Waterhoen
Het waterhoen heeft een zwart verenkleed, met witte vlekken langs de flanken. Opvallende witte onderstaartdekveren met zwarte middenstreep. Rode snavel met gele punt. Heeft een rode bles. Met hun typische (groengele) moerasvogelpoten kunnen ze over drijvende watervegetatie lopen zonder al te diep weg te zakken. Tijdens het zwemmen of lopen is zijn staart omhoog gericht. Juveniel is donkerbruin zonder de opvallende rode snavel. Broedt van maart tot in augustus met één tot zelfs drie legsels per jaar. Het komvormige nest bevindt zich meestal in dichte oevervegetatie (hier evenwel open en bloot op het stilstaande rad van de watermolen aan de Molse Nete)
Het eerste jong is net uitgekomen (Foto: Karel VERBRUGGEN)
Waterhoen - juveniel (Foto: Karel VERBRUGGEN)
Waterhoen - Adult (Foto: Karel VERBRUGGEN)
|