Schenk mij de wijn! Laat dat mijn geliefde zijn! Maak mij dronken, En één met haar!
Laat mij opgaan in haar liefde, Ik wil niet meer bestaan, Alles wat zij doet, Dat gaat mij niet meer aan
Ik ben geraakt en verdoofd, Door de pijn van de liefde, Haar blik, waarmee ze doorkliefde, Het diepste van mijn ziel, met liefde Hoe kan ik haar missen, Als ze in mijn hart is, Haar ziel, is mijn gissen, Nooit wil ik haar uit gedachten wissen
Haar schoonheid, Nog helderder dan water, Het zal mijn dorst lessen, Ontwakend, mijn liefdenskater
Hoe sterk kun je verlangen in woord en gezangen Naar iets of een persoon gewoon buitengewoon Zo sterk dat je er alles maar dan ook alles aan doet Omdat alles er dan ook toe doet Je wil het brandend verlangen uitgedoofd je bent erdoor verdwaasd, verdoofd Je krijgt het maar niet uit je hoofd En soms, heel soms, wanneer je het verlangen vermijdt Wordt het verlangen werkelijkheid Als een vlinder die je maar niet kon pakken Maar toen je stil ging zitten Op je schouder kwam pitten
Helder, als glasachtig Klein druppeltje dauw dat glijdt Zo van het vioolblaadje af, helemaal naar benee Waar het uiteindelijk de losse aarde vindt
Zo fris en droomachtig Spectaculaire kleuren alsof ze het voelen, die pure vrijheid Ze nemen je ogen dan ook maar al te graag mee De wereld van de lentebloemen in mijn kind
je schuilt je diep verdrongen onder je loopt zonder zolen je kruipt in jou onzekerheid verscholen traag ga je onderuit met je gedacht en hart haal je uit je verliest een traan als je aan haar denkt je laat het lopen zodat iedereen het kan zien dat ze kunnen zien hoeveel het je raakt een hart dat door de tranen val het terug bijeen maakt helend tevergeefs met schrammen scheurt je hart open door uitgelaten vlammen je voeten worden zwaarder door elke stap die je maakt je wilt de stappen besparen om haar korter... bij jouw te willen bewaren je wilt het blussen het zachter maken je laat het rusten
Mijn hart slaat op hol Als het bij jou is Soms kan ik er niet van slapen Want ik ben zo bang om je te verliezen In gedachten raak ik je soms kwijt Terwijl jij de reden bent Dat ik nog adem haal Laat je mijn geest racen Soms voel ik me hopeloos en zwak Dan wil ik je hier naast me Kom bij me
Samen met jou wil ik bergen beklimmen We gaan door elke oceaan En we maken heel wat gebroken is Mijn hart slaat op hol Mijn handen gaan trillen En jij bent de reden Dat ik de liefde vertrouw Kom bij me
Geen mededogen, is er in de leegte. slechts reflectie, een echo, van de stilte. Het einde, vervaagd, en kan enkel, worden waargenomen, met een liefdevol, bewustzijn.
al is deze tijd woelig en niet te overzien al wordt je soms moedeloos en depri misschien vertrouw erop dat dit een overgang is naar betere tijden waarin de mens zich van het juk der overheersing zal bevrijden de sluier over het bewustzijn wordt dan opgelicht je wordt bevrijd van levensangst en plicht veel wat ontdekt werd is voor de mens verborgen gehouden men wilde geen vooruitgang opdat mensen dom blijven zouden dat wordt verleden tijd een nieuwe dageraad breekt aan waarin mensen tesaam de Aard herstellen gaan bewustzijn wordt verhoogd waardoor begrip ontstaat zodat elkeen verblijd zijn ogen naar de hemel slaat