DEEL 10 - KANT EN GENOVEVA VAN BRABANT...
Net nu Bor verstrooiïng kan gebruiken, loopt hij zijn vriend de zwerver tegen het lijf. Doler heeft nog zoveel verhalen in zijn ransel en Bor heeft er altijd oor naar. Daar gaat hij weer
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dolertjes vader had een moeder. Dat maakte dat Doler naast een grootvader ook een grootmoeder had.
Ze werkte als kuisvrouw in de nieuwe school van Doler.
s Winters stak ze de kolenkachels aan in de klasjes, voor de lessen begonnen. Het gaf Doler wel enig prestige, want ze zag er op toe dat niemand een vinger naar haar kleinzoon uitstak.
Spijtig genoeg was er vaak heibel in de familie aan vaders kant. Meestal over dingen waar Doler weinig van begreep. Omdat die grootmoeder maar een paar straten verder woonde, trok Doler in tijden van crisis stiekem alleen naar haar toe.
Ze kon dan wel niet zo goed vertellen als grootvader, maar haar verhalen zaten vol tragiek die de kleine Doler wel aansprak. Vooral als zij het had over het feit dat zij water en bloed voor haar kinderen had gezweet! Dolertje wist niet zo goed wat hij zich daarbij moest voorstellen, maar hij was van oordeel dat water en bloed zweten verschrikkelijk moest zijn!
Duidelijk was wel dat zij arm was. Ze woonde in een piepklein donker huisje zonder tuin. Ze kloeg vaak over hoe hard ze nog moest werken om rond te komen, en was verplicht om tot in haar laatste dagen kant te klossen om wat bij te verdienen.
Dat klossen vond Doler een magisch karweitje. Onder haar oude kromme vingers rolden de mooiste en fijnste dingen vandaan die Doler ooit had gezien. Ze sloeg de klossen door elkaar, almaar spelden stekend in een doorprikt sjabloon en deed dit met zon snelheid dat Doler dacht dat het toverij was.
Ze werkte bovendien bij het licht van een petroleumlamp waar ze een bolle glazen kom met water voorzette, wat de zaak nog mysterieuzer maakte.
Haar huisje zelf, had iets ongewoons
Je stapte direct in de kleine donkere woonkamer, waarin naast een gangetje dat als keuken diende, een houten trapje naar een bovenkamertje leidde waar ze sliep. En dat was het!
Behalve
Dat het trapje naar omhoog kon getild worden, wat dan toegang gaf tot een donkere kelder die in Dolertjes ogen groter leek dan het hele huisje.
En dan waren er nog de vergeelde verkleurde prenten aan de muur.
Een groot oog keek je streng aan met daaronder de tekst "Vloekt niet, God ziet U!"
Wat verder hing Genoveva van Brabant en prenten van andere helden en heldinnen uit de oude sagen, Tristan en Isolde, Lanceloet enz
Die verhalen kende ze dan weer wel en terwijl ze kant kloste vertelde ze Dolertje die verhalen. Na zoveel jaren is Doler die magie nog niet vergeten.
Kent u het verhaal niet?
Geeft niks, de kinderen rond Doler kenden ook alleen maar Roodkapje!
Daarom hingen ze aan zijn lippen als hij vertelde hoe Genoveva gelukkig getrouwd was met graaf Siegfried van Brabant. Die was dikwijls voor de oorlog of de jacht lange tijd weg van huis. Op een dag werd de schone Genoveva verleid door Golo, de hofmeester van Siegfried. Genoveva weerstond de verleiding.
Toen Siegfried terugkeerde, deden aan het hof verhalen over Genovevas vermeende ontrouw de ronde; en Siegfried geloofde de verhalen. Hij gaf opdracht Genoveva en hun tweejarige zoontje te verdrinken. De dienaar die deze opdracht moest uitvoeren kon de moord echter niet over zijn hart verkrijgen en liet Genoveva en haar zoontje achter in de Belgische Ardennen.
Hier leefden ze zes jaar lang in een grot. Toen Siegfried weer eens op jacht was, ontdekte hij zijn doodgewaande vrouw. Door dit wonder was hij overtuigd van haar onschuld en hij nam haar en zijn zoon mee terug naar het paleis en ze leefden nog lang en gelukkig!
De jongens vonden het maar een raar verhaal, maar de meisjes vonden het prachtig!
Maar dit verhaal heeft een staartje
Want zo ontdekte Bor dat zon oud verhaal uit een verre tijd ook vandaag nog kan nagalmen.
Bomen zegt men komen elkaar niet tegen, mensen wel!
Bor leerde dat Gisela van het schitterende blog Kant verwant is aan Doler en diens grootmoeder ook nog gekend heeft. Van haar kreeg Gisela de liefde voor het kantklossen mee.
Zo zie je maar
|