Een mereltuin maken
U kunt op vijf manieren uw tuinmerel helpen, of in elk geval het leven gemakkelijker maken. Zo kunt u (natuurlijk) voedsel en veilige plekken om te rusten of te broeden bieden. Maakt u ook een echte mereltuin? Tip 2, 3 en 4 zijn ook prima uitvoerbaar op het balkon.
1. Grasveldje
Merels zijn gek op wormen en die vinden ze in uw gazon. In een echte mereltuin mag een klein grasveldje daarom niet ontbreken. Al zaait u maar een paar vierkante meter graszaad in, dan zijn ze al blij en is het territorium naar hun gevoel compleet. Houd het 's zomers lekker nat met regen- of badwater, dan zijn de pieren makkelijker te pakken.
2. Klimplanten
Een klassieke nestelplek voor merels is een lekker dichte klimop. De bladeren bieden bescherming tegen katten en andere rovers en de late bessen zijn welkom voedsel voor de ouders. Ook andere klimplanten zoals klimhortensia, klimroos, hop of wilde kamperfoelie weet de merel te waarderen.
3. Appels
Merels en andere lijsterachtigen houden van fruit en zijn best bereid er ruzie om te maken. Leg een paar halve appels of peren voor ze op de grond in de tuin en strooi er wat rozijntjes bij. Vechten ze elkaar nou de tuin uit? Maak dan een paar van dit soort voerplekken met flink wat ruimte ertussen.
4. Struiken met bessen
Struiken met bessen, zoals de lijsterbes of vuurdoorn, zijn niet alleen voor de merel, maar eigenlijk voor alle tuinvogels een must. Ze hebben alles: bloemen (met insecten) in het voorjaar, bessen in het najaar en het hele jaar door dichte (stekelige) plekken om te rusten of een nestje te bouwen.
5. Rommelhoekjes met bladeren
Ruim de tuin niet spic en span op, maar laat her en der in een paar rommelhoekjes wat bladeren en takken liggen. Of maak een composthoop. Kleine diertjes leven onder de bladeren en tussen de takken en dat maakt het voor de merel makkelijker om voedsel te vinden.
Merels (Alle foto's: Karel VERBRUGGEN)
|