Benen van ongelijke lengte: hoe ermee te leven?
Benen van ongelijke lengte zijn al bij al een onschuldige afwijking, behalve dan voor profsporters!
Allereerst dit: benen van ongelijke lengte zijn zeker geen ernstige aandoening. Naar schatting 10 % van alle volwassenen hebben benen van perfect gelijke lengte. Bij 80 % bedraagt het verschil niet meer dan één centimeter, maar bij de overige 10 % kan het oplopen tot twee centimeter. Het probleem komt niet frequenter voor bij sporters, maar ligt bij hen wel moeilijker. Zo kan een informaticus perfect door het leven gaan met een verschil van 1,9 centimeter, maar een sprinter zeker niet! Dit kleine verschil wijzigt geleidelijk de manier van lopen. Bij hardlopers is duidelijk te zien dat bij elke pas het gewicht van het bekken telkens neerkomt op het kortste been. Na enkele jaren intens sporten dreigt die ongelijke beenlengte abnormale spanningen te veroorzaken in de hele gewrichtsketen en slijtageaandoeningen te bevorderen zoals pubalgie, lagerugpijn, tendinitis, heupartrose enz.
We groeien via onze knieën
Tussen de geboorte en de volwassenheid neemt de omvang van het dijbeen en het scheenbeen ongeveer vijf keer toe. Deze uitzonderlijke groei is mogelijk dankzij groeikraakbeen, vooral in de knie. Een blessure of oververmoeidheid kunnen benen van ongelijke lengte veroorzaken, ook als uw zus aan één van uw benen trekt kunnen er lengteverschillen onstaan. Dit vereist in elk geval de nodige rust die traditioneel voorgeschreven wordt aan kinderen met gewrichtspijn. Toch is er meestal geen sprake van een duidelijke uitlokkende factor. Het is alsof beide benen andere "groeirichtlijnen" hebben gekregen.
|