Elisabeth geboren te Possenhofen op 25 juli 1876 was de dochter van Karel Theodor, hertog van Beieren en bekend oogarts en van Marie-José, hertogin van Bragança, uit het huis Wittelsbach. Ze werd vernoemd naar haar tante, de legendarische Sissy, keizerin van Oostenrijk. Ze beeldhouwde, schilderde en speelde viool ( had les gekregen van Eugène Ysaÿe - hoofd conservatorium). Ze werd dolverliefd op een charmante prins: Albert van België. Van huis uit vertrouwd met de geneeskunde, verwierf zij tijdens de WO I een grote populariteit door haar zorg voor de verpleging van de soldaten aan het IJzerfront. Daar kreeg ze haar bijnaam: "de witte engel van de IJzer". Tijdens het leven va Koning Albert I maakte Elisabeth met hem verschillende grote reizen. Nog voor de WO II kreeg ze haar tweede bijnaam: "de rode koningin". Ze stak haar socialistische en zelfs communistische sympathieën niet onder stoelen of banken. Als haar vertrouwensman koos ze haar socialistische vriend Camille Huysmans. Ook op hoge leeftijd bleef zij een onvermoeibare reizigster (onder andere naar China 1961, Sovjet-Unie 1962); Dit koningspaar werden op de handen van de Belgische bevolking gedragen. Ze heeft verscheidene stichtingen opgericht: 1920: Nationaal Werk voor Oorlogsinvaliden 1923: Werk der Oorlogsblinden 1923: Egyptische stichting Elisabeth 1926: Geneeskundige stiching Elisabeth 1930: Fonds Koningin Elisabeth voor Hulp aan de Inboorlingen ( Kongo) 1950: Internationale Muziekwedstrijd Koningin Elisabeth van België.