
Een plaats die we al verschillende keren bezochten en ons nog steeds kan bekoren is Paderborn. De stad werd in 1295 lid van de Hanze en kreeg in 1614 zijn eerste universiteit.
We zetten ons op de nieuwe gerenoveerde camperparking aan de Wilhelm-Kaufmann-Allee (aan het Rolandbad).
Een fietstochtje van 1,5 km doorheen een park en langs de Pader brengt ons naar de binnenstad.
De Pader, de rivier waaraan de stad haar naam dankt, mondt uit in de Lippe en wordt beschouwd als de kortste rivier van Duitsland en is in de loop van zijn geschiedenis herhaaldelijk aangepast en verplaatst.
Tijdens de 2de WO werd Paderborn zeer zwaar getroffen door geallieerde luchtbombardementen en werd ruim 3/4 van de stad verwoest, waardoor de bewaard gebleven of herstelde historische bouwwerken te midden van naoorlogse nieuwbouw staan. De stad kenmerkt zich door vele Romaanse kerken, maar ook als universiteitsstad.
Het oudste en tegelijkertijd mooiste bewaard gebleven vakwerkhuis is het Adam en Eva-huis in de Hathumarstrasse. Van links naar rechts vertelt de gebeeldhouwde fries het verhaal van de zondeval van Adam en Eva met het einde van de verdrijving uit het paradijs.
Bij de ingang van het museum in het keizerlijk paleis bevindt zich de St. Bartholomeuskapel, de oudste bekende hallenkerk op Duitse bodem. Het waren Griekse bouwers, die bedreven waren in de Byzantijnse stijl, die de nieuwbouw van het Ottoonse koninklijke paleis met deze paltskapel bekroonden met unieke gewelven en zuilen die ze ondersteunen. De Sint-Bartholomeuskapel heeft bijna alle beproevingen, van zijn bijna duizendjarige geschiedenis, ongeschonden overleefd en is sinds 1963 in zijn oorspronkelijke staat hersteld.
Kerkgebouwen zijn er hier genoeg. Hoog boven de twee bovenlopen van de Pader verheft zich de Abdinghofkerk met zijn Romaanse tweelingtorens. Tot in 1803 was het de abdij van een benedictijnenklooster.
Met een machtige 93 m hoge westtoren en geflankeerd door twee ronde torens bepaald de Kathedraal, gewijd aan St. Mary, St. Liborius en St. Kilian, het stadsbeeld. Ze dateert uit de 13e eeuw en werd voorafgegaan door verschillende voorgangers. De bouw van de eerste voorganger begon reeds in het jaar 799. In 836 werden relieken van St. Liborius naar Paderborn overgebracht en werd deze heilige de schutspatroon van de stad. Het "Liborifest", een negendaags kerk- en volksfeest vindt jaarlijks in juli plaats. In latere tijden waren er verschillende toevoegingen en verbouwingen zoals o.a. na de Dertigjarige Oorlog en tijdens de wederopbouw na de bombardementen van de 2de WO waarbij de kathedraal volledig afbrandde. In de voormalige dekenij van de kathedraal is nu de stadsbibliotheek gevestigd. Het rare aanpalend modern gebouw, nabij de Kathedraal is het Diocesaan Museum. Het werd in de jaren 1970 gebouwd boven de gewelven van het middeleeuwse bisschoppelijk paleis. De oude gewelven in de kelder dienen nu als schatkamer van de kathedraal.
Samen met het Keizerlijke Paleis (het huidige LWL-museum) staat de kathedraal direct boven op twee van de zeven bronarmen van de Pader, die ook de naamgever is van de stad Paderborn.
Onze fietsen laten we achter aan de achterkant van de Kathedraal en via de historische marktplatz komen we op de Rathausplatz.
De eerste vermelding van een stadhuis in Paderborn is te vinden in een document uit 1279, maar details over dit gebouw zijn niet bekend. In 1613 besloot de raad om het toen vervallen stadhuis te vervangen door een nieuw gebouw. Het nieuwe stadhuis met zijn drie gevels is een goed voorbeeld van de architectuur van de Weserrenaissance. In het kader van een uitgebreide verbouwing in 1725 werd waarschijnlijk ook de grote zaal op de bovenverdieping gebouwd. Bijzonder typerend is deze bovenverdieping met zijn talrijke ramen. In 1945 werd het stadhuis op de buitenmuren na verwoest en afgebrand. De ruïnes dreigden in te storten en de grote gevel moest worden vastgezet met staalkabels. De wederopbouw, die in 1946 begon, duurde tot 1954. De bovenverdieping dient in de eerste plaats als vergaderplaats voor de Raad en zijn commissies. Daarnaast wordt de grote zaal gebruikt voor representatieve evenementen van de stad, zoals recepties of ceremonies.
Voor het stadhuis bevindt zich de "Kümpe", de naam die wordt gegeven aan het waterbassins in Paderborn, waaruit de inwoners van Paderborn eeuwenlang hun water haalden. Al in de 15e eeuw werd het water uit het brongebied via houten buizen in deze waterbassins gepompt, "Kümpe" genaamd, die overal in het stadscentrum waren aangelegd. De moderne Neptunusfontein herinnert aan het barokke model dat in de Tweede Wereldoorlog werd verwoest.
Tevens op het Marktplein, de zoveelste kerk, de Marktkirche, een voormalige jezuïetenkerk die in 1945 werd verwoest, met uitzondering van de buitenmuren en de zuilen en herbouwd in 1958.
Genoeg kerken gezien en op weg naar de winkelstraat. Na deze helemaal doorkruist te hebben en de nodige proviand voor het ontbijt morgen, pakken we onze fietsen en keren terug naar de motorhomeparking. De hele dag hadden we een heerlijke warme nazomer. We haalden een 24°. Zelfs in de late avond bereiken we nog een 13°. Hopelijk kunnen we de volgende dagen nog hiervan genieten.
|