Het idee om landgenoten uit Japan weg te halen, dateert voor alle duidelijkheid van vorige week woensdag. Toen besliste de ministerraad om in allerijl een regeringsvliegtuig naar Japan te sturen. Want de Belgen die er weg wilden na de aardbeving en de problemen met de kerncentrales konden op dat moment nog amper vliegtuigtickets bemachtigen.

Een Airbus van het Belgische leger zou de Belgen in Tokio oppikken, om ze in het Zuid-Koreaanse Seoul weer op de tarmac af te zetten. Dar moesten ze hun plan trekken, klonk het in het begin. De Belgen in Japan begrepen er niks van, de interesse was al meteen ver te zoeken.

Minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V) greep in, de geëvacueerde Belgen zouden dan toch naar België worden gevlogen, al wist hij toen nog niet dat de Airbus van het Belgische leger, die in allerijl in het Amerikaanse Washington was opgestegen om de Belgen te gaan oppikken, op dat moment al in panne stond. In Alaska. Tijdens een tussenlanding op de luchthaven van Anchorage was er een probleem vastgesteld met de boordcomputer.

Om de Belgenmop nog wat meer hilarisch te maken, vergiste het koerierbedrijf zich vervolgens bij het afleveren van de wisselstukken. In plaats van Anchorage, Alaska bleek het pakket met Belgische vliegtuigonderdelen te zijn toegekomen in Memphis, Tennessee.

De Belgen, die dachten ze vrijdag al een op een vlucht naar huis zouden zitten, kregen daarop van de ambassade in Tokio te horen dat de vlucht pas ten vroegste zondag in Japan de wielen aan de grond zou zetten.

Met die Airbus van het Belgische leger is het uiteindelijk niet meer goed gekomen, tot colère van defensieminister Pieter De Crem (CD&V) die opnieuw als 'Air De Crem' door het leven moest. Buitenlandse Zaken besliste uiteindelijk dan maar de hulp van Spanje in te roepen. Dat moest ook nog een groep landgenoten repatriëren en had nog plaats op een vliegtuig dat zij had gecharterd.

'Het was me de reis wel', zégt Sander Houttekier (28), één van de 30 Belgen die gisteravond na een reis van 44u op de militaire luchthaven van Melsbroek arriveerde.

'Hoewel bijna alle Belgen in en rond Tokio wonen, werd er door de Belgische regering beslist dat we ons naar de luchthaven van Nagoya moesten begeven, zo'n 400 km verder naar het zuiden. De uitleg luidde dat men weg wilde blijven van de eventuele radioactieve straling. Maar toen we in Nagoya aan boord gingen, bleek de eerste tussenstop in godbetert Tokio, waar we dan ook nog eens 8u hebben stilgestaan. Daar is toch behoorlijk verveeld op gereageerd.'

Vandaar ging het naar Bangkok in Thailand. 'Ook daar hebben we nog eens 5u moeten wachten, dan naar Madrid, om uiteindelijk met een vliegtuig van het Belgische leger naar Melsbroek te worden gebracht.'

Over het comfort van de vlucht beklaagde niemand zich. 'Er zat zo weinig volk op het vliegtuig dat iedereen zich languit op de zetels kon leggen. Ik heb nooit comfortabeler gereisd', vertelt Wouter Laleman, die in Japan in het onderwijs staat.

'Al heb ik me toch ook wel eens afgevraagd: Wat als de Belgen op Japan écht in de problemen hadden gezeten', aldus nog Sander. 'Mijn reisgenoot en ik hebben het al lachend een paar keer tegen elkaar gezegd: Als we ons been hadden gebroken, waren we sneller thuis geweest dan nu.'