Praktische hulp hoef je van theoretische kennis nooit te verwachten, en voor je meditatie helpt een anatomische voorstelling van de kundalini niets. Als ik zeg, bedoel ik niet dat er niet zoiets zou bestaan als kundalini of chakras. Kundalini bestaat, chakras bestaan maar geen kennis kan hoe je dan ook behulpzaam zijn. Die kan eerder een sta-in-de-weg zijn. En dat om allerlei redenen. Een van de redenen is, dat alle kennis van de kundalini of van de esoterische banen van de bio-energie - de innerlijke banen van het zijn - op generalisering berust. In feite is het bij elke mens anders, elke mens gaat weer van iets anders uit. Bij de een is het zus, bij de ander is het zo en bij de derde is het weer anders. Je innerlijke leven is iets individueels. Theoretische kennis helpt je dus geen sikkepit verder - het tegendeel kan zelf waar zijn - en wel omdat ze niet over jou gaat. Ze kan niet over jou gaan. Je kunt alleen iets over jezelf te weten komen als je naar binnen gaat. Er bestaan chakras, maar hun aantal verschilt van persoon tot persoon. De een kan er zeven hebben, de ander negen. De een heeft er misschien meer, de ander misschien minder.
Dit verklaart waarom er zoveel verschillende tradities naast elkaar bestaan. De boedhisten noemen er negen, de hindoes noemen er zeven, de Tibetanen noemen er vier - en ze hebben allemaal gelijk! De oorsprong van de kundalini en het kanaal waardoor de kundalini opstijgt verschillen van mens tot mens tot mens. Hoe meer je naar binnen gaat, hoe individueler je blijkt te zijn. Je gezicht is bijvoorbeeld het meest individuele deel van je lichaam en in het gezicht zijn je ogen die nog meer individueel zijn. In je gezicht speelt je leven zich intenser af dan in welk ander lichaamsdeel ook, vandaar de grote eigenheid ervan. Misschien is het je niet opgevallen dat je gezicht op een bepaalde leeftijd - als je seksueel volwassen bent geworden - een vorm aanneemt die het min of meer je hele leven behoudt. Voordat je geslachtsrijp wordt, verandert er nog heel wat aan je gezicht maar als je eenmaal geslachtsrijp bent, komt je individualiteit vast te staan en neemt je gezicht een min of meer blijvende vorm aan, waaraan feitelijk niet veel meer verandert. Je ogen zijn nog levendiger dan je gezicht. Ze zijn zo individueel dat ze elk moment veranderen. Voordat je verlicht bent, nemen je ogen nooit een vaste uitdrukking aan. Verlichting is een soort volwassenheid. Als je eenmaal seksueel volwassen bent, neemt je gezicht een blijvende vorm aan, maar er is nog een andere volwassenheid die aan je ogen een vaste uitdrukking geeft.
In de ogen van Boeddha zie je nooit iets veranderen. Zijn lichaam wordt oud, hij zal sterven, maar zijn ogen blijven onveranderd. Dat is altijd een indicatie geweest. Als iemand het nirvana bereikt, zijn zn ogen het enige waaraan buitenstaanders kunnen zien dat die mens inderdaad het nirvana heeft bereikt. Nu veranderen de ogen nooit. Alles verandert maar de ogen blijven hetzelfde. De ogen laten zien wat er binnen leeft. Maar de kundalini gaat nog dieper. Aan theoretische kennis heb je niets. Zodra je over enige theoretische kennis beschikt, wil je die op jou van toepassing laten zijn. Je gaat je de dingen voorstellen zoals ze je zijn bijgebracht maar misschien past dat helemaal niet bij jou. Dat zorgt dan voor veel verwarring. Chakras moet je zelf voelen in plaats van er kennis over te vergaren. Je moet voelen, je moet je voelhorens naar binnen richten. Pas als je je chakras voelt en de kundalini en de baan die hij neemt voelt, heb je er iets aan, anders niet.
Het is zelfs zo, dat kennis veel kapot kan maken in de binnenwereld van mensen. Hoe meer kennis je verzamelt, des te geringer wordt de kans dat je de dingen voelt zoals ze echt, authentiek, zijn. Je kunt jezelf van alles wijsmaken door wat je weet. Als iemand zegt: Hier zit een chakra, hier heb je zon energiecentrum, dan ga je je al een chakra op die plaats voorstellen. En misschien heb je daar helemaal niet zoiets. Zo creëer je imaginaire chakras. Dat kun je, je denken is daartoe in staat. Je kunt jezelf een of meer chakras aanpraten, waarna je verbeeldingskracht dan voor een energiestroom zorgt die niets met de kundalini te maken heeft maar die puur op verbeelding berust - een volledig illusoir droomfenimeen. Als je eenmaal chakras in je fantasie kunt laten verschijnen en een denkbeeldige kundalini te voorschijn kunt roepen, kun je alles creëren. Dan laten ook denkbeeldige ervaringen niet lang op zich wachten, met als gevolg dat je een compleet onechte wereld in je ontwikkelt. De wereld buiten je is al behoorlijk illusoir maar nog lang niet zo illusoir als de wereld die jij binnen in je schept.
Niet alles wat binnen in je leeft, is noodzakelijk echt of waar. Ook de fantasie en de droom hebben daar hun plek. Je denken heeft het vermogen - en een heel krachtig vermogen ook - om te dromen, om illusies te creëren en te projecteren. Daarom is het goed om met meditatie verder te gaan zonder iets van kundalini of chakras af te weten. Als je er vanzelf op stuit, dan is dat prima. Je wordt misschien uit jezelf iets gewaar. Alleen dan kun je er vragen over stellen. Het kan zijn dat je begint te voelen hoe een chakra werkt maar geef dat gevoel eerst maar een kans. Het kan zijn dat je energie voelt stijgen maar laat dat gevoel eerst maar komen. Maak je er geen voorstelling van, denk er niet over na en probeer het niet vooraf al verstandelijk te begrijpen. Voorkennis is echt niet nodig. Ze is niet alleen onnodig maar zelfs ronduit schadelijk. En nog iets Kundalini en chakras maken niet deel uit van je anatomie, van je fysiologie. Ze behoren bij je fijnstoffelijke lichaam, je Sukshma sharira, en niet bij je gewone grofstoffelijke lichaam. Natuurlijk zijn er wel corresponderende punten. De chakras maken deel uit van je sukshma sharira maar in je
fysiologie en anatomie kun je punten aanwijzen die ermee corresponderen. Alleen als je binnen in je een chakra ervaart, kun je voelen waar zich het corresponderende punt bevindt. Zo niett, dan kun je je hele lichaam ontleden zonder zoiets als een chakra te vinden.
En dan nog iets. Het is niet nodig bewust door de chakras heen te gaan. Dat is echt niet nodig, je kunt ze desnoods gewoon links laten liggen. Je kunt best verlicht worden zonder de kundalini gevoeld te hebben. Het is iets heel anders dan je misschien denkt. Het komt niet doordat de kundalini stijgt dat je hem voelt. Je merkt de kundalini alleen op als de doorgang niet vrij is. Als de passage volkomen rechttoe-rechtaan verloopt, stroomt de energie wel maar zonder dat je er iets van merkt. Je voelt haar pas als iets de stroom tegenhoudt. Als de energie stijgt en de doorgang is geblokkeerd, alleen dan voel je iets. Wie dus veel kundalini-energie voelt, is flink geblokkeerd. De doorgang wordt zo geblokkeerd dat de kundalini niet kan stromen. Er moet een weerstand zijn, wil je de kundalini kunnen voelen. Energie is iets dat je niet direct kunt voelen, behalve als er weerstand is. Als ik mijn hand beweeg en niets houdt de hand tegen, voel ik de beweging niet. De luchtweerstand kan je een beweging al doen gewaarworden maar in veel mindere mate dan als er een steen moet worden weggeduwd. Dan voel ik de beweging heel sterk. In een luchtledig voel ik de beweging helemaal niet. Het is dus iets relatiefs.
Boeddha sprak nooit over de kundalini. En dat niet omdat er geen kundalini door zijn lichaam stroomde maar de doorgang kon zo ongehinderd plaatsvinden dat er nergens weerstand gevoeld werd. Daarom voelde hij hem nooit. Ook Mahavir heeft nooit over de kundalini gesproken. Daaruit is een volkomen verkeerde conclusie getrokken, namelijk door de jainas, de volgelingen van Mahavir, die meenden dat de kundalini dus wel pure nonsens moest zijn en dat er helemaal niet zoiets bestond. Enkel omdat Mahavir zelf de kundalini niet had gevoeld, is de jainatraditie vijfentwintig eeuwen lang het bestaan van de kundalini blijven ontkennen. Maar Mahavir heeft er om een heel andere reden niet over gesproken. Doordat er geen blokkades in zijn lichaam waren, voelde hij de kundalini niet.
Het is dus niet noodzakelijk dat je de kundalini voelt. Misschien zul je er nooit iets van merken. En als dat zo is, dan laat je de chakras maar verder voor wat ze zijn want je hebt ze alleen maar nodig om de blokkades ongedaan te maken. Ze dienen verder nergens toe. Als er een blokkering is en de kundalini tegengehouden wordt, begint het meest nabije chakra vanwege die stagnatie in de kundalini zo snel te bewegen dat er een energie gecreëerd wordt die in staat is de blokkering te verbreken. Maar als de stroom vrij zijn gang kan gaan, is er geen chakra nodig en zul je er nooit iets van voelen. De chakras dienen alleen maar om je te helpen. Als de kundalini geblokkeerd wordt, is de hulp nabij.
Een van de chakras ontfermt zich over de energie die niet kan doorstromen. Energie heeft de neiging terug te vallen als ze niet verder kan stromen. Voor ze terug valt, neemt het chakra de versperde energie volledig in zich op. De energie beweegt zich nu binnen het chakra. Door de beweging krijgt de energie meer pit, wordt ze levendiger, en als ze dan opnieuw op de blokkering stuit, kan ze die doorbreken. Meer dan een noodhulp is het dus niet. Als de kundalini zonder blokkades kan stromen, ben je je van geen chakra bewust. Dat kan verklaren waarom de een er negen kan voelen, de ander tien, en weer iemand anders maar drie of vier of geen. Het hangt ervan af. Het aantal chakras is in feite niet te tellen, zodat er altijd wel een chakra in de buurt kan zijn om de kundalini bij zijn doorstroming te helpen. Wordt er om hulp gevraagd, dan is die in de buurt.