De avond van aankomst is door onze vrienden al bezet met een bezoek aan de pizzeria van Daniël De enige eetgelegenheid in het dorp Entrevaux die open is. Sterker nog, Daniël wilde niet eens open, maar voor een partijtje van acht mensen haalde hij de hand over zijn hart.
Na een uitgebreid aperitief komt de kaart en een bezorgde Daniël die meldt dat hij nog slechts vijf bollen pizzadeeg heeft en niet zo snel bij kan maken. Dondert niet Daniël, de stemming is inmiddels van dien aard en de trek dermate dat we zelfs de placemats wel lusten. A. verdiept zich in een prima bereide Osso Buco en ik hou me bezig met een Entrecote van twijfelachtig allooi. De bijgeleverde garnituren doen het wonderwel en de simpele huiswijn zorgt er voor dat iedereen verzadigd raakt. Het gesprek komt op Thierry, de fokker van husky's waar ook de onze vandaan komt. Zo bezeten als hij was met zijn honden, zo alleen laat hij de roedel momenteel. Reden: Thierry is heftig verliefd geworden op Bea, ook een van de vaste zomergasten van Du Brec. Ik kan me er weinig bij voorstellen. Of liever gezegd: ik stel me Bea voor en besluit dat ik dan nog liever met een rol prikkeldraad zou slapen. Thierry dus niet. Hij huist bij haar in een onmogelijk klein appartementje in Nice en zijn honden worden niet of nauwelijks gevoerd. Micha en Gert gaan per toerbeurt de 18 kilometer de bergen in om de honden( 35) te voeren en hebben inmiddels een zeer actief verkoopplan opgesteld. De situatie is penibel, want Thierry's moeder betaalde voorheen onbelemmerd de honderden euro's voor brokken, maar heeft haar bijdrage gereduceerd tot 150 euro. Da's niet zo fraai, dus er is haast geboden om de honden, waarvan er weer een aantal zwanger zijn aan de man te brengen. Onbegrijpelijk, deze actie van Thierry. Hij was zo gek met z'n honden. Hij heeft het zelfs bestaan om bij een boer die zijn hond slecht behandelde de schuur in brand te steken.
Jona en Gert hebben inmiddels Nikita, de moeder van onze husky, liefdevol opgenomen. Er huizen twee pups in de kennel achter die door twee Nederlandse gezinnen over een week gehaald worden. Ik raak in gesprek met Anne die mij kapittelt omdat ik me laat ontvallen dat ik van het ene op het andere moment met roken opgehouden ben. Ze meent dat je zoiets moet afbouwen want anders droogt het 'goudron'(teer) in de luchtpijp uit en dan krijg je het nooit meer weg... Die had ik nog nooit gehoord.
Het is prachtig weer en Anneke en ik rijden naar Nice. Bij de oude haven is parkeerplek genoeg en we lopen vrolijk koutend terug naar de Promenade des Anglais. Daar ligt een clochard zwaar beneveld onder een stapel jassen zijn roes uit te slapen. Op het strand zonnen een aanzienlijk aantal mensen en een enkeling waagt zich nog in zee. We dwalen door de oude binnenstad, zien de kerstmarkt, kopen een onmogelijk duur stuk (25 euro voor een halve kilo!) tomme au marc. snoepen eens van een pissaladière, een brood waarin ansjovis en zwarte olijven om voorrang strijden. Lekker! Een andere bekende specialiteit in Nice is de Pain Mouillé, in het patois een Pan Bagnat. Het komt er op neer dat de beide helften van een broodje worden gedrenkt met olijfolie en vervolgens belegd met alle ingrediënten van een salade Niçoise.
We lunchen bij een brasserie die pizza's en crêpes in de aanbieding heeft. Wij besluiten tot de crêpe Calzone een dichtgevouwen pannenkoekje met een vulling waar ik geen touw aan vast kan knopen, ham, ansjovis, aubergine, courgette in een soort tomaatachtige saus. Lijkt nergens op. De Pinot Blanc van het Huis Dopff echter blijft er wel in.
Onderweg naar ons chaletje schaf ik me bij de slager in de Shopisupermarkt in Puget een reusachtige côte a l'os aan. Een T-bone van formidabele afmetingen. Ik stook de barbecue op, kerf het vetrandje wat in en rooster het vlees een paar minuten. De zon is intussen verdwenen, dus we worden veroordeeld tot het binnen consumeren van het gebodene. Dat gaat prima, vooral omdat ik een paar flessen Bellet wijn had aangeschaft, gemaakt van de La Folle Noire druif. Daar moest ik wel de nodige duiten voor neerleggen (22 euro in de supermarkt), maar die wijn verenigt de geuren van de Provence zo geweldig in de afdronk dat je er dat graag een keer voor over hebt. Ik had die wijn jaren geleden ooit eens gedronken tijdens een voortreffelijk diner in Le Meridien. Op kosten overigens van Ford Europa, die als gastheer fungeerde.
Op maandag 28 december trekken Micha en ik naar Gaston. Hoog in de bergen hoedt hij daar zijn schapen en hij is bereid om voor een luttel bedrag een smakelijk schaap af te staan. Alleen: we moeten het dier zelf slachten. Micha wist dat, de rotzak. Enfin, eerst maar eens een pastis gedronken in de grote woonkeuken van Gaston. Dan de gang naar de stal waarin een groot aantal schapen ons loom aanblikken. Micha ziet kans om in een grote hoop schapenkeutels te stappen, valt om en bevlekt zijn broek dermate dat hij de rest van de dag stinkt als een otter. Hij zit daar niet mee. Ik wel, want in een Fiat Panda waarin we de reis schaapwaarts maken zit je zowat op elkaars lip. Met z'n drieën vangen we het betreffende dier en nu sla ik even een stukje over. Ik begin me toch enige zorgen te maken over de hygiëne rond het schaap. Want we hebben het dier gevild en schoongemaakt en Micha kiept het in een meegevoerde vuilniszak. Nu is de temperatuur niet hoog, zo'n vijf graden dus het zal allemaal wel goed gaan. Onderweg dumpen we de huid en de ingewanden in een gemeentelijke vuilnisbak. Hoogst illegaal allemaal want ook in Frankrijk mag dit soort dingen niet, alhoewel iedereen het doet.
Terug beneden, we hebben eerst nog rozemarijn en tijm uit de tuin van Micha getrokken, komt mijn lief naderbij en beveelt ons aardappelen te schillen en wortelen te schrapen. Een hele zak knoflook komt er aan te pas. Met vaardige hand wordt de rozemarijn en de tijm in het schaap gebracht, benevens hele bollen knoflook, de aardappelen en de wortelen. Dan wordt het dier dichtgenaaid, helemaal bestoken met knoflookteentjes en op een koele plaats weggelegd. Micha gaat met ons mee naar het chalet, waar Anneke een echte onvervalste Hollandse rijsttafel heeft gemaakt. De hele bubs vrienden schuift aan en als haringen in een ton (het is een groot chalet, maar acht mensen is wat veel) wordt geestdrift genoten van pastis, whisky en Suze en vervolgens van rendang, nasi goreng en satèh. Veel bier vloeit er en onze voorraad wijn wordt danig aangesproken.
Oudjaarsdag
Het aardige van deze vakantie op die lege camping is dat je 's morgens de deur open doet en de honden los kunt laten. Die trekken onmiddellijk naar de Var om een partijtje te pootjebaden, zodat wij rustig kunnen ontbijten.
In de middag meld ik me bij de brocanteloods van Richard Siri, waar het oudjaarsfeest gaat plaats vinden. Dertig mensen zijn uitgenodigd. Micha en ik bouwen een reusachtige barbecue van stenen en maken een enorm vuur. Daar gaat op het laatst de houtskool op. Het schaap wordt aan een van betonijzer geconstrueerd spit gestoken en geheel bedekt met alufolie. Na vier uur roosteren en regelmatig draaien vindt chef Micha dat het folie er af kan. Hij heeft dan al een slordige hoeveelheid drank achter de knopen en wordt sleets in zijn waakzaamheid. Ik kan nog net voorkomen dat het schaap alsnog verkoolt.
Als entree is gezorgd voor manden vol oesters, waarvan ik er onbetamelijk veel eet. Het schaap vormt een hoogtepunt in dit culinaire avontuur tussen oude kasten, tafels en stoelen , van die prachtige Franse fornuizen met zo'n kraantje er aan. En Richard heeft gezorgd voor een grote variëteit aan kaas. Zelfs aan koffie is gedacht. Meegevoerd in thermoskannen en eigenlijk bedoeld als camouflage voor het drinken van een smakelijke pousse: een marc de Provence. Zelfgestookt ook nog. Komt fiks aan zoiets. Om half drie komen we er achter dat we vergeten zijn het vuurwerk af te steken. Doen we alsnog. Een paar lullig vuurpijltjes maar, want Gert was vergeten in Nice vuurwerk te halen, maar in Puget is zo'n winkeltje waar ze alles hebben, ook een klein beetje vuurwerk, want dat kun je gewoon het hele jaar door kopen