geniet van dit verhaal en besef dat we allemaal mensen zijn,ieder met een eigen karakter,maar probeer de scherpe kantjes zo veel mogelijk af te zwakken:
Er waren eens twee ijsblokken. Tussen hen was een koele verhouding, wat begrijpelijk was. De ene dacht: Waarom komt die andere niet dichter bij mij? " Maar de ijsblok kon niet gaan of komen. Toen dacht de ene: Als de andere ontdooit, dan ontdooi ik ook ". Maar vermits de ijsblok niet uit zichzelf ontdooide, ontdooide geen van beiden.
Zo gebeurde het dat niemand naar hen toekwam en ieder nog meer verijsde in zichzelf. Na maanden -of was het jaren ontdekte de ene ijsblok op een middag, toen de zon straalde, dat hij kon smelten en hij zag dat hij vervloeide tot water, en dat hij toch zichzelf nog was. Ook die andere deed die wonderlijke ontdekking.
Langs alledaagse greppels vloeiden ze naar elkaar toe. Ze ontmoetten elkaar. Ze proefden elkaars koude nog wel, maar ook elkaars kleinheid en goede wil, en elkaars nood en die van anderen. Ze vonden dat ze elkaar nodig hadden, en één moesten blijven.
Toen kwam er een kind, en dan nog één, en andere kinderen, en die lieten kleine scheepjes varen op dat grote, sterke water. Ze hoorden dat de kinderen blij waren. En die vreugde scheen als een zon in het water.
Mensen... stukjes ijs voor elkander, met snijdende hoeken en randen. Toch is het voldoende dat de zon op hen schijnt om de scherpheid te doen verdwijnen.
Bron: "Het boek der Wijzen"
|