Een hoverboard is een door elektromotoren aangedreven eenpersoonstransportmiddel. Het is een uit twee delen bestaande plank met een ingebouwde accu en met aan weerszijden wieltjes. Het apparaat heeft geen stuur; sturen gebeurt door het verplaatsen van gewicht en het met de voeten manipuleren van de plank. Het hoverboard is oorspronkelijk afkomstig uit China. De maximumsnelheid kan variëren maar ligt meestal rond de 12 km/u. Deze is ook sterk afhankelijk van factoren zoals het gewicht van de gebruiker, temperatuur, helling en ondergrond.
De naam hoverboard is afkomstig uit de film Back to the Future Part II, waarin met een hoverboard een soort zwevendskateboard werd aangeduid. In 2015 kwam Lexus met een echt zwevend skateboard, maar gebruikte de naam daarvoor niet. De benaming hoverboard voor de elektrisch aangedreven tweewieler zonder stuur is feitelijk incorrect, maar gangbaar.
Shane Chen, een uitvinder uit de Amerikaanse staat Washington, die vier jaar geleden een patent nam op zijn hoverboard, ziet ondanks het spectaculaire succes van de toestellen geen cent van de verkoop.
Shane Chen ontwikkelde en patenteerde het design van het hoverhoard met zijn bedrijfje Inventist in 2012. Hij bracht zijn ontwerp op de markt onder de naam Hovertrax en verkocht de toestellen voor zo'n 1000 dollar (ongeveer 900 euro) per stuk.
Vorig jaar werd het minivoertuig plots immens populair: hoverboards werden de nieuwe must-have van 2015. Honderdduizenden toestellen vlogen over de toonbank, maar Chen verdiende er geen cent aan. Het zijn allemaal goedkope imitaties die geproduceerd werden in China aan amper een kwart van de prijs.
"We maakten er maar een paar duizend," zei Chen. "Ik kreeg te horen dat meer dan 11.000 Chinese fabrieken ze nu produceren. Ze verdienden meer dan een miljoen."
Vlak voor kerst, toen de verkoop van de hoverboards piekte, vloog Chen naar China om met eigen ogen de massaproductie van zijn uitvinding te zien. "Ik bezocht enkele fabrieken van de imitaties. Ze bedankten me zelfs voor mijn verbeelding om dit uit te vinden. Ze begrijpen dat ze inbreuk plegen op mijn patent, maar weten dat ik niets kan doen," aldus de man.
Een rolschaats is een schoen met wielen, waarmee vooruit gekomen kan worden door een schaatsbeweging te maken. De rolschaats werd voor het eerst in 1863 door zijn uitvinder James Plimpton aan het grote publiek getoond. Deze uitvinding is echter serieus te betwisten. Plimpton was degene die als eerste een patent nam. Een voorloper van de rolschaats was de in-line rolschaats, in 1743 uitgevonden door Jean-Joseph Merlin uit Hoei in Wallonië.Ook de Fransen Vanlede en Garcin hadden al een rolschaats gecreëerd in resp. 1790 en 1815. In 1823 kwam de Brit Tyerin ook al met een rolschaats op de proppen. In 1824 bezat Londen al overdekte rolschaatsbanen. De opening van de baan in Cincinnati in 1867 luidde in de Verenigde Staten een bloeiperiode in.
Er zijn twee soorten rolschaatsen:
De gewone rolschaats, met twee wielen voor, en twee wielen achter.
De skeeler en de inline-skate, waarbij meerdere wielen achter elkaar staan (bij de skeeler vroeger 5, maar nu ook wel 4 en de in-line skate 4). Dat heeft het voordeel dat de voet ook schuin gehouden kan worden om af te zetten.
In het verleden zijn er hardrijkampioenschappen op gewone rolschaatsen gehouden. Een daarvan waren de Europese kampioenschappen te Madalena op het Azoreneiland Pico, ergens in de jaren 80.
Waarschijnlijk is Jean Neuhaus de bedenker van de praline. Hij was een Zwitserseapothekerszoon die in België een banketbakkerij was begonnen in de BrusselseKoninginnegalerij. Zijn familie maakte al jarenlang snoepjes met een medische werking. In 1912maakte hij de eerste gevulde chocoladebonbon. Hij gaf hier de naam praline aan. Een naam die al een langer verleden kent. De kok van Cesar de Choiseul, Comte de Plessis-Praslin (1598-1675), een maarschalk, minister en diplomaat onder Koning Lodewijk XIV, maakte in de 17e eeuw al een chocoladebonbon zonder evenwel de typische vulling van de huidige praline. Het woord Praline is van zijn naam (Praslin) afgeleid.
Luxe pralines worden nog steeds ambachtelijk met de hand gemaakt, maar verreweg de meeste pralines komen tegenwoordig uit een fabriek.
Een praline is een stuk zoetigheid met een chocoladelaagje omringd, dat verschillende vullingen kan hebben. Het meest gebruikelijk is een vulling op basis van noten, praliné, of op basis van room, een ganache. Andere mogelijkheden zijn marsepein, noga of gedroogd fruit. Soms zijn pralines gevuld met sterkedrank, met name likeur. De praline is een specialiteit van België, en dan met name van de stad Brussel.
Een praline is eigenlijk een specifieke bonbon, een chocoladebonbon met een vulling. Enkele grotere Belgische merken zijn Leonidas, Godiva met Pierre Draps en Neuhaus. Ook in Nederland worden ambachtelijke pralines (daar bonbons genoemd) gemaakt.