Ouderlingen
In de herfst van het leven, wachtende,
Dit lichaam, een schaduw van weleer,
Geest, soms nog helder, soms smachtende,
Enkel nog herinneringen, niks meer.
Niks is voor eeuwig, hoe spijtig ook,
Alleen die laatste stap, wij zijn zo bang,
Verdwijnen, opgaan in doorschijnende rook,
Hopelijk zonder veel pijn, niet te lang.
En toch, men zal je gedenken,
Je hebt je stempel gezet, nazaten,
Zonder jou, geen verder leven schenken,
Over jou met respect nog jaren praten,
|