Slecht geslapen, dikwijls voor raam gaan staan om de wassende Todd rivier gade te slaan aan de voorkant van het hotel. Aan de achterzijde is een mooie binnentuin, er staat een prachtige boom met gladde witte stam waar het water vanaf stroomt, het zwembad is onbruikbaar, jammer. We begeven ons naar het ontbijt, allez we proberen te laveren tussen de emmers door, die men overal her en der heeft neergezet om het water op te vangen dat overal binnenlekt. Men heeft zelfs lakens gebruikt om een dam te maken. Opletten ook op de gladde trappen dat we daar niet vanaf kukelen. Hebben dat eens voorgehad in Indonesië tijdens het regenseizoen. Als het dan regent is dat net een watergordijn waar je niet doorheen kan kijken en alles is kletsnat.
Na het ontbijt rijden we dadelijk naar de Alice Springs School of the Air. Is nog niet open maar als we eraan komen maken ze dadelijk tijd voor ons. Zeer boeiend bezoek. Het was het idee van Mej. Adelaide Miethke om een radioschool op te richten in 1951 om zo de kinderen die in afgelegen gebieden leven onderwijs te geven door het gebruik van een radio. Het is het grootste klaslokaal van de wereld. Kinderen kunnen er terecht vanaf 4 jaar en doorgaan tot de 7de klas als ze 12-13 jaar oud zijn. Daarna moeten ze op kostschool ofverder via correspondentiestudie. Gemiddeld zijn er 120 nieuwe inschrijvingen per jaar. De dichtsbijzijnde leerling woont op 80km van Alice Springs, de verste op 1009km. Het zijn leerlingen die op veeboerderijen wonen, aboriginal gemeenschappen, toeristenfaciliteiten zoals wegrestaurants en nationale parken, militaire bases en ook reizende families. Een keer per jaar bezoekt de onderwijzer van de radioschool iedere student thuis. Soms blijft hij dan overnachten. Drie keer per jaar wordt een Gebeurtenis door de radioschool georganiseerd die telkens 1 week duurt in Alice Springs. De school voorziet de apparatuur die te maken heeft met sateliet en computer tot een bedrag van 15 000 AUD. Op het einde van de leertijd moet alles teruggeven aan de school. Het schoolgeld is laag 100 AUD per jaar voor het onderhoud van de computer en een eenmalig bedrag van 100 AUD voor de slijtage van alle technische voorwerpen door de school verschaft. Als ze via correspondentie les krijgen kunnen ze een toelage krijgen van 750 AUD per 3 maanden en een toeslag voor de reiskosten als ze naar Alice Springs moeten komen. Een zeer boeiend en interessant bezoek waar we rechtstreeks mee les konden volgen met een leerling die duizend km verder woonde.
De leerling op de bijgevoegde foto leerde de klok lezen, we konden meeleren!
Terug de autocar in voor het volgende bezoek
Vroeger keken we naar de serie van de Flying Doctors op t.v. Nooit gedacht toen, dat we dit allemaal eens van dichtbij konden meemaken. We bezoeken er de dispatching. Het gebied dat ze bestrijken is ca. 600km rond Alice Springs. Er wonen 36 000 mensen in dit gebied waarvan 90 % aboriginals. Diagnose en consultatie verlopen via de telefoon, de arts is de enige die toestemming kan geven voor het vervoer van patiënten naar het ziekenhuis. Het medisch team hier bestaat uit 9 verplegenden, 10 piloten en 3 technici voor het onderhoud van de toestellen. Elk vliegtuig kan maximaal 4 mensen per keer evacueren.
De Royal Flying Doctor Service heeft 21 basissen over heel Australië met 53 vliegtuigen. Om de 10 jaar worden de toestellen vervangen. Het unieke van de RFDS is dat het gratis is voor alle Australiërs. Alles wordt betaald door de nationale gezondheidszorg. Kosten van internationale bezoekers worden ook vergoed door hun reis- en ziekteverzekering. Geeft toch een heel gerust gevoel als we zo ergens in de outback rondzwalpen. Echt een bezoek om U tegen te zeggen!
Helaas begint het tijd te worden om naar de luchthaven te rijden. We zien ook nog de toestellen staan van de RFDS op de luchthaven van Alice Springs. Echt fijn om dit alles te mogen meemaken.
Ons volgend toestel staat klaar,weer een Qantas vlucht, ditmaal naar Darwin in het Noorden van Australië. Zijn natuurlijk kleinere toestellen hier in binnenland. De max was toch wel onze Qantas vlucht met de gloednieuwe Airbus 38O, momenteel het grootste passagierstoestel ter wereld, dat was genieten hoor.
De vlucht Alice Springs - Darwin is 1 306 km een peulschilletje op zo een reis, effe op en af. Op naar Northern Territory.
Het heeft de hele nacht gestormd en zwaar geregend. We hebben bijna niet geslapen.
De moedigsten onder ons zijn al heel vroeg vertrokken voor de zware wandeling door Kings Canyon. Ik pas, want heb last van mijn knie,(regenweer), moet nieuwe knie krijgen. Niks forceren. Ik ben blijkbaar niet de enige met dit probleem.
Wij vertrekken later om samen met de chauffeur een makkelijke wandeling te maken. Weldra blijkt wat de regen vannacht teweeg bracht. Door het water waden, maar ook veel vogels die men anders niet te zien krijgt. Onderweg slaan we een babbel met een Schot die hier voor 3 nachten 1 100 AUD betaalde zonder ontbijt. Gelukkig is onze reis all inn behalve het avondmaal. Het is hier overal ongelooflijk duur!
De rest van de groep komt na enkele uren opdagen en heeft het bijna droog kunnen houden. Ik troost me maar met de gedachte dat ik de Grand Canyon in de States mocht overvliegen met helicopter en mocht wandelen in Bryce Canyon in het land van Uncle Sam.
Het begint weer stevig te regenen en we beginnen aan onze tocht naar Alice Springs midden in de woestijn, zegge en schrijve een rit van 450km. En wat voor eentje pfffffffffffffffffff. Op sommige plaatsen is de baan overstroomd, autos kunnen niet verder, wij wel gelukkig met onze autocar. Af en toe is het toch wel echt spannend. Zowel onze chauffeur als de gids zagen dit nooit eerder. Unbelievable hoorden we meerdere keren uit hun mond.
Ondertussen bereiken ons via de radioverbinding in de autocar onheilspellende berichten over het stadje waar we vanavond gaan slapen Alice Springs. De Todd, doorgaans een droge rivierbedding is een kolkende massa geworden en er zijn al wagens meegesleurd door het water. Ik ben er niet meer gerust in, maar de chauffeur zegt dat we die rivier niet over moeten, dat ons hotel aan de goede kant ligt. Onderweg was een bezoek gepland aan een kamelenboerderij maar dat valt letterlijk en figuurlijk in het water helaas. Het enige wat we kunnen doen is een plaspauze inlassen en weer verder rijden.
Als we eindelijk aankomen in Alice Springs is de hel losgebarsten, we vluchten ons hotel binnen. Gieten zonder ophouden, doodjammer, we proberen effe buiten te gaan maar is niet te doen, helaas.
Alice Springs heeft altijd tot mijn verbeelding gesproken en nu we er zijn kunnen we niet buiten. Het stadje is gekend voor de aboriginals die hier naar toe komen.
De ganse nacht geselen regen en wind de ramen, die hier duidelijk niet op voorzien zijn. Het is ook nieuws nummer een hier op de tv. Dit noodweer haalde zelfs het nieuws bij ons in Belgikske en een artikel In Het Belang van Limburg. (dat heb ik achteraf gevonden in de opgespaarde kranten)
En zeggen dat ze bij ons dachten, die zullen wel ergens anders in Australië zitten, neen lieve mensen we zaten er pal middenin.
De wekker loopt zeer vroeg af, om 5 uur. De bedoeling was de Sunset mee te maken boven Uluru! Helaas, we hebben niks gezien. Maar ja, de zonsondergang van gisterenavond kunnen ze ons toch niet meer afpakken. Het was weer een drukke bedoening zo vroeg in de morgen, massas kijklustigen op het houten staketsel, waar af en toe iemand tegen de vlakte ging. Resultaat geschaafde ledematen her en der. De plankenvloer met trapjes moet eigenlijk dringend van merktekens voorzien waar de treden zijn, anders vrees ik dat daar af en toe een gebroken arm of been te betreuren valt. En dan moeten de Flying Docters komen, zoals we later gaan ontdekken.
Als de zon zich toch niet wil laten zien, vertrekken we maar voor een ontbijt in het Cultureel Centrum van de aboriginals, het Initi Café. Het smaakt,er is ook een mooie shop met tekeningen van de aboriginals, maar peperduur. Alles zo blijkt hier, gisteren betaalden W en R 120 AUD voor 3 lamscoteletjes met wat groenten. Nu we betaalden ook 8 AUD voor 2 expressos en dat was echte expresso, geen mm koffie, bodempje van de beker was amper bedekt, tja dat het hier duur is, is heel normaal in de outback, maar dit is toch pure afzetterij.
De voormiddag is er een wandeling aan de Olgas, dit zijn een aantal heuvels niet zo heel ver van Ayers Rock. Bij het vertrek komen we een aantal dromedarissen tegen in de vrije natuur. Deze dieren zijn ingevoerd in 1849 om voedsel te vervoeren naar geisoleerde nederzettingen en materiaal te vervoeren voor de aanleg van spoorlijnen en telegraafpalen. Toen men deze dieren, met 1 bult, niet meer nodig had werden ze gewoon vrijgelaten, toen waren ze met 12 000. Nu zijn er 1 miljoen van deze dieren in Centraal Australië. Door de droogte van de laatste 10 jaren zijn deze dieren op zoek naar water. Vorige maand heeft men 6 000 dromedarissen afgeschoten. Ze blokkeerden de landingsbaan van het dorpje Docker River, gooiden kostbare watertonnen om en vernielden brandkranen. Op gegeven moment begaf de airco het in het plaatselijke schooltje, dat men moest sluiten omdat het 42 graden was.
Tja en zeggen dat het nu nog maar 20 graden is. De Aussies zijn dat niet gewoon en zeggen dat er een week regen voorspeld is. Het heeft hier gedurende 10 jaar niet geregend.............
Net nu wij hier zijn vallen de eerste druppels, de Aussies zijn gek van vreugde!!!!! wij eerlijk gezegd niet. 24 000 km gevlogen en hetzelfde klimaat als bij ons, tja. Nu 40 graden hoeft voor ons ook niet want de airco van onze toch wel oude autocar heeft het begeven!!!
Het middagmaal is voorzien in een voormalige kamelenboerderij. Nu is er een groot veebedrijf gevestigd. De vriendelijke bazin geeft heel veel uitleg in een voor mij onverstaanbaar Engels terwijl wij hamburgers krijgen tussen ne pistolet met handgesneden frieten erbij.
Het moet gezegd het vlees is van uitstekende kwaliteit hier, het zijn alleen die smerige ellendige vliegen die het leven ons hier zuur maken! We zitten onder een afdak buiten met onze netjes op te eten. Net omhoog, hap, kauwen en net weer omlaag, stel je voor. Ondertussen vallen de eerste regendruppels en vlug is alles in een rode modderpoel herschapen. Mijn witte crocs zien oranje, mooi kleurtje haha.
Voor we de autocar instappen, worden we telkens afgeklopt want die vliegen zitten op je kledij en als die mee de autocar ingaan is het echt niet te doen.
Rijden nu maar richting Kings Canyon Resort waar we zullen overnachten.
De weg slingert zich door een rood landschap met hier en daar wat struiken, altijd hetzelfde, honderden kilometers.
Als we in de vooravond eindelijk aankomen in het resort gaan we dadelijk op zoek naar plastieken regencapes. De enige shop in het resort is dadelijk door zijn voorraad heen.