laten we zingen een lied van liefde vrede en hoop zingen over vrijheid laten we zingen over de toekomst een betere wereld voor ieder mens kind zingen over het paradijs dat komt
Haar lange rode laarzen, leder, fijne hakken, scherpe toppen, stapten door de sneeuw. Helderwitte sneeuw. Zij die door de laarzen werd gedragen, hoorde thuis in de sneeuw. In het uitgestrekte koude witte landschap,
Met haar lange rode laarzen door de sneeuw. Haar lange rode lederen mantel hangde open. De wind waaide erin. Het rode leder wapperde om haar slanke lichaam heen. Ze stond voor mij. Betoverend mooi.
Haar hals kwam bloot te liggen. Een zilveren hangertje werd zichtbaar. Een omgekeerd kruisbeeld. Mijn duistere vermoedens kwamen uit. Enkel de duivel kon zon perfectie hebben gemaakt...
Haar lange rode laarzen. Ze stapten op mij af. Ik werd gevangen gehouden door haar blauwe ogen. Haar blonde haren wapperden in de wind. Ik was betoverd en ik moest iets tegen haar zeggen. Ik zei tegen haar: Nymfomane, wat doe je in mijn dromen? En toen drong het scherpe geluid van een digitale wekker in mijn oren.
Ik was ontwaakt, maar ik kon haar nog steeds zien. Ik kon nog steeds zien hoe de blonde Nymfomane met haar lange rode laarzen door de sneeuw wandelde
Geniet ik van het warme zand Heerlijk op het schiereiland Met mijn hoofd in de wolken Verdwijnen al mijn zorgen De zon schijnt op mijn rug Hij voelt warm en heet Om mijn oren zoemt een mug Voel me klam en bezweet Plots een heerlijke koelte op mijn been Twee handen vol met zonnecrème Wrijven mij in, been voor been Heerlijk die handen op mijn huid Langzaam kruipen ze omhoog Mijn billen rug en schouders Dan zijn armen om mij heen Zachtjes kussen wij elkaar Onze lichamen opeen Genieten van de heerlijke zon Totdat de zon ondergaat En wij met een heerlijk vakantiegevoel Het strand verlaten
Eenzaam, koud en verdrietig Zit ik in mijn eigen wereld Die ooit zo mooi bloeide Maar nu zwart geblakerd Door oorlogen zo wreed En gevechten groot en lang. Eenzaam voel ik mij Omdat er niemand is Die mijn gevoelens kent Zelfs ik ken ze niet. Wat zit er in mijn hoofd Wat mij zo van stuk brengt En elke keer de tranen laat lopen? Ik heb het koud Omdat de warmte die ik nodig heb Niet in de buurt is. Een warme arm om me heen Of zomaar een hand op mijn schouder. Verdrietig zonder reden. Of is de reden er wel Maar zie ik hem niet?
Ik ben alleen helemaal.. ik weet niet of ik de nacht zo wel aankan.. ik barst uit in tranen bestemd voor jou.. ik wil jou liefde, dus haal die muur tussen ons in weg.. maak het niet moeilijk, ik zal mijn trots verbergen.. ik heb gehouden en geleden..
je bent mijn engel red me vannacht je bent mijn engel red me met je lach je bent mijn engel red me vannacht je bent mijn engel red me nu ik nog op je wacht
zonder jou liefde ben ik een bedelaar.. dus ik wil dat jij mijn liefde neem.. ik ben het zat slapend in mijn bed alleen..
je bent mijn engel red me vannacht je bent mijn engel red me met je lach je bent mijn engel red me vannacht je bent mijn engel red me nu ik nog op je wacht
liefde is een bloem die bloeit in de schaduw van je eenzaam verloren hart geef haar water en geef haar liefde zodat zij zich kan ontvouwen tot een roos
Hallo ik ben een gedicht ik spreek maar zeg jou de waarheid niet of kun je kijken in mijn spiegel dan heb ik je veel te vertellen misschien ben ik wel bang voor jou want nu heb ik voor jou geen geheimen meer ach ik stop niet met praten want mijn code kraakt men niet alleen jij hebt die speels nee dacht het niet hart en ziel als docodeer machine feiloos machtig ik en mijn geheim vaag oke dan zag jij de spiegel niet en was mijn dicht niet voor jou
Slechts gehuld in een wit gewaad, staat ze aan de kade. Niemand om haar heen, alleen zij en de zee. De wind speelt onschuldig met haar haren en laat de gouden krullen dansen voor het leven. De zee slaat woest op de rotsen, om te laten zien dat dit zijn terrein is. Onbevreesd stapt ze naar voren. Met beiden handen trekt ze haar gewaad omhoog en wiebelt met haar tenen in het water. De kou omringt haar meteen en bezorgd rillingen over haar rug. Met koude blauwe ogen staart ze zwijgzaam voor zich uit. Haar mondhoeken krullen lichtjes als er ergens in de verte een schim te zien is. Langzaam komt hij dichterbij tot hij tien meter voor haar staat. Ze glimlacht en laat haar gewaad uit haar handen vallen zodat het in de zee valt. Zwijgzaam staren ze elkaar aan.
Als een roos. Je bent als een roos, je bent uniek en ontzettend mooi een uniek persoon. Ik vergelijk je met een rode kleur de kleur van de liefde, de aantrekkingskracht die je bezit, de verschillende blaadjes, de talenten die je bezit, een prachtig iemand, de kern vanbinnen,je prachtige kant... Maar ohnee,mijn lieve roos,... verwelk nooit... daarvoor heb ik je te lief!!