Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Categorieën
Natuurvereniging DEN BUNT vzw
Welkom op de blog van Natuurvereniging DEN BUNT. Onze vereniging is gestart in 1981 en bestaat nu dus meer dan 40 jaar en telt ruim 200 leden in de Kempense regio. Alles wat te maken heeft met milieu, natuur en natuurfotografie, activiteiten van onze vereniging...enz. vind je terug op deze blog. En deze blog is er voor en door de leden. Wil je een bericht plaatsen, dan kan dat door mij een mailtje te sturen met de te plaatsen tekst en foto's. Volg ons ook op onze Facebookpagina.
12-08-2025
KNOPSPRIETJE
Knopsprietje
"Knopsprietje" is een informele Nederlandse naam die meestal verwijst naar een sprinkhaan met knotsvormige sprieten. De term is niet wetenschappelijk, maar wordt vaak gebruikt voor bepaalde soorten sprinkhanen.
Kenmerken van een "knopsprietje" (zoals de naam suggereert):
Sprieten met verdikte uiteinden ("knotsvormig")
Vaak klein en onopvallend groen of bruin
Komt voor in graslanden, bossen of tuinen
Geen officieel erkende soortnaam, maar eerder een volksnaam
Onderstaande foto heb ik gemaakt op de Schansheide, een zandwinningsgebied van Sibelco (niet zo ver van de fabriek) dat nu deels omgevormd is tot toegankelijk natuurgebied.
Als je regelmatig wandelt in de natuur, dan kom je ze vaak tegen: de diverse vlindersoorten “blauwtje”. De mannetjes van de meeste soorten vallen op door de blauwe bovenkant van de vleugels, de vrouwtjes zijn vaak meer bruinig van kleur. Het fel blauw gekleurde Icarusblauwtje valt het meeste op, maar ook het veel voorkomende boomblauwtje heeft zijn naam niet gestolen. Van sommige soorten is evenwel ook het mannetje bruin en die wordt dan ook “bruin blauwtje” genoemd. Deze soort was in het verleden vrij zeldzaam maar is de laatste jaren terug toegenomen en (plaatselijk) vrij algemeen. En dan is er ook nog het heideblauwtje. Het is een schaarse standvlinder die leeft op heidevelden met voldoende variatie.
Je vindt de dove heidelucifer op droge heide, in schraallanden en stuifzanden, direct op de grond maar ook vaak op rottende boomstronken, mits deze niet teveel in de schaduw liggen. Als je goed zoekt, zal je hem altijd wel vinden, want hij is niet zeldzaam en onmiskenbaar met zijn rode kopjes. Toch is deze korstmossoort gemakkelijk te verwarren met de rode heidelucifer.
Wandeling + gezellig samenzijn aan vijver Robert en Eliane (Gierle) Zondag 24 augustus 2025
U heeft de omzendbrief ongetwijfeld reeds ontvangen. Samenkomst om 13 uur (ipv 14 uur zoals vermeld op kalender) Vooraf inschrijven kan tot woensdag 20 augustus Kostprijs: 10 € / per persoon (Hapje en drankje) Bellen naar ANNY en Charlie SLEGERS (014/37.14.58 of 0472/58.49.45) na 17 uur
Klik op onderstaande afbeelding om de omzendbrief nog eens na te lezen.
Prinsenpark Retie - Ravotten in de speelzones en het speelbos
Kinderen kunnen zich naar hartenlust uitleven in het avontuurlijke speelbos. Kampen bouwen, verstoppertje spelen tussen de varens, … en nog veel meer Het speelbos ligt vlakbij het nieuwe bezoekerscentrum, de 6 speelzones strekken zich van hieruit uit over een parcours van ongeveer 1 km. Het speelbos is voor iedereen toegankelijk en dé plaats in het park waar je van de paden mag afwijken.
Klik op de "play-knop" om het foto/film verslag te bekijken (Geluid aan) MP4 Klik daarna rechts onder in beeld op het vierkantje "volledigscherm"
De gomplant is een kruidachtige plant met vlezige bladeren. De op asters lijkende bloemen zijn geel van kleur. Er kleeft een plakkerige stof over de plant vandaar de nederlandse benaming. De plant wordt in de geneeskunde gebruikt. Deze planten bloeien vanaf mei t/m oktober. Gomplant is zeer geliefd bij bijen, vlinders en andere nuttige insecten.
Klik op de "play-knop" om het fotoverslag te bekijken (Geluid aan) MP4 Klik daarna rechts onder in beeld op het vierkantje "volledigscherm" Klik zo nodig op de pauze/play knop om foto's langer te bekijken.
Op bijgaande foto’s zie je de larve van een libelle die klaar is met zich te vervellen en in het proces van uitsluipen zit. Dit is een overgangsfase van het larvale stadium naar het volwassen stadium (imago), waarbij de larve haar oude huid (exuvia) afwerpt. Dit proces gebeurt meestal net voordat de libelle haar vleugels ontwikkelt en het water verlaat.
Op de eerste foto zit het diertje nog deels in zijn oude huid.
Op de tweede foto ligt de larve volledig buiten zijn exuvia.
Het dier is net uitgeslopen, maar is nog niet volledig uitgehard of op kleur gekomen. Dit gebeurt vaak in de eerste paar uren na de uitsluiping. Hoewel een exacte soortbepaling in deze fase lastig is doet ChatGPT een gok en laat weten dat de blauwe glazenmaker een waarschijnlijke kandidaat is.
In Engeland noemt men de bosbeekjuffer bewonderend ‘beautiful demoiselle’ ( wonderschone jonkvrouw). Het is dan ook een prachtige opvallende verschijning aan het water. De bosbeekjuffer heeft uiterlijk veel overeenkomst met de weidebeekjuffer, maar is donkerder van kleur. Mannetjes hebben een donkerblauw lichaam en bijna volledig donkere paarsblauwe vleugels, met een metaalachtige glans. De vrouwtjes hebben een groen tot bruin metaalglanzend lichaam met goudbruine vleugels. Bosbeekjuffers zijn vrij grote juffers en ze hebben een karakteristieke fladderende vlucht als een vlinder.
Hoe meer je gaat wandelen…. hoe meer planten je leert kennen. En tot mijn verbazing kom ik regelmatig toch nog planten tegen die ik voordien nog nooit gezien had. Tijdens een wandeling in natuurgebied Scheps in Balen, een vrij moerassig gebied, zag ik onlangs voor de eerste keer watertorkruid.
Watertorkruid is een plant uit de schermbloemenfamilie. Het is een éénjarige tot soms tweejarige plant die groeit in ondiep water, langs slootkanten, moerassen en in natte graslanden. De plant wordt 30 cm tot 1 meter hoog en bloeit van juni tot augustus met witte, 2 mm grote bloemen die in schermen met vijf tot vijftien schermstralen zitten. Het is een belangrijke plant voor water-ecosystemen want hij biedt schuilplaats voor insecten en kleine waterdieren en de bloemen trekken bijen en andere bestuivers aan.
Nee, je ziet hier niet de wesp zelf maar wel de gal die deze wesp doet ontstaan nadat ze haar eitjes heeft gelegd. De gal zelf noemt men Ananasgal.
De Ananasgalwesp is een galwesp die op eiken voorkomt. De ananasgal (2 tot 4 cm groot) wordt veroorzaakt door de agame generatie (vrouwtjes). Uit deze gallen komen, nadat de larven overwinteren in de gallen, de bigame generatie. De bigame generatie verschijnt in het late voorjaar en legt eitjes tussen de meeldraden van de eikenbloesems. Hierdoor ontstaan 2 mm grote witbehaarde meeldraadgallen waaruit in juni weer een agame generatie wespen tevoorschijn komt.
Onder de vele voorkomende soorten varens in ons land groeien er een aantal voornamelijk op muren. Eén van deze muurvarens is de zeldzame en beschermde schubvaren. De schubvaren is van nature een rotsplant en werd in ons land, vanwege het ontbreken van rotsen, tot voor kort uitsluitend op oude muren aangetroffen.
Schubvaren heeft bochtig gelobde, ongeveer tien centimeter lange bladeren. Aan weerszijden van de hoofdnerf staan zigzagsgewijs minstens tien driehoekig afgeronde lobben met een doorsnee van nog geen centimeter. Aan deze schubjes dankt de plant zijn naam.
De paardenbijter is een prachtige, grote libel uit de familie van de glazenmakers. Je kunt hem vooral in de nazomer tegenkomen tot in november als het weer een beetje meezit, bij langzaam stromend of stilstaand water. Maar hoe komt deze soort aan zijn aparte naam?
De paardenbijter bijt, ondanks zijn naam, geen paarden. Hij dankt zijn naam aan het feit dat hij vaak jaagt op insecten in de buurt van paarden, waardoor het lijkt dat hij de paarden bijt. Overigens jagen de libellen ook vaak in groepjes op insecten die zich dichtbij het lijf van andere dieren of zelfs mensen ophouden. Het gaat de paardenbijter dus niet om de paarden zelf, maar om de insecten die ze aantrekken!
Je ziet ze moeilijk over het hoofd, die vrolijke, gele bloemen van gele plomp in vijvers, plassen en meren. De gele plomp bloeit van mei tot augustus. Je ziet deze waterplant vaak samen met de witte waterlelie, die van dezelfde watercondities houdt. In hun wirwar van drijvende bladeren pik je die van de gele plomp er makkelijk tussenuit. Het zijn de eironde bladeren die vlak op het water drijven, in plaats van de ronde bladeren met vaak een opstaande rand van de waterlelie. De nectar van gele plomp geurt onweerstaanbaar voor de vele soorten insecten die de bloemen bestuiven. Kijk dus eens van dichtbij wat er in zo’n bloem rondkruipt. Maar val niet in de sloot!
Tijdens de bloei in de maanden juni/juli is de wateraardbei gemakkelijk te herkennen aan de paarsrode bloemen van zo'n 3 cm in doorsnee met zwart stuifmeel. De bladeren zijn veervormig en de plant is te vinden aan de waterkant in het water, maar ook in de begroeiing op de kant. De wortelstokken drijven in het water of liggen op de natte bodem, bijvoorbeeld tussen het veenmos. Wachten op een wilde oogst heeft weinig zin: de vrucht van de wateraardbei smaakt niet lekker.
Blauwalgen zijn eigenlijk geen algen of wieren. Het zijn bacteriën. Een andere naam ervoor is cyanobacteriën. Ze leven van licht, koolstofdioxide en voedingsstoffen in het water. Als er veel voedingsstoffen in het water zitten en het warm is, kan dat een blauwalgenbloei veroorzaken. Dit heeft gevolgen voor de waterkwaliteit.
Tijdens deze bloei kunnen de vele blauwalgen een drijflaag vormen. Omdat de onderkant van de drijflaag afsterft, komen giftige stoffen (toxines) in het water terecht. Verder kan blauwalg tot minder zuurstof in het water leiden. Dit is schadelijk voor vissen en andere waterdieren, die hierdoor kunnen sterven. Ook in de regio Mol werden er onlangs blauwalgen gesignaleerd o.a. in de kanalen en het Familiestrand.
Onderstaande foto van een dode vis heb ik zopas (zaterdag 26 juli) gemaakt aan de visvijver van natuurreservaat "De Maat". Of zijn dood ook het gevolg is van blauwalgen kan ik natuurlijk niet bevestigen....
Ooit gewild voor zijn mooie bloemen, nu wordt een bijna hopeloze strijd gevoerd tegen deze exoot: “Geen bekken in Vlaanderen waar hij niet voorkomt”
Uit: Het Nieuwsblad (editie Kempen) - Vrijdag 25 juli 2025
Ooit moest de reuzenbalsemien uit de Himalaya onze Vlaamse tuinen sieren, nu woekeren miljoenen planten van de invasieve exoot op praktisch elk bekken in Vlaanderen. “We krijgen de soort hier niet meer weg.”
Klik op onderstaande afbeelding om het volledige artikel te lezen.
De grote rupsendoder heeft zijn naam niet gestolen…..
De grote rupsendoder dankt zijn naam aan de grote rupsen die hij ontvoert als voedsel voor zijn jongen. Vaak zijn het rupsen van uiltjes, die een pak groter en zwaarder zijn dan de wesp zelf. De graafwesp verlamt de rups door rechtstreeks in het zenuwstelsel te steken en gif in te spuiten. Zo kan de prooi makkelijk vervoerd worden. De wespenlarve voedt zich met de vetreserves van de nog levende rups. Eens volwassen, haalt de rupsendoder zijn energie uit suikerrijke nectar.
Rupsendoder (Fotografie: Lief VAN SINAY) Dit korte filmpje van Lief is een vervolg op dat van enkele dagen geleden.
Klik op de "play-knop" om een kort filmpje van Lief te bekijken. (MP4) Klik daarna rechts onder in beeld op het vierkantje "volledig scherm".
In Vielsalm duikt het Museum van de Coticule in de geschiedenis van een uniek ambacht: de productie van slijpstenen. Dit oude atelier, gebouwd in 1923, was actief tot 1955 en werd in 1982 omgevormd tot museum.
Het museum brengt twee werelden samen. In de geologische zaal ontdekt u het massief van Stavelot, een van de oudste gesteenteformaties van België, die maar liefst 470 miljoen jaar oud is. De regio zit boordevol zeldzame mineralen en bijzondere steensoorten, waarvan er hier verschillende te bewonderen zijn.
Klik op onderstaande afbeelding om wordDoc met meer info van Roger te bekijken.
Klik op de "play-knop" om een filmpje van Roger te bekijken. (MP4) Klik daarna rechts onder in beeld op het vierkantje "volledig scherm Klik zo nodig op de pauze/play knop om teksten of foto's langer te bekijken.
Hun groot formaat en prachtige kleuren doet veel mensen wegdromen! De keizersmantel is de grootste oranje vlinder die je in Nederland en België kan spotten. De voorvleugellengte is 27 tot 35 mm lang. Opvallend is het verschil tussen de boven- en onderzijde van de vleugels. De oranje bovenzijde wordt gekenmerkt met zwarte bolletjes en bij de mannetjes ook met zwarte geurstrepen (feromoonstrepen). De onderzijde daarentegen heeft een zachtgroene tint met daarin witte strepen. Na vele jaren afwezigheid zijn ze nu ook in België terug duidelijk aanwezig. Maar in Wallonië komen ze talrijker voor dan in Vlaanderen. Onderstaande foto's werden door Roger gemaakt in Manternach (Groothertogdom Luxemburg).
Roger DAMEN spot regelmatig groene spechten in zijn tuin en onlangs kon hij een jong exemplaar fotograferen. De groene specht komt immers vaak voor in tuinen en op gazons, omdat hij daar mieren kan vinden, zijn hoofdvoedsel. Hij zoekt zijn voedsel op de grond en gebruikt zijn lange, kleverige tong om mieren en miereneieren uit nesten en gangen te likken. Restanten in de uitwerpselen wijzen uit dat rode bosmieren hun favoriete hap zijn.
Klik op de "play-knop" om een kort filmpje van Roger te bekijken. (MP4) Klik daarna rechts onder in beeld op het vierkantje "volledig scherm".
Visser vangt karper van 7,8 kg – Donderdag 17 juli 2025
Onze zwerfvuilactie aan de Goorbossen in Retie startte zoals altijd aan de gemeentelijke visvijver. Daar zagen we een succesrijke visser die net een karper van 7,8 kg boven haalde. Kijkt U maar even mee….
Klik op de "play-knop" om een filmpje (5 min) van Roger te bekijken. (MP4) Klik daarna rechts onder in beeld op het vierkantje "volledig scherm".
Wanneer het vrouwtje bevrucht is, graaft ze een nest in het zand. Dat bestaat uit een steile gang (tot 20 cm lang) die uitmondt in een nestkamer. Ze sluit de ingang af met een steentje. Vervolgens gaat ze op zoek naar een rups, die ze meebrengt naar het nest. Het nest wordt geopend en geïnspecteerd voordat ze de rups naar binnen sleurt. Pas wanneer het voedsel voor de toekomstige larve afgeleverd is, legt de rupsendoder een ei op de rups. De nestgang wordt nu volgepropt met zand en met de kop aangestampt. Een steentje en wat camouflagemateriaal maken het geheel af (hier te zien op het filmpje). Op die manier zijn de eitjes en larven niet vindbaar voor predatoren, maar voorkomen de wespen ook dat andere rupsendoders met hun rupsen gaan lopen.
Rupsendoder (Fotografie: Lief VAN SINAY)
Klik op de "play-knop" om een kort filmpje van Lief te bekijken. (MP4) Klik daarna rechts onder in beeld op het vierkantje "volledig scherm".
Ook huisspitsmuizen zijn vooral in het donker actief. Hoewel ze het hele jaar door jongen krijgen, komt de voortplantingsperiode nu echt op gang. Na een draagtijd van ongeveer een maand worden er gemiddeld vier jongen geboren, die nog kaal en blind zijn. Ze ontwikkelen zich vlot en als ze twee weken oud zijn, gaan ze met hun moeder mee op stap. Huisspitsmuizen leven overal, maar houden het meest van droge omstandigheden. Huizen, kelders, stallen en schuren zijn dus ideale woonplaatsen voor deze muis.
Europees is er een afname van 93% sinds 1980. Volgens “Boeren Natuur Vlaanderen” is de achteruitgang te wijten aan: verlies van kwaliteitsvol habitat door schaalvergroting en intensivering van de landbouw, predatie, niet-duurzame jacht, ruimtelijke versnippering en slechte weersomstandigheden. Zowel België als Nederland nemen deel aan de opvolging van deze vogels. Telkens wordt er in een proefgebied van 500 ha gewerkt aan een kwaliteitsvol habitat. In België is dat Ramskapelle en Boekhoute, en in Nederland is dat Schouwen-Duiveland en Land van Heusden en Altena. Een scala aan zaden en insecten voor de kuikens + schuilmogelijkheden zijn noodzakelijk.
Roger DAMEN
Patrijs - Perdix perdix - Partridge (Alle foto's: Roger DAMEN)
De kleine vos was tot een jaar of tien geleden een vlinder die je overal in Nederland en België volop kon zien, maar tegenwoordig is dat anders. Op sommige plekken is het aantal kleine vossen met een factor honderd gedaald. De reden van de achteruitgang is nog onduidelijk, maar waarschijnlijk heeft het iets te maken met stikstofdepositie, waardoor planten minder voedzaam zijn. Niet erg voor vlinders, maar veel rupsen kunnen dan hun gedaanteverwisseling tot vlinder niet voltooien. De rupsen leven van brandnetel, waar de vlinders in het voorjaar hun eitjes op leggen. Kleine vossen gaan net voor de paring vlak achter elkaar zitten, waarna ze aan de onderkant van een brandnetelblad paren. Je kunt de kleine vos en andere vlinders helpen door je tuin of balkon vlindervriendelijk te maken. Plant nectarrijke bloemen, maar zorg ook voor een pol brandnetels waarvan de rupsen van de kleine vos kunnen leven. Die kan je eventueel ook in een pot zetten, zodat hij niet gaat woekeren.
Recordseizoen voor “Beleef de Lente” met veel unieke beelden.
Nog nooit zagen de 1,5 miljoen kijkers in een seizoen zoveel eieren voor het oog van de camera’s van Beleef de Lente van Vogelbescherming Nederland: 14 soorten vogels legden samen maar liefst 77 eieren. Daar kwamen in totaal 71 kuikens uit, die uiteindelijk allemaal het nest verlieten. Met 92 procent een uiterst geslaagd broedseizoen. Je kan al deze camerabeelden nog steeds bekijken op de website van “Beleef de Lente”
Klik op onderstaande afbeelding en wij linken U door
.....en kijk zeker ook naar het filmpje op onze Facebook-pagina !!!
De Put van 't Rauw krijgt stap voor stap een nieuwe toekomst. Dankzij intensieve samenwerking tussen gemeente, partners en bewoners krijgt het gebied een stevige opknapbeurt, met oog voor natuur, beleving en erfgoed.
Klik op onderstaande afbeelding om het volledige artikel te lezen.
De grote klaproos is een eenjarige bloem en de meest bekende van de soort. Deze wordt gekenmerkt door de felle rode kleur en bladeren die elkaar overlappen. Deze soort vind je vaak langs wegbermen of bouwterreinen en dikwijls ook in grote aantallen. De grote klaproos staat ook symbool voor herdenking van de Eerste Wereldoorlog omdat ze veelvuldig bloeiden op de slagvelden in Vlaanderen! Zie ook het gedicht van Roger DAMEN (foto 6). De bloeitijd loopt van mei tot juli en ze bereikt een hoogte tot 70 cm.
De fitis is een kleine zangvogel die behoort tot de familie van de boszangers. Het is een algemene en veelvoorkomende broedvogel in Europa, waaronder Nederland en België.
Hij is 11 – 12,5 cm lang, overwegend olijfgroen van kleur maar bruin op de rug. En een lichtere, gelige tot witgele buik. Kenmerkend: een lichte wenkbrauwstreep boven het oog.