Zeemeermin
In mijn netten gevangen,
hoor ik jou zeegezangen,
heel onbevangen,
ik kus jou op jouw maagdelijke wangen.
Onbehoedzaam,
pel ik jouw lichaam,
jij wilde je verzetten,
maar ik pakte jou gulzig.
Verzet wankelde,
ik genoot van jouw blanke vel,
in ons liefdesspel,
genotvol kronkelend.
Gierende liefde,
in een fluisterende wind,
schuimend en
badend.
|