Drieënveertig jarenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik hou van die merel zijn lied
Van dat kinderlijke stemmetje
Ik hou van een reiger zijn vlucht
Van de spanwijde van een adelaar zijn vleugels
Ik hou van het levende
Van het ritmische geluid der stille waterlopen
Ik hou van kijken naar een zwaluw
Hoog boven mij in de blauwe lucht
Ik hou van het zien spelen
Het babypoesje in het hoge gras
Ik hou gewoon van datgene wat
Een doodgewone betekenis uitstraalt
Van een mus
Een spin
Van een vlieg
Een bij
Van een bloem
Een rozenstruik
Ik geniet het kunnen zien
Van wat ooit bloeide tussen
Hemel en aarde
Hoor het lied der madelieven
Het lied der krekels in het korengewas
Hoor het kriebelende
Het ritselende gras
Hoor het ruizen
Het suizen van de wind zijn zucht
Ik hou van het meer
En zijn miljoenen regentranen
Die drijven een na een aan mij voorbij
Waar ik mijn handen naar uitreik
Waar ik mijn gelaat mee reinigen zal
Waar ik mijn dorst mee lessen zal
Ik hou van het beeld dat bleef hangen
Achter een aangeslagen spiegelglas
Achter een ochtendgloren
Gevangen in een dauwdruppelgestaag
neervallend uitzicht
ik hou van het leven dat mij werd geschonken
nu drieënveertig jaren geleden
|