetaalbaar duur of eenvoudig niet beschikbaar) liet hij terloops ideeën los, die achteraf bekeken, stuk voor stuk fragmenten waren van een fundamentele levensvisie, meer gesteund op wijsheid dan op wijsgerigheid, die eerbied afdwong en die we onbewust als norm gingen aankleven. Enkele principes kwamen herhaaldelijk terug, zoals trouw aan een woord, een ideaal, eigen haard en volk. Ook de arbeid stond aangeschreven als een uitzonderlijk ethisch beginsel. Men kon het gevoel hebben dat hij meer respect had voor een hardwerkende zondaar dan voor maanzieke artiesten of kwezels die niets anders deden dan geboden prevelen, als konijnen die loof knabbelden. Kortom, in het beeld (en toonbeeld) dat hij ons voorhield waren de essentiële kenmerken: wils- en werkkracht, beginselvastheid, gebondenheid aan aarde en natuur, gehechtheid aan Vlaanderen, trouw aan het christelijk geloof.

    Mogelijks hebben we toen onze leraar te idealistisch voorgesteld. We weten nu dat hij een gematigd realist is, die streeft naar compromissen tussen ideaal en werkelijkheid, althans zolang de ideële grondslagen van de levensbeschouwing niet in het gedrang komen.

    Iedereen voelde zich door André Demedts ergens persoonlijk benaderd. Ik herinner me nochtans niet dat hij ons bijvoorbeeld stelselmatig bij de voornaam noemde, maar als het gebeurde, hechtten we hieraan dan ook een bijzondere betekenis.

    Onze leraar Nederlands was ook de bezieler.

    28-02-2014 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    28-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedts: Vlaams-Nederlands cultuurpromotor
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gisteren verscheen in het eerste nummer dit jaar van ‘Neerlandia/Nederlands van Nu’, een uitgave van het Algemeen Nederlands Verbond, een interessant artikel van museummedewerker Nick Krekelbergh. Nick belicht André Demedts als schrijver-dichter, zijn Groot-Nederlands ideaal,  André Demedts in het kader van Frans-Vlaanderen en Zuid-Afrika en tenslotte zijn culturele erfenis. We publiceren hierbij zijn bijdrage.

    Schrijver-dichter André Demedts

    Hoewel het niet eens in zo’n héél grijs verleden is geweest dat de West-Vlaamse schrijver-dichter André Demedts zijn pennenvruchten aan het papier toevertrouwde, is zijn culturele erfenis groot, maar laat de publieke belangstelling voor zijn werk tegenwoordig misschien wat te wensen over. Demedts kon in zijn dagen evenwel rekenen op een niet onverdienstelijke staat van dienst en aan erkenning heeft het gedurende zijn vijftigjarige carrière als schrijver zelden ontbroken. In 1906 als boerenzoon geboren op het ouderlijke hof De Elsbos in Sint-Baafs-Vijve schopte hij het op eigen kracht tot leraar (1937) en uiteindelijk zelfs tot directeur van BRT West-Vlaanderen (1949), ook wel Radio Kortrijk geheten.

     

    Tegelijk ontwikkelde Demedts zich vanaf de jaren 30 tot een bijna archetypisch Vlaams schrijver en dichter, die werkte in de traditie van Stijn Streuvels, Felix Timmermans en Ernest Claes en in de loop van zijn leven een enorme productiviteit aan de dag wist te leggen. Het meest vermeldenswaardig zijn de repressieroman De Levenden en de Doden (1959) en de tetralogie De Eer van ons Volk (1973-1978), een plattelandsepos dat zich afspeelt in de woelige periode rond de Franse Revolutie en deels gebaseerd is op Demedts’ eigen familiegeschiedenis. Tijdens zijn leven werd hij voor zijn oeuvre bekroond met verschillende prijzen. Hij overleed in 1992 in Oudenaarde.

     

    Groot-Nederlands ideaal

    Demedts was in de eerste plaats een geëngageerd schrijver, en vanuit dat engagement beperkte hij zich niet tot het schrijven van poëzie en proza. Een belangrijke rode draad in zijn werk vormde, naast zijn christelijke levensvisie en sociale bewogenheid, ook zijn toewijding aan het Vlaamse volk vanuit een Groot-Nederlands perspectief. Demedts streefde hierbij naar de culturele integratie tussen Vlaanderen, Nederland en Zuid-Afrika.

    Dat uitte zich niet alleen in zijn boeken, maar ook en vooral in het werk dat André Demedts verrichtte als spreker en essayist, zodat we in hedendaagse termen van een echte cultuurpromotor mogen spreken. In de loop van meerdere decennia gaf hij letterlijk duizenden voordrachten, in een gemiddeld tempo van één lezing per week. Daarnaast zette hij ook verschillende projecten op touw die moesten bijdragen aan de Vlaams-Nederlandse integratie. Bijzondere aandacht ging hierbij uit naar Frans-Vlaanderen, een streek die lange tijd tot het Zuid-Nederlandse gebied had behoord, maar aan het eind van de zeventiende eeuw door Lodewijk XIV bij Frankrijk was aangehecht. Het is niet toevallig dat de Demedts’ inspanningen voor de Nederlandse taal en cultuur met name hier nog de meeste vruchten afwerpen, tot op de dag van vandaag.

    Demedts en Frans-Vlaanderen

    Frans-Vlaanderen werd door Demedts beschouwd als een vergeten loot aan de Nederlandse stam. Zijn belangstelling voor de streek groeide kort na de Tweede Wereldoorlog, mede als gevolg van de contacten die Demedts onderhield met een jonge leraar uit Frans-Vlaanderen, de latere professor Pierre Berteloot. Samen met Luc Verbeke organiseerde hij in 1948 een Frans-Vlaamse Begroetingsdag in Waregem. Die groeide uit tot een jaarlijkse traditie, die uiteindelijk de Frans-Vlaamse Cultuurdag werd genoemd.

    De bedoeling was om de culturele contacten tussen Vlamingen en Frans-Vlamingen te stimuleren, om de onderlinge relaties te versterken en zo een reveil van het Nederlands cultuurbewustzijn in Frans-Vlaanderen in de hand te werken. De doelstellingen waren eerder cultureel van aard, omdat Demedts en de zijnen de hete politieke hangijzers en het daarbij horende vraagstuk van een eventueel rattachisme wilden ontwijken. Binnen de bredere Vlaamse Beweging zag Demedts voor zijn initiatieven vooral een ondersteunende rol, die meer van culturele aard dan van echt activistische betekenis was. Het in die tijd ontluikende idee van de Europese eenwording tegen de achtergrond waarvan gezocht moest worden naar een versteviging van de banden tussen alle Nederlandssprekenden, als een cultureel blok over de staatsgrenzen heen, was evenmin vreemd aan die opstelling.

    De vierde Frans-Vlaamse Cultuurdag leidde tot de oprichting van het Komitee voor Frans-Vlaanderen en de oprichting van het tweetalige tijdschrift Notre Flandre – Vlaamse Heerd. Later werd de functie van dat tijdschrift in belangrijke mate overgenomen door Ons Erfdeel, dat in 1956 onder impuls van Demedts werd opgericht door het jeugdige trio Jozef Deleu, Jozef Declercq en Jan Delrue. In eerste instantie was ook dat tijdschrift tweetalig, maar vanaf 1960 werd het uitsluitend in het Nederlands uitgegeven.

    In 1970 kwam het tot de oprichting van Stichting Ons Erfdeel. De stichting werd voorgezeten door een pluralistische raad van advies, waarin zowel Vlamingen als Nederlanders vertegenwoordigd waren. In 1972 werd in Rekkem, op de grens tussen West-Vlaanderen en Frankrijk, een dialoogcentrum gebouwd, dat de contacten tussen Frans-Vlaanderen en de rest van het Nederlanse taalgebied verder moest stimuleren. Tegelijk werd gestart met het tijdschrift Septentrion, dat Franstaligen diende te informeren over de Nederlandse cultuur. De stichting bracht vanaf 1976 ook het wetenschappelijk jaarboek De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français uit, dat informatie over Noord-Frankrijk en zijn relatie tot Vlaanderen en Nederland bracht. Vanaf 1981 werden door het centrum ook allerlei brochures over de Nederlandse cultuur uitgegeven.

    Ook vanuit zijn functie als directeur van BRT West-Vlaanderen trachtte André Demedts aandacht te besteden aan de positie van de Vlamingen ‘van over de schreve’, onder meer met het programma De Stem van Frans-Vlaanderen.

    Zuid-Afrika

    Niet alleen Frans-Vlaanderen vormde binnen het Nederlandse taalgebied een voorwerp van bijzondere interesse voor André Demedts. Ook voor Zuid-Afrika was een plaats weggelegd binnen diens Groot-Nederlandse visie. In zijn ogen was het Afrikaans net zo goed een vertakking van de brede Nederlandse stam. Net als zijn voorliefde voor Frans-Vlaanderen liet dat zijn sporen na in het werk van Demedts.

    Al in 1944 besteedde hij aandacht aan de problematiek van de Afrikaners in het boek Trouw aan hun Volk, dat hij onder het pseudoniem Koen Lisarde publiceerde en dat gesitueerd was ten tijde van de Boerenoorlog. Demedts publiceerde regelmatig in Zuid-Afrikaanse tijdschriften en in 1948 werd hij lid van de Afrikaanse Skrywerskring, nadat hij één jaar eerder al lid was geworden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in Leiden. Vanaf dat moment werd hij vaste medewerker van het Zuid-Afrikaanse Tydskrif vir Letterkunde. Hij verzorgde er een rubriek met beschouwingen over de laatste prestaties op het vlak van literatuur en letterkunde uit Vlaanderen. André Demedts bezocht Zuid-Afrika uiteindelijk zelf in 1963. De reis resulteerde in tal van verslagen, essays en voordrachten.

    Culturele erfenis

    Demedts overleed in 1992, maar zijn gigantische inzet voor de Vlaams-Nederlandse integratie ging niet onopgemerkt voorbij aan de latere generaties. Al in 1970 werd in Kortrijk de André Demedtsprijs in het leven geroepen. Het doel van de prijs bestond erin om een persoon of organisatie te bekronen die zich, geheel in de geest van Demedts, had ingezet voor de Vlaamse ontvoogding, de Nederlandse integratie, de culturele contacten met Zuid-Afrika of het aanwakkeren van het cultureel bewustzijn in Frans-Vlaanderen. De prijs wordt nog steeds om de twee jaar uitgereikt in december.

    Het Komitee voor Frans-Vlaanderen is eveneens nog steeds actief en organiseerde in 2012 alweer de 65e editie van de Frans-Vlaamse Cultuurdag. Ook worden door het Komitee cursussen Nederlands aangeboden, die mede op grond van de economische verhoudingen in de Franse grensstreek een groeiend succes hebben in Frans-Vlaanderen en de omliggende regio’s. Ook Ons Erfdeel is nog steeds werkzaam en vormt met een oplage van 8000 exemplaren een van de meest verspreide culturele tijdschriften binnen het Nederlandse taalgebied.

    De persoonlijke erfenis van André Demedts laat zich evenwel nog het best voelen in zijn geboortedorp Sint-Baafs-Vijve. Daar ontstond in 1983 een heus André Demedtshuis in de oude pastorie naast de Sint-Bavokerk. Het gaat om een kunsten cultuurcentrum met maandelijkse tentoonstellingen, dat onderdak biedt aan het André Demedtsmuseum met oude archiefbeelden over zijn werk en een deel van zijn persoonlijke bibliotheek. Meer informatie hierover is te vinden op www.andredemedts.be .

    Foto  :  Bestuursbijeenkomst van het Komitee voor Frans-Vlaanderen ten huize Luc Verbeke in 1975, met van links naar rechts: Raymond Watthy, André Demedts, Omer Vandeputte, Leo Vanackere, Luc Verbeke, Johan van Geluwe en Michiel Mispelon


    28-03-2013 om 12:08 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    05-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandelen in de voetsporen van Schrijver-Dichter André Demedts

    Gisteren 4 november 2012 konden we n.a.v. de herdenking in zijn geboortedorp 20 jaar na zijn overlijden ook kennismaken met de vernieuwing van het André Demedtspad. Er werden permanente infopanelen aan het pad toegevoegd met verwijzingen naar de boeken en gedichten van Demedts. Er staan panelen aan het vertrekpunt aan het André Demedtshuis, aan het Leiesas of D'Hooie, de molen in Wakken, de kerk van Wakken, de Baliekouter, het Blauw Kasteeltje, de Roode Poorte en de kerk van Sint-Baafs-Vijve. Het pad loopt over 11 km over verharde wegen. Met een extra lus kunt u ook naar de Elsbos, het geboortehuis van André Demedts. 









    05-11-2012 om 18:52 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    25-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedtsweekend

    Op zaterdag 3 en zondag 4 november 2012 vindt er een heus André Demedtsweekend plaats, naar aanleiding van het 20-jarig overlijden van de schrijver-dichter. De raad van bestuur van vzw André Demedtshuis en de medewerkers van het André Demedtsweekend nodigen u graag uit op één (of meerdere) van de activiteiten.

    Programma

    * Zaterdag 3 november 2012

    => 'Demedts doorgelicht': panelgesprek met Patrick Lateur (moderator), Jooris Van Hulle (literair recensent), Jozef Deleu (stichter Ons Erfdeel) en Jacques Fermaut (Frans-Vlaming). Zij vertellen meer over leven, werk en betekenis van André Demedts. Plaats: Sint-Bavokerk, Sint-Baafs-Vijve, 17 uur. Achteraf gratis receptie.

    => 'Demedts 2.0': voorstelling en opening nieuw audiovisueel luik bij het André Demedtsmuseum, met radio- en tv-fragmenten van, over en met de schrijver-dichter. Plaats: André Demedtshuis, Sint-Baafs-Vijve, 18.30 uur. Achteraf gratis receptie.

    => '5 voor 8. Kunst rond Demedts': opening tentoonstelling van 25 bekende en minder bekende kunstenaars die rond Demedts werkten. Plaats: André Demedtshuis, Sint-Baafs-Vijve, 18.30 uur. Achteraf gratis receptie.

    * Zondag 4 november 2012

    => Herdenkingsmis en bloemenhulde aan graf Demedts. Plaats: Sint-Bavokerk, Sint-Baafs-Vijve, 9 uur.

    => 'Wandelen in de voetsporen van Demedts': erfgoedzoektocht met inwandeling nieuwe permanente infopanelen langs het André Demedtspad, met als hoofdprijs een weekend naar Frans-Vlaanderen. 11 km, vlotte doorgang, 's middags lunch. Kostprijs: 15 euro (of 20 euro met toegangsticket Koffieconcert Wouter Vercruysse), kinderen 8 euro. Graag voor dinsdag 30 oktober 2012 inschrijven via katrien.vanparys@pandora.be en over te schrijven op rek.nr. 468-6134561-56. Start: O.C. Den Aert, Sint-Baafs-Vijve, 10 tot 10.45 uur.

    => Koffieconcert Wouter Vercruysse. Plaats: Sint-Bavokerk, Sint-Baafs-Vijve, 17 uur.

    Alle activiteiten zijn gratis, behalve de erfgoedtocht en het koffieconcert. Graag vooraf inschrijven (en betalen) bij de erfgoedtocht 'Wandelen in de voetsporen van Demedts' zodat u zeker kan genieten van het middagmaal.

    Alle informatie vindt u in de folder. Die kan u gemakkelijk online bekijken via http://on.fb.me/Tc8sVA Als bijlage vindt u ook het campagnebeeld. Wie de affiche (geïntegreerd in de folder) overigens ophangt en daarvan een foto instuurt via www.facebook.com/andredemedts  maakt kans op enkele mooie prijzen!

    Namens de Werkgroep Demedtsweekend : Monique Claerhout, Bernard Delange, Griet Delanghe, Alexander Demoor, Franck De Munster, Bert De Smet (coördinator), Geert Eeckhout, Jacob Hobbel, Nick Krekelbergh, John Moerman, Jos Vanderheyden, Katrien Vanparys, Dominiek Wemel



    25-10-2012 om 18:08 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    22-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedtsweekend 3-4 november
    Op zaterdag 3 en zondag 4 november 2012 vindt er een heus André Demedtsweekend plaats, naar aanleiding van het 20-jarig overlijden van de schrijver-dichter. De raad van bestuur van vzw André Demedtshuis en de medewerkers van het André Demedtsweekend nodigen u graag uit op één (of meerdere) van de activiteiten.






    22-10-2012 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    02-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunstenaar Georges Dheedene te gast bij Demedts

    De maandelijkse tentoonstelling in het André Demedtshuis, Sint-Bavostraat 19 te Sint-Baafs-Vijve, is in oktober 2012 gewijd aan de Zultse kunstenaar Georges Dheedene (1909-1973). ‘Dheedene bij Demedts’ brengt een overzichtstentoonstelling van het werk van Dheedene met speciale aandacht voor twee werken die in het bezit waren van André Demedts zelf: een portret van vader Maurits Demedts en een landelijk tafereel met Den Elsbos op de achtergrond. Voorafgaand aan de opening van de tentoonstelling heeft een herdenkingsprogramma rond “Dheedene bij Demedts” plaats in de Sint-Bavokerk, waarrond  het graf bevindt van André Demedts.

    De vernissage van de tentoonstelling vindt plaats op vrijdag 5 oktober 2012 om 19.30 u. in het prachtig romaanse kerkje  Sint-Bavokerk. Naar aanleiding van het André Demedtsjaar 20 jaar na zijn overlijden werd in samenwerking met de Stedelijke Academie voor muziek, woord en dans van Deinze speciaal voor de openingsceremonie een  voorstelling uitgewerkt waarin naast muziek ook enkele teksten en gedichten van Demedts aan bod zullen komen. De tentoonstelling zelf wordt om 20.15 u. geopend door Franck De Munster, voorzitter van het André Demedtshuis. De receptie gaat daarna door in Den Aert, naast de kerk, gevolgd door het bezoek aan de tentoonstelling in het Demedtshuis achter de kerk.

    In de tentoonstelling worden een aantal werken getoond met als onderwerp de streek tussen Leie en Mandel.  Daarbij  wordt gefocust op de krachtige werken, waarbij de schilder Georges Dheedene zich vrij voelde tijdens de creatie. Dit komt vooral tot uiting in een serie kleine schilderijtjes met post-expressionistische inslag. Deze pareltjes, die meer dan een halve eeuw oud zijn, ogen vandaag nog steeds verbazingwekkend modern en fris, en zullen ongetwijfeld het publiek weten te bekoren, temeer daar de meeste nog nooit eerder op een tentoonstelling werden vertoond.

        

    De tentoonstelling bevat ook enkele grotere werken met taferelen die zich afspelen aan de oevers van Leie of Mandel, en een paar portretten, waaronder het pas gerestaureerde portret van de vader van André Demedts. Vermeldenswaard is ook het portret van de jonge Albert De Clerck, vader van voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck. Albert De Clerck die opgroeide in Zulte werd in de jaren zestig van vorige eeuw de allereerste minister voor Nederlandstalige cultuur.

    De tentoonstelling "Dheedene bij Demedts" loopt van zaterdag 6 oktober tot zondag 28 oktober en is elk weekend te bezichtigen (zaterdag en zondag) van 14u tot 18u in het André Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve.

    Praktisch: oktober 2012, André Demedtshuis, Sint-Bavostraat 19, 8710 Sint-Baafs-Vijve. Organisatie: vzw André Demedtshuis en Stichting Georges Dheedene, contact: griet.delanghe@wielsbeke.be

    02-10-2012 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    26-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwpoort herdenkt zijn ereburger André Demedts
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dinsdag 2 oktober 2012 om 14.30 u.  geeft Jooris Van Hulle op uitnodiging van de plaatselijke Davidsfonds-afdeling  een lezing in het cultuurhuis te Nieuwpoort over het leven en werk van André Demedts.  Daarmee herdenkt Nieuwpoort nogmaals zijn ereburger 20 jaar na zijn overlijden op 4 november 1992. André Demedts (1906-1992) was jarenlang gastspreker tijdens de Frans-Vlaamse veertiendaagse in Nieuwpoort en werd in 1986 n.a.v. de 12de veertiendaagse door toenmalig burgemeester Georrges Mommerency uitgeroepen tot ereburger van Nieuwpoort. Eerder dit jaar van 5 april tot 2 mei was er al een tentoonstelling over André Demedts in de bibliotheek van Nieuwpoort met foto’s en documenten uit de privécollectie van Etienne Desaever.

    Demedts schreef een omvangrijk oeuvre bijeen, zowel wat het aantal publicaties betreft als de verschillende literaire genres erin vertegenwoordigd: romans, verhalen, toneel, jeugdboeken, monografieën, kritische bijdragen en poëzie. Jooris VAN HULLE volgt het spoor dat Demedts heeft getrokken als auteur én als volksopvoeder en tekent ook een beeld van de mens Demedts.

     

    lezing en congres, lezing of gesprek :  Aanvang: 14.30 u. 

    Waar : Cultuurhuis , Hoogstraat 2, 8620 Nieuwpoort

    Toegang: € 4, koffie inbegrepen. Leden Davidsfonds: € 3. Cultuurabonnement geldig.

    Info: M. Brysbaert – T 058 23 59 97

    26-09-2012 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    22-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrijver-landbouwer inspireert jongeren
    Onder deze titel verscheen vandaag een bijdrage over André Demedts in de regionale bladzijden van het Nieuwsblad. De veelzijdigheid van André Demedts was uiteraard breder dan schrijver-landbouwer, maar hij inspireert duidelijk ook nu nog de jongeren. Auteur van het krantenartikel is Frank Meurisse. 

    ANDRÉ DEMEDTS OVERLEED 20 JAAR GELEDEN

    Schrijver-landbouwer inspireert jongeren

    Lode Beck (zittend) en Carlos Pauwels aan het bureau van hun oude vriend, die ook nu nog jongeren zoals Alexander De Moor en Bert De Smet inspireert (foto FMR)

    WIELSBEKE - De landbouwer André Demedts leerde zichzelf schrijven en ontpopte zich tot een inspirerend man voor jongeren, zowel toen hij leefde als ook nu nog. Hij wordt het komende jaar herdacht met tal van activiteiten.

    Het herdenkingsjaar van André Demedts is van start gegaan met geleide bezoeken aan het André Demedtshuis. De uitgelezen locatie om de herinnering aan de schrijver-dichter levend te houden, hoewel hij er nooit gewoond heeft. Het huis kwam wel ter sprake in zijn romans.

    ‘André Demedts werd geboren op een hofstee hier in Sint-Baafs-Vijve’, herinneren Lode Beck en Carlos Pauwels zich. De twee hebben Demedts heel goed gekend. ‘In het Jaar van het Dorp in 1978 werd beslist het huis naast de kerk als Demedtshuis in te richten: een expositieruimte voor jong talent met een hoekje met werk van Demedts zelf’, zeggen ze.

    Het pand doet nog steeds dienst als expositieruimte en er is een museum over leven en werk van Demedts. Zijn bureau werd zelfs naar hier verhuisd. ‘Binnenkort wordt er ook nog een audiovisueel luik aan de tentoonstelling toegevoegd’, zegt Bert De Smet. De twintiger vormt samen met onder meer Alexander De Moor de jongere generatie die inspiratie vindt in de figuur van Demedts en de herinnering aan de schrijver-dichter levendig wil houden.

    ‘Ik heb hem niet persoonlijk gekend’, zegt De Smet. ‘Ik was te jong. Maar uit balorigheid ben ik zijn werk gaan lezen en heb ik mij verdiept in zijn doen en laten. Mijn leeftijdsgenoten vonden hem een stoffige figuur, maar hij is zoveel meer. In zijn tijd al wist hij jongeren te inspireren. Hij gaf een voorzet en bood anderen de kans om het idee verder uit te werken. Zo is Ons Erfdeel ontstaan.’

    Volgens Pauwels en Beck was André Demedts een heel aimabel man. Een weemoedig iemand, een dromer, maar wel met een eigen overtuiging, terwijl hij toch openstond voor de mening van anderen. Demedts was een selfmade man. Na 17 jaar te werken als landbouwer ging hij aan de slag als leraar en later schopte hij het tot directeur van de toenmalige BRT West-Vlaanderen, Radio Kortrijk. Hij overleed in 1992 op zijn ziekbed.



    22-09-2012 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    29-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André

    Naar aanleiding van het Demedtsjaar 20 jaar na het overlijden van André Demedts geven we u hier nog een getuigenis mee van Frans-Vlaming Wido Bourel. Eind vorig jaar verscheen van deze uit  Kaaster (Caëstre) afkomstige Vlaamse Nederlander ‘Hier, en aan de overkant’, het derde boekje in een reeks waarin ‘Wintertijd in Vlaanderen’ en ‘Een erfenis zonder testament’ vorig jaar nog werden bekroond met de dr. Snellaertprijs. ‘Een erfenis zonder testament’  was ook genomineerd voor de Luc Verbeke-prijs van het Komitee voor Frans-Vlaanderen

    André Demedts contacteerde Wido Bourel in 1972 om voor BRT-West-Vlaanderen in de radio-studio te Kortrijk nieuws te brengen over Frans-Vlaanderen.  Op zijn website WIDOPEDIA vonden we een treffende getuigenis over zijn kennismaking met André.
      Wido Bourel

    André

    Ik leerde André Demedts kennen in 1972. Vanaf toen reed ik regelmatig met de fiets naar Kortrijk. Telkens werd ik in de Condédreef als een koning ontvangen.

    Het was André die me voorstelde om voor de toenmalige BRT West-Vlaanderen nieuws te brengen over Frans-Vlaanderen. Ik hield vanaf dan regelmatig een radiopraatje - toen nog in schabouwelijk Nederlands - over Frans-Vlaanderen voor het programma De Zonnewijzer.

    Hij introduceerde me ook bij de plaatselijke notabelen. Zo werd ik op een dag onverwachts door hem gestuurd naar een zekere ... Vandekerckove gestuurd om financiële steun voor Frans-Vlaanderen in ontvangst te nemen. Zonder op dat ogenblik te weten wie de man werkelijk was praatte ik een hele namiddag met Michiel Vandekerckhove over onze activiteiten en projecten. Een bezoek om nooit te vergeten.

    Toen ik André bekend maakte dat ik één jaar in Vlaanderen wou komen werken om mijn Nederlands te verbeteren, hielp hij me - binnen de maand! - aan een job. Ik kon kiezen tussen werken bij een boomkweker in Roeselare (ik dacht toen nog aan studies tuinarchitectuur ...) of in de boekhandel van de VTB in Antwerpen. Ik koos voor dat laatste en deze stap heeft dan ook mijn verder leven bepaald.

    Op een dag gaf ik André toe dat ik zijn literaire oeuvre nog niet kende. Hij antwoordde simpelweg : "Het heeft geen belang". Bij een volgend bezoek gaf hij me dan een blad met de tekst van zijn gedicht De erfenis, door hem stijlvol overgeschreven en ondertekend.

    De erfenis

    Zij kwamen en namen het land. Zij stalden hun paarden,

    zij begrensden met één enkelen blik hun nieuw gebied.

    De mannen slaafden, de vrouwen baarden

    er was niet één onder hen, die het leven verried.

    De wildernis door wind en water gehavend,

    het bos en moeras werd een vruchtbaar veld.

    De dagen en jaren vergingen, morgen en avond,

    men viel op het werk toen de tijd was volteld.

    Een ander stond op : zij werkten en zwegen,

    zij deden hun zin, zij schikten de wegen,

    de eeuwen verliepen, doch hun bruisende bloed

    sloeg telkens weer over, hun kracht en hun moed

    verstilden tot deernis en liefde voor haar, voor de vrouw,

    die hun kinderen dragen en liefhebben wou.

    Nu liggen zij stil en gerust in hun aarde gedolven

    en ik nam hun alaam, en ik kreeg het gebied.

    ik erfde het bloed, voor mij is het golven,

    het rijzen en het dalen van land en van groen

    tot waar dat mijn blik geen keuren meer ziet.

    Voor mij is het stormen, de jeugd en het vuur,

    de rijzende zon, het koren dat groeit,

    zo lang als ik leef, zo lang als ik duur,

    tot dat voor het laatst de hazelaar bloeit.

    Tot dat wat ik kreeg mij weer wordt ontnomen

    en mijn hart door de dood wordt beklemd;

    dan zal hij er zijn, dan zal hij wel komen

    wiens helmende lach mijn snik overstemt,

    dan erft hij van eeuwen de smart en de tover,

    zij worden zijn vreugde, zij worden zijn straf,

    te zaam met het recht om onder het lover

    te vermolmen tot aarde in ’t eenzame graf.

    André Demedts

     

    André Demedts en Wido Bourel dd. 28 september 1986 op de 39e Cultuurdag in Waregem (foto Luc Verbeke)

    Demedts citaat : "Alles is zoals het moet zijn. Ik loop in de voetsporen van mijn voorouders en weldra zullen mijn kinderen langs dezelfde weg gaan. Alles heeft zin, want alles is met alles verbonden. Het heeft geen belang tot wat wij geroepen waren, beslissend is hoe wij aan onze roeping beantwoord hebben"  André Demedts/ De dag voor gisteren/ 1966

    http://www.widopedia.eu/andre.html

    29-05-2012 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    29-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedtsjaar, van de Leie tot Zuid-Afrika
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag schrikkeldag 2012 is André Demedts de held van de dag bij ‘Erfgoeddag’.  We publiceren hier de bijdrage in erfgoeddag.

     “Wij kunnen geen armoe verdragen, ons volk niet zien verloren gaan en we hopen dat er een eeuwigheid bestaat, waar we gelukkig kunnen zijn.” Met zo’n granieten uitspraken heb je hem ten voeten uit: André Demedts (1906–1992), een oer-Vlaamse auteur en culturele spilfiguur. En eentje die zeker niet onopgemerkt is voorbijgegaan. 2012 is uitgeroepen tot het André Demetsjaar.

    André wordt geboren op de ouderlijke hoeve De Elsbos, in Sint-Baafs-Vijve aan de Leie. Zelf boer worden is niet meteen zijn ambitie. Van jongs af grasduint hij in de bibliotheek van zijn vader en grootvader. Hij verslindt het werk van Conscience, Verne, Tolstoj, Shakespeare en ‘De Negerhut van Oom Tom’.

    Hij probeert het ook zelf: op het college schrijft hij gedichten en toneelstukjes. Maar de dood van grootvader zorgt voor een belangrijke verandering. Nu er een paar helpende handen is weggevallen moet André aan de slag op de boerderij.

    Geen man overboord, denkt hij. Maar het blijft niet bij denken alleen. Boeken, een eigen bibliotheek, tijdschriften van alle soort en slag, én schrijven: hij is ervan bezeten. Als achttienjarige publiceert hij zijn eerste gedicht. Vijf jaar later volgt zijn eerste bundel. 31 is hij wanneer hij in Waregem na zestien jaar boer selfmade leraar Nederlands wordt.

    Culturele allesbrander

    Nu krijgt André pas echt snelheid. Met de gedrevenheid die veel van zijn provinciegenoten kenmerkt, kleurt hij literaire en culturele bijeenkomsten. De KAJ, de sociale actie, het Vlaamse verenigingsleven worden zijn biotoop. In beklijvende voordrachten ijvert de leraar-causeur enthousiast voor de ontvoogding van zijn volk. En voor de culturele integratie van Vlamingen en Nederlanders. Hij geeft meer dan 3.000 voordrachten. Dat is één voordracht per week gedurende meer dan 50 jaar.

    Ons Erfdeel en volksverheffing bij de BRT

    Ook Frans-Vlaanderen en Zuid- Afrika liggen deze Groot-Nederlander na aan het hart. Met Luc Verbeke richt Demedts in Waregem de Frans-Vlaamse cultuurdagen in en spoort hij Jozef Deleu aan om ‘Ons Erfdeel’ uit te geven. Waar André verschijnt, inspireert en bezielt hij. Op vraag van Jan Boon wordt Demedts in 1949 directeur van de BRT, Omroep West- Vlaanderen. “Niet om zachtjes uit te bollen, ik wil tonen dat iemand die gedichten schrijft niet alleen goed is om fantasieën te beleven, maar ook om verantwoordelijkheid te dragen.”

    Onder het pseudoniem Koen Lisarde schrijft hij populaire jeugdboeken. En op latere leeftijd bekronen diverse literaire prijzen zijn oeuvre.

     

    "Een beetje gelukkig zijn"

    André Demedts kreeg in zijn geboortedorp Sint-Baafs-Vijve een huis dat naar hem genoemd werd. Het André Demedtshuis, aan de boorden van de oude Leie, is anno 2012 een actief cultuur- en kunstencentrum. Of zoals Demedts het zelf verwoordde: “Ik hoop dat dit huis dat mijn naam draagt, een centrum wordt en blijft waarin jonge mensen elkaar ontmoeten, maar waar ook bejaarden komen die mogen spreken en die zeker zullen luisteren. Dat het een symbool moge zijn voor alle mensen, die over alle verschillen heen, toch één en hetzelfde verlangen hebben: een beetje gelukkig zijn.”

    Het André Demedtsmuseum werd vorig jaar door vier jonge vrijwilligers volledig vernieuwd en ook interactiever en frisser gemaakt. Op 4 november 2012 - de twintigste overlijdensdag van André Demedts - wordt een nieuwe fase officieel voorgesteld, waarbij een audiovisueel luik met flink wat radio- en tv-fragmenten aan het museum wordt toegevoegd.

    2012: Demedtsjaar

    Dit jaar is het 20 jaar geleden dat Demedts stierf. In dat kader heeft de Werkgroep André Demedtsmuseum dit jaar uitgeroepen tot het André Demedtsjaar. In Sint-Baafs-Vijve, Waregem, Kortrijk, maar ook in Harelbeke en Nieuwpoort staat activiteiten en publicaties op het programma. Dit herdenkingsjaar strekt zich uit van het najaar 2012 tot en met het voorjaar van 2013.

    De cultuurpromotor-schrijver Demedts zal op een open, frisse en verrassend moderne manier via een mix van initiatieven onder de aandacht worden gebracht. Het programma en de laatste nieuwtjes vind je via de website, via Twitter (#demedts en #demedtsjaar2012) en via Facebook.

    Suggesties voor en aankondigingen van activiteiten zijn welkom bij coördinator Bert De Smet. Kennismaken met André Demedts doe je via deze website. Meer info over 'Ons Erfdeel' vind je op hun website.

    http://erfgoeddag.faronet.be/nieuws/andre-demedtsjaar-van-de-leie-tot-zuid-afrika

    Bekijk hieronder een BRT-documentaire uit 1965, met Ernest Claes en André Demedts. Je kan dit ook via deze link bekijken.  http://www.cobra.be/cm/cobra/cobra-mediaplayer/boek/1.680140  

    29-02-2012 om 16:06 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    20-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2012 Herdenkingsjaar André Demedts

    In 2012 is André Demedts (1906-1992) 20 jaar overleden.  André Demedts is een Vlaams schrijver en cultuurpromotor. Hij werd in 1966 ereburger van Sint-Baafs-Vijve en in 1986 van Waregem. Het gezin Demedts-Ide vestigde zich in Waregem, eerst in de Karel van de Woestijnelaan en later in de Guido Gezellestraat. Schrijvers waren nooit veraf.

    In Waregem schreef hij vier stevige romans, terwijl zijn ervaringen in het college hem stof en inspiratie leverden voor jeugdboeken onder het pseudoniem Koen Lisarde. André engageerde zich ook in de KAJ en het Vlaamse verenigingsleven. In 1948 organiseerde hij ook de eerste ‘Frans-Vlaamse Cultuurdag’.

    Jürgen Dekemele, Alexander Demoor, Bert De Smet en Nick Krekelbergh richten vanuit het André Demedtsmuseum/André Demedtshuis een stuurgroep op om in 2012 opnieuw een breed André Demedtsjaar op gang te trekken. Externe adviseurs zoals Dirk Van Assche (De Franse Nederlanden/Ons Erfdeel) en Dirk Verbeke (Komitee voor Frans-Vlaanderen) vullen de stuurgroep aan. Waregem is vertegenwoordigd door Georges Vermaut en Marc Crabeels (Heilig Hartcollege) en Bernard Delange.

    De stuurgroep ‘André Demedtsjaar 2012’ wil zoveel mogelijk mensen en organisaties in Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke), Waregem en Kortrijk warm maken om in het najaar van 2012 of het voorjaar van 2013 een activiteit rond Demedts of over onderwerpen die Demedts nauw aan het hart lagen te organiseren. Het is vooral de bedoeling om met een open, frisse en moderne geest de cultuurpromotor-schrijver via een mix van initiatieven terug onder de aandacht te brengen. Verenigingen en organisaties kunnen nu al een ‘Demedts-activiteit’ inschrijven in hun jaarprogramma.

    Vanaf eind 2011 start de digitale communicatie rond het André Demedtsjaar. Suggesties voor en aankondigingen van activiteiten zijn welkom bij coördinator Bert De Smet (bertdesmet86@hotmail.com of  Bert De Smet, Priesteragestraat 20a, 8710 Sint-Baafs-Vijve). Kennismaken met André Demedts kan via http://blog.seniorennet.be/adjaar.

    20-10-2011 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    24-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het André Demedtsmuseum in een nieuw jasje

    Deze maand plaatst Heemkunde-Vlaanderen, ankerpunt voor de cultureel-erfgoedgemeenschap heemkunde in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, als originele heemkundige activiteit de Juliaan Claerhout-kring uit Wielsbeke in de kijker. Samen met de vzw André Demedtshuis en Davidsfonds Wielsbeke/Sint-Baafs-Vijve stak de heemkring het André Demedtsmuseum in een nieuw en eigentijds jasje. Het vernieuwde museum opende op 18 juni de deuren. Tijdens het openingsweekend kwamen meer dan 500 bezoekers de herinrichting bewonderen.

    Op zaterdag 18 juni werd het vernieuwde André Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve geopend na een vier maanden durende renovatie. Bijna 30 jaar na de opening in 1983 was het gebouw, een 18de-eeuwse pastorie, dringend aan herstel toe. De gemeente Wielsbeke investeerde 275.000 euro om het kunsten- en cultuurcentrum – genoemd naar schrijver-cultuurpromotor André Demedts (1906-1992) – klaar te stomen voor de toekomst. Tegelijkertijd werkte de vzw André Demedtshuis samen met Davidsfonds Wielsbeke/Sint-Baafs-Vijve en heemkring Juliaan Claerhout-kring een volledig vernieuwd André Demedtsmuseum uit.

    De vernieuwing van het André Demedtsmuseum werd gedragen door vier jonge enthousiastelingen (Alexander Demoor, Jürgen Dekemele, Bert De Smet en Nick Krekelbergh) – tussen de 22 en de 33 jaar – die allemaal verbonden waren met ofwel de vzw André Demedtshuis, het Davidsfonds of de Juliaan Claerhout-kring. Samen met flink wat andere vrijwilligers – o.a. Jozef Deleu (medestichter Ons Erfdeel), Luc Verbeke (medestichter Komitee voor Frans-Vlaanderen), Dirk Verbeke (hoofdredacteur KFV-Mededelingen), Jooris Van Hulle en mensen van de Juliaan Claerhout-kring – kon het museum opgefrist worden. Er werd daarbij gekozen voor een nieuw concept dat eigentijdser is.

    Het museum kreeg een combinatie van een statische en een dynamische insteek. De zes panelen met het leven van André Demedts zijn statisch. Naast een korte biografie wordt vooral dieper ingegaan op zijn rol als schrijver en cultuurpromotor. De rol van Demedts voor de Vlaams-Nederlandse samenwerking (hij inspireerde Jozef Deleu om Ons Erfdeel op te richten) en zijn inzet voor Frans-Vlaanderen (hij richtte samen met Luc Verbeke het Komitee voor Frans-Vlaanderen op, die vooral Nederlandse lessen in het vergeten stukje Vlaanderen gaf en geeft) en Zuid-Afrika is niet te evenaren en blijft onuitwisbaar.

    De zes panelen zijn vastgemaakt op boekenkasten, waarin alle boeken van Demedts, over Demedts en over zijn interessevelden (literatuur & cultuur) worden ondergebracht. Vooral de Vlaams-Nederlandse samenwerking en Frans-Vlaanderen en Zuid-Afrika krijgen bijzondere aandacht. Ook worden flink wat tijdschriften waarvan André Demedts stichter, bezieler of redacteur was opgenomen. De boekerij wordt de komende weken, maanden en jaren verder aangevuld en verfijnd. Het is de bedoeling dat het museum via de boekerij een dynamisch karakter krijgt, waarbij de bezoeker op een speciaal daartoe voorziene leestafel de werken uit het museum kan raadplegen.

     Om het geheel extra aantrekkelijk te maken werd een vide gemaakt die de eerste verdieping – waar het museum zich bevindt – verbindt met de benedenverdieping. Om de aandacht naar het museum te trekken werd het prachtige gedicht ‘Gelegenheidsvers’ in het groot op de muur van de boven- en een stukje van de benedenverdieping geplaatst. Het museum wordt zo verbonden met de rest van het André Demedtshuis.

    Pronkstukken van het museum zijn het authentieke bureau van André Demedts, twee van zijn originele boekenkasten en een deel van zijn eigen boekencollectie, samen met veel (archivalische) documenten, medailles, foto’s…

    Zicht op het vernieuwde museum, met rechts het authentieke bureau van André Demedts

    In 2012 – als Demedts 20 jaar overleden is – wordt het museum aangevuld met een interactief multimediaproject, waarbij radio- en tv-fragmenten met Demedts zullen ontsloten worden. Daarvoor zal samen met de gemeente Wielsbeke een projectsubsidie bij de provincie West-Vlaanderen worden aangevraagd.

    De vernieuwing begon als een wild idee van vier jongeren op café. Het bleef niet bij cafépraat. Het wilde idee werd een echt project. De jonge enthousiastelingen trokken hun stoutste schoentjes aan, werkten een conceptnota uit en maakten – naast Franck De Munster en Dominiek Wemel van de vzw André Demedtshuis – flink wat vrijwilligers en sponsors warm om samen een vrijwilligersproject aan te vatten. Alles samen nam de vernieuwing drie jaar in beslag, waarvan de eerste twee jaar vooral voorbereidend waren (concept uitwerken, inventariseren, contacten met vrijwilligers, verenigingen, gemeente en sponsors leggen…). Het laatste jaar werd alles concreet en zeker nadat de renovatie vanuit de gemeente gestart was, kwam alles in een stroomversnelling terecht.

     Dochter Mieke Demedts knipt het lint door en opent hiermee het vernieuwde André Demedtshuis.

     Bert De Smet (Juliaan Claerhout-kring) geeft toelichting over het vernieuwde concept van het André Demedtsmuseum. Rechts staat Franck De Munster, voorzitter van de vzw André Demedtshuis, links Dominiek Wemel van dezelfde vzw.

    Om de vernieuwing van het André Demedtshuis te vieren werd een feestelijk heropeningsweekend georganiseerd, van vrijdag 17 juni tot zondag 19 juni. Omdat Demedts het zo verlangde, organiseert de vzw André Demedtshuis elke maand kunsttentoonstellingen, en sinds een tiental jaar ook klassieke concerten en theaterproducties. Speciaal voor de heropening werd de tentoonstelling ‘Dolen. Onderweg in Europa’ van fotograaf Michiel Hendryckx naar Sint-Baafs-Vijve gehaald. Op vrijdagavond huldigde de gemeente Wielsbeke het vernieuwde gebouw in. Dochter Mieke Demedts mocht het lint doorknippen. Op zaterdagavond werd het André Demedtsmuseum geopend door de vzw André Demedtshuis, Davidsfonds Wielsbeke/Sint-Baafs-Vijve en de Juliaan Claerhout-kring. Op zondag was er tot slot nog een koffieconcert met Vier op ’n rij. Het openingsweekend was goed voor meer dan 500 bezoekers.

    Flink wat bezoekers bewonderden het vernieuwde André Demedtshuis

    De tentoonstelling ‘Dolen. Onderweg in Europa’ van Michiel Hendryckx is tot eind augustus elke dag van 14 tot 18 uur te bezichtigen. Het André Demedtsmuseum kan hopelijk nog jaren bezocht worden, met dezelfde openingsuren. Er is ook een gezellig terras, met zicht op de oude Leie en de neo-romaanse Sint-Bavokerk.

    Met dank aan Bert De Smet voor het verslag en Carlos Pauwels en Eva De Smet voor de foto’s. Wie zich geroepen voelt om in de toekomst mee te werken aan de verdere uitbouw van het André Demedtshuis of het André Demedtsmuseum, mag altijd contact opnemen met bertdesmet86@hotmail.com

    http://www.heemkunde-vlaanderen.be/?p=6331&utm_source=twitterfeed&utm_medium=twitter

    24-06-2011 om 15:18 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    04-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vernieuwd André Demedtshuis krijgt educatieve invulling
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de renovatie van het André Demedtshuis.  De vorige ingreep dateert al van 1983, toen de oude pastorie van Sint-Baafs-Vijve verbouwd werd tot een cultureel centrum dat naar de gerenommeerde schrijver van proza, poëzie en essays, André Demedts werd genoemd (1906-1992). Op zaterdag 18 en zondag 19 juni 2011 opent het nieuwe Demedtshuis met een fototentoonstelling van Michiel Hendryckx en een koffieconcert van Flanders Recorder Quartet. Ook het vernieuwde museum opent dan de deuren.

    Na ruim een kwarteeuw was het Demedtshuis dringend aan renovatie toe. Er waren problemen met opstijgend vocht, ook de toegankelijkheid kon beter, de toiletten dienden vernieuwd... Na een klein half jaar zijn de renovatiewerken bijna voltooid. Het resultaat mag gezien worden. “Voor de ramen stond vroeger een wand, maar nu kan je weer naar buiten kijken. Ook de voordeur is terug bruikbaar”, tonen Dominiek Wemel en Franck De Munster van de vzw André Demedtshuis tijdens een rondgang in dat bewuste Demedtshuis.  Eigenlijk gaat het om de oude pastorie die in 1983 door de gemeente werd omgebouwd tot cultuurcentrum. André Demedts zelf groeide elders in een uithoek van het dorp op. De schrijver overleed in 1992. De vzw staat sinds de vroege jaren tachtig in voor de uitbating van het Demedtshuis, dat idyllisch geprangd zit tussen de Romaanse Sint-Bavokerk en de oude Leiearm.

    Maandelijks  worden er exposities georganiseerd met werk van binnen- en/of buitenland. Zo waren er in het verleden al projecten rond hedendaagse kunst, internationale kunstenaarsboeken en mail-art, Russische iconen, traditionele Afrikaanse kunst, fotografie, stripverhalen, kunstambachten en kunst van mentaalgehandicapten te bezichtigen. Daarnaast zijn er de concerten in de nabijgelegen Sint Bavokerk, waar op het kerkhof daar rond André Demedts begraven ligt.

    “De renovatie van het André Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve, goed voor een kostprijs van 225.000 euro, is gestart op 31 januari dit jaar. De werken drongen zich al een tijdje op.  De laatste grote aanpak van het pand, toen de pastorie een cultuurtempel werd, dateert immers al van 1983", zegt schepen van Patrimonium Rik Buyse (N-VA). Eerst werd de ruwbouw van het André Demedtshuis onder handen genomen, met onder meer een opfrisbeurt van de gevel aan de kant van het kerkhof, de plaatsing van nieuwe goten, het isoleren van het dak en het slopen van alle muren in het gebouw. Die ruwbouw alleen al is goed voor een kostenplaatje van 151.000 euro.

    Daarna volgde de vernieuwing van het sanitair en de verwarming. Zo verhuizen de toiletten naar boven, terwijl er ook een nieuw toilet voor personen met een handicap komt. De derde fase omvat aanpassing van de elektriciteitsvoorziening en aangepaste verlichting met losse spots. Er wordt ook een lift geïnstalleerd.

    De dienst Cultuur, dat sterk samenwerkt met de vzw André Demedts, is bijzonder gelukkig met de vernieuwingen. Cultuurfunctionaris Griet Delanghe:  “Hier verlangen we echt al jaren naar. Zo zullen we bijvoorbeeld heel blij zijn met het verdwijnen van het tapijt. Nu krijgen we een gietvloer, waar we snel met een dweil over kunnen gaan. Hier hebben we jaren naar gevraagd. Het is een droom dat dit eindelijk gebeurt.”

    De renovatiewerken maken het André Demedtshuis klaar voor de toekomst. Die toekomst is verder gepland met onder meer maandelijks een nieuwe tentoonstelling. Elke maand krijgt een nieuwe kunstenaar of groep kunstenaars de kans hier tentoon te stellen. Soms melden ze zich zelf aan, anderen komen op onze vraag. We zoeken zowel naar onbekend talent als gevestigde waarden. Zelfs de jeugdacademie exposeert hier.

    In juli en augustus wordt volgens een ander stramien gewerkt. Dan wordt het terras hier geopend.  Sinds de fietsbrug hier werd gerealiseerd, richt men zich ook naar de vele toeristen die hier voorbijkomen tijdens de zomermaanden. De hele site is een ideale locatie voor een tussenstop. Je hebt hier immers niet alleen het Demedtshuis, maar ook de Sint-Bavokerk is zeker een bezoekje waard.

    Veel aandacht zal in de nabije toekomst ook gaan naar het vernieuwde André Demedtsmuseum. Op de etage wordt één kamer volledig als museum ingericht. 'Enkele jonge universiteitsstudenten schraagden hier hun schouders onder. Alle attributen die verband houden met de Vlaamse schrijver werden geïnventariseerd en zullen duidelijk uitgestald staan volgens een educatief concept. Achter zijn bureau wordt ook nog een tv-scherm geïnstalleerd. In de toekomst zullen we daarop opnames van hem kunnen laten afspelen. Hij zal dus de mensen opnieuw toespreken. Er bestaat heel veel materiaal over, maar dat dient gedigitaliseerd te worden, wat duur is. Daarom hopen we dit met subsidies te kunnen realiseren, maar dit wordt toekomstmuziek. Niettemin zal het vernieuwde museum ook al te bezichtigen zijn op de opening op 18 juni.

    04-06-2011 om 16:21 geschreven door bernard


    >> Reageer (1)
    03-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afscheid Hilde Demedts
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Luc Verbeke herinnert vandaag in zijn poëzieblog aan Hilde Demedts:

    “ Onlangs overleed Hilde Demedts, de jongste dochter van onze goede vriend wijlen André Demedts. Ze was nauwelijks 64 jaar oud en had al jaren af te rekenen met een slepende ziekte. Ze werd zaterdag j.l. begraven in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Kortrijk, door de nieue deken Geert Morlion . Een gevulde kerk nam afscheid van de Kortrijkse ereschepen, die 27 jaar actief was in de Kortrijkse politiek, eerst als gemeenteraadslid vaanf 1983 en vanaf 1989 als schepen. Op de uitvaart noteerden we de aanwezigheid van Europees president Herman Van Rompuy, het schepencollege van Kortrijk en de ministers Stefaan De Clerck en Vincent Van Quickenborne.

    Hilde had zelf haar uitvaart geregeld. De liederen en teksten had ze zelf gekozen of geschreven. Waarnemend burgemeester van Kortrijk, Lieven Lybeer, noemde haar een sterke vrouw met een enorm doorzettingsvermogen. De kracht die van haar uitging werd ook geprezen door een vriendin uit de Soroptimisten, een vereniging waarvan zij één van de stichtende leden was. Zelf schreef Hilde dat ze graag geleefd heeft en dat ze dankbaar was voor het leven en de liefde. Op het bidprentje stond een gedicht van vader André, dat hij voor haar had geschreven en dat we separaat publiceren.

    Ze werd geboren in Waregem op 22 mei 1947 en overleed thuis in familiekring te Kortrijk op 20 april 2011. Ze had twee kinderen: Andres en Eve. Ik kende haar van kleinsaf, toen het gezin van André en Germaine Ide eerst woonde in de Gustaaf Vandewoestijnestraat en later in de Guido Gezellestraat en volgde ook later haar levensloop in Kortrijk. Ze is trouwens ook enkele jaren bestuurslid geweest van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, gesticht in 1947 door André Demedts als voorzitter en door mezelf als secretaris.

    Via de werking van het KFV zijn we nauw verbonden geweest met het gezin Demedts en die vriendschap bleef ook na het te vroege afscheid van André op 4 november 1992. Menigmaal ging ik op bezoek bij Germaine, waar ik ook vaak Hilde zag. We vergeten haar niet. “

    http://blog.seniorennet.be/lucenmaria/archief.php?ID=905422   
    http://www.focus-wtv.tv/programma/focus/afscheid-van-cdv-politica-hilde-demedts            

    03-05-2011 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    25-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voor Hilde
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Speciaal voor zijn jongste dochter schreef André Demedt zijn gedicht ‘Voor Hilde’.  Het verscheen in zijn bundel ‘Daarna’ (1968). Dit bundel bevat slechts vijftien, meestal langere gedichten en overbrugt een periode van meer dan twintig jaar na zijn tweede bundel ‘Vaarwel’, dat verscheen in 1940. Ouder geworden had André Demedts leren relativeren.  Op zekere dag was hij tot het inzicht gekomen “dat het zelfs geen belang heeft wat er over ons gedacht en gezegd wordt. Van dat ogenblik afr had ik niets meer tegen het uitgeven van poëzie”.

    Bij één van onze ontmoetingen tijdens het Demedtsjaar 2006 liet Hilde ontvallen dat ze van haar vader vooral zijn poëzie nog regelmatig las. Zijn poëziebundels lagen bijdehand en ’s avonds vond ze meermaals troost in het werk van haar vader. Ongetwijfeld hoorde daar ook ‘Voor Hilde’ bij.  We vinden ‘Voor Hilde’ ook terug op blz. 85 in de Verzamelde Gedichten (Leuven, Davidsfonds/Clauwaert, 1995, ISBN 90-6306-328-8)

     

    Voor Hilde

     In de dagen van mijn diepste verslagenheid,

    toen het mij 's avonds onverschillig liet

    of ik 's morgens nog wakker zou worden,

    liep zij met mij naar het bos.

    Ouder dan vier was zij toen niet

    en haar handje in mijn hand,

    liet mijn leven niet los.

     

    Spreken wij reeds met elkander?

    Ik geloof dat wij gesprekken voerden

    over Roodkapje en de wolf,

    over een prinses met gouden haar,

    over de kabouters in het kreupelhout,

    die ons volgden en alles afloerden,

    en toen ons gesprek ten einde was,

    als dieren die ziek zijn,

    gelaten, verlaten en koud,

    lagen wij dicht bij elkaar,

    want het plekje was klein

    waar de zonneschijn scheen op het gras.

     

    Haar hoofdje zonk op mijn borst

    en mijn hart klopte tegen haar hoofd;

    soms stel ik mij voor, als alles voorbij zal zijn,

    ik bedoel, als mijn leven is uitgedoofd,

    zal zij niet van achter, onder heur haar,

    iets voelen bewegen, als een ader die klopt,

    zoals in de tijd, toen zij lag

    met haar hoofdje op mijn borst,

    en ik lag met mijn hart onder haar?

     

    Kan ik mij van haar verwijderen,

    in wat tijd of eeuwigheid heet?

    Het gaat alles te niet, maar ik ben trouw,

    meer is er niet dat ik weet.

    Als zij dan later van iemand houdt,

    als meisje en ontluikende vrouw,

    als zij moeder wordt en bezig is

    met eten te koken of bedden opmaakt,

    terwijl zij altijd maar denkt

    hoe zij het moet doen om anderen

    gelukkig te maken, zal ik gewis

    bij haar zijn en al het gewin van mijn leven,

    al het geluk waarvoor ik nu vecht,

    om er zoveel te verzamelen als het maar kan,

    al dat geluk zal ik haar geven,

    zodat zij het nooit allemaal

    meer wegschenken kan aan een man,

    aan een zoon, aan een kind,

    om het even aan wie, zij meer

    dan zichzelven bemint.

     

    Nog lopen wij soms naar het bos,

    aan het zonnige plekje voorbij;

    dan kijk ik naar haar

    en zij kijkt naar mij,

    onze handen omvatten elkaar.

    25-04-2011 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    23-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In Memoriam Hilde Demedts

    In Kortrijk is donderdag 21 april 2011 ereschepen Hilde Demedts overleden aan de gevolgen van kanker.  Ze was de jongste dochter van veelzijdig cultuurpromotor André Demedts en Germaine Ide. Ze was doctor in de rechten en had een lange staat van dienst in de stad Kortrijk. Hilde Demedts kwam in 1983 in de Kortrijkse gemeenteraad. Zes jaar later, in mei 1989, werd ze schepen. Ze was doorheen de jaren onder meer bevoegd voor financiën, juridische zaken, burgerzaken, facility, veiligheid en openbare werken. Tijdens haar jarenlange politieke loopbaan ontpopte Demedts zich tot een vastberaden schepen met een grondige dossierkennis, een kritische blik, zin voor verantwoordelijkheid en perfectionisme. Vorige zomer nam ze wegens gezondheidsreden afscheid als schepen en onlangs werd haar de titel van ere-schepen van de stad Kortrijk toegekend. De uitvaartplechtigheid vindt plaats op zaterdag 30 april om 10.30 uur in de Onze-Lieve-Vrouwe-kerk in Kortrijk. Op haar uitdrukkelijk verzoek zal geen rouwregister geopend worden.

    Hilde Demedts werd geboren in Waregem op 22 mei 1947 en bracht haar jeugd door in de Guido Gezellestraat in Waregem. Haar vader André Demedts was toen leraar aan het H. Hartcollege in Waregem en benevens algemeen cultureel ook reeds literair actief. Tijdens zijn leven schrijft hij meer dan dertig romans, heel wat toneelstukken, essays, en poëzie. Zijn oeuvre is doordesemd van een existentialistisch-filosofische inslag en wordt bekroond met de Staatsprijs. André Demedts is lid van de Koninklijke Akademie voor de Nederlandse Taal- en Letterkunde. Hij gaf ook honderden voordrachten in alle uithoeken van Vlaanderen. In 1949 wordt hij benoemd tot directeur van de gewestelijke omroep West-Vlaanderenen samen met zijn echtgenote en vier kinderen verhuist hij in 1953 naar Kortrijk. Hilde Demedts is op dat ogenblik zes jaar en de jongste in de rij. Ze heeft één zus en twee broers.

    Hilde Demedts kwam tijdens het André Demedtsjaar in 2006 meermaals terug naar haar roots in Waregem en Wielsbeke. Zo was ze met haar moeder ook aanwezig bij de inhuldiging van de gedenkplaat aan haar geboortehuis in de Guido Gezellestraat.  Ze dankte toen het stadsbestuur in naam van haar moeder en haar familie voor de eer die Waregem bewees aan haar vader. Alhoewel zij als jongste kind hier niet zo lang heeft gewoond, bleven haar nog heel wat Waregemse herinneringen bij. In de voorkamer, achter het raam waarlangs de gedenkplaat is bevestigd, was het bureau gevestigd van André Demedts. Daar stond bijvoorbeeld de tafel en de boekenkast, die momenteel nog te bezichtigen is in het André Demedtsmuseum in het Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve. Een goede herinnering had Hilde Demedts ook aan het kastje rechts van het bureau, waar haar vader steeds chocolade in voorraad had om zijn kinderen te plezieren als deze zich braaf bij hem aanmeldden. Achteraan was de tuin en haar vader hield eraan tijdens het weekeind in de tuin te werken om tot rust te komen. Hij vond daar zijn inspiratie en creativiteit. Hilde Demedts stelde toen vast dat zij dat gebruik van hem had overgeërfd.

    Na de inhuldiging van de gedenksteen André Demedts in de Guido Gezellelaan, volgde nog een boeiende lezing over de veelzijdige literator André Demedts van recensent Jooris Van Hulle voor ruim honderd geïnteresseerde ingeschrevenen in de raadszaal van het stadhuis. Vlak voor de inhuldiging van de gedenksteen, hebben Mevrouw Germaine Demedts en Hilde Demedts nog een bezoek gebracht aan de André Demedtstentoonstelling in de stadsbibliotheek. Ze kregen daarbij uitleg van samensteller Filip Cottenie. Hilde Demedts ging dat jaar ook graag in op het verzoek om haar vader nader toe te lichten voor leerlingen van het H.Hartcollege en hield eraan om tal van activiteiten tijdens het André Demedtsjaar persoonlijk bij te wonen.

    Op de bres voor gelijke kansen

    Na haar studies aan O.L.V. van Vlaanderen twijfelde ze tussen een opleiding psychiater en journaliste, maar haar vader raadde haar aan om rechten te volgen omdat zo'n opleiding brede perspectieven biedt. In 1970 studeert ze af aan de KULeuven als doctor in de rechten en schrijft ze zich in aan de Kortrijkse balie als stagiaire. In 1977 behaalde ze nog een postgraduaat economie. Hilde Demedts huwt in 1972 met Joseph Devoldere. In 1973 wordt ze moeder van zoon Andres en in 1975 bevalt ze van dochter Eve. Tussen de twee geboorten in gaat ze aan de slag als juridisch adviseur voor een grote verzekeringsmaatschappij. Samen met drie andere dames behoort ze tot de eerste lichting universitaire vrouwen. Telkens één van deze dames een trapje klimt in de hiërarchie, betekent dit een nieuwe overwinning voor de vrouwen in het bedrijf. Hilde Demedts ondervindt er aan den lijve de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Vanuit die ervaring groeit het vaste voornemen om voortaan in alles wat ze doet gelijkheid in kansen tussen mannen en vrouwen na te streven. Tien jaar na haar aanwerving wordt ze afdelingshoofd en nadien hoofdinspecteur voor de provincie West-Vlaanderen.

    Politiek

    Hilde Demedts is lid van de Jong Economische Kamer van Kortrijk. Daar ontmoet ze de zoon van een Kortrijks schepen die haar polst om in 1982 aan de gemeenteraadsverkiezingen deel te nemen. De CVP wil immers de lijst verruimen met vrouwen. Hilde Demedts is een jonge vrouw met een universitair diploma op zak en kan rekenen op de naambekendheid van haar vader. Ze krijgt de 37ste plaats op 41 kandidaten en wordt verkozen. Haar slogan luidt: ‘Stem vrouw, stem Vlaams’. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 wordt ze schepen. Hilde Demedts is de eerste vrouw in Kortrijk die rechtstreeks verkozen wordt tot schepen. Bovendien zetelt ze tijdens die legislatuur als enige vrouw in het schepencollege. In 1989 wordt Hilde Demedts schepen van Financiën, Juridische Zaken, Gelijke Kansenbeleid, Onderwijs en Jeugd. Na het overlijden van schepen Byttebier in 1990 krijgt ze er het departement Openbare Werken bij en draagt ze de bevoegdheid voor Onderwijs en Jeugd over aan een collega. In 1995 opteert ze opnieuw voor Financiën, Juridische Zaken en Gelijke Kansenbeleid.

    Tijdens haar jarenlange politieke loopbaan ontpopte Demedts zich tot een vastberaden schepen met een grondige dossierkennis, een kritische blik, zin voor verantwoordelijkheid en perfectionisme. Sinds maart 1995 zit ze de vergaderingen voor van het overlegforum van de schepenen van Financiën van de tien Vlaamse Centrumsteden. Ze is ook lid van het College van Commissarissen van de VVSG. In 1996 besluit Hilde Demedts om naast haar politiek mandaat als schepen haar echtgenoot te helpen in hun handelszaak en zegt haar carrière in de verzekeringen vaarwel. Joseph Devoldere runt een handel in kantoorbenodigdheden. De zaak in Kortrijk heeft ook een filiaal in Roeselare. Jarenlang maakt Hilde Demedts deel uit van de Raden van Bestuur van de Kortrijkse Kamer voor Handel en Nijverheid en van het Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden.

    Gelijke Kansenbeleid

    Hilde Demedts is lid van het CMBV en van het KVLV. Ze engageert zich ook in Vrouw en Maatschappij. In 1992 wordt ze in het nationaal CVP-bestuur gecoöpteerd en behoudt haar plaats tot in 1998. Na de verkiezingen van 1988 sleept Hilde Demedts de bevoegdheid voor emancipatie in de wacht. Ze vraagt het statuut van pilootgemeente aan en werkt samen met een Gelijke Kansenambtenaar een tweesporenbeleid uit. Het intern beleid richt zich tot het stadspersoneel en wordt ondersteund door een Interne Begeleidingscommissie. Het externe beleid daarentegen heeft de Kortrijkse bevolking als doelgroep. Het Gelijke Kansenplatform dat samengesteld is uit de afgevaardigden van de Kortrijkse vrouwenorganisaties van alle politieke strekkingen en alle geïnteresseerde individuen, ondersteunt dit luik van het beleid. Hilde Demedts wordt er de eerste voorzitster van. Het platform verdedigt de plaats van de vrouw in alle geledingen van de maatschappij en werkt aan roldoorbrekende sensibiliseringsacties. Omdat buitenschoolse opvang voor kinderen nog steeds een belangrijk probleem is, richt Hilde Demedts in 1993 De Puzzel op.

    Getuigenissen

    De rode draad doorheen de loopbaan van Hilde Demedts is emancipatie en gelijkekansenbeleid. „Mij is het er gewoon om te doen dat iedereen gelijke kansen krijgt, dat iedereen kan kiezen. Nu is dat allemaal wettelijk geregeld en er is veel gerealiseerd, maar een vrouw moet zich altijd dubbel bewijzen. Ik heb daar altijd tegen gevochten en keihard voor gestreden". vertelde ze bij haar afscheid van de politiek. „De politiek heeft een negatieve bijklank gekregen, politici zijn van hun voetstuk gevallen. Er zijn er veel die het goed bedoelen en hun verantwoordelijkheid opnemen, maar we moeten eigenlijk niet op een voetstuk staan".

    Haar medewerkers noemden haar vorig jaar in het Kortrijks Handelsblad: ,,Energiek, dynamisch, open en rechtuit, strijdlustig en alert, creatief, sociaalvoelend, wilskrachtig en besluitvaardig.” Het was voor Elise Heffinck haar eerste werkervaring. „Ik kon me geen betere jaren voorstellen als eerste werkervaring. In tegenstelling tot wat veel mensen misschien denken, was het echt wel leuk werken met haar. Ze was heel respectvol en moedigde ons aan om bij te leren. Schepen Demedts had altijd het beste voor met de mensen en was heel gedreven. Ik heb het grootste respect voor haar. Ook voor de manier waarop ze omging met haar ziekte."  Ann Desauw, die vaak met haar samenwerkte rond gelijkekansenbeleid, herinnert zich Demedts als een trotse vrouw die de emancipatie erg genegen was. Desauw: “Ze hield ervan dat alles goed geregeld was. Ze kon als schepen van Personeel ook goed luisteren naar de mens achter de werknemer.”

    Haar voormalige echtgenoot Jo Devoldere herinnert zich haar als een sterke vrouw. Devoldere: “De positie van de vrouw in onze maatschappij vond ze zeer belangrijk. Ze vond dat vrouwen het nog altijd niet gehaald hadden. Desondanks werkte ze even graag met mannen als met vrouwen. Onze kinderen wonen en werken in het buitenland. Ze waren de jongste twee maanden in Kortrijk om haar bij te staan.”

    Schepen Christine Depuydt : „Het overlijden van Hilde is niet onverwacht, maar toch komt het hard aan. We hadden altijd een goed contact. Ik ben blij dat ik nog twee jaar met haar in het college heb gezeten. Ik heb er veel van geleerd. Hilde dacht altijd na over het geheel, ze was niet enkel met haar eigen dossiers bezig. Ze was kritisch en daagde je uit om scherp te blijven. Ik zal haar strijdvaardigheid missen."

    http://blog.seniorennet.be/adjaar/archief.php?ID=122

    http://blog.seniorennet.be/adjaar/archief.php?ID=105


    Hilde Demedts hier in 1987 bij haar ouders

    23-04-2011 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    23-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Scheepstrekkers in werk André Demedts
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ter illustratie dat in het werk van André Demedts ook stof ligt voor heemkundige en historische navorsers, dit resultaat van opzoekingswerk naar de vermelding van “Scheepstrekkers” in het werk van Demedts. Voor de vrachtboten langs onze bevaarbare en voltbare rivieren en kanalen voorzien waren van eigen motorkracht, werd de hulp ingeroepen van ‘scheepstrekkers’ of ‘scheepsjagers’ om deze schepen te ‘jagen’.

    De Belgische republiek (1973)  p53/332

    In een terugblik gaat verteller Karel Gillemijn (1765-1848), (over)overovergrootvader van  André Demedts, terug naar een gelijknamige voorouder. Hij was de zoon van Gillis Gillemijn die in 1625 met zijn gezin in Wakken kwam wonen.  In deel 1, 19 vermeldt hij op blz 53 :

    “De oudste zoon van Gillis heette Karel, wat kerel  betekent, iemand met fut in zijn lijf, een man die een man is. De Gillemijns hebben hun oudste zonen dikwijls Karel of Gillis laten dopen en zo draagt ook jullie vader die naam. De Karel Gillemijn waarover ik vertel, was vooraan in de twintig, een stevige jongen met haar op zijn tanden. De luiaard scheren, met zijn handen in zijn broekzakken op een stoel zitten, dat kon hij niet. Als hij geen goed kon verrichten, zou hij kwaad gedaan hebben. Dezulken mogen niet werkeloos zijn, of zij ontbinden hun duivels. Thuis had hij geen bezigheid genoeg, het bedrijf was te klein. Daarom begon hij, waar hem dat gevraagd werd, in daghuren te werken. Toen was de Mandel nog bevaarbaar voor kleine schepen en op zekere dag liet zhij zich aanmonsteren, als scheepstrekker van de boten die naar Roeselare voeren met graan.

    Zijn moeder was er tegen dat hij elders ging werken, maar dat deed de maat overlopen. Scheepstrekkers hadden  een slechte faam. Het gemeenste gespuis had er niets aan, zij leefden buiten de gemeenschap op hun eigen, kenden gebod noch verbod, dronken, vloekten en wallebakten met zot vrouwvolk, zonder naar iets of iemand om te zien. Nooit geweten dat er één oud zou worden, dertig jaar en zij waren versleten.

    “Dat wil ik niet!” zei Karels moeder. “Van zulk volk zijn wij niet.”

    Omdat hij eerst toegezegd had, wilde hij zijn woord niet eten. Een enige keer trok hij een schip naar Roeselare. “Je ziet toch dat ze mij niet opgegeten hebben,” zei hij toen hij terugkeerde. “Ik ben niet eens geschonden. Maar om jou te believen, moeder, zal ik niet meer meegaan.”

     

    De Belgische republiek P 61 /332  in oorspronkelijke uitgave p 69 van 380.

    We zijn omstreeks 1789 met opnieuw Karel Gillemijn (1765-1848). In deel 1, 23 verhaalt André Demedts op blz.  61 “Ongelooflijk wat een naarstige kerel kan doen op één zomerse dag! Nu was het negenmaal dertig dagen dat Karel op De Neringen zijn duivel in tweeën gewerkt had. De lange schone zomer lag op zijn reeuwstro, het was nu de laatste week van augustus. In maart had Karel genoeg grond ontgonnen om een vierendeel zomertarwe te zaaien, in april had hij bonen en raapkolen geplant en achter het huis , in de lochting, had hij een bed aardappels aangelegd, het nieuwe gewas waarover wonderen werden verteld.  De knollen had een scheepstrekker voor hem meegebracht uit de streek van Roeselare, waar hij ze voor schoon geld voor Karel gekocht had. “Wij kennen elkaar toch een beetje,”grinnikte hij. “Was je niet beter bij onze gilde, aan de waterkant gebleven?”

    Geluk voor iedereen (1981)

                André Demedts, Geluk voor iedereen, C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I  - 194916 -  1981 - 383 pagina’s.

    We zijn in de jaren 1840. De toenemende industrialisering veroordeelt het ambachtelijk spinnen en weven. Donkere armoede schuift over het land. Honqer ook, door de mislukte aardappeloogst in 1846 met cholera- en tyfus-epidemieën als gevolg. Op het Vlaamse platteland bezwijken duizenden mensen. Velen wijken uit naar Gent, naar de Waalse mijngebieden, naar Roubaix en Amerika.

    p. 18-20 : … ’t Ging inderdaad slecht in de fabrieken,  gaf hij toe. Spinnerijen, weverijen, wolwasserijen vielen de enee na de andere stil. In Roebee, Rijsel en Terkoenje waren er honderden mensen zonder enig inkomen. Asiel had het evenwel voorzien en tijdig zijn voorzorgen genomen.

      Had hij gezeid dat hij in dienst van de koning van Pruisen getreden was, Dees en Wieze zouden niet meer verwonderd geweest zijn, dan nu hij hun vertelde dat hij scheepstrekker geworden was. In hun overtuiging was dat de slechtste en gemeenste van alle maniere, om zijn brood te verdienen. Wie zijn vader en moeder vermoord had, was er nog te goed voor.

    -  Vooroordelen van kwezelaars en luiaards!

    Hij zou verklaren wat ervan was. Scheepstrekkers waren altijd op weg., vandaag te VIjve en mogten in Gent of Rijsel. Nooit twee keer in hetzelfde bed slapen, geen wijf aan je been, geen kinderen aan je slippen hangen. Een vrij leven in open lucht. Aan niemand gehecht en door niets gebonden. Dàt was de schoonste toekomst voor de mensheid! Geen dwang, geen bazen of gendarmen, heren of papen; iedereen gelijk arm of rijk,  en wie tegen zou strubbelen werd de nek afgewrongen.

    -  Dat zingen ze nu al te Gent, verzekerde Asiel.

    Hij had het met zijn eigen oren gehoord, dat ze den keuneinck Leopold den Iersten van Saksen, Coburg-Gotha, op die manier zouden onthoofden.

    -  Met  hoevelen trek je aan dat schip in VIjve?  Vroeg Dees, om aan de zotteklap een einde te maken.

    Met drieën, twee mannen en een vrouw. Eigenlijk waqs het een manwijf, dat haar deel deed naast de felste kerel. Eten en smeren, vloeken en zweren, vechten als het erop aankwam dat het haar stoof, en haar snater roeren als een ratelende rattemolen.

    Een geladen schip tegen de stroom in slepen, moest toch zware arbeid zijn?

    Wat stroomopwaarts gesleept werd, kwam stroomafwaarts terug. Dat betekende halve krachtinspanning voor de trekkers. Wandelen op de tragel, een tijdje op een berm in de zonneschijn verpozen en toch geld verdienen. Er was ook mogelijkheid om een zeil uit te zetten. Als de wind gunstig woei, scheelde dat de helft van het werk.

    Dees glimlachte…  Marja ontdekte veel beter dan haar broer Jin, waar er overdrijving of leugentaal in het spel was…  Zijn ware levensroeping lag elders dan aan de waterkant… Nu besefte hij ten volle, dat  hij zich door het kapitalisme in del uren had laten leggen.

    Goede avond (1976) -360 p.

    1797 De Zuidelijke Nederlanden zijn in Franse handen. Vanuit een milde menselijkheid schildert rasverteller André Demedts het harde leven van mensen in een tumultueuze tijd.

     

    p. 86  “Vijve was een belangrijk knooppunt van wegen, met een posterij en bovendien een aanlegsteiger aan de Leie. Reizigers te voet en te paard bleven er overnachten, schippers en scheepstrekkers  pleisterden er zolang tot hun schepen gelost of geladen waren en al dat vreemd volk, onbekenden die kwamen en gingen, staken het veelal niet nauw in hun manieren.  Wat kon het hun schelen wat een naam zij achterlieten ? Vooral de scheepstrekkers werden weerzien voor ’t gemeenste volk van de wereld, maar als zij geld te verteren hadden, had ook hùn geld geen reuk ...”

    De houten kroon 522 blz.

    P 439 Sofie was niet thuis of had zich weggestoken, om hem geen goede dag te moeten wensen. Hij mocht haar hebben, de dokter waarmee zij nu aangeleid had. Francies Gillemijn zou zich door niemand meer laten vernederen, had hij geen geld en geen toekomst, hij zou bij de aardewerkers gaan om het even waar een vaart gegraven werd, of scheepstrekker of losser worden.  ’t Gemeenste dat bestond? Wat gaf het? Soort bij soort en werd hij geen veertig jaar oud, des te beter.

    Zulke buien van opstandigheid moesten uitwoeden. ..

    23-08-2010 om 10:35 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    01-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.40e André Demedtsprijs voor EUVO (Europa der Volkeren)

    Op 29 november 2009 ontving EUVO tijdens een academische zitting op het stadhuis te Kortrijk de jaarlijkse Andre Demedtsprijs, een prijs uitgereikt door Marnixring Broel. Dokter Gui Celen, gewezen algemeen voorzitter van Marnixring en nu ondermeer voorzitter van Knokk en dedenktank Pro Flandria , was gastspreker. EUVO staat voor EUropa der Volkeren, een Belgisch Vlaamse vereniging die actief met kleinschalige projecten ijvert om de Vlaamse toponymie en topografie in Frans-Vlaanderen te bewaren en te bevorderen. Dit project kadert uitstekend in de doelstellingen van de in 1992 overleden Vlaamse cultuurpromotor.

    De werkgroep Euvo ( Europa der Volkeren ) is al vele jaren actief in Frans-Vlaanderen. Onder de leiding van Luc Vranckx uit Brugge werden al ruim 600 Vlaamse naambordjes in bijna alle dorpen van Frans-Vlaanderen aangebracht. Op de gevel van hoeves, cafés en oude gebouwen vinden we geelzwarte bordjes met Vlaamse namen. Het initiatief is bijzonder populair ter plaatse. Tel daarbij ook nog eens een gelijkaardig aantal straatnaamborden die in de loop der jaren werden geplaatst. Wie Frans-Vlaanderen doorkruist zal er wel een aantal zien hangen, al werden er sommige weggenomen ( gestolen? verwijderd door tegenstanders?). Afwisseling met gedichten en ook met een aantal foto's met teksten die een stukje geschiedenis van Frans-Vlaandere aantonen, leveren ook het bewijs dat Frans-Vlaanderen zijn Vlaams uitzicht en patrimonium wil bewaren en zelfs nu oude Vlaamse namen door Euvo hersteld wil zien.

    Bij de Veugelberg in Belle ( Bailleul ) in 1997. Van links naar rechts Luc Verbeke, toenmalig schepen Jeroom Steenkiste en Luc Vranckx.


    Enkele hoeve- of herbergnamen zijn: Bij de goeien in Waten, Zaetgarshof in Volkerinkhove, Lampernisseveld in Merkegem, In de vlasboote in Merkegem, Peene-meersch in Bollezele, Hofland in Bollezele, De ronde Kaffoore in Lederzele, In 't Centrum in Bollezele, Nunnenbusch-hof in Steenvoorde, In de Krone in Hardevoorde, Haeghedoorn in Zermezele, In 't Centrum in Arneke, Blauwershof in Godewaersvelde, In St.-Elooi in Merkegem, De twee Meulen in Wormhout, De drie Keuningen in Oudezele, De Busseboom in Kaaster, Erkelsbrugge in Bollezele, De koekoek in Kassel. Een ander initiatief van de vzw EUVO was op zaterdag 8 mei 1999 de inhuldiging aan de Frans-Belgische grens aan de kust van een aantal gerestaureerde grenspalen uit 1819.

    Dr Gui Ceelen startte zijn toespraak met de zinsnede "Geen tronen blijven staan, een volk zal nooit vergaan.", bevlogen worden uit onze nationale hymne waarvan hij de inhoud durft te betwijfelen . Want na 179 jaar staat de troon van de Coburgers er "voorlopig" nog altijd. En dat een volk nooit zal vergaan, is zuiver wetenschappelijk gesproken, ook geen absolute zekerheid. Want waar een taal verdwijnt, daar verdwijnt ook een volk en omgekeerd. Precies omdat de taal gans het volk is en omdat de taal niet alleen de ziel van de natie is, maar de natie zelf. Of, om het met woorden van Guido Gezelle te zeggen: wie geen taal heeft, is geen naam weert en waar geen taal leeft, is geen volk.

    Vandaar zijn oprechte bezorgdheid en ook mijn retorische vraag: Wat dan met het Vlemsch? “Daar wil ik het over hebben met een aantal persoonlijke, en dus meer dan waarschijnlijk politiek-niet-correcte beschouwingen rond Taal, Volk en Staat. Beschouwingen die uiteraard nauw aansluiten bij de opdracht van zowel de Raad voor advies van deze prijs als van de gelauwerde zelf. Want het "EUVO - Europa der Volkeren", dat hier vandaag terecht de Marnixring-André Demedtsprijs ontvangt, poogt op zijn eigen bewonderenswaardige manier zijn grote steen bij te dragen tot het instandhouden van die taal in wat het nogmaals terecht het "Vlaanderen in Frankrijk" noemt. En hoewel we moeten toegeven dat dit "Vlemsch" vandaag eerder een curiosum is tijdens carnaval of in de kleine dorpjes van de streek van Duinkerke, Kassel, Hazebroek tot in Rijsel en Dowaai, toch neemt dat niet weg dat dit "Vlemsch" een restant is van een veel grotere streektaal, die deel uitmaakte van de noordelijker gesproken dialecten in westelijk belgië en westelijk Nederland.

    En EUVO doet er alles aan om die taal levendig te houden. Onnodig om de werkzaamheden van deze vzw hier nog eens uitvoerig te belichten: de laudatio was terzake overduidelijk. Toch één kanttekening: als ik de namen overloop van de pioniers en de boegbeelden bij EUVO, dan ontmoet ik zeer veel priesters. Niet dat ik daar iets tegen heb, wel integendeel, maar het valt me toch op. Luister maar: eerwaarde heer Luc Vranckx, eerwaarde heer Cyriel Moeyaert, eerwaarde heer Renaat Despicht, kanunnik Camille Looten.... allemaal klinkende namen in de lange rij van geestelijken, die naar goede Vlaamse traditie, nog strijden of gestreden hebben voor de ontvoogding van "hun" volk. Net zoals Gezelle, Verriest, Stracke, Verschaeve, Van Wilderode, Callewaert, en ga zo maar door...tot en met de paters van de IJzerwake. Vandaar mijn oprechte dank en eerbied voor alle "eerwaardes" die zich vanuit hun kristelijke overtuiging, waar ook te lande, belangeloos hebben ingezet en nog steeds inzetten in de ontvoogdingsstrijd van "hun" uitverkoren volk, op zijn moeizame weg naar volledige soevereiniteit.

    En dat brengt ons bij de kern van mijn betoog. Hoe kunnen wij aan die noodzakelijke Vlaamse soevereiniteit gestalte geven? Noodzakelijk, niet alleen voor het veilig stellen van onze materiële welvaart, maar evenzeer onmisbaar voor ons geestelijk welzijn, en dus voor de instandhouding van onze taal en voor het behoud van onze identiteit! Het einddoel is mijns inziens duidelijk: Vlaanderen moet finaal een volwaardige staat in Europa worden, want elke vorm van "regionalisme" is altijd synoniem voor onvolledige zeggingschap van een volk.

    Maar, gegeven de politieke situatie van vandaag, moeten we misschien toch ook eens nagaan of we "in afwachting van" niet een stukje van de weg kunnen afleggen binnen het Europees Comité van de Regio's? Meer bepaald dan in die domeinen, waarvoor Vlaanderen als regio, over eigen wetgevende bevoegdheden beschikt. En dan denk ik hierbij vooral aan "onderwijs en cultuur", waarin "taal" toch een niet te onderschatten factor is. Dat dit comité in essentie enkel een adviesorgaan is, blijft natuurlijk een zwakke plek. En het is ook zo, dat zowat iedereen die er om vraagt, lid kan worden van dit comité, zoals bijvoorbeeld het Stadsgewest Londen. Met als gevolg dat we, als we naar de huidige regio's in dat comité kijken, helaas moeten vaststellen dat het niet zozeer de "volkeren" zijn, maar vooral de zogeheten "handels- en economische entiteiten", die gaandeweg het laken naar zich hebben toe getrokken. U hebt zonder twijfel ook in de kranten gelezen dat Hainaut occidentale zich voortaan "la Wallonie Picarde" noemt. Dit om sterk te onderstrepen dat deze regio wel degelijk behoort tot de Euregio Rijsel-Kortrijk-Doornik....De brieflogo's van de ziekenhuizen in Doornik vermelden overigens "centre hospitalier de la Wallonie Picarde."

    Sterker nog, bepaalde insiders beweren zelfs dat het Comité in het leven werd geroepen, "zogezegd" om aan het "zelfstandigheidsstreven" van de "volkeren" tegemoet te komen, maar in werkelijkheid vooral om dat zelfstandigheidsstreven -uiteraard onder impuls van de belanghebbende grote lidstaten- eerst te kanaliseren, vervolgens af te remmen en tenslotte zachtjes dood te knuffelen in een Comité, waar het begrip "volkeren" nog nauwelijks de betekenis heeft die wij, volksnationalisten, er aan geven. Daarnaast is er binnen dat Comité, officieel nog altijd sprake van de "belgische delegatie". Een delegatie die dan -zo staat het er letterlijk- volgens een intra - belgisch akkoord wordt verdeeld tussen Nederlandstaligen (en dus niet: Vlamingen!!??), Franstaligen en Duitstaligen. Wat toch in schril contrast staat met de webstek van de "Organisatie voor Europese minderheden", waar we onder de veelzeggende titel "Volkeren op zoek naar vrijheid" een volledige opsomming terugvinden van zowat alle Europese volkeren. En dat zijn er meer dan 300, waarvan er 90 zijn met wetgevende bevoegdheid.

    Voor de Europese Commissie is het Comité van de Regio's bovendien het gedroomde "glijmiddel" om uitgerekend via de regio's met wetgevende bevoegdheden, waaronder ook Vlaanderen, de eigen Europese regelgeving gemakkelijker te implementeren of op te leggen. Maar dit hoeft allemaal niet noodzakelijk te betekenen dat Vlaanderen, "in afwachting van", de beperkte mogelijkheden van dit Comité niet te volle moet benutten. Wel integendeel: ten eerste, om zijn contacten met andere Europese volkerenmaximaal uit te bouwen, ten tweede, om voor zijn eigen zelfstandigheidsstreven alom in Europa de vereiste goodwill te creëren en ten derde en zeer concreet, om ondermeer met steun van de Vlaamse regering en zich baserend op de uitgangspunten van het Europees Minderhedenverdrag, Frankrijk er binnen de kortste keren toe te brengen om "Frans-Vlaanderen" - de enige minderheid die in Frankrijk nog altijd niet erkend is - alsnog als minderheid te doen erkennen. Als ik u vertel dat 20 % van de Franse burgers als minderheid erkend worden, namelijk de Basken, de Catalanen van de Roussillon, de Bretoenen en de Elzassers, dan heeft Frans -Vlaanderen ook dat recht.

    Ik wil toch even stilstaan bij dat minderhedenverdrag. De Europese peilers waarop een volk als minderheid binnen een staat kan erkend worden zijn vervat in het zelfbeschikkingsrecht der volkeren: het recht dat ieder volk moet bezitten om een eigen onafhankelijke staat op te richten. Het minderhedenverdrag stipuleert dat er geen eigen staat gecreëerd wordt, maar dat sommige acties toegestaan worden zoals les in eigen taal.

    Er zijn zo voor de vuist 4 punten op te sommen, die wat betreft Vlaanderen in Frankrijk, perfect en compleet toe te passen zijn om erkend te worden als minderheid:

    1. De geografische reden: Vlaanderen in belgie en Vlaanderen in Frankrijk zijn éénzelfde geografisch gebied ( de "screve" is inderdaad een willekeurige streep die men getrokken heeft om de grenzen te doen vervagen....)

    2. De historische motivatie:De creatie van de 17 provincies in de zestiende eeuw onder Karel de Vijfde was veelbelovend. Ik hoef u echter alleen maar in herinnering te brengen het verlies van het land van de Westhoek, Artesie en de Somme door het verdrag van Nijmegen in 1678 door Lodewijk de XIV, om u mee te delen dat die vreugde van korte duur was..... De Spaanse successieoorlog, de Franse Revolutie, de Frans – Duitse oorlog van 1870,de bloedige slachtingen van 14-18 en de vier jaar durende Duitse bezetting van 40-45 hebben geen wezenlijke veranderingen meer gebracht. Noord en zuid zijn historisch echter één geheel. De omvangrijke uitdunning van vele culturen door de eenheidsdwang van Frankrijk hebben echter van de toentertijd gesproken taal in Frans- Vlaanderen een curiosum gemaakt. Doch de Franse regering heeft ingezien dat het van rijkdom getuigt wanneer er binnen de landsgrenzen autochtone minderheden en –culturen bestaan.

    3. En ik kom terug op de Culturele eenheid van dit Vlaams gebied: beide delen van Vlaanderen hebben veel gemeen: denk maar aan de vele belforten, begijnhoven, kerken, kathedralen, windmolens, hoeven enzovoort,die geen landsgrenzen kennen.

    4. Ten laatste: de linguïstische argumenten. Deze beide Vlaamse gebieden delen dezelfde Vlaamse ( dialect) taal. En hier ligt de Franse staat dwars: zij willen enkel het Vlaams als regionale taal voor de Vlamingen als minderheid in Frankrijk erkennen, en niet het Algemeen Nederlands. Vergeten we echter niet dat zo'n 300 jaar geleden het Vlaams de Taal was, die gesproken werd van Utrecht tot Atrecht. Nu vandaag in de 21°eeuw moeten wij er echter voor ijveren dat de Taal van de Vlamingen in Frankrijk de door de Europese Unie erkende Algemeen - Nederlandse Taal zou zijn. De jongeren in die regio mogen niet opgezadeld worden met een dialect - Vlaams. Zo hypothekeren wij immers hun toekomst...

    Als de Franse centralistische Staat, mede door de druk van de Vlaamse regering, inziet dat die zo-even genoemde beweegredenen volstaan om ook Vlaanderen in Frankrijk als minderheid te erkennen, dan pas kan het onderwijs van het Nederlands in dit "Vlaanderen in Frankrijk" uitgebreid worden tot tweetalige scholen. Net zoals in Bretagne of in de Elzas bijvoorbeeld. De Franse staat geeft overigens geldelijke steun aan Bretoense, Elzassische en Catalaanse cultuur – en taalorganisaties om hun taal te behouden en uit te bouwen.

    Bovendien kunnen dan alle wegwijzers en officiële naamborden van dorpen en steden in de streektaal verschijnen. Want officiëel zijn de namen helaas nog altijd Bergues, Bailleul, Dunkerque, Esquelbecq, enz... En dan kan bovendien de bestaande synergie tussen EUVO en de vzw KNOKK,( Komitee voor Nederlandstalig onderwijs en Kultuur in het Komense ) significant versterkt worden. Niet alleen zal er een sterkere samenwerking komen met de vzw KNOKK, maar ook met het komitee voor Frans – Vlaanderen, de vereniging werkgroep de Nederlanden, en de Michiel de Swaenstichting.

    Samenvattend kunnen we dus stellen, dat Vlaanderen - ongeacht de weg die het uiteindelijk kiest om zijn soevereiniteit te bereiken- wil het in Europa en daarbuiten als "volk" gerespecteerd worden, zich dan ook eerst en vooral, niet alleen als een volk, maar ook als een natie dient te gedragen.

    Kijk maar naar Quebec: dat is ook geen staat, maar gedraagt zich ondertussen wel als een natie. En dat is belangrijk. Want was het niet Charles De Gaulle -toch een supernationalist- die ooit met de hem eigen dédain orakelde, dat belgië wel een staat was, maar allerminst een natie? Vandaar dat we in dat opzicht van onze Vlaamse politici dan ook moeten eisen dat zij het voorbeeld geven. En precies daarom kan en wil ik hier niet voorbijgaan aan het gezamenlijk interview dat Filip Dewinter, Jean-Marie Dedecker en Bart De Wever recent lieten optekenen door HUMO. Bij de bedoelingen van de Humo-redactie moet ik uiteraard geen tekening maken. Maar dat deze heren, Vlaanderen op zo'n lompe manier te kijk hebben gezet, is zonder meer onaanvaardbaar. Ik vind dan ook dat ze zich ten overstaan van het Vlaamse volk, dat zij beweren te vertegenwoordigen, publiekelijk moeten verontschuldigen. Punt andere lijn.

    En dit gezegd zijnde, Vlaamse en Vlemsche vrienden, ga ik afronden, in vier stappen:

    • Ten eerste, de grote en wijze Lodewijk Dosfel zei ooit, En ik citeer: "de Vlaming is een Nederlandse mens en een belgisch staatsburger en hij kan beide blijven. Op voorwaarde dat het belgisch burger-zijn geen schade toebrengt aan zijn Nederlands mens-zijn". Einde citaat. Maar helaas, reeds in 1914 was ook het vertrouwen van Dosfel in belgische politieke oplossingen volledig ondermijnd en vroeg hij zich luidop af of Vlaanderen wel moest blijven luisteren naar slechte meesters! En terecht want wij, Vlamingen van vandaag, hebben inmiddels gezien waartoe dat mateloos "blijven luisteren" ons heeft geleid.
    • Ten tweede: wetende dat een volk van slaven altijd een regering van tirannen zal krijgen, moeten we desnoods dan maar het voorbeeld van de Oost-Duitsers volgen, die 20 jaar geleden met honderdduizenden op straat zijn gekomen. En precies zoals zij toen "Wir sind das Volk!" zijn blijven schreewen, moeten wij dan maar "Wij zijn het volk!" blijven scanderen. Net zolang tot wanneer de belgische blinde muur die ons van een volwaardig Europees lidmaatschap blijft scheiden, met de grond is gelijk gemaakt!
    • Ten derde: een afscheidshaiku ter ere van Herman Van Rompuy:

    Een belgische ster

    Europa uw firmament

    Vaarwel President

    • En ten vierde en ten laatste richt ik mij met de woorden van Anton van Wilderode tot de Vlaamse Regering en overigens tot alle Vlamingen: Volk word Staat, word Vlaamse Staat! En ik voeg daar aan toe: en nog vandaag als het gaat, want morgen is het misschien te laat!


    01-12-2009 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    26-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Georges Leroy (1930-1977)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Naar aanleiding van de uitreiking van de 17de poëzieprijs Georges Leroy schreef Hans Geeraert een heldere kijk over deze Waregemse beeldhouwer, letterkundige, musicus en promotor van het artistieke leven in de Gaverstreek. Het is een bijdrage in het programmaboekje van de uitreiking, overgenomen in e-Waregem, die we u hier niet willen onthouden.

     

    De bekende Waregemse letterkundige en beeldhouwer, die beroepshalve muziekleraar was, trad omstreeks 1966 op tweevoudig kunstterrein naar buiten: eerst als beeldhouwer, maar al het jaar daarop als schrijver met de roman "De sluipwesp'. In 1968 behaalde hij de Provinciale Prijs voor Letterkunde. Naderhand verschenen de novellen "Het licht" (1969) en "Harry" (1970). Twee jaar later werd zijn roman "De pees" voorgesteld.

     

    In beide kunsttakken was hij kritisch voor zichzelf: alleen wat hij echt goed vond werd gedrukt of tentoongesteld. In 1970 opende hij een kunstgalerij die hij "Da Vinci" noemde; zij verwierf in korte tijd naam en faam en groeide uit tot een trefpunt voor grafische kunst in de regio. Zo was hij de stichter van het Gaverfonds en organiseerde hij de Gaverprijs voor schilderkunst.

     

    In een In Memoriam in "Vlaanderen", nr 158 (1977) wordt een beeld geschetst van zijn verschillende kunstuitingen en de ermee gepaard gaande moeilijkheden: "een lange weg, niet steeds bestrooid met rozen, een bijna onvermijdelijke innerlijke tweespalt."

     

    Hij was een kunstenaar die het zich nooit gemakkelijk maakte, want hij was door een inwendig vuur gedreven. Dit vuur was niet alleen een artistieke bezetenheid, maar ook, - aansluitend bij de kunstopvattingen van André Demedts -"een diep meevoelen en verbondenheid met de medemens, die zowel zijn literair werk als zijn beeldhouwwerk kenmerken.

     

    (met dank aan Hans Geeraert)

    26-01-2009 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (1)
    04-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.juryverslag Demedtsprijs 2008

    Sinds 39 jaar reikt de MARNIXRING KORTRIJK BROEL de ANDRE DEMEDTSPRIJS uit aan een persoon of vereniging die bijdraagt tot de politieke ontvoogding van ons volk en zijn toekomst als natie, tot de uitstraling van zijn cultuur, tot zijn nauwe verbondenheid met andere leden van de Nederlandse stam of tot de betere bekendheid van Vlaanderen in de wereld. Op 7 juni 2008 heeft de Raad voor Advies het Nederlandstalig onderwijs DE TAALKOFFER uit Komen als laureaat voor 2008 voorgesteld in de persoon van zijn directeur, de heer Tom VANDERMEULEN.

     

    Het beheren van DE TAALKOFFER, de Vlaamse School in Komen, is een hele uitdaging. De school wordt afgesneden van elke subsidiëring vanwege de Franstalige Gemeenschap in overtreding met de Taalwetgeving van 30.06.1963.  De Vlaamse Gemeenschap beperkt haar steun tot de huur van de lokalen. Aldus dient de heer VANDERMEULEN permanent op zoek te gaan naar dringende steun van de niet-partijpolitieke gemeenschap.

     

    Momenteel beschikt de school over één leerkracht voor de dertig kleuters en één leerkracht voor de zes studiejaren lager onderwijs. Telkenjare kan hij zich verheugen op de aangroei van het aantal leerlingen. Echter zult u begrijpen dat het begeleiden van deze kinderen met twee leerkrachten een heuse inspanning vergt. Dringend is men dan ook op zoek naar de financiële middelen om een leerkracht bij te nemen. Naast de financiële uitdagingen zoekt hij ook en vooral de morele steun van de Vlamingen, die dit schooltje-in-gevaar niet willen loslaten.

     

    Zoals u weet heeft een vriendenkring in 1974 het initiatief genomen om het onderwijs in het Nederlands te Komen te ondersteunen. Naast André DEMEDTS hebben mensen toentertijd zoals Flor GRAMMENS, Paul SERGIER, Remi VANDENBROUCKE, Jaak MOERMAN, Noël DECRAEMER, Michiel VAN DE KERCKHOVE, Andre LAMMERTYN, Jean-Pierre DEWIJNGAERT en Andre DURNEZ zich zeer actief ingezet voor deze zaak. Later is de VZW KNOKK daaruit ontstaan, die nog steeds alles in het werk stelt om Tom VANDERMEULEN en zijn school materieel te ondersteunen. De MARNIXRING KORTRIJK BROEL vindt dan ook dat we Komen niet mogen loslaten en het onze plicht is deze pioniers te ondersteunen.

     

    Een tweetal weken terug verscheen trouwens een artikel in de KNACK waarin duidelijk werd aangetoond dat de financiële situatie van DE TAALKOFFER niet zo rooskleurig is. De titel van het artikel luidde “Een koffer vol problemen” met ondertitel “De Taalkoffer, het Nederlandstalige schooltje in het Franstalige Komen, wil eindelijk officieel erkenning en subsidie krijgen van de Franse Gemeenschap. Desnoods wordt de zaak voor de Raad van State gebracht”.

     

    Thans blijkt dat de VZW KNOKK op droog zaad zit. De VZW KNOKK, die sinds kort wordt voorgezeteld door onze gewezen algemeen voorzitter Gui CELEN. Bron van alle kwaad is de Franse Gemeenschap, die al dertig jaar manifest haar financiële verplichtingen ontloopt, sinds 2007 helpt en begeleid het kabinet VANDENBROUCKE de VZW KNOKK bij het samenstellen van een juridisch correct dossier, om te beginnen de formele subsidieaanvraag aan de Franse Gemeenschap en de gemeente Komen.

     

    Tot op heden kwam er echter nog geen reactie van de Franse Gemeenschap en/of de gemeente Komen.

     

    Door de organisatie van allerlei initiatieven zoals schoolfeesten, infoavonden, volwassenenonderwijs probeert Tom VANDERMEULEN met succes meer belangstelling te krijgen voor DE TAALKOFFER. André DEMEDTS zou fier zijn als hij deze jonge Vlaming had kunnen gelukwensen. Hij is iemand, die het aan het bewijzen is. En dit is wat André wenste.

     

    DE TAALKOFFER is een van de weinige scholen die reeds vanaf het derde leerjaar start met het onderwijzen van twee talen. Door de kinderen taalvaardigheid bij te brengen biedt DE TAALKOFFER de kinderen een verzekerde toekomst.

     

    In de Vlaamse school in Komen heerst een democratische schoolstructuur met dagelijkse praatrondes, klasseraad en schoolraad. Ondernemend staat centraal in DE TAALKOFFER via projectwerk worden de kinderen gestimuleerd om initiatief te nemen, zelfstandig werken wordt bevorderd door hoekenwerk en contractwerk.

     

    Tot slot is DE TAALKOFFER een warme school. Dagelijks hebben de ouders contact met leerkrachten en directie. De ouders worden ook nauw betrokken om samen te denken over de opvoeding en onderwijs van hun kind.

     

    Uit het voorgaande moge blijken dat DE TAALKOFFER – de Vlaamse school in Komen in de persoon van zijn directeur, de heer Tom VANDERMEULEN – de perfecte belichaming van de ANDRE DEMEDTSPRIJS is en een waardige opvolger van de vorige laureaten. We zijn dan ook vereerd en gelukkig hem die prijs te kunnen overhandigen.

     

    Ik dank u.

     

    Peter SUSTRONCK

    04-12-2008 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    02-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Taalkoffer ontvangt 39e André Demedtsprijs

    Op zondag 30 november 2008 werd in het Stadhuis te Kortrijk de 39e André Demedtsprijs uitgereikt aan de Vlaamse school ' De Taalkoffer ' van Komen. Aan het hoofd van deze  door de Franstalige gemeenschap niet gesubsidieerde en ook door het gemeentebestuur niet erkende school, staat het jonge schoolhoofd Tom Vandermeulen, die de prijs in ontvangst mocht nemen. Luc Verbeke noemde de uitreiking vorige zondag één van de mooiste prijsuitreikingen die hij sinds 1972 heeft meegemaakt. Zelf konden we de uitreiking niet meemaken en we zijn gelukkig hier de tekst te kunnen publiceren uit het poëzieblog van Luc Verbeke.

     

    Peter Sustronck bracht eerst het verslag van de jury van de André Demedtsprijs. Op 7 juni 2008 heeft de Raad voor Advies het Nederlandstalig onderwijs DE TAALKOFFER uit Komen als laureaat voorgesteld in de persoon van de heer Tom Vandermeulen. Het beheren van die school is een hele uitdaging. De school wordt immers afgesneden van elke subsidiëring vanwege de Franstalige Gemeenschap in overtreding met de Taalwetgeving van 30.06.1963.  ( NB: terwijl de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks 9 miljoen euro betaalt voor Franstalige scholen in de Vlaamse faciliteitengemeenten !! )

     

    In 1974 nam de Vriendenkring van het Komense o.l.v. Noël Decraemer het initiatief tot de oprichting van een Vlaamse school. Later groeide daaruit de vzw KNOKK, die nog steeds alles in het werk stelt om de school te ondersteunen. De vzw wordt nu geleid door dr.Gui Celen. Sinds 2007 helpt het kabinet Vandenbroucke de vzw bij het samenstellen van een juridisch correct dossier voor een subsidieaanvraag aan de Franse Gemeenschap en de gemeente Komen. Tot op heden bleef daarop een reactie uit...

     

    De Taalkoffer is een van de weinige scholen die reeds vanaf het derde leerjaar start met het onderwijzen van twee talen. In de Vlaamse school is er een democratische schoolstructuur en is er een bestendig contact met de ouders. De Taalkoffer is alvast een waardige opvolger van de 38 vorige laureaten in de persoon van Tom Vandermeulen. André Demedts zou trots zijn geweest mocht hij de gelegenheid hebben gekregen om deze jonge Vlaming te kunnen feliciteren.                            

                   

    Op deze eerste foto ( gemaakt door Dirk Verbeke ) zien we in het midden de laureaat

    Tom Vandermeulen omringd door zijn personeel en het bestuur van de Marnixring Broel . We bemerken bovenaan: dr. neurochirurg Gui Celen, voorzitter van KNOKK en Pro Flandria, Paul De Meester, voorzitter van de Raad voor Advies, Peter Sustronck, secretaris - verslaggever, dr. Philippe Dejaegher, protocolchef, die  de sprekers inleidde en bedankte. Tenslotte  Filip De Vlieghere. Op de eerste rij, rechts van Tom Vandermeulen :Rudolf  Scherpereel, voorzitter  van de Marnixring Broel en de feestredenaar Stefaan Misschaert.

                                                   

    Op deze tweede foto zien we de eerste twee rijen van de aanwezigen. Op de eerste rij herkennen we dr.gui Celen, voorzitter van KNOKK , Filip De Vliegere, de nieuwe Algemene voorzitter van de Marnixring en schooldirecteur - laureaat Tom Vandermeulen.

    Op de tweede rij : ikzelf ( met stok ) en Dirk Demedts ( tweede zoon van wijlen André )

    met zijn echtgenote, die de familie vertegenwoordigden.

     

    De feestrede werd gehouden door de heer Stefaan Misschaert, directeur van het Kortrijkse Instituut ' Spes Nostra ' en onlangs benoemd tot Pegagogisch Adviseur. Hij handelde over Taal en Taalonderwijs, met  de onvermijdelijke raakpunten met het onderwijs van de Nederlandse taal in de school van Komen. 

     

    Hij zei dat taal dient om te dialogeren, om met elkaar te communiceren. Spijtig genoeg is de 'communautaire dialoog' in ons land niet een toonvoorbeeld van harmonieus samenleven. De hooghartige Franstalige politieke klasse verhindert dit. De taalgrens van '63 heeft ons verlost van de ellendige talentellingen, die ons tot dan toe al heel wat gemeentes hadden gekost. Het Nederlands had in de loop van de geschiedenis al genoeg grondgebied ingeleverd. De taalgrens is er nu en jammer genoeg liggen Komen en Moeskroen nu in het ander landsgedeelte.

     

    Van het Nederlands onderwijs bleef er in Moeskroen nog een spoortje over, maar in Komen hebben we moeten wachten op de komst van een Vlaams schooltje, nu de ' taalkoffer ' genoemd. De naam wijst al op de rijkdom van onze taal. De school wil de taalarmoede veroorzaakt door sociale achterstand op zo jong mogelijke leeftijd wegwerken.

     

    De Nederlandse taal is de taal van zowat twintig miljoen mensen en de Vlaamse school is gelegen in een uithoek waar de Romaanse en Germaanse beschavingen elkaar in een soort kruisbestuiving ontmoeten. Kwaliteit aanreiken in een Franstalige omgeving is zeker geen sinecure. Maar de Vlaamse school doet het goed en verdient onze volle steun. De feestredenaar besloot zijn toespraak met een hartelijke gelukwens. Jammer dat André Demedts dit enthousiast gebeuren niet meer mee heeft kunnen maken. Maar de familie Demedts, in de eerste plaats zijn echtgenote Germaine, is er toch gelukkig mee.

     

    Tenslotte sprak de laureaat Tom Vandermeulen een pittig dankwoord uit en liet beurtelings zijn ouders, zijn leerkrachten en de vrouw die zorgt voor het dagelijks onderhoud, delen in de eer door ze op te roepen om recht te staan, waarbij het publiek dan telkens dankbaar applaudisseerde.

     

    We vermelden nog het optreden van de a-capellegroep ' De vuile Bobbies ', die tussen de toespraken in, met liederen en muziek de feestzitting schitterend wist op te luisteren.

    De zitting werd besloten met ' De Vlaamse Leeuw '. Een van de mooiste prijsuitreikingen die ik sinds 1972 heb meegemaakt…

    (get. Luc Verbeke)

     

    http://blog.seniorennet.be/lucenmaria

    02-12-2008 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    27-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.38e André Demedtsprijs voor De Boekenbende
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op zondag 25 november 2007 werd de 38e André Demedtsprijs uitgereikt aan "De Boekenbende aan Huis" uit Brussel. Het is een voorlees-aan-huisproject waarbij meer dan tweehonderd vrijwillige voorlezers betrokken zijn. Het project wil het voorlezen in  het Nederlands stimuleren en is vooral gericht op kinderen van gezinnen waar weinig of niet in het Nederlands wordt voorgelezen. Het is om die reden dat een bezoek aan de plaatselijke bibliotheek een vast onderdeel van de Boekenbende is. Om voor te lezen heb je immers boeken nodig, goede voorlees- en prentenboeken en die vind je in de bibliotheek.

     

    Je hebt daar ook gespecialiseerd personeel dat ouders en kinderen kan helpen bij hun keuze. De Boekenbende wil de waarde van het Nederlands aantonen bij kinderen die thuis weinig Nederlands horen en die taal uitsluitend associëren met de schoolomgeving en alles wat daar bij komt o.m. de moeite die zij moeten doen om de leerkracht te volgen in les en gesprek. De emotieve band die veel kinderen van niet-Nederlandstalige gezinnen missen, probeert de Boekenbende aan Huis een beetje aan te halen. Daarmee wil ze ook de ouders mee motiveren om het Nederlands als huistaal te aanvaarden. Het vrijwilligersinitiatief is gestart in Schaarbeek en het bestaat al dertien jaar en is nu uitgebreid in het hele Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Het is nu ook actief in het Antwerpse als "Boekencaravan".

     

    De feestrede werd gehouden door Gewezen Vlaams Minister Hugo Weckx, voorzitter van de Hoofdstedelijke Bibliotheek Brussel. Hij sprak over "De plaats en de rol van het Nederlands in het Interculturele Brussel".  Bij aanvang wees hij op de historische betekenis van Brussel. Brussel (of Broeksele = Bruxelles) is historisch gezien een even Vlaamse stad als Antwerpen en Mechelen. De Franstaligen hebben dus Vlaanderen niet verloren, zoals het FDF graag beweert, maar de Vlamingen hebben een groot stuk van Vlaanderen (langs de huidige taalgrens en ook van Vlaams Brabant) moeten prijsgeven.

     

    Tot 1830 was alles Vlaams, maar na de nederlaag van Willem I werd hier alles verfranst. De grondwet was Franstalig en de bestuurstaal was Franstalig. De Vlaamse Beweging realiseerde echter de heropstanding. De beide wereldoorlogen waren voor Vlaanderen noodlottig maar we kwamen er telkens opnieuw weer bovenop.  Onze universiteiten werden vernederlandst (Leuven was het laatste Franstalige bastion binnen Vlaanderen tot 1968). De Vlaamse culturele bewegingen namen het voortouw en de politieke drukkingsgroepen volgden. Het werd een harde strijd voor het verwerven van de culturele autonomie na de afschaffing van de vervalste talentellingen en de uiteindelijke vastlegging van de taalgrens (8 november 1962).

     

    Maar  ook na de vastlegging van de taalgrens  blijven de Franstaligen grondgebied van Vlaanderen opeisen. Weckx verwees naar een brief van Stijn Streuvels en Herman Teirlinck uit 1951 waarin zij zich uitspreken voor het territorialiteitsbeginsel. Sinds 1921 hing het taalstatuut van Brussel immers af van de talentellingen. Op 24 juli 1961 werden die eindelijk afgeschaft. Uiteindelijk kwam een Vlaamse regering en vanaf 1995 een Vlaams Parlement na een nieuwe staatshervorming. Aldus was er een gestage groei van de Vlaamse macht in dit land. De gewezen minister heeft een heel stukje van die strijd en van de wetgeving en haar toepassing meegemaakt als volksvertegenwoordiger (tot 1995) als gemeenschapsminister van onderwijs, cultuur en Brusselse aangelegenheden (tot 1995).

     

    Hij wees tenslotte op de blijvende grondhonger van de Franstaligen, die altijd het personaliteitsprincipe inroepen en hij citeerde daartegenover een artikel van Etienne Vermeersch in De Standaard onder de titel " Taalgrens is Landsgrens " ( 3 november 2007). Daaraan moeten de Franstaligen zich houden. In Brussel zijn zeker nog 150.000 Vlamingen die wensen hun taal en cultuur te behouden.

     

    Het feit dat Brussel meer en meer multicultureel wordt zal uiteindelijk voordelig voor ons zijn. De Franstaligen en allochtonen moeten Nederlands leren en meer en meer worden zij zich daarvan bewust. De inburgering van de allochtonen zal nog wel generaties duren. We moeten ze opvangen in het Nederlands onderwijs en onze culturele organisaties. De culturele activiteiten in Brussel zijn dus heel belangrijk. Op dat vlak verricht de nu bekroonde " Boekenbende aan huis" in Brussel goed werk. Hugo Weckx is optimistisch over de toekomst van Vlaanderen en de hoofdstad ervan, Brussel. Hij besloot zijn rede met de woorden "Brussel een stad om van te houden".

     

    (Met dank voor verslag aan Luc Verbeke)

    27-11-2007 om 10:44 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    14-09-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overzicht André Demedtsjaar in feestnummer KFV-Mededelingen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het jongste nummer van KFV-Mededelingen, de informatieve periodiek van het Komitee voor Frans-Vlaanderen,  brengt ook een ruime terugblik over 21 blz. van het André Demedtsjaar 2006. Hierin vinden we ondermeer de publicatie van de toespraken van dr. Karel Platteau (André Demedts, de mens en de auteur) bij de uitreiking op 26 november 2006 van de 37e André Demedtsprijs door Marnixring Kortrijk Broel en van Jooris van Hulle op de André Demedtshulde op 18 augustus 2006 in Waregem. Uittreksels uit beide toespraken hebben we hier gepubliceerd en voor de volledige inhoud kunnen we nu verwijzen naar het feestnummer van KFV-Mededelingen n.a.v. de 60e Frans-Vlaamse Cultuurdag, die doorgaat op zondag 23 september in het Cultuurcentrum De Schakel te Waregem.

     

    Het Komitee voor Frans-Vlaanderen vzw (KFV) is een particuliere vereniging van vrijwilligers, met een veelomvattende, bijzonder concrete werking voor en in Frans-Vlaanderen, nu 60 jaar lang. Het KFV besteedt sinds een halve eeuw bijzondere aandacht aan het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen door de organisatie van meer dan 30 bijna-gratis-cursussen op verschillende plaatsen. De KFV-Mededelingen werden in 1973 opgericht onder leiding van Luc Verbeke. De KFV-Mededelingen bieden ruime informatie over Frans-Vlaanderen, met bijzondere aandacht uiteraard voor de KFV-werking. Het tijdschrift heeft een oplage van 5.000 exemplaren, waarvan er zowat 2.000 gratis worden verzonden naar Frans-Vlamingen.

     

    Met dit feestnummer, een dubbelnummer van 80 blz.,  begint KFV-Mededelingen aan zijn 35e jaargang. In september 2007 start ook het 50e KFV-cursusjaar Nederlands met meer dan 30 cursussen in Frans-Vlaanderen van Kales (Calais) en Duinkerke tot Rijsel. André Demedts heeft samen met Luc Verbeke het Komitee voor Frans-Vlaanderen in 1947 gesticht en laten kiemen. Jooris van Hulle : “Samen hebben ze ervoor gezorgd dat wat ooit begon als de cultuurdagen is uitgegroeid tot een aanspreekpunt en een richtinggevende organisatie, die zich blijft inzetten voor onze taal en cultuur in Frans-Vlaanderen.” 

     

    We volgen ook Cyriel Moeyaert (Frans-Vlaamse Cultuurdag Belle 5-9-1993) in het belang van het feit dat hij samen met Luc Verbeke het Komitee voor Frans-Vlaanderen heeft gesticht. Het heeft zeker een andere, betere wending gegeven aan de taal- en cultuurontwikkeling in Frans-Vlaanderen. Moeyaert noemde Demedts de ‘levenwerkker’. Is het ook Demedts niet die met KFV Jozef Deleu ertoe bracht om met Ons Erfdeel van wal te steken, dat samen met Septentrion en het Jaarboek de Franse Nederlanden van ontzettend belang geweest is voor de herleving van onze gemeenschappelijke kultuur en het groeien van het eigen historisch bewustzijn in het Nederland in Frankrijk?

     

    Luc Verbeke (KFV-Mededelingen dec.1992) :

    “In 1947-48 waren we samen, onder zijn inspiratie en met de medewerking van het Waregemse Kunstverbond en Davidsfonds, met de werking voor dat toen zo goed als onbekende en vergeten stuk van Vlaanderen begonnen. Elders heb ik uitvoe­rig over dit werk geschreven. Ik kan hier dus kort zijn. Ik ben ervan overtuigd dat Frans-Vlaanderen in de onbekendheid zou zijn weggedeemsterd als daar niet uit Waregem na de oorlog het eerste signaal was gekomen van André Demedts, die na een contact met Streuvels op het idee kwam om in 1948 een eerste ontmoeting met Frans-Vlamingen te organiseren.

     

    En voor de rest van mijn leven heb ik gewerkt om zijn droom te helpen realiseren: het voortleven en herleven van onze taal en cultuur in Frans-Vlaanderen. Twintig jaar lang is André Demedts voorzitter geweest van het langzaam gegroeide Komitee voor Frans-Vlaanderen en tot zolang het in zijn mogelijkheden lag is hij als ere-voorzitter betrokken gebleven bij ons werk. Ontelbare keren zijn wij samen in Frans-Vlaanderen op toernee geweest.

     

     Daar is enorm veel uit gegroeid: herleving van het Vlaamse en historische bewustzijn, cursussen Nederlands, allerlei cultuurdagen en ontmoetingen, toneel, tijdschriften... We mogen gerust zeggen dat zonder André Demedts er b.v. geen sprake zou zijn geweest van het bestaan van „Notre Flandre", of van „Ons Erfdeel" of van ,,KFV-Mededelingen" en ook niet van het tijdschrift „Vlaanderen". André Demedts heeft zijn stempel geslagen op het cultuurleven in Vlaanderen. Die blijft onuitwisbaar. We blijven hem gedenken.

     

    www.kfv-fransvlaanderen.org

    14-09-2007 om 16:02 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    08-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met André Demedts uit in West-Vlaanderen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag zou André Demedts 101 jaar zijn geworden. Het André Demedtsjaar kunnen we hier beëindigen, niet zonder nog een blik te werpen op een andere verdienste van hem...

    In 1958 verscheen bij de uitgeverij Meddens in Brugge een boek over West-Vlaanderen met als titel “Uit West-Vlaanderen”. Het boek kwam tot stand op initiatief van de Bestendige Deputatie van de Provinciale Raad met in redactiecomité onder meer André Demedts. Hij schreef ook de inleiding met als titel “West-Vlaanderen, mijn land”. André Demedts belicht hierin de geschiedenis van de provincie en maakt vanuit Brugge een tocht door de provincie met afzonderlijke bezoeken aan  “Waar de meeuwen schreeuwen”, “Van de zee tot de bergen”, “Van de Leie tot het Houtland”,

     

    West-Vlaanderen

    VAN DE LEIE TOT HET HOUTLAND

     

    Wie van Ploegsteert tot Sint-Eloois-Vijve de loop van de Leie volgt, ziet in de nabijheid van Menen het landschap en de ekonomische bedrijvigheid van de bevolking veranderen. Men krijgt de indruk van één uitgebreide industriële agglomeratie waaraan voortdurend verder gebouwd wordt. Menen is een grensstad, die weinig monumenten van betekenis bezit. Kolonel Van der Mersch, die in de Brabantse Omwenteling van 1789 een belangrijke rol gespeeld heeft, werd er geboren; de laatste jaren van zijn leven bracht hij in het dichtbij gelegen Dadizele door. Dat dorp is een bekende bedevaartplaats, die ieder jaar door tienduizenden Maria-vereerders wordt bezocht.

     

    Van Menen tot bij de grens van Oost-Vlaanderen werd vroeger in de Leie en de Mandel vlas geroot. Sedert 1943 is dat verboden en hebben de kunstmatige rootputten aan het rivier-roten een einde gesteld. Zij gelijken op reusachtige bunkers, die van een hoge schoorsteen zijn voorzien. Wanneer het vlas uit het water komt, wordt het in kleine schoven, die hier kapellen heten, te drogen gezet, wat aan de streek het uitzicht biedt dat een kabouterleger er zijn tenten heeft opgeslagen.

     

    Kortrijk is het centrum niet alleen van de vlasbewerking, maar van een belangrijk nijver-heidskompleks waar weefsels, juwelen, dakpannen, spiegels, speelgoed, meubels, chemische-en metaalprodukten, benevens machines en precisietoestellen vervaardigd worden. Het is de levendigste stad van de provincie, omdat het meer in het heden en de toekomst dan in het verleden leeft. Nochtans richtte het op de Groeningekouter een gedenkteken op, dat de belangrijkste gebeurtenis uit de vlaamse geschiedenis, de veldslag van il juli 1302, moet vereeuwigen. Verder zijn er enige merkwaardigheden die een bezoek verdienen : het stemmige begijnhof, de Broeltorens aan de Leie, twee kunstig bewerkte schoorstenen in het stadhuis, de Sint-Maartenskerk en inzonderheid nog de Onze Lieve Vrouwkerk, dagtekenend uit de XIIIe eeuw, met haar gravenkapel en een « Kruisafneming » van Antoon Van Dijck.

     

    Oostwaarts van Kortrijk, aan de grote verkeersweg op Gent, ligt Harelbeke dat eens de zetel van de « forestiers van Vlaanderen » zou geweest zijn. Nu is het een modern stadje met verschillende fabrieken. Het kan bogen op een indrukwekkende renaissancekerk met een prachtige predikstoel; de Romaanse toren die in 1940 tijdens de gevechten aan de Leie opgeblazen werd is in zijn vroegere staat hersteld. Belangrijk is ook het geboortehuis van Peter Benoit, dat tot museum werd ingericht. Dit is ten andere een streek, waar veel kunstenaars werden geboren of woonachtig zijn, zoals, om alleen de voornaamsten te noemen, Stijn Streuvels, die te Ingooigem in « Het Lijsternest » een groot deel van zijn werk heeft geschreven, en Emiel Claus, die te Sint-Eloois Vijve het levenslicht aanschouwde en te Astene begraven ligt.

     

    Noordwaarts van de Leie komt men in de Mandelvallei, waar Roeselare alle andere steden en gemeenten overtreft. Gunstig gelegen, ongeveer in het midden van de provincie, aan een vaart die het met de Leie verbindt en op een knooppunt van wegen, is Roeselare het midden-punt van een wijd uitstralende handelsbedrijvigheid geworden. Het heeft ook in het kulturele leven van de provincie een rol van betekenis vervuld. In zijn bisschoppelijk onderwijsgesticht heeft Gezelle in de XIXe eeuw een traditie gegrondvest, waarin verschillende mannen van formaat, zoals Verriest en Rodenbach, De Laey en Verschaeve gevormd werden.

     

    Boven de stad, begrensd door de zeevlakte en de heuvelketen die over Zwevezele, Hooglede en Moorslede loopt, strekt zich over een smalle strook van oost naar west het Houtland uit. De grond is zandig en weinig vruchtbaar, met het gevolg dat de streek door naald- en loofbossen is overdekt. Wie stilte en eenzaamheid zoekt, vindt er een paradijs zo ongerept, alsof het nooit door mensen was betreden. Torhout is er de hoofdplaats van, een stad die op een lange geschiedenis terug kan blikken.

     

    In haar nabijheid, aan de weg die naar Oostende leidt, staat het historische slot van Wijnendale, dat eeuwenlang de uitverkoren verblijfplaats van de Vlaamse graven is geweest. Hier is het ook dat Koning Leopold III de tragische meidagen van 1940 heeft doorgebracht. Van deze hoogte, die in het hartje van West-Vlaanderen oprijst, turen wij een laatste maal naar oost en west, zuid en noord, over dit kleine vaderland tussen de zee en de Schelde, dat door alles wat het heeft medegemaakt en opgeleverd, een eigen aangezicht mocht krijgen. Ons is het als geen ander lief aan 't hart.

    08-08-2007 om 16:40 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    22-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.100 jaar geleden publiceerde Streuvels '˜De Vlaschaard'
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Stijn Streuvels staat dit jaar opnieuw in de schijnwerpers naar aanleiding van erfgoeddag. De erfgoedcel Kortrijk herdenkt dat Stijn Streuvels honderd jaar geleden zijn meesterwerk ‘De Vlasschaard’ publiceerde. Van 31 maart tot 26 mei 2007 loopt in het Nationaal Vlasmuseum in Kortrijk een tentoonstelling, waarop ook de verfilming in 1942 van het Vlaamse boek onder het nazi-regime speciale aandacht krijgt. Parallel met de cyclus van de vlasverwerking doorloopt de tentoonstelling de bloei en de bewerking van het literair fenomeen.Streuvels.

     

    In augustus 1942 zakte een Duitse filmploeg af naar bezet België om in de vlasregio Kortrijk opnames te maken voor “Wenn die Sonne wieder scheint”. Over deze voor Streuvels controversiële medewerking aan de film gaat de publicatie “De Vlasschaard 1943” van Roel Vande Winkel en Ine Van Linthout. De film zelf werd gerestaureerd en gedigitaliseerd uitgebracht op DVD. Er zijn ook heel wat nevenactiviteiten als projecties in dienstencentra en RVT’s, wandelingen, fietstochten, een herwaardering van de Streuvelsroute. Voor verdere informatie hierover verwijzen we naar www.erfgoedcelKortrijk.be

     

    André Demedts publiceerde verschillende bijdragen over Stijn Streuvels. Hij was niet alleen een streekgenoot van Stijn Streuvels, maar ook een vriend aan huis op het Lijsternest van Stijn Streuvels. Streuvels stond ondermeer aan de wieg van het Frans-Vlaamse engagement van Demedts en de oprichting van het Komitee voor Frans-Vlaanderen. Van André Demedts verschenen ondermeer werken over Stijn Streuvels in de reeks ‘prominenten’ (1955), het standaardwerk ‘Stijn Streuvels, een terugblik op leven en werk’ (1971) en in de reeks ‘grote ontmoetingen’ (1977). 

     

    In deze laatste monografie stelt Demedts op blz. 69 over Stijn Streuvels :

    “Zijn worteldiepe waarachtigheid heeft gemaakt dat hij het essentiële, het innigst menselijke, dat in zijn tijd bij de landelijke bevolking van Zuid-West-Vlaanderen leefde, op een oorspronkelijke manier in schoonheid van taal vastgelegd heeft.  Voor ons behoren zijn verhalen bovendien niet alleen tot de letterkunde. Het zijn eveneens bijdragen tot de geschiedenis van ons volk, met alles wat de geschiedenis aan denken en doen, feiten en gebeurtenissen, verhoudingen en toestanden insluit…”

     

    Het valt op hoe sterk de raakpunten zijn tussen de persoonlijkheid van Streuvels en Demedts, en hun veruitwendiging van “de Oud-Germaanse wereldbeschouwing, met haar pessimistische kijk op de ontwikkeling van de geschiedenis, en haar verheerlijking van moed en trouw zonder beloning”. Streuvels heeft misschien Demedts’ schrijversschap niet beïnvloedt, maar wel vallen een aantal affiniteiten op. Met Streuvels heeft hij het streven gemeen naar een betere wereld, op basis van een rechtvaardige sociale ordening, zonder daarom wat goed was in het verleden prijs te geven. Met Streuvels deelde Demedts het geloof, dat de industrialisering en de daaraan verbonden welvaart de mensen niet gelukkiger heeft gemaakt, omdat “de eenheid van alle dingen, onderworpen aan dezelfde kosmische wetten was verbroken”.

     

    Evenals Streuvels is Demedts een mens van het platteland, die gelooft in een hoger ordescheppend beginsel, waaraan de mens onderworpen is en dat hij niet ongestraft doorbreekt. Die wetmatigheid wordt weerspiegeld door de eeuwige wederkeer van de seizoenen. Maar uiteindelijk is hun schrijverschap te ànders geaard en is Streuvels veel meer de objectieve uitbeelder van het leven en de werkelijkheid, terwijl Demedts zijn (hoofd)personages altijd opnieuw kleurt met zijn subjectieve visie op wat hem in de werkelijkheid van het leven beroert.

     

    Info : Rudolf van de Perre, monografie André Demedts, stichting Mercator-Plantijn 1984.   

    22-03-2007 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    08-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedts over het tijdsbeeld van priester Adolf Daens
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    (Uit rede van André Demedts op 14 augustus 1957 in Aalst tijdens herdenking 50-jarig overlijden van wijlen Daens)

     

    Toen priester Daens in 1893 de Christelijke Volkspartij stichtte, was het Vlaamse volk arm, onwetend en onderworpen. Er bestond slechts een allereerste begin van sociale wetgeving. Nog in 1869 had Frère Orban, de grote in het parlement, verklaard, volgens de geest van die tijd: “de regeling van de arbeid is een soort dienstbaarheid”… Pas in april 1893 werd het Algemeen Meervoudig Stemrecht ingevoerd.

     

    Er was één herberg op 29 inwoners, er stierven 187 kinderen per duizend vóór het derde levensjaar. Bij de arbeiders was dat één op drie. De gemiddelde leeftijd van een Belgische arbeider bedroeg 38 jaar. Er werd steun verleend door de armenbesturen aan 1 familie op 8 in de Waalse provincies, aan 1 familie op 5 in de Vlaamse provincies. En die steun werd verleend, in veel gevallen, in de meest mensonterende omstandigheden…

     

    Ons volk was onwetend. Het volksonderwijs was onvoldoende en werd ten andere zeer ongeregeld gevolgd… Middelbaar en hoger onderwijs was volledig Frans. In 1907, het sterfjaar van priester Daens, heeft de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers zijn wet aangenomen, waarbij het toegelaten was om vanaf 1914 twee vakken in het Nederlands te ondervragen aan het einde van de retorica. Ongeveer de helft van de volwassen bevolking was ongeletterd. De opiniepers was negen op tien Frans. De leidende standen waren het volledig, door een dubbele muur gescheiden van de mensen onder wie ze moesten leven en helpen, door de muur van de sociale afzondering en door de muur van de anderstaligheid.

     

    De enige kans, de enige mogelijkheid op verbetering van het lot van de kleine man lag in de vereniging, die op het sociaal-economische en tegelijk op het politieke plan hervormingen moest kunnen afdwingen. Het verzet van de arbeiders was hevig… Uit dat streven is dan in 1885 te Brussel de stichting van de Belgische Socialistische Partij gevolgd. Dan zien we van Christelijke zijde ook verschillende verenigingen ontstaan en werkgroepen die trachten de Christelijke openbare mening te winnen voor een hervorming in het voordeel van arbeiders en kleine boeren. In 1891 komt Rerum Novarum, en voor diegenen die christelijk geïnspireerd waren, de herkenning dat hun streven door het hoogste gezag van de Kerk werd bijgetreden en dat het dus door al diegenen die het goed menen met de kerk en met het christendom zou moeten ondersteund geworden zijn…

     

    Gedurende al die laatste jaren vóór het optreden van priester Daens was de toestand in het land buitengewoon gespannen. In 1886 werd een sociale revolutionaire beweging hoofdzakelijk in de Waalse provincie nog bloedig onderdrukt door generaal baron Van de Smissen… Van 1884 af leed het land daarenboven aan een zware economische crisis wegens de onverwachts geweldige import van Amerikaans graan… Dat alles gebeurde voorts in een atmosfeer, die nog vergiftigd was door de schooloorlog van 1880 tot 1884, die het land zeer diep had ontwricht, die het werkelijke tegen het wettelijke had opgesteld, die de kroon min of meer in het gedrang had gebracht en de gemoederen tot onverzoenlijkheid had opgehitst…

     

    Dat is de achtergrond waartegen we nu de figuur moeten stellen van priester Daens.

     

    Adolf Daens werd geboren op 18 december 1839 te Aalst uit een gezin van zes kinderen. Vader was schaliedekker, moeder hield winkel.   Hij groeide op, loopt school in de stad, eerst naar de stadsschool daarna naar het College, is een goed student, heeft steeds de eerste prijs. En op zekere dag, voor de prijsuitreiking heeft zijn moeder een grote inspanning gedaan en besloten hem een nieuw kostuum te kopen. Omdat moeder toevallig geen geld genoeg in huis heeft, neemt de kleermaker het kostuum de avond voor de prijsuitreiking wederom mee. Door het inspringen van de familie draagt Daens de volgende dag zijn nieuw kostuum. Men moet het meegemaakt hebben, omdat men in zijn leven later altijd de partij zou kiezen van diegenen die zichzelf niet kunnen helpen…

     

    Uit zijn optreden, brieven en documenten, … blijkt dat hij geweest is: als mens, een zeer ontwikkeld man, iemand met een open geest die meer wist dan veel onder zijn collega’s uit die tijd. Iemand die zeer zelfstandig van karakter was. Die niet dacht zoals de grote hoop, die dacht volgens de ingeving van zijn geweten en het kloppen van zijn hart. Iemand die innerlijk onrustig was, die de oude eeuwenoude trek bezat van alle grote mensen, niet te kunnen rusten nooit te kunnen berusten, bij datgene wat niet deugt. Hij was welmenend, was medelevend. Hij heeft zoveel gegeven, zoveel gedaan en zoveel geofferd voor anderen, dat hij bij zijn dood straatarm, geen geld in zijn bezit meer had.

    08-02-2007 om 16:58 geschreven door bernard


    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bij het begin van het Daensjaar!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    André Demedts heeft duizenden toespraken gehouden bij allerhande gelegenheden overal in Vlaanderen, in Nederland, Frans-Vlaanderen en elders in de wereld. Volgend uittreksel uit de inleiding van zijn rede in 1957 op de Daensherdenking in Aalst typeert de omzichtigheid en tegelijk de overtuiging, helderheid,  en kracht van zijn optreden, de ernst en de inzet van Demedts om zijn publiek iets zinvols bij te brengen. De rede werd uitgesproken in aanwezigheid van “excellentie, burgemeester, senatoren, volksvertegenwoordigers, hoogwaardigheidsbekleders”.

     

    André Demedts opende toen in Aalst met een citaat met een citaat van Goethe: “Der Undank ist immer eine Ardstrecke, ich habe nie gesehen das Tüchtige Menschen undankbar waren.” Ondankbaarheid is altijd een soort zwakheid, ik heb nooit geweten dat knappe mensen ondankbaar waren…

     

    In deze geest van dankbaarheid, o geachte vergadering, zijn wij hier verenigd om te herdenken dat op vrijdag 14 juni 1907, tegen 5 uur in de namiddag, priester Adolf Daens overleed en de volgende maandag te negen uur in deze stad Aalst werd begraven, zonder eerbewijs, maar omringd door iets dat meer waard is dan alle eer, de liefde en trouw van degenen die niets anders hebben dan dat om hun erkentelijkheid te betonen.

     

    We zijn hier verenigd om de nagedachtenis aan die priester te huldigen… Ik zal spreken, niet als aanklager, niet als verdediger, ook niet als partijganger, niet als iemand die iets te winnen heeft of iets te verliezen, maar als een man uit het volk die daar hoort tot dat volk en die zijn eer stelt in zijn rechtschapenheid, en luidop zal die man dan zeggen wat U in stilte denkt, en datgenen wat wij willen zeggen ter nagedachtenis van een man die voor dat volk heeft geleden, die voor dat volk heeft gestreden als weinig anderen.

     

    Wij zijn verplicht aan die hulde omdat wij geloven in de uiteindelijke overwinning van de rechtvaardigheid, omdat we ons stellen boven de kleinheid, boven de vrees, boven bijkomstigheden en vergissingen van welke kant zij ook mogen gebeurd zijn. Omdat wij de waarheid, de goedheid en de schoonmenselijkheid willen zien, en omdat wij trouw willen zijn aan het verleden en hopen op de toekomst tot wier vooruitgang wij allen onze medewerking willen verlenen.

     

    Omdat wij, uit geest van verzoening, gesproten uit begrip voor ieder standpunt,

    en alleen geleid door welwillendheid om al de wonden te helen en niemand te kwetsen,

    omdat wij diegenen willen troosten die hun geheel leven lang het verdriet dat hun vereerde voormannen en hun vereerde leider priester Daens werd aangedaan,

    alleen gedragen en alleen verbeten hebben,

    zodat we allen van hier mogen gaan, straks,

    bemoedigd, getroost, zonder wrok, zonder bitterheid,

    eeuwig jong van hart en grootmoedig,

    verlangend uitziende naar de dag dat we weer samen zullen komen, einde september,

    om hier op de Werf het standbeeld te onthuldigen van priester Daens,

    dat de aanwezigheid van zijn idealisme

    voor onze kinderen, de uwe, de mijne, en ook de kleinkinderen zal bestendigen !

     

    Om dat te bereiken moet ik U achtereenvolgens onderhouden over vier zaken :

    1)      de tijd waarin priester Daens geleefd heeft

    2)      zijn afkomst, de groei, de vorm van zijn persoonlijkheid

    3)      over zijn werking voor het arme volk

    4)      over zijn betekenis in onze geschiedenis

     

     

    Uit de inleiding van de ’Rede van letterkundige André Demedts, uitgesproken op de akademische zitting de 14-8-1957, in de feestzaal van het stadhuis te Aalst bij de herdenking van het 50-jarig overlijden van wijlen PRIESTER DAENS, oud-volksvertegenwoordiger van Aalst en Brussel’. (toespraak van 12 blz. nadien zonder voorafgaande toestemming van de auteur uitgegeven)

    08-02-2007 om 00:59 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    20-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedts als mentor en mens
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op 8 augustus 2006 zou romancier, dichter, essayist, recensent en redenaar André Demedts (1906-1992) 100 jaar geworden zijn. Ter gelegenheid van die verjaardag belicht Patrick Meuris in de vier nummers van de Gavergids jaargang 2006 telkens een ander aspect van Waregems meest veelzijdige ereburger. Na zijn poëzie, proza en rol als cultuurpromotor komt in december 2006 in het Winternummer de meer persoonlijke kant van André Demedts aan bod.

     

    De familie van André Demedts vestigde zich in 1626 op de hoeve Den Elsbos op de Drogenbroodhoek, langs de Mandel, op de grens van Oostrozebeke, Sint-Baafs-Vijve en Wakken. Strikt genomen lag de hoeve op grondgebied Sint-Baafs-Vijve maar eigenlijk leunde ze meer aan bij Wakken. Over het Teeuwkensbruggetje en langs de Baliekouter (nu een provinciaal domein) stapte de familie langs de herbergen De Drie Koningen, De Prince en De Keizer naar Wakken kerk.

     

    André was de oudste zoon van Maurits en Celesta Vandenhende. Van de dertien kinderen die het echtpaar kreeg, bleven er slechts vier in leven: André (°1906), Gabriëlle (°1909), Paul (°1914) en Michel (°1922). André werd prematuur geboren en was een zwak en ziekelijk kind. Hij weende veel, echte tranen, en was slechts te sussen in moeders armen of door vaders langzame weemoedige lied Souvenirs du jeune âge. Vader Maurits was actief in het Wakkense dorps- en cultuurleven. Hij schreef o.a. artikels in de Mandelbode, een weekblad dat verscheen rond de eeuwwisseling en de voorloper was van de nieuwe Mandelbode, die ontstond in 1943. André Demedts is jarenlang op zoek geweest naar de publicaties van zijn vader maar heeft ze niet meer teruggevonden.

     

    Vanaf 1912 ging André Demedts naar de lagere school in Wakken, aanvankelijk bij de Zusters van de H. Jozef in de Kapellestraat, waar ook zijn moeder zes jaar op pensionaat was geweest. In 1914 stapte hij over naar de Gemeentelijke Jongensschool, bij meester Jules Lobel. Demedts had de beste herinneringen aan de toegewijde meester maar kon minder goed opschieten met zijn leeftijdsgenoten. Door de oorlog en zijn zwakke gezondheid miste André wel een groot deel van zijn lagere school.

     

    Zus Gabriëlle herinnert zich dat André het meest optrok met zijn neef Marcel, met wie hij op verkenning ging in de weiden en bossen van de omgeving. André had een rijke fantasie en verzon verhalen en spelletjes. Maar eenmaal het spel op gang, verloor hij gauw de belangstelling en trok zich dan terug in huis met een boek. Ondanks zijn grote schuchterheid ging er als kind al een zekere kracht van hem uit. Volwassenen waren onder de indruk van zijn anders en méér zijn. Later stimuleerde André zijn zus om de nieuwe Vlaamse literatuur te leren kennen en een boekhandel te beginnen.

     

    Van 1918 tot 1919 volgde Demedts lager secundair onderwijs aan het Sint-Lievenscollege te Gent. In die periode woonde hij bij zijn oom Dr. Leestmans in Gentbrugge. In Gent werd hij Vlaamsgezind, leerde de Frontbeweging kennen, het tijdschrift Ter Waarheid (van de Wakkenaar Joris Van Severen) en het werk van Hugo Verriest (gewezen pastoor te Wakken van 1888 tot 1895). Van 1919 tot 1921 was Demedts leerling aan de handelsafdeling van het Sint-Amandscollege te Kortrijk, waar hij al korte schetsen en toneelstukjes schreef voor het schoolblad De Knotse.

     

    Na 1921 moest hij noodgedwongen thuis blijven, om te helpen op de ouderlijke hoeve. Hij bekwaamde zich dan maar verder door zelfstudie. Na de lange werkdagen vond hij 's avonds en ’s nachts nog de tijd om verzen en novellen te schrijven. Zijn eerste gedichten verschenen in 1924 in Averbode's Weekblad en Hooger Leven, zijn eerste roman Het leven drijft in 1936.

     

    Op het eind van de jaren ’20 werd André Demedts in Wakken lid van het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond, waarmee hij enkele toneelstukken opvoerde in de zaal Den Tap. In Wakken leerde hij ook Luc Verbeke kennen (°1924), met wie hij later in Waregem de letterkundige afdeling van het Kunstverbond en de Frans-Vlaamse Cultuurdagen zou oprichten (zie de Gavergids 2006, nr. 3). Ook in Demedts’ latere leven is de band met Wakken hecht gebleven. Hij kwam er geregeld terug als spreker voor het plaatselijke Davidsfonds, op 11 juli-vieringen of voor diverse verenigingen.

     

    Echtgenoot en vader

    André Demedts was gehuwd met de tien jaar jongere Germaine Ide (°1916), een landbouwersdochter uit Pittem, die nu in een appartementje in Kortrijk woont. Germaine was huishoudkundig regentes maar hield veel van literatuur… Op 17 augustus 1938 traden ze in het huwelijksbootje en gingen ze wonen in Waregem, eerst in de Karel van de Woestijnelaan, later in de Guido Gezellestraat (waar in augustus van dit jaar een gedenkplaat werd onthuld). Het echtpaar kreeg vier kinderen: Mieke (°1939), Maurits (°1941), Dirk (°1944) en Hilde (°1947). In 1953 verhuisde het gezin naar de Condédreef in Kortrijk, nadat André Demedts eerst vier jaar gependeld had naar zijn nieuwe werk bij Radio Kortrijk. De individualistische stad was een hele aanpassing voor André en Germaine, die allebei afkomstig waren uit een kleine landelijke gemeente. Ze woonden liever in Waregem, waar er meer contact was met de buren.

     

    André was altijd druk bezig met zijn werk, voordrachten, artikels, essays en literatuur. Hij stond op om 6.30 u., schreef tot 8 u., nam ontbijt en ging werken. Om 7 uur ’s was hij thuis voor het avondmaal en kon hij zich een beetje bezighouden met de kinderen, als hij niet naar een of andere vergadering moest. Hij stelde veel belang in de opvoeding van de kinderen en hun schoolresultaten. Hij was zeer bezorgd en vroeg Germaine altijd wat er die dag met hen was gebeurd. De kinderen hadden zeer veel eerbied en bewondering voor hun vader. André had weinig vrije tijd maar als hij vrij was op zaterdagnamiddag werkte hij altijd in de tuin. Op zondagmiddag deed het gezin een uitstapje.

     

    Ook tegenover Germaine was André Demedts een zwijgzaam, gesloten man, die zijn gevoelens niet blootgaf. Maar ze vertrouwden elkaar volkomen, en als André echt met iets inzat, sprak hij daar wel over met haar. André sprak nooit veel over wat hij aan het schrijven was. Germaine moest net als iedereen wachten tot het boek af was. Ze hielp hem wel met kopiëren, en met het verbeteren van de drukproeven. Germaine ging ook zelden mee naar voordrachten. In de beginjaren ging André altijd met de fiets, ook bij slecht weer, en dacht dan onderweg nog aan wat hij zou vertellen. Vanaf 1949 ging hij altijd met de auto, ook weer alleen. Toen hij 75 was en niet meer met de auto kon rijden, speelde Germaine wel chauffeur.

    Toen André ouder werd, vervaagde stilaan zijn geheugen en bracht hij meer tijd door samen met Germaine. Ze omschrijft André als een zeer sociaal mens, die gehecht was aan zijn streek, goed en trouw was, en zeer bezorgd om zijn volk, dat hij uit de armoede en de sociale achterstelling omhoog wilde tillen.

     

    De kinderen van André en Germaine waren alle vier schitterende studenten. Mieke werd licentiate Germaanse Filologie en lerares. Maurits studeerde voor pneumoloog en werd hoogleraar aan de K.U.Leuven. Dirk werd orthopedisch chirurg en Hilde doctor in de Rechten en master in de Economische Wetenschappen. Als jongste kind heeft Hilde niet zo lang in Waregem gewoond, maar heeft er toch nog heel wat herinneringen aan. De voorkamer van het huis in de Guido Gezellelaan was het bureau van haar vader, met o.a. de boekenkast die nu te bezichtigen is in het André Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve. In het kastje rechts van zijn schrijftafel had André altijd chocolade in voorraad voor wanneer de kinderen eens langskwamen in zijn bureau. In de tuin kwam haar vader in het weekend tot rust en vond er inspiratie en creativiteit, een gebruik dat Hilde overgenomen heeft. Volgens Hilde was er eigenlijk geen verschil tussen haar vader thuis en de publieke figuur André Demedts. Ook thuis bleef hij zeer eenvoudig, vriendelijk en respectvol voor iedereen.

     

    Leraar in Waregem

    In 1937 werd André Demedts via een bekwaamheidsproef voor de Centrale Examen-commissie leraar aan de Vrije Hogere Technische Handelsschool te Waregem. Hij zou er twaalf jaar blijven, tot in 1949. Demedts genoot toen al enige bekendheid in de Vlaamse literatuur, en directeur-principaal Deweer had hem aangesproken om zijn jonge college nog meer uitstraling te geven. Op het gebied van leerkrachten, gebouwen, uitrusting en keuken ("'t Vettekot") genoot Waregem toen al een goede faam. In zijn Waregemse periode schreef Demedts vier romans, waaronder de eerste twee delen van zijn trilogie Kringloop om het Geluk. Zijn ervaringen op het college leverden stof en inspiratie voor nog eens vier jeugdboeken, onder het pseudoniem Koen Lisarde (zie de Gavergids 2006, nr. 2).

     

    André Demedts heeft zijn periode in het H.-Hartcollege meermaals de gelukkigste periode van zijn leven genoemd. Hij beschouwde het opleiden van de jeugd als een waardevolle ervaring voor zichzelf en een bijdrage tot de toekomst van zijn volk. Hij was ook nauw verbonden met het culturele leven in Waregem, als voorzitter van de literaire kring van het Kultuurverbond, als medewerker van de theatergroepen Pogen en Kunst & Eendracht en natuurlijk als stichter van het Komitee voor Frans-Vlaanderen.

     

    Demedts gaf aan het College Nederlands, aanvankelijk in de lagere cyclus maar het grootste deel van de tijd in de hogere handelscyclus. Vanaf 1940 gaf hij ook Nederlandse Handelscorrespondentie en Economische Geschiedenis in het Graduaat, een tweejarige opleiding hoger onderwijs die later verhuisde naar de Katho-campus in Kortrijk. Volgens oud-leerling en later collega-leraar Oscar Martens maakte André Demedts zowel op de leerkrachten als de leerlingen een bijzondere indruk. Bij bijzondere gelegenheden trad hij op als spreekbuis van het lerarenkorps, bijvoorbeeld door een tafelrede te geven bij de aanstelling van een nieuwe principaal.

     

    De leerlingen keken naar hem op en waren onder de indruk van zijn brede kennis. Zijn naambekendheid, competentie, eenvoud en toewijding maakten dat hij een natuurlijk gezag had en gewaardeerd werd. Demedts gaf rustig les en kon goed vertellen. Zijn lessen waren nooit saai of oppervlakkig maar gedegen, menselijk en fundamenteel. Met discipline had hij geen problemen en straf hoefde hij nooit uit te delen. Bij het vak Economische geschiedenis aan het Graduaat bleek hoe intelligent en belezen André Demedts was. Op eigen kracht had hij de kennis van een licentiaat Geschiedenis en Economie verworven. Blijkbaar volstond het voor hem om iets te lezen of te horen om het te onthouden en te begrijpen. Maar ondanks zijn grote kennis en intelligentie was zijn uitleg altijd eenvoudig en helder, en bleef hij altijd een eenvoudig en nederig mens.

     

    Demedts’ werk als leraar heeft volgens Oscar Martens nooit geleden onder zijn vele andere activiteiten. Hij kon hard en snel werken, zich goed organiseren en slaagde er in om op één dag veel te presteren. Stipt kwart na acht was hij op het College voor de lessen van 8.30u en was ook altijd zeer stipt in het nazien van de avondtaken. Buiten de lessen was hij steeds beschikbaar en aanspreekbaar voor de leerlingen. Waar hij kon was hij behulpzaam en betrokken.

     

    Voor de laatstejaars organiseerde André Demedts een culturele club, met als doel hen wat meer algemene vorming bij te brengen en te leren het woord te voeren voor een publiek. Demedts zat de bijeenkomst voor en liet de leerlingen volkomen vrij. Meestal gaf een leerling een spreekbeurt over een zelfgekozen onderwerp, gaande van oude Vlaamse volksgebruiken tot de werking van een motor. Soms speelde iemand muziek. Aan het einde nam Demedts het woord en sprak op zijn eenvoudige en gemoedelijke manier telkens weer wijze woorden. Alleen al om dat slotwoord was het volgens Oscar Martens de moeite waard om naar de club te komen.

     

    In december 1949 aanvaardde Demedts op verzoek van directeur-generaal Jan Boon de benoeming tot diensthoofd van de gewestelijke omroep West-Vlaanderen in Kortrijk. Met spijt in het hart verliet hij het College en vier jaar later Waregem. Hij bleef diensthoofd van de BRT-radio West-Vlaanderen tot aan zijn pensioen in 1971. Ook de radio heeft hij altijd gezien als een instrument voor de intellectuele en culturele verheffing van het Vlaamse volk.

     

    In 1983 werd de oude pastorij van Sint-Baafs-Vijve, gelegen aan een oude Leie-arm, omgebouwd tot het André Demedtshuis, met een klein Demedts-museum, ruimte voor tentoonstellingen en lezingen, en een mooie beeldentuin. Ook Waregem is Demedts nooit vergeten en maakte hem in 1986, ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag, tot allereerste ereburger van de stad. André Demedts overleed zes jaar later, op 4 november 1992, in Oudenaarde, na een slepende ziekte. Hij werd op eigen verzoek begraven op het oude kerkhof van zijn geboortedorp. Je vindt zijn graf aan de achterkant van het neo-Romaanse kerkje, vlakbij het Demedtshuis, in een perkje omzoomd met buxus.

     

    Patrick MEURIS

    20-01-2007 om 21:48 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    16-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlaams mag weer!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    “Vlaams mag weer”, schreef Karl Van den Broeck, “Eindelijk” (Knack nr. 2).

    Misschien is het ook weer toegelaten, dat we een paar bladzijden verder in hetzelfde Knacknummer een weliswaar bescheiden foto vinden van André Demedts n.a.v. een ook al bescheiden aankondiging van een halve eeuw Ons Erfdeel. Opinie-schrijver Karl Van den Broeck ontwaart deze dagen een nieuwe wind door het intellectuele landschap van Vlaanderen. Decennialang was in bepaalde –veelal zich progressief noemende kringen- de kreet ”Wat Vloms is, dom is” te horen. Progressief en Vlaams hoorden niet bij elkaar en wie progressief was, las uit principe geen Vlaamse boeken, wel Franse, Amerikaanse, Turkse, Duitse, Afrikaanse of Nederlandse. Ook op politiek vlak zou de aangekondigde kentering naar een volwassen omgang met het Vlaamse verleden verregaande consequenties kunnen hebben  ten gunste.

     

    2006 konden we nog het André Demedtsjaar noemen naar aanleiding van het 100e geboortejaar van deze veelzijdige Vlaamse letterkundige en cultuurpoliticus. In 2000 stond hij nog in de lijstjes van de 100 grootste binnenlandse figuren van de 20e eeuw en in 2002 hadden de lezers van een krant hem ook in de top 100 gekozen van de verdienstelijkste Vlamingen aller tijden. Maar dezelfde nu ‘progressieve’ krant De Standaard, waarvoor hij destijds honderden bijdragen leverde voor hun literaire rubriek “Standaard der Letteren”, weigerde tijdens het André Demedtsjaar om ook maar enige aandacht aan deze figuur te besteden. Chef Letteren Jeroen Overstijns verkondigde daarover dat de prioriteiten van de krant op andere punten liggen. De Noord-Franse krant La Voix du Nord herdacht André Demedts wel met een publicatie op zijn verjaardag 8 augustus 2006 onder de titel “Commémoration au KFV: l’année André Demedts”.

     

    Het is nu betekenisvol dat de ‘multiculturele’ en ‘Belgicistische’ KVS in “Singhet en weset vro” complexloos put uit de grote Vlaamse liedjesschat. Mag dit een sein zijn om te breken met het “progressief” taboe tegen onze grote Vlaamse schrijvers en alles wat Vlaamsgezind is. We kunnen momenteel veel leren van een bescheiden, verdraagzaam, sociaalvoelend maar vooral rechtlijnig wereldburger als André Demedts (1906-1992). Zijn landelijke Christelijke wortels beletten hem niet dat hij een belangrijke steun was voor vrijzinnige auteurs als L.P. Boon, Walschap en anderen, die hem trouwens ook erkentelijk waren. Zijn Vlaamsgezindheid sloot zijn geest niet voor de wereldliteratuur en het wereldgebeuren. Hij had oog en visie voor de sociale noden, de economische toekomst, de culturele verscheidenheid van zijn volk.

    De foto in Knack dateert van de hulde van André Demedts op 28 augustus 1966 en toont André Demedts en Jozef Deleu.

    16-01-2007 om 01:38 geschreven door bernard


    >> Reageer (1)
    10-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Felicitaties van Minister Anciaux
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    We ontvingen vandaag volgende mail van minister Bert Anciaux. In de loop van het André Demedtsjaar hebben we verschillende malen met hem contact gezocht en hem ook uitgenodigd om aandacht te geven aan het André Demedtsjaar. We hebben hem daarbij ook gevraagd om een bijdrage te leveren voor deze webstek “André Demedtsjaar 2006”. We danken hem omdat hij daar met dit bericht uiteindelijk is op ingegaan.

     

    Mail 10 januari 2007:

     

    Beste vrienden,

     

    Op het einde van het André Demedtsjaar wens ik de organisatoren uitdrukkelijk te feliciteren voor de vele theaterstukken, lezingen en andere projecten die het herdenkingsjaar opluisterden.

     

    Door mijn drukke agenda heb ik hieraan niet actief kunnen deelnemen, maar als Vlaams minister van Cultuur wil ik toch mijn bijzondere waardering uitspreken voor de manier waarop een groot en veelzijdig schrijver en een begenadigde cultuurpoliticus werd herdacht. Wie doorheen de website surft en de vele bijdragen leest, moet erkennen dat Demedts een bezielde woordkunstenaar was met een groot hart voor de Vlaamse letteren en cultuur.

    Een dichter en auteur die vandaag misschien minder gelezen wordt, maar die een cruciale bijdrage heeft geleverd aan de ontvoogding van onze taal.

    Hij verdient mijn volle respect.

     

    Met vriendelijke groeten

     

    Bert Anciaux,

    Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel

    10-01-2007 om 23:12 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    24-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Witte kerstmis

    Klein broertje heeft gebeden om deze Kerstdag wit te zien, met voetstappen in de verse sneeuw voor het raam, en een roodborstje op een twijg, dat zingt van de verre lente en de bloemen misschien, en als de middagklokken over de vlakte ontwaken, een vage glans van de zon op de bomen en daken en de mensen zo zwart in de sneeuw, zeer groot en eenzaam.

     

    Maar ons hart is zo licht te dragen vandaag, het is of we opnieuw mochten beginnen en alles vergeten wat niet meer is; in ieder oog blinkt een vlam en een traan, er is zo'n blij welwillen in ons, vandaag zullen wij allen met een grote liefde beminnen en niet één zal zijn blik in wantrouwen nederslaan.

    Want ieder mens, die een eind weegs met ons gaat, kan Christus zijn, die voor één dag over de wereld gaat en daarom willen wij allen weerhouden: Blijf nog wat, want het wordt nacht, ieder jaar is het maar eenmaal Kerstdag en ons hart heeft zo lang op uw komst gewacht.

     

    Want zoveel moeten we zeggen en vragen, wat ons verheugde, wat leed heeft gedaan en ik kom bedelen ieder jaar weer op deze dag, want mijn armoe en honger eindigen niet.

    Als ik vanavond door de sneeuw naar huis zal gaan, Jezus, en gij Moeder, genees mijn verdriet en help ons allen, die over de vlakte het rinkelen van sleebellen horen en die geen meester zijn over het heimwee van ons bloed; help ons allen, die vruchteloos sjouwen onder de mensen en die onze hoop verloren, wij zijn dompelaars en boeven ook, maar over alle sneeuwpaden komen wij U en de sterren tegemoet.

     

    Moeder, voor allen vandaag laat me bidden: voor mijn dode vriend, geef vader en moeder geluk en ook mijn kameraden en wat liefde aan uw dwaas, die het niet verdient en veel trouwe liefde aan Vlaanderen, Moeder, want het werd zo dikwijls verraden.

    Ik ben maar een schamel arbeider, die U niets geven kan dan wat scherven van zijn hart, het is zo weinig, het is niets om dat alles te vragen... maar als het niet mag, wees voor allen niet even hard en laat één, die jong is en sterk, het lastigste dragen.

     

    Moeder, klein broertje heeft gebeden opdat uw Kerstdag wit zou zijn, geef aan ons allen over de sneeuw, veel zonneschijn!

     

    André Demedts

    24-12-2006 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (3)
    22-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Evaluatie Demedtsjaar
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het blijft een raadsel waarom de nationale media dit jaar André Demedts grotendeels over het hoofd hebben gezien. Was hij omstreeks de eeuwwisseling niet genomineerd bij de 100 grootste Belgen van de 20e eeuw en in 2002 bij de 100 meest verdienstelijke Vlamingen aller tijden. Het is op dat vlak kenschetsend waarom de Noord-Franse kranten wel aandacht aan André Demedts gaven en de Belgische niet. Er waren dit Demedtsjaar wel bijdragen in Tertio, Wekelijks Nieuws en regelmatige aandacht in de regionale bladzijden van de dagbladen Het Volk/Nieuwsblad en een paar keer ook in Het Laatste Nieuws. Het bleef echter te veel beperkt tot de regio Waregem-Wielsbeke-Kortrijk-Deerlijk-Wakken enerzijds en Nieuwpoort en Frans-Vlaanderen anderzijds.

     

    Het Demedtsjaar is zeker niet onopgemerkt voorbijgegaan. Blader daarvoor in de ruim honderd bijdragen van de website “André Demedtsjaar 2006” op http://blog.seniorennet.be/adjaar en http://andredemedtsjaar.telenetblog.be

     

    Het is een jaar geworden boordevol prachtige activiteiten ter ere van de romanschrijver, dichter, essayist en mentor van de Vlaamse ontvoogding. De activiteiten kwamen al in januari op gang in zijn geboortedorp Sint-Baafs-Vijve, waar op diverse locaties tal van culturele activiteiten plaatshadden waarvan de literaire avond in de Romaanse Sint-Bavokerk, de onvergetelijke theaterwandeling “De levenden en de doden” van ES-Battement, de erfgoedhappening en de kerstevocatie van deze week “in de hellevuurhoek” rechtstreeks verband hielden met de persoon en het werk van André Demedts.

     

    Er waren de publicaties van twee fraai uitgegeven poëziebrochuren naar aanleiding van poëzieavonden in de Sint-Bavokerk te Sint-Baafs-Vijve en het H.Hartcollege in Waregem. Het Davidsfonds gaf zijn vijfdelige boekenbox opnieuw uit . KFV en Marnixring Waregem gaven pentekeningen uit. In de Guido Gezellestraat in Waregem hangt nu een plaket aan de woning, die Demedts het laatst in Waregem heeft bewoond. De heemkundige kringen Juliaan Claerhout Wielsbeke en De Gaverstreke Waregem zorgden voor ruime (100 blz lange) historische of genalogische bijdragen over Demedts in hun jaarboeken.  Tentoonstellingen waren er in de bilbiotheken van Kortrijk en Waregem, het Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve en in het H.Hartcollege in Waregem. Daarbij waren er nog sfeervolle Demedts-herdeningen in Sint-Baafs-Vijve (waar omvangrijk jaarprogramma), Waregem (stad, Davidsfonds en H.Hartcollege), de herdenking van KFV in Frans-Vlaamse Belle, Nieuwpoort, e.a.

    Tenslotte moet ook nog de feestelijke uitreiking vermeld worden van de jaarlijkse André Demedtsprijs in het stadhuis van Kortrijk.

    Eveneens op het stadhuis in Kortrijk werd vandaag ook het 34e jaarboek van de Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke overhandigd aan mevrouw Germaine Demedts-Ide, de 90-jarige weduwe van André Demedts, en aan dochter Hilde Demedts. Op de foto zien we Hilde Demedts, voorzitter Guy Algoet, mevrouw Germaine Demedts-Ide en Jo De Mets, de auteur van de genealogische bijdrage.

    22-12-2006 om 00:31 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    20-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedts in KFV-mededelingen (dec.)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    André Demedts kreeg dit jaar ruime aandacht in KFV-mededelingen, de driemaandelijkse nieuwsbrief van het Komitee voor Frans-Vlaanderen met zetel in Waregem en in 1947 opgericht door André Demedts en Luc Verbeke. In het 36-blz tellende nummer van de december 2006, januari-februari 2007 krijgen we ondermeer de publicatie van de toespraken bij de hulde aan André Demedts op de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag op 24 september 2006 in Belle.

     

    Naar aanleiding van het André Demedtsjaar bracht KFV in Belle hulde of ‘hommage’ aan André Demedts tijdens de plenaire zitting door drie Frans-Vlaamse laureaten van de André Demedtsprijs. Dit zijn Jacques Fermaut, oud-leraar Nederlands en vast medewerker van het KFV, door Francis Persyn, oud-inspecteur voor het Nederlands in Frankrijk en ondervoorzitter van het KFV, en door Sandrine Demange, directrice van het Huis van het Nederlands (La Maison du Néerlandais) en voorzitster van de jury van de Taalprijsvraag Nederlands van het KFV. In hetzelfde nummer van KFV-mededelingen brengt secretaris Dirk Verbeke ook verslag uit over de proclamatie van de 41e taalprijsvraag Nederlands met 100 deelnemers.

     

    We brachten hier op deze webstek al de inhoud van de toespraken van de drie Frans-Vlaamse Demedtsprijs-winnaars Jacques Fermaut (1983), Francis Persyn (1995) en Sandrine Demange-Delobel (voor André Demedtshuis 2001). Het decembernummer van KFV-mededelingen geeft ook aandacht aan de pentekening van André Demedts door de Frans-Vlaamse kunstenaar Jean-Claude Bottin, die KFV ter gelegenheid van het André Demedtsjaar heeft uitgegeven in beperkte oplage van 50 gesigneerde exemplaren. De pentekening meet 40 cm bij 30 cm en is gedrukt Recto 2 kleuren op Steinbachpapier. Dit werk kan nog besteld worden voor de prijs van 20 euro, verzending inbegrepen, op rekening nr 469-1003761-50 van KFV vzw, Platanendreef 46, 8790 Waregem met vermelding Demedts-Bottin.  

     

     Onderaan de tekening staat, naast de handtekening van de kunstenaar, volgende tekst :

    André DEMEDTS

    (°1906- 1992)

    Uitgegeven door het Komitee voor Frans-Vlaanderen (KFV) vzw ter gelegenheid van het André Demedtsjaar 2006. Beperkte oplage van 50 gesigneerde en genummerde exemplaren door de Frans-Vlaamse kunstenaar Jean-Claude Bottin.

     

    Nog in het jongste nummer van KFV-mededelingen onder de rubriek “Hulde aan André Demedts” “Hommage à André Demedts” staat de boodschap van Luc Verbeke voor de deelnemers aan de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag van het KFV in Belle. Luc Verbeke was in 1947 met Demedts stichter van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, en secretaris en drijvende kracht van het KFV gedurende een halve eeuw, dan voorzitter en erevoorzitter van het KFV, en eerste laureaat van de André Demedtsprijs in 1970.

     

    “59 jaar is het dus dat in Waregem de Frans-Vlaamse Cultuurdagen met André Demedts als voorzitter en mezelf als secretaris zijn ontstaan. En 8 augustus 2006 was de 100e verjaardag van mijn dierbare vriend wijlen André Demedts. Net op 8 augustus 2006 overkwam mij een ongeval, met het gevolg dat ik geen enkele herdenking van die geboortedag van André Demedts heb kunnen meemaken. En ook voor de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag in Belle lukt het me nog niet om aanwezig te zijn. Moge deze dag een stimulans zijn om met z’n allen voort te werken aan de promotie van de Nederlandse taal en cultuur in Frans-Vlaanderen”.

     

    Dirk Verbeke laat ook niet na i.v.m. het André Demedtsjaar de krant De Standaard terecht te wijzen voor zijn negering van de figuur van André Demedts. In de Noord-Franse krant “La Voix du Nord verscheen op 8 augustus 2006, precies op de dag dat André Demedts 100 jaar geleden geboren werd, een artikel van journaliste Perrine Diéval met als titel: “Commémoration du KFV: l’ année André Demedts”.  Ter vergelijking: Jeroen Overstijns, chef Letteren bij de krant De Standaard, wou blijkbaar geen letter “vuil” maken aan oud-DS-medewerker Demedts. In z’n beste Nederlands (sic!) reageerde hij op de suggestie om enige aandacht te besteden aan het André Demedtsjaar: “Hartelijk dank om ons dit te signaleren. Helaas gaan we echter hierop niet ingaan omdat onze prioriteiten de volgende maanden op andere punten liggen.” Er rest ons enkel plaatsvervangende schaamte… 

    20-12-2006 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    19-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Huis van het Nederlands in het teken van A. Demedts
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Toespraak van Sandrine Demange-Delobel, directrice van het Huis van het Nederlands in Belle, bij de hulde aan André Demedts op 24 september tijdens de 59e Frans-Vlaamse Cultuurdag in Belle (met dank aan Mark Verbeke voor foto).  (uit KFV-mededelingen, 34e jg, nr 3, dec 2006)

     

     

    Vandaag sta ik hier om de heer André Demedts te huldigen naar aanleiding van het André Demedtsjaar 2006 omdat het Huis van het Nederlands in 2001 de André Demedtsprijs mocht ontvangen. Ik heb me bereid verklaard om hier de bescheiden vertegenwoordiger van het Huis van het Nederlands in Belle te zijn. Jammer genoeg heb ik André Demedts niet gekend, maar ik heb wel ontdekt wat een buitengewoon auteur hij was, en vooral ook hoe hij zich voor Frans-Vlaanderen en de Nederlandse cultuur ingespannen heeft.

     

    Toch voel ik me niet van dezelfde grootte als Demedts en als de mensen die door de André Demedtsprijs werden geëerd. Ik denk nu bijvoorbeeld aan de heren Luc Verbeke, Jozef Deleu, Francis Persyn, Jacques Fermaut - en ik heb de eer die een beetje beter te kennen. Ik heb het gevoel dat Het Huis van het Nederlands in Belle echt het vervolg is van zijn acties en wat hij graag gewenst had voor Frans-Vlaanderen.

     

    Deze bijzondere man, die soms ook een cultuurpoliticus genoemd werd, zou waarschijnlijk blij zijn geweest om twee mannen te ontmoeten: de heren Delobel, gedeputeerde, en Kooijman, Frans inspecteur voor het onderwijs in Noord-Frankrijk, die samen het idee van het Huis van het Nederlands hebben laten groeien maar ook hun uiterste best hebben gedaan opdat het nu zou bestaan als een informatie- en vormingscentrum voor het Nederlands in Frans-Vlaanderen dat iedereen kan helpen bij het leren, de vervolmaking of het onderhoud van de Nederlandse taal en om leermiddelen te vinden. Deze twee personen hebben volgens mij veel gemeenschappelijk met de heer Demedts: hun wil, hun inzet, hun visie op de toekomst, iets wat misschien ook te maken heeft met het feit dat ze alle drie in de onderwijswereld hadden gewerkt. Dankzij deze mensen is het mogelijk in Frans-Vlaanderen meer over de Nederlandse taal en cultuur te leren.

     

    Dat het Huis van het Nederlands nu bestaat en groeit is mede te danken aan Meneer Demedts (die, moet ik bekennen, ons veel geholpen heeft dankzij het bedrag dat aan de Demedtsprijs verbonden is) maar vooral ook gerealiseerd dankzij het KFV, en ook wel de Orde van de Prince en vele Vlamingen over de grens die ons de weg getoond hebben en nog steunen.
    Dank u wel allemaal.

    La Maison du Néerlandais sous Ie signe d'André Demedts

     

    Si je suis présente parmi vous aujourd'hui pour vous parier d'André Demedts, c'est parce que le Prix André Demedts 2001 a été décerné a la Maison du Néerlandais, dont j'ai humblement accepté d'être la représentante.Je ne l'ai mal-heureusement pas connu mais j'ai appris alors quel grand homme de lettres il était. J'ai surtout compris qu'il avait beaucoup oeuvre pour la Flandre Francaise et la culture Néerlandaise.

     

    Et si moi-même je ne me sens pas a la hauteur d'un homme tel que lui ou des personnes que son prix ont mis a l'honneur (je pense a Mr Luc Verbeke, Mr Jacques Fermaut, Mr Jozef Deleu, Mr Francis Persyn,  que j'ai l'honneur de connaître quelque peu), j'ai cependant Ie sentiment que la Maison du Néerlandais est tout a fait dans la lignée de ses actions et de ce qu'il aurait souhaité pour la Flandre Française.

     

    Cet homme.que l'on décrit parfois comme un politicien de la culture, aurait certainement aimé rencontrer ces deux personnes: Mr Delobel, député et Monsieur Kooijman, inspecteur de l'Education Nationale du Nord/Pas-de-Calais qui sont a l'origine de la Maison du Néerlandais. Ils en ont concu l'idée mais ont aussi su mettre les moyens en oeuvre pour qu'elle existe: un centre d'information et de formation en néerlandais pour la Flandre francaise oü l'on peut apprendre, se per-fectionner ou entretenir son néerlandais, trouver du matériel d'apprentissage. Ces deux hommes ont - il me semble - des points communs avec monsieur Demedts: leur investissement, leur volonté farouche, leur projection dans l'avenir, choses qui ne sont pas étrangères me semble-t-il au fait qu'ils venaient tous trois du milieu éducatif.

     

    Maintenant la Maison du Néerlandais existe et continue de grandir grace a des gens tel que Monsieur Demedts (il faut reconnaître que Ie prixAndré Demedts était accompagné d'une belle somme d'argent qui nous a permis d'investir) mais aussi grace au KFV, a l'Ordre du Prince, et aux nombreux flamands belges qui ont su nous nous montrer la voie et nous soutiennent. Merci a tous.

     

    Sandrine Demange-Delobel

    Huis van het Nederlands / La Maison du Néerlandais André Demedtsprijs 2001 / PrixAndré Demedts 2001

    19-12-2006 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    15-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitgebreide studie over de voorouders van André Demedts
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het zopas verschenen 34e jaarboek van de Waregemse Geschied- en Heemkundige kring “De Gaverstreke” opent met een uitgebreide studie over “André Demedts en zijn voorouders”.  Auteur Jo De Mets werkt al een tiental jaren aan de familiestamboom en kon op vraag van de kring ter herdenking van het 100e geboortejaar van André Demedts een overzichtelijke kijk bieden in de rijke roots, waar ook de ‘heemkundige’ André Demedts destijds zelf zo trots naar op zoek was. De exposé is een uniek document voor en over de Vlaamse auteur en begint omstreeks 1592 toen voorouder Joos De Mets (1568-1630) zich vestigde in Waregem, waar hij later officier werd van de heer van Potegem en daar de ‘herberg’ uitbaatte.

     

    Het is een uitgebreid artikel geworden van meer dan 100 pagina’s. Hierin worden betekenis en herkomst van de naam ‘Demedts’ toegelicht. Daarna wordt als ode aan de schrijver één voor één zijn voorvaders van onder het stof gehaald en levendig op het toneel gebracht.

    Vooral de eerste twee geslachten na 1600 zouden een belangrijke rol spelen in het publieke en politieke leven in Waregem. Als officier werden zij betrokken bij de twisten tussen de plaatselijke heren. Zodoende bepaalden zij bijna een eeuw lang voor een stuk mede het verloop van de boeiende geschiedenis van Waregem. Dat hun nazaten engeltjes waren durven we niet gezegd hebben. Toch loopt de voornaam ‘Engel’ als een rode draad door de familiegeschiedenis van André. Het spoor van de veelal welstellende landbouwersfamilie – sommige zijn schepen of lid van het armbestuur - liep via Zulte en Dentergem naar St.-Baafs-Vijve.

     

    Ook het leven en werk van de schrijver worden uitvoerig belicht. De auteur zou in Sint-Baafs-Vijve op 8 augustus 1906 geboren worden op de familiehoeve de ‘Elsbos’. Na zijn huwelijk met Germaine Ide in 1938 ging hij in Waregem wonen, waar hij 15 jaar verbleef. Hij  wist toen niet dat hij ging wonen op een steenworp van waar zijn voorouders elf generaties vroeger ooit hun verblijfplaats hadden en er een belangrijke rol speelden. Was de cirkel rond?  Vier kinderen werden geboren. Hilde, de jongste dochter, zou later schepen worden in Kortrijk. Om dichter bij zijn nieuwe job bij de radio te zijn verhuisde André naar de Condédreef te Kortrijk. Hij overleed in 1992 en kreeg een ereplaats naast de kerk van St.-Baafs-Vijve en het André Demedtshuis.

     

    Jo De Mets vertelt ook hoe het schrijverstalent reeds op jonge leeftijd kwam opborrelen, zijn carrière als leraar aan het H. Hartcollege te Waregem, zijn leiderschap als directeur van de Gewestelijke Omroep West-Vlaanderen (B.R.T.), zijn bijdrage voor de Vlaamse cultuur en zijn uitgebreid oeuvre, het komt allemaal aan bod. Tevens smeedde hij het staal van de Vlaamse beweging.  Talrijke literaire prijzen vielen hem te beurt, zoals in 1990 de driejaarlijkse Staatsprijs der Nederlandse Letteren. Hij werd ereburger van St.-Baafs-Vijve, Nieuwpoort en Waregem. In 2000, bij de eeuwwisseling, werd hij geselecteerd bij de 100 opmerkelijkste Vlamingen van de 20ste eeuw.

     

    Er wordt ook even stil gestaan bij de mens achter de auteur: eerder gesloten voor zijn eigen diepste gevoelens, liefdevol voor zijn gezin, gedreven voor het Vlaamse volk, rust vindend in de dialoog met de natuur, bescheiden in de roem.

     

    Dat André Demedts een heemkundige schrijver was is alom bekend. Maar dat hij eveneens een familiekundige schrijver was, daar wordt uiteindelijk dieper op ingegaan. ‘De dag voor gisteren’ is zijn autobiografisch verhaal. Met toespraken als ‘De familiekunde als therapie’ wilde hij iedereen aanmoedigen om aan stamboomonderzoek te doen. De voorouders zijn voor André van uitzonderlijk belang. Hij gebruikt zijn eigen voorvaders veelvuldig als figuren in zijn romans. Volgens hem zijn we niet alleen door onze genen verbonden met het voorgeslacht. Zelf is hij er ten stelligste van overtuigd dat hij door hen voorbestemd is en dat ze hem beschermen.

     

    Het artikel eindigt met een relaas van de voornaamste activiteiten van het André Demedtsjaar. Misschien is het jaarboek voor velen onder jullie een tip voor onder de kerstboom of een ideaal nieuwjaarscadeau. Want over in totaal 736 blz. worden nog talrijke andere fascinerende verhalen uit de streek u geserveerd in dit 34e jaarboek. . Daarbij hoort zeker de studie van historicus Marcel Delmotte over ambassadeur Baert, de eerste Vlaming die het tot ambassadeur eerste klas bracht. Marc Crabeels maakte een interessante studie over Gaston Deweer, die als directeur André Demedts en de latere ambassadeur Baert binnenloodste als leraar van het H. Hartcollege.  Luc Cappon brengt informatie over de bijzondere Vijfse figuur Maryflor (Flor Vanlerberghe) en publiceert hierbij ook zijn gedicht “Mijn hart is moe” op datum van 8 augustus 1983 opgedragen aan André Demedts.   Het jaarboek kost slechts 20 Euro en is te verkrijgen bij alle bestuursleden of door storting op nr. 068-0503010-92 van: Geschied- en Heemkundige Kring - Waregem.

     

    Info Jo De Mets – demetsjo@hotmail.com

    15-12-2006 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    10-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ES-Battement brengt '˜Kerst in de Hellevuurhoek'
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Na de bijzondere theaterwandeling “De Levenden en de Doden”' in augustus laatstleden, gaat ook de allerlaatste activiteit in het kader van het André Demedtsjaar in samenwerking met het theatergezelschap het ES-battement. Zij presenteren om woensdag 20 december om 20 u in de Sint-Bavokerk een 'Kerst in de Hellevuurhoek' van Bernauw, Bernauw en Borms in een regie van Anton Cogen. Het stuk werd voor het eerst opgevoerd in 1946 door de "zwarten" van het interneringskamp Elselo.

     

    ‘Kerst in de Hellevuurhoek’ kan als een actueel sprookje worden gezien dat zich ook aansluit op het werk van André Demedts. In zijn roman ‘De Levenden en de Doden’ lezen we dat “de zwarten werden vergaard in kampen om daar te wachten op hun definitieve straf” Men trof daar een allegaartje aan van allerlei pseudo-geëngageerden, opportunisten maar soms ook overtuigde flaminganten, misleid door de Nazi-ideologie. Ze probeerden hun leven zo goed en zo kwaad als het ging, in emotionele banen te leiden en daar mocht de viering van Kertstavond niet aan ontbreken. Weinachten. Dat deze scéances van hoogstaande kwaliteit waren, hoeft geen betoog. Wat speelden zij op Kerstavond 1946? Een pamflet tegen de oorlog, tegen alle oorlogen.

     

    Op het einde van de eerste wereldoorlog (14-18), werden de voor altijd geestelijk bschadigden en de onzienlijk verminkten, in speciale instellingen samengebracht, vooral met de bedoeling om hen aan het oog van de ondankbare en beborneerde wereld te ontrekken. Eén ervan was de "Hellfire Corner" in Groot-Brittanië, in de buurt van Dover. De mascotte van een troepje soldaten, een oorlogsweesje met de symbolische naam "Scharpenelle" en de enige overblijvende van dat troepje soldaten, in onkenneljke horrortoestand, vinden elkaar na jaren terug. Een gruwelijke Kerst! Een actueel sprookje.

     

    Het stuk van ES-battement is een aanvulling bij hun indrukwekkende theaterproductie van augustus jongstleden. Ze brengen immers de kerstscène uit het boek “De Levenden en de Doden” van André Demedts. Deze kerstscène speelt zich af in het werkkamp van Ribaucourt, waar de drie protagonisten opnieuw met elkaar geconfronteerd worden. Dit zijn het hoofdpersonage Hans Dammaert, de priester Steven Van Huysse en de communist en verzetstrijder Peter D’Hooghe. Voor alle duidelijkheid dient vermeld dat deze scène niet voorkwam in de zomerproductie. Aansluitend is er gelegenheid tot napraatje bij een hapje en een drankje in het CM-gebouw in omgeving van de kerk.

     

    Tickets kosten 8 Euro en reservatie is mogelijk in de Cultuurdienst van Wielsbeke tel. 056 67.32.70  of mail cultuur@hernieuwenburg.be   

     

    Info voorzitter Antoon Vandendriessche tel. 056 66.93.58

    10-12-2006 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    27-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedts, de Mens en de Auteur
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    (toespraak van Dr. Karel Platteau bij uitreiking van André Demedtsprijs te Kortrijk)

     

    100 jaar in Vlaanderen overbrugt één eeuw maar overbrugt meteen ook sociale evolutie, wereldoorlogen, een taalbeweging, politieke emancipatie en culturele groei. Met de ogen van 2006 kijken naar de betekenis en de rol van de mens en de auteur André Demedts, is meteen ook rekening houden met de context tijdens die 100 jaar. En het impact dat hij hierop had.

    Zijn 74 publicaties in boekvorm zijn onlosmakelijk hiermee verbonden, naast zijn tientallen artikelen (of het nu poëzie, proza of essayistiek betreft) en zijn honderden uiteenzettingen.

     

    Van kindsbeen af was hij vertrouwd met boeken. Zelf heeft de auteur al heel vroeg veel boeken gelezen. Op de boerderij was er immers een bibliotheek, nog van grootvader Ivo en van zijn vader Maurits. Zijn vader was lid van het Davidsfonds en net als vandaag, bestond toen ook het systeem van koopboeken voor de leden. Zo groeide ook de bibliotheek op de hoeve Het Elsbos.  Nog voor André 12 jaar was, had hij bijna de hele Hendrik Conscience gelezen. Dat was een bewijs van de vrijheid die hij kreeg om met literatuur kennis te maken, vaak werden de boeken van Conscience achtergehouden, of aan elkaar gelijmd opdat je ze niet zou ontlenen zonder op te vallen…

     

    Maar hij las ook de verhalen van de Lovelings en van Jules Verne. Deze auteur heeft hem bijzonder gefascineerd. Hij getuigde vooral van zijn bewondering voor Kapitein Nemo in Twee jaar vakantie : “ Nemo, die na een lange strijd, alleen en ver van zijn vaderland, stierf aan boord van zijn duikboot, omdat hij nooit had willen buigen voor de macht die het recht onderdrukt had.”

     

    Snel leerde hij via zijn vader boeken kennen als De Negerhut van Oom Tom, van Harriet Beecher-Stowe, later ook Cervantes, Shakespeare en Tolstoj.  Hij had dus heel vroeg contacten met de literatuur, En doordat hij veel ziek was, zwakke gezondheid, 2 maanden te vroeg geboren, zwaarmoedige knaap, bleef hij vaak thuis en hield van schrijven: “Schrijven was een natuurlijke, doodgewone verrichting voor mij, een middel tot ontvluchting aan mijzelf, omdat een onoverwinnelijke schroom, of was het weerzin en angst, mij beletten te spreken ?”

    Elders : “ Reeds als kind heb ik altijd gedacht dat ik moest schrijver worden. Dat leek de enige manier waarop ik, aardig van mijn voorgeslacht, mij kon doen gelden

    Maar naast dit prille schrijverschap als vlucht, aanhoorde hij ook de sagen en legenden uit zijn Beneden-Mandelstreek, die hij als kind verteld werd.

     

    Schokkend voor hem was evenwel  het relaas van een neef die in de Eerste Wereldoorlog als Vlaamse soldaat geconfronteerd werd met schandalige wantoestanden in het Belgische leger. Dit getuigenis kreeg voedingsstof door 2 publicaties. Die kreeg hij van een schoolvriendje in het eenzijdig Franstalige  St.-Lievenscollege te Gent. Het was de brochure Vlaanderens Weezang aan den IJzer en Arm Vlaanderen van pater Stracke. Uiteraard verboden lectuur op dit college, en toch las hij ze en hij getuigde later in zijn autobiografie De dag van gisteren  uit 1966, hoe ontsteld hij was als knaap door deze uitgaven.

     

     Zij gingen hand in hand met de geromantiseerde visie op zijn land die hij zich eigengemaakt had door een gedicht van Leonard De Bo Voor Vlaanderen, mijn Vaderland (1855). Daarin verheerlijkt De Bo Vlaanderen in vergelijking met het nochtans mooie Italië of het geografisch gevarieerde Zwitserland, hij beschrijft ook Vlaamse zeden en gewoonten en eindigt het gedicht met een dreiging aan het adres van een eventuele ‘dwingland’. Want in dat geval ‘Loop ik mijn bloed ten beste geven / Voor Vlaandren, voor mijn Vaderland’.   

     

    Alle uiteenzettingen die André Demedts later gaf over Vlaanderen en de noodzaak aan politieke, economische en culturele emancipatie, waren alle doorspekt met emoties. Hij gaf op een merkwaardige manier uiting aan zijn innerlijke bewogenheid: van ergernis tot weemoed. En die merkwaardige vorm van monoloog, met half gesloten ogen, sloeg aan bij het publiek. Er bestond hiervoor respect, het was hoe dan ook toch een vorm van dialoog.

     

    Ooit schreef André Demedts het boek ‘Hugo Verriest, de levenwekker’. Eigenlijk had hij dit woord voor zichzelf moeten bewaren. Hij was een bezieler en zelfs in die mate dat  zijn ene persoon vergeleken werd met een complete actie- en drukkingsgroep (Gaby Gyselen). En Jozef Deleu typeerde hem als een cultuurpoliticus zonder weerga.

     

    Maar zijn engagement voor de Vlaamse Beweging stond niet los van zijn sociaal engagement. Hij brak trouwens zijn relatie met Cyriel Verschaeve af omdat bij die man ‘het nationale en religieuze veel meer belang had dan het sociale’. En in zijn vroege dichtwerk (hij was 18 jaar) ziet men hiervan ook een weerspiegeling: hij schrijft een gedicht voor de overleden Lenin ! ‘hij was een zoon van ’t langverdrukte volk’ en ‘miljoenen hebben hem gebenedijd’…

     

    Zelf was André 10 jaren lang actief voor de Katholieke Arbeidersjeugd. Hij was nochtans een echte boerenzoon. En zijn jeugdboeken zoals ‘Alle Vreugd is eindeloos’, ‘Ik wil een dapperen kerel’ zijn beschreven toestanden in arbeidersgezinnen of de moeilijke weg van een jonge textielarbeider. Tal van de KAJ-leden van toen legden getuigenis af over zijn inzet voor hen: “Hij deed al wat hij kon om van ons mensen te maken die van veel dingen op de hoogte zouden zijn (…) “ “We kregen zelfs lessen in wellevendheid opdat we ons behoorlijk zouden kunnen voordoen

     

    Ook oud-leerlingen uit Waregem getuigden in die zin, maar dan over een taboe-onderwerp, nl. seksuele voorlichting: “ Hij gaf ons wél voorlichting, de andere leraars durfden dat niet. En dat deed hij niet op een omfloerste, gefrustreerde manier, maar met respect en heel natuurlijk. Hij maakte indruk op ons omdat hij nadruk legde op liefde en tederheid, terwijl wij alleen maar vuile, rauwe grappen kenden en drankzucht vaak veel pijn veroorzaakte in een liefdesrelatie.”

     

    Zijn gedichtenbundel Jasmijnen getuigde evenzeer van deze warme medemenselijkheid.  Hij was toen 23 jaar oud en een stoet van publicaties moest nog volgen. 4 jaar daarvoor publiceerde André Demedts al in Dietsche Warande en Belfort en hij bleef er aanwezig met creatief én kritisch werk. Precies op het vlak van het essay is de verdienste van deze auteur het sterkst. In 1955 was er bijvoorbeeld een boekje over Streuvels, maar in 1971 kwam het eerste degelijke boek dat ooit over Streuvels  verschenen was : ‘Stijn Streuvels, een terugblik op leven en werk’.  Welnu, Hedwig Speliers heeft een biografie over Streuvels geschreven, maar hij zegt zelf dat hij zéér schatplichtig is aan Demedts !

     

    Stijn Streuvels had een bijzondere invloed op André Demedts. Het is trouwens door zijn toedoen dat André zo’n inzet ontwikkeld heeft voor Frans-Vlaanderen ! Met het Komitee voor Frans-Vlaanderen, (waar de op deze bijeenkomst aanwezige heer Luc Verbeke zo’n grote inzet voor ontwikkelde) maar zeker ook met het tijdschrift Ons Erfdeel. Dat is ontstaan door een oproep van André Demedts om bij hem thuis bijeen te komen en waar hij aan enkele jonge mensen vroeg of ze boven iedere partijpolitiek contact wilden opnemen met Frans-Vlamingen en met Nederlanders. Om de Frans-Vlaamse problematiek bekend te maken in het Nederlandse taalgebied en ook om de samenwerking tussen de Nederlandssprekenden te bevorderen. Uit die aansporing is het tijdschrift Ons Erfdeel ontstaan met o.a. de 20-jarige Jozef Deleu. Het groeide uit tot een hoogstaand en volwaardig algemeen-Nederlands cultureel blad !  En net in Ons Erfdeel publiceerde Demedts in 1966 een vrijmoedig artikel i.v.m. de splitsing van de Leuvense universiteit. De cultuurpoliticus won het op de auteur.

     

    Zijn romans zijn er blijkbaar geweest opdat de schrijver al schrijvend zichzelf heeft willen uitbouwen en verwezenlijken. Hij schreef met een epische kracht zijn eerste verhalen en zocht later voortdurend naar de essentie van het bestaan; op vele bladzijden treft men immers aforismen aan zoals alleen hij ze formuleren kon; Willy Spillebeen drukte het zo uit: Demedts is inderdaad een denker en allicht zou hij, geboren in een ander taalgebied en filosofisch geschoold, een filosofisch essayist geworden zijn.

     

    Men heeft het proza van André Demedts opgedeeld in 3 perioden: van 1933 tot 1944 : het onmogelijke geluk – dan een tweede periode van 1944 tot 1951 met een kringloop om het geluk om dan in een derde periode een steeds duidelijker wordende ‘vernauwing’ te zien naar het eigenlijke onderwerp toe nl. het menselijk geluk proeven.  Marcel Janssens vatte het zo samen in 1966 op een huldedag voor de gevierde schrijver : “Zijn prozawerk is er niet omwille van de literatuur, maar omwille van het leven. “

    Ruim 20 jaar had hij zich ook ingezet voor de radio omroep in het gebouw in de Rijselstraat. Daarbij had hij een voorliefde voor het ‘woord’, ‘het volksverhaal’ en ‘de stem van Frans-Vlaanderen’. Hij gaf aan ontelbare mensen de kans om  hun specifiek engagement kenbaar te maken  in goede radioprogramma’s.

     

    In 2006 stellen we dus uitzonderlijke kenmerken vast bij een boerenzoon, die zich sociaal engageert en die vanuit een verontwaardiging een cultuurpoliticus wordt om ‘u’ tegen te zeggen. Zijn inzet was tomeloos. Dat hij een dichter en schrijver wordt omdat hij zijn zoektocht naar zingeving moet uiten, zonder zich te bekommeren om stilistische kwaliteiten.

    Dat hij bovendien een uitzonderlijk goede essayist wordt omdat hij belangrijke schrijvers zoals Hugo Verriest, Albrecht Rodenbach, Abel Coetzee, Ernest Claes, Johan Daisne, Karel Jonckheere en vooral Stijn Streuvels bekendheid wou geven.

     

    Wie een gedrevenheid en een  levensinzet van dit formaat bezit, die geeft vandaag een boodschap aan iedereen die op zoek is naar zingeving en die aan zijn leven een meerwaarde wil geven.

    (met bijzondere dank aan Dr. Karel Platteau voor deze analyse van de figuur van André Demedts)

    27-11-2006 om 00:42 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitreiking André Demedtsprijs 2006 te Kortrijk
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gisteren zondag 26 november werd op het stadhuis de 37e André Demedtsprijs uitgereikt. Marnixring Kortrijk Broel kent deze prijs jaarlijks toe aan een persoon of een vereniging die naar de geest en de idealen van André Demedts bijdraagt tot de politieke ontvoogding van ons volk en zijn toekomst als natie, tot de uitstraling van zijn cultuur, tot zijn nauwe verbondenheid met andere leden van de Nederlandse stam of tot de betere bekendheid van Vlaanderen in de wereld. De uitreiking dit jaar stond ook in het teken van het 100e geboortejaar van André Demedts. In samenwerking met het Festival van Vlaanderen werd de zitting opgeluisterd met muziek van Grieg, de lievelingscomponist van André Demedts. Sopraan Inge Van de Kerkhove bracht, met pianobegeleiding van Hein Boterberg, een selectie uit het vocale repertorium van de Noorse componist. Op de feestzitting waren er opgemerkte toespraken van Dr. Karel Platteau over André Demedts als “mens en auteur” bekeken vanuit 2006 en van advocaat Piet Van Eeckhaut, die het belang van André Demedts schetste vanuit links vrijzinnig standpunt.

     

    De prijs werd dit jaar toegekend aan Hermand De Bode. Hij ontving een eigentijds op André Demedts geïnspireerd kunstwerk van Lieven Demunter. De naam van Herman De Bode is vooral verbonden met het Manifest voor een Zelfstandig Vlaanderen in Europa, dat in het voorjaar 2006 verscheen. Herman De Bode was niet alleen de ondertekenaar van dit manifest, samen met 49 anderen, maar hij behoorde ook tot de kerngroep die meewerkte aan de redactie ervan. Het manifest pleit voor de herstructurering van de Belgische staat en de vorming van twee zelfstandige lidstaten van Europa - Vlaanderen en Wallonië - met een nieuw statuut voor Brussel, dat wel de hoofdstad van Vlaanderen zou blijven en desgewenst van Wallonië zou worden.

     

    Het pleidooi is gebaseerd op een zakelijke, sterk feitelijk onderbouwde, analyse van vooral de sociaal-economische verschillen tussen de twee grote Belgische deelgebieden. Kern van het betoog is dat deze verschillen te groot zijn voor een deugdelijk bestuur en dat in het licht van de grote uitdagingen van deze tijd het noodzakelijk en voor beiden uiteindelijk beter is dat elke regio ten volle zijn verantwoordelijkheid neemt. Scheiding houdt geen afbraak van de solidariteit in, maar de transfers moeten doorzichtig en uitdovend zijn en geleidelijk vervangen worden door de solidariteit in het kader van de Europese Unie.

     

    Dit manifest viel niet in goede aarde bij McKinsey, zodat hij zich verplicht voelde zijn functie als hoofd van het Belgische kantoor op te geven. Hij bleef echter aan McKinsey verbonden als consultant en partner. Op 21 juni jongstleden werd Herman De Bode voorzitter van de Vlaamse Management Associatie. Dat is een netwerk van actieve managers uit het bedrijfsleven en de openbare sector in Vlaanderen en Brussel. Het wil een permanent ontmoetingsplatform zijn voor een betere kennis van managementsproblemen en het vinden van oplossingen voor bedrijfsproblemen.

     

    Hij is sedert 31 januari 2005 ook voorzitter van de Brusselse afdeling van Voka, ook Voka-Comité Brussel genoemd. In die functie wil hij de komende jaren prioriteiten geven aan de ontwikkeling van een economisch toekomstproject voor Brussel en de Vlaamse rand, aan de versterking van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel en aan een promotie van het Nederlands in het Brusselse sociaal-economische leven. Hij is geen Vlaams-nationalist in de politieke betekenis van het woord, maar hij is uitgesproken Vlaamsgezind op grond van economische en sociale redenen.

    foto van uitreiking door voorzitter Jo Devoldere van Marnixring Broel (midden) en kunstenaar Lieven Demunter (links) aan Herman De Bode (rechts).

    27-11-2006 om 00:40 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    21-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Demedtsprijs 2006 voor Herman De Bode
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zondag 26 november om 10.30 u. reikt Marnixring  Kortrijk Broel zijn jaarlijkse André Demedtsprijs uit. Dit gebeurt in de Gotische zaal van het Stadhuis te Kortrijk. Gastprekers dit jaar zijn Dr. Karel Platteau en advocaat Piet Van Eeckhaut. Dit jaar wordt de prijs toegekend aan Herman De Bode. Hij moest eerder dit jaar ontslag nemen als managing partner van McKinsey Benelux, na druk van Franstalige klanten. Deze namen hem zijn lidmaatschap kwalijk aan de denkgroep, die zichzelf "In de Warande" noemt en een manifest publiceerde dat een cijfermatig pleidooi vormde voor Vlaamse zelfstandigheid. Het ontslag leverde de denkgroep bijkomende belangstelling en sympathie op.

    De feestelijke uitreiking van de prijs wordt dit jaar muzikaal opgeluisterd met de lievelingsmuziek van André Demedts. Hij hield van de zangstukken van Edvard Grieg en daarom brengt sopraan Inge Van de Kerkhove, met pianobegeleiding van Hein Boterberg, een selectie uit het vocale repertorium van de Noorse componist. Het optreden gaat door in samenwerking met het Festival van Vlaanderen en de Stad Kortrijk.

     

    Na de begroeting door voorzitter Jo Devoldere van Marnixring Kortrijk Broel volgt het juryverslag door secretaris Pol Vieren. Karel Platteau, docent aan Katho Kortrijk, belicht dan de mens en de auteur André Demedts. Advocaat Piet Van Eeckhaut, voorzitter van de Provincieraad van Oost-Vlaanderen, brengt vervolgens een links-vrijdenkend standpunt onder de titel : “Is André Demedts nog actueel ?”. Hierna wordt de André Demedtsprijs 2006 uitgereikt aan Herman De Bode. De academische zitting wordt besloten met het dankwoord van de laureaat en het volkslied. Het stadsbestuur biedt de laureaat en de genodigden een receptie aan.


    De Marnixring-André Demedtsprijs wordt jaarlijks toegekend aan een persoon of een vereniging die naar de geest en de idealen van André Demedts bijzonder veel verdiensten heeft verworven op het gebied van:

    - het bevorderen van de algemene kunst- en cultuurverspreiding in Vlaanderen, in Frans-Vlaanderen en in alle gemengde taalgebieden;

    - de integratie van het Nederlands taalgebied:

    - de culturele kontakten met Zuid-Afrika.


     

    Voor informatie over de uitreiking en de organisatie van Marnixring Kortrijk Broel kunt u terecht bij Kris Seynaeve op mailadres kristian.seynaeve@pandora.be

     

    Hierbij de lijst van de laureaten van de Demedtsprijs:

    1970 Luc Verbeke- 1971 Flor Grammens - 1972 Emmanuel Looten - 1973 - Vriendenkring van het Komense - 1974  Jozef en Annemie Deleu - 1975  Sandor Szondi -1976- IJzerbedevaartkomitee -  1977 Jozef Van Overstraeten - 1978  Clem De Ridder - 1979 Adriaan Verhulst - 1980 Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen - 1981 André Lammertyn - 1982 Max Wildiers - 1983 Jacques Fermaut - 1984 Arthur Verthé - 1985 Zuster Aleydis - 1986 Gaston Durnez - 1987 Lieven Van Gerven - 1988 Arie W.Willemsen -1989 Redactie Tijdschrift Vlaanderen - 1990 Guido Sweron - 1991 Vlaamse Leergangen Leuven -  1992 Lode Campo - 1993 Aloïs Gerlo - 1994  Vernon February - 1995 Francis Persyn - 1996 Eric Ponette -  1997 Johan Laeremans - 1998 Mark Grammens - 1999 Guido Moons - 2000 Mathias Storme - 2001 Het Huis van het Nederlands Belle- Bailleul - 2002 Ludo Simons - 2003 Hans de Belder - 2004 Luc Deconinck - 2005 Prof. dr. Jozef Devreese - 2006 Herman de Bode.

    21-11-2006 om 00:00 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)
    14-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poëziebundel André Demedts
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Na de poëzieavond “Mijn Moedertaal” op vrijdag 20 oktober 2006  in het H.Hartcollege te Waregem ontvingen alle aanwezigen een kunstzinnig in vierkleurendruk uitgegeven bundel met poëzie van André Demedts. Het fraaie bewaarbundel van 20 bladzijden is een blijvende herinnering aan de poëzieavond. Hierin zijn 21 gedichten opgenomen, geïllustreerd met mooie kunstfoto’s, die tijdens de voordracht van de gedichten werden geprojecteerd op de achtergrond.

     

    Later zullen de aanwezigen en hun volgelingen eraan herinnert worden dat :

    De poëzieavond en deze publicatie ontstonden uit de samenwerking van

    De Ouderraad van het H.Hartcollege Waregem & de Werkgroep Levend Archief.

    Fotokring Focu Geraardsbergen zorgde voor de illustraties.

    Het concept is van CDeSIGN.

    Met speciale dank aan :

    Dirk Adams

    Leerkrachten: Fien Bostyn, Marc Crabeels, Thomas Kemseke, Tys Neirynck, Siska Vandenberghe, Emmanuel Vercruysse, Georges Vermaut.

    Leerlingen: Annelies Colpaert, Sylvie Decabooter, Pieter Verhamme.

     

     

    Zwartgele draad in het boekje of een tekst die discreet regelmatig terugkomt bovenaan of onderaan de kleurenbladzijden:

     

    Nu lach ik soms.  Als wij te zamen konden,

    Wij zouden lachen om het heimwee aan een jeugd

    Om wat er in een mens al wordt gevonden

    Een hunkering naar liefde en vreugd

     

    Volgende gedichten zijn opgenomen in het bundel :

     

    De Paarden

    Het oude huis

    Rijmoefening

    Vriesganzen

    Het Gedachteniskruis

    Gelegenheidsvers

    Zomer

    Mei

    Het water

    Mijn moedertaal

    Het kerkhof

    De uil

    De hagedoorn

    Winterdag

    De vlakte

    De wilde kerselaar

    De wilde pruimelaar

    Lof van mijn land

    Paasleliën

    Geen heerlijker geel

    De binnentuin

    14-11-2006 om 23:27 geschreven door bernard


    >> Reageer (0)


    Archief per maand
  • 12-2023
  • 06-2023
  • 06-2022
  • 12-2021
  • 11-2019
  • 07-2019
  • 11-2017
  • 02-2014
  • 03-2013
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 05-2012
  • 02-2012
  • 10-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 08-2010
  • 12-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 06-2006
  • 05-2006
  • 04-2006
  • 03-2006
  • 02-2006
  • 01-2006
  • 12-2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Bezoek ook
  • e-waregem
  • 2012-blog
  • internetlinks naar A. Demedts
  • Louis Jacobs' thuispagina
  • Wiki
  • poëzie Luc Verbeke
  • DBNL
  • ES-battement
  • ODIS
  • Demedtshuis


    Foto

    Foto

    U kunt meewerken aan deze site door zelf suggesties te doen en zelf informatieve teksten of getuigenverslagen te bezorgen voor bijdragen op deze site. 

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!