Ik ben Clement, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Clemmekken.
Ik ben een man en woon in Denderleeuw (Belgie) en mijn beroep is Bewaking.
Ik ben geboren op 03/03/1957 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Pc, Wandelen, Film, Theater, Kunst, Koken , Lezen.
Samen rond de kachel...
Mijn mooiste Bloemetje...
Tilly
Amy
Bonnie
Clemmekken
LAAT UW GENEESMIDDEL UW VOEDING ZIJN EN UW VOEDING UW GENEESMIDDEL (Hippocrates) ZELFKENNIS : BEGIN VAN ALLE WIJSHEID
29-01-2006
Turnhout - 1976 : Mona's mooie ogen
Mona, mooie Mona, dienster in één van de herbergen aan de spoorweg.In drommen hebben we bij haar aan den toog gestaan. En maar pinten bestellen om meer aandacht te krijgen dan die honderd andere "Bleukes". Hoe naief een mens kan zijn.. maar wat wil je, voor het eerst van huis in een vreemde stad, in een leefwereld vol militaire regeltjes.... en dan is daar plots Mona ! We maakten er een erezaak van om tot het allerlaatste moment voor het appel bij Mona te blijven plakken. Wie als laatste de herberg verliet, werd de volgende dag door de maten getrakteerd. Eenmaal heb ik de weddenschap gewonnen.....ik was wel te laat op het appel ! Bovenop het avondje gratis drank had ik ook een weekendje " korvee " gewonnen ! M'n geluk kon toen echt niet op, want het weekendje " binnen " werd me het laatste weekend in Turnhout aangerekend. Gevolg : 2 weken Turhout, 5 weken Arolsen, maar liefst 7 weken niet naar huis, dat was me wat ! De ergernis over dit voorval ben ik al lang vergeten, maar die mooie ogen van Mona zijn voor altijd in mijn ziel gebrand ! ( Later, ben ik er toevallig achter gekomen dat Mona niet de echte naam was van het goddelijke schepsel toendertijd, ze noemde gewoon Maria of zo.. weet ik veel !!)
"Bleu" zijn was niet enkel "kommer en kwel" die eerste maanden. Na een dag van les volgen en opleiding, kwam er een ware golf van "nieuw kaki" op gang. Rechtstreeks richting Turnhoutse uitgangsbuurt. Deze golf bestond uit enerzijds de "uitgehongerden" en anderzijds de "scheel van dorst-igen". Groep één bestormde meteen t' frituurtje aan de overweg van de nabije spoorweg. Groep twee dook zonder aarzelen de dichtsbijzijnde herbergen binnen. Naarmate de avond vorderde, wisselden beide groepen meermaals onderling van lokatie. Op het einde van de avond had ieder "Bleuken" het nodige vocht en vet opgeslagen om de volgende dag door te komen. Aanleiding tot deze perikelen, waren zeker en vast de culinaire hoogstandjes uit de kazernekeuken. Dankzij dit alles had ik toendertijd het grote genoegen, om mijn allereerste curryworst-speciaal naar binnen te spelen. Lekker!, het is alsof ik dat nu, na dertig jaar nog proef. Vier of vijf van die worsten op een avond was geen uitzondering in die eerste maanden en tot op vandaag zijn ze nog steeds vaste kost (eentje!) als ik een frietje ga steken!
Drill, Tactiek,Camouflage... het zijn maar een paar van de vele dingen, die nodig zijn om ons landje met succes te verdedigen.En daar hoort natuurlijk ook de veldkeuken bij.. hehe, leuk was anders, in de kazerne zelf was het al niet te vreten maar in het veld werd de "prut " uit kaki-containers, recht in onze "gammel"geserveerd. De afwas gebeurde met een hand vol zand en wie al soep had genuttigd in zijn drinkbeker en achteraf nog koffie luste, moest er de vet-ogen maar bijnemen! Maar kom, die eerste dagen was alles nog nieuw en werd dit alles als een avontuur ervaren, je moest het gewoon eens gedaan hebben en het was leuker dan tegen de slaap vechten in de theorie-lessen.
Wat me van de oefeningen op het terrein ook nog is bijgebleven, is de gasmasker-oefening, we moesten door een grote put waar een traangas granaat was ingeworpen. De kwaliteit was bij alle maskers niet op en top, wie pech had was voor de rest van de dag opgescheept met tranende ogen. Een van de kameraden presteerde het zelfs om zonder filterstuk door de put te lopen, we hebben hem die dag niet meer terug gezien, vanaf die dag was zijn bijnaam: "den bleiter".
Wie als milicien de chauffeursopleiding had gevolgd, kon na de legerdienst het militair rijbewijs omruilen voor een burgerlijk, handig meegenomen dus..... Niettemin was de opleiding niet te onderschatten, sommigen hadden het geluk om na één maand te slagen, maar simpel was dat zeker niet. Er werd gebruik gemaakt van de ford V10 en van Bedford. Dubbel ontkoppellen en de juiste dosis tussengas, waren een must. Als dit niet dadelijk vlotjes gebeurde, werd je uitgescholden tot en met, de rij-instructeurs waren echte "brul-apen". Meer dan één bleuken (ook ik dus) had meermaals de tranen in de ogen aan het einde van zo'n rit. Bij de Bedford had je vooral last met de lange versnellingspook, bij schakelen naar 2é of 4é versnelling botste je keihard tegen de achterkant van de cabine, na een paar dagen had zowat iedereen een pijnlijke elleboog. Als bij de V6( of was het F6?) het tussengas niet in de juiste dosis werd gegeven, lukte het schakelen van geen kanten, de rij-instructeur was dan genoodzaakt om je met beide handen even te helpen, daarna kreeg je als beloning de gebruikelijke lading krachtermen over je heen. Wat de theorievakken betreft, die waren zo saai en monotoon, dat het voor de meesten onders ons onmogelijk was om aandachtig te blijven, laat staan wakker. Maar desondanks werden we tot deftige chauffeurs gevormd,met de nodige technische basis om op het terrein, ons mannetje te staan. En.....dank zij deze "brulapen" werden we beetje bij beetje gehard! , wat voor de rest van onze "term" goed van pas kwam.