Doodgewone koningskinderen Tentoonstelling toont speelgoed van Belgische prinsen en prinsessen
brugge - Met welk speelgoed speelden wijlen koning Boudewijn en koning Albert als jonge snaken? Het antwoord krijgt u dit weekend te zien in een tentoonstelling in de abdij van Zevenkerken in Brugge. Een tafelvoetbalspel dat koning Boudewijn in 1937 kreeg van zijn gouvernante Margaratha de Jong, een karretje waar koning Albert uren mee sleet in het park rond het koninklijk paleis, een miniatuurtreintje van prins Karel: in de abdij van Zevenkerken in Brugge kunt u dit weekend een glimp opvangen van de onbezorgde kindertijd van de Belgische koningen en prinsen.
De abdij van Zevenkerken verzamelde meer dan veertig authentieke stukken speelgoed van prinses Marie-José, prins Leopold, prins Karel, prinses Joséphine-Charlotte, prins Boudewijn, prins Albert, prins Filip en prinses Astrid. Bij alle stukken staan foto's waarop de koningskinderen te zien zijn met hun speelgoed.
Zelfgemaakt zwaard
,,Van bepaalde stukken speelgoed is het duidelijk dat ze alleen waren weggelegd voor de allerrijksten, maar er zit ook heel wat 'normaal' speelgoed tussen'', zegt samensteller Nikolaas Devynck, onderprior van de abdij van Zevenkerken in Brugge. ,,Prinsen en prinsessen werden vroeger bijna volledig afgesloten van de buitenwereld, maar in wezen zijn het gewoon kinderen zoals alle andere. Ook Boudewijn liep als kleine jongen rond met een zelfgemaakt houten zwaard.''
Het koninklijk speelgoed is zaterdag 9 en zondag 10 december van 10 tot 18 uur gratis te bezichtigen in de Gregoriuszaal van de Abdij van Zevenkerken in Brugge.
|