Ik ben Rooske, en gebruik soms ook wel de schuilnaam dukje.
Ik ben een vrouw en woon in Lanaken (Belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 29/10/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: powerpoints maken, voetbal, alles wat met computer te maken heeft wandelen en fietsen behoren ook tot mijn hobby's en ben ook graag bezig met bakken van taart en brood..
ik hou heel veel van dieren vooral van mijn hond Jessie. ik woon samen met mijn vriendin.
Beoordeel dit blog
Zoeken in blog
Schorpioen.
Vechten doe je fel. Wonden hechten snel. Littekens vergeten niet. Vergeven doe je in de tijd, dat je gevoel voor vrienden rijpt. "Houden van" is met je ziel en zaligheid. Je compliceert met trots je moeilijke gevoel. Reageert boos op luchtig spel. Vaak begrijpen ze je wel.
Tegenslag maakt je sterker . Maar het duurt lang voor dat je dat ziet Van een afstand kun je dat bepalen Maar er middenin zie je dat niet Wijsheid zit in je ervaring Die het leven je geeft En pas op het einde van de lange weg Na veel beslissingen te hebben genomen Komt pas het besef Het besef dat het een doel heeft gehad Dat het je kracht en wijsheid gaf Leven door te leren en te leren door te leven Nooit weten wat erop je pad komt Wijsheid kun je zeggen Als ik dat geweten had......... Voorspoed of tegenslag Tegenslag maakt je sterker Maakt voorspoed je dan zwak? Of zou het zijn Dat voorspoed je kwetsbaar maakt Bang voor alles wat er komt Dat het nu te mooi is om waar te zijn Weet dan, al is het leven niet gemakkelijk Achter de wolken schijnt de zon"
Twee Nederlandse douanebeambten lopen vrijdagmiddag om vijf voor vijf langs de Nederlands
Belgische grens. Ze zien een lijk in een boom hangen. "Daar gaat ons weekend", zegt de een
tegen de ander. "Dat wordt een behoorlijk proces verbaal". "Nee," zegt de ander. "We hangen
hem gewoon in een boom vijf meter verderop. Dan hangt ie in Belgie en zijn wij er vanaf." Zo
gezegd zo gedaan.
Nauwelijks zijn ze klaar of ze horen voetstappen. De twee Nederlandse douanebeambten
duiken de stuiken in. Er komen twee Belgische douanebeambten langs. Zegt de een tegen de
ander: "Ach, nee, Sjefke, Kijk! Daar 'angt ie alweer!"
"Verrek zeg wat staat hier nu bij het grofvuil" zei de man met een zwaar Amsterdams accent. Terwijl hij langzaam dichter bij kwam, begon Rico zich onbehaaglijk te voelen. De kou en de honger maakten dat hij zich erg verlaten voelde. Hij moest terug denken aan wat er gebeurt was en hoe hij hier terecht was gekomen. Hij hoorde nog de stem van de man van de dierenwinkel die over hem sprak met zijn vrouw. De woorden begreep hij niet, maar het gevolg ervan had hij vannacht ondervonden. Plotseling was hij opgepakt en in een te kleine kooi gezet en op straat beland. De vrouw riep hem nog na dat zo'n minkukel zonder veren alleen maar een opvreter was, en geen geld in het laatje bracht. Dit was inmiddels de tweede keer dat dit Rico was overkomen. Sinds zijn oude bazin was overleden en hij uit intens verdriet al zijn veren uit getrokken had was hij verhuisd naar een koude woning in de achterbuurten van Amsterdam. Daar had hij 1 nacht gewoond en werd weg gebracht naar de dierenwinkel waar hij 1 week had gewoond. Tijdens zijn verblijf in de dierenwinkel werd hij meerdere malen uitgelachen en men verweet hem allerlei ziekten die hij niet eens bij naam kende.
Het ergste was nog wel de zoon van de baas van de winkel, die telkens probeerde een stokje in zijn ogen te steken en naar hem spuugde. Eén keer slechts was het de jongen gelukt om raak te prikken en Rico voelde nog steeds de pijn van de tak die hij in zijn oog had gekregen. Er liep nog steeds vocht uit. Soms kwam er een man in de winkel die dan zacht tegen Rico zei, dat hij de mooiste papegaai was die hij ooit had gezien en dat hij niet meer moest huilen. Rico voelde de warmte in de stem en begon meteen echt te huilen waardoor zijn verwonde oog nog meer pijn ging doen en nog meer ging ontsteken. Dit alles schoot door Rico zijn kopje terwijl hij nu weer gespannen wachtte op wat er komen zou.
De man krapte eens achter zijn oor en trok langzaam het doek weg. "Tjeemig, wat is dit voor een lelijk ding" ontschoot hem. Rico voelde zijn hart in zijn schoenen zinken en terwijl hij probeerde om zo lief en afhankelijk mogelijk te kijken zakte de man door zijn knieën. Hij bleef peinzend voor zich uit zitten staren en mompelde wat voor zich uit.
Opeens werd de kooi met Rico opgepakt en belande Rico in de cabine van de vuilniswagen, waar het behaaglijk en warm was. Rico begon van enthousiasme kreten uit te slaan. De man keek Rico aan en bromde :" Zo lelijk ding nog krijsen ook, als je dat nog 1 keer doet dan gooi ik je zo in de vuilverbrandingsoven. Rico begreep hier helemaal niets van, z'n eerste baasje vond dit toch altijd erg leuk en dan kreeg Rico toch een pinda.Terwijl de mannen in de cabine overlegde wat ze nu met dit vreemde geval aanmoesten, begon Rico zich wat op te doffen.
Toen die voltooid was begon Rico met zijn mooiste stem, luidkeels te zingen: "Het is koud zonder jou" een lied wat hij nog kende omdat zijn vroeger bazin, een fan van Andre Hazes, dit regelmatig had opgezet en luidkeels meezong. Rico had met moeite geleerd hoe dit lied melodisch in elkaar stak en krijste de alleen de melodie. Vroeger toen Rico nog bij zijn bazin had gewoond en de oude vrouw wat triest was, werd ze hier altijd vrolijk van.
De mannen keken elkaar eens aan in de cabine van de vuilniswagen en begonnen tegen de kooi te slaan omdat ze het gekrijs zat werden. Rico sloeg daarop tegen de wanden van de kooi, en zijn vleugel kwam lam te zitten tussen de spijlen. De man die Rico had gevonden opperde het idee, om de kooi met papegaai maar af te geven bij gevonden voorwerpen. Maar dit idee werd verworpen. Plotseling zei de man die naast de andere man zat, dat als deze papegaai zou kunnen praten dat dan, zij wel eens grof geld zou kunnen opbrengen, en dat hij ooit eens had gelezen dat het te maken had met de tong die op een bepaalde manier vast zat aan de huig en als dit los werd gemaakt dat dan de papegaai kon leren praten. En zo gebeurde het, Rico werd gegrepen en plotseling voelde hij dat zijn snavel open werd getrokken. Met zijn éne goede oog zag hij een vreemd voorwerp richting zijn snavel komen en opeens voelde hij een vlijmende pijn, de smaak van bloed, en... hij viel flauw....
Na een uurtje of twee kwam Rico eindelijk bij en zag dat hij inmiddels niet meer in de cabine zat maar in een grote ruimte zat waar alleen maar stoelen stonden, de pijn in zijn mond was nog steeds niet over, en Rico probeerde zijn met moeite geleerde zin: "Koppie Krauw" te zeggen, wat er uit kwam als "Koffie lauw", Rico probeerde het nog een paar keer, ondanks de pijn, maar het werd er niet duidelijker op. Rico probeerde nog een zin die hij kende: "Rico lief" wat er uit kwam als:"Pico pief". Moedeloos liet Rico zijn koppie hangen, en probeerde zijn koppie onder zijn lamgeslagen vleugel te stoppen. Langzamerhand viel Rico in slaap.
Rico schrok wakker van een luide bel en geroezemoes om hem heen. Toen hij zijn beide oogjes open deed zag hij allemaal gerimpelde gezichten en grijze haren. Rico herkende dit van zijn vroeger bazin en voelde dat hij eindelijk thuis was gekomen. De "OH's" en Ah's waren als een weldadig bad. Rico begon met zijn mismaakte stem het lied "Het is koud zonder jou" te krijsen. De mensen die om hem heen stonden luisterden vol aandacht en een paar mompelden iets. Plotseling riep een oude krakerige stem: "Het is het is koud zonder jou" van Andre Hazes, en iedereen was helemaal stil, terwijl Rico doorkrijste. "Ja, het klopt", "Wat een mooie stem", "bravo", hoorde Rico om zich heen. En door al die bemoedigende woorden begon Rico nog harder te zingen. Een paar stemmen begonnen de tekst te zingen, anderen humden de tekst. Rico voelde zich voor het eerst sinds lange tijd weer eens goed en geliefd. Er klonk opnieuw een bel en zijn toeschouwers vertrokken naar een andere zaal om te gaan eten, terwijl Rico door bleef krijsen.
In de donkere dagen rond kerst, Rico was inmiddels al helemaal thuis geraakt in het bejaarden tehuis en voorzien van een grote kooi met waterbakjes, eten in overvloed en veel gekregen pinda's, werd er druk geroezemoes. Op de avond voor kerst werd er in de recreatiezaal een grote kerstboom neergezet vol met lichtjes, en zelfs een klein boompje met pinda's in de grote kooi van Rico, met als verrassing cadeautjes voor de bewoners. Toen het eindelijk de volgende dag was werden de cadeautjes uitgepakt. Toen iedereen voorzien was van een cadeautje, variërend van een geparfumeerde Maja zeep voor oma Langenaar, een flesje eu de colonge 4711 voor oma Pietersen de Bolknak sigaar voor opa Jansen, en stropdas en sokken voor opa Klaasens, warme chocolade melk met vel, en een stukje banketletter liet oma De Vriess een zacht kuchje horen. Iedereen viel stil, omdat nu het grote moment was aangebroken waar iedere bewoner, zelfs de knorrige opa de Jongh, aan mee gewerkt had. Het cadeau voor Rico. Terwijl de kooi van Rico werd geopend en hij met zachte hand uit zijn kooi werd gehaald, werd neergezet in het midden van de kring ouden van dagen.
Oma de Vries begon met bibberige stem een korte toespraak, speciaal voor Rico geschreven, voor te lezen "Omdat je zoveel voor ons bent gaan betekenen, je ons weer wat vreugde hebt gegeven, vonden wij als bewoners van Huize Avond Roze, dat we iets voor je moesten doen, omdat je ons weer een doel hebt gegeven, vreugde hebt gebracht en omdat we zo genieten van je aanwezigheid." Het grote moment brak aan, en opa de Jong kwam met het eerste cadeau aan voor Rico,het was een zelf gemaakte zit paal met voerbakjes,een grote opvangbak voor het natuurlijke afval. Door oma Pietersen was een speciaal geparfumeerd kussentje met 4711 geborduurd om eens lekker op te kunnen zitten. Oma Langenaar had voor Rico een eigengehaakt vogelpakje gemaakt waarop met Maja zeepverpakkingen een verenpatroon was gemaakt, zodat Rico het niet meer zo kout zou hebben. Opa Jansen had voor Rico een eigenhandig getimmerd papagaaienhokje gemaakt, zodat Rico zich af en toe even kon afzonderen als hij geen zin meer had in al die mensen. Opa Klaasens, had een grote slinger gemaakt van Pinda's en een ooglapje voor het gewonde oog van Rico. Van het verzorgende personeel kreeg Rico een speelkammeraadje cadeau, een pluchen papegaai.
Rico kon zijn geluk niet op, en huilde zolang als hij kon, met diepe snikken van geluk. Rico dacht dat dit wel alles zou zijn, maar het slotstuk moest nog komen. Oma de Vriess ging staan en kwam met het grootste cadeau aan, het was een pick-up met boxen, en daarbij een hele stapel Lp's van Andre Hazes en diver-se uitvoeringen van "Het is koud zonder jou". Toen Rico dit zag, was hij in de zevende hemel. Oma de Vriess zette een lp op en Rico begon zachtjes te dansen op zijn nieuwe zitstok met zijn nieuwe veren pracht met maja luchtje, en begon zijn geliefde lied te zingen. Terwijl Rico zong, begonnen de opa's en oma's te dansen met elkaar. De mensen die niet meer konden dansen, zongen zachtjes mee. Eindelijk was het bedtijd, en de bewoners namen afscheid van Rico. Rico kroop in zijn nieuwe papagaaienhuisje tegen zijn vriendinnetje aan, en viel gelukzalig in slaap....
Het kerstgevoel is in aantocht. de tranen zijn er weer. Een heerlijke tijd maar het opent oud zeer. Nu word het anders want jij bent bij mij. Jij geeft me het terug het gevoel van samen.wij. Samen naar het nieuwe jaar zonder verdriet en pijn. Met nog een beetje oud zeer maar ik weet.. jij zal er voor me zijn.!!!
Een Hollandse boer wil graag een Belgische koe bij zijn veestapel. Hiervoor gaat hij naar de veemarkt in Sint Truiden. Hij loopt langs de dieren en vraagt de prijzen, Euro 1000 ,1200 enz. Komt hij plotseling bij een veehandelaar met een koe van 250 Euro. Dat is net mijn prijs denkt die boer en wil de koe kopen. Dat kan' zegt de veehandelaar, 'er mankeert echter wel wat aan de koe.' 'Wat dan?' vraagt de boer.'Wel' zegt de veehandelaar, 'als de koe gemolken moet worden trekt zede uiers in, en wanneer ze gedekt moet worden gaat ze op haar kont zitten.'Wel denkt de boer, dat los ik wel op. Komt de boer bij de grens, vraagt de douane hem of hij wat aan te geven heeft,'Alleen een aparte koe' zegt de boer. 'Een aparte koe?' vraagt de douanebeambte?'wat is er dan zo apart aan die koe?' 'Wel' zegt de boer, 'als ze gemolken moet worden trekt ze de uiers in, en wanneer ze gedekt moet worden gaat ze op haar kont zitten.' 'Komt die koe misschien uit Sint Truiden?' vraagt de douanebeambte.. 'Ja' zegt de boer, 'hoe weet GIJ dat??!!' 'Wel' zegt de douanebeambte, 'daar komt mijn vrouw ook vandaan...'
"Ik was in mijn auto onderweg naar de kruidenier, terwijl ik dacht aan alles op mijn lijstje wat ik vandaag nog moest doen. De kinderen naar de voetbaltraining brengen, het huis schoonmaken, boodschappen doen, de olie van de auto verversen, de lijst ging door en door. Ik voelde me verward en was al moe voordat ik überhaupt begonnen was. Onderweg naar de winkel zag ik iets verschrikkelijks gebeuren!! Een trein had een wagen geramd die de spoorweg over reed. Ik dacht: "Oh nee! Dit is verschrikkelijk, het is onmogelijk dat de bestuurder van die auto nog in leven is!" Ik was het dichtste bij het spoor van alle auto's, dus parkeerde ik mijn wagen en sprong eruit. Ik rende naar de andere auto toe en keek naar binnen, en ik kon niet geloven wat ik zag. Tranen sprongen in mijn ogen en ik kon het niet aanzien. In de auto zat de bestuurster die duidelijk dood was. Op de achterbank zat een baby in haar autozitje, en zij bloedde overal. Naast de baby zat een klein meisje dat, schat ik, zo'n vier jaar oud was, en zij bloedde ook. Net op dat moment begon het meisje te spreken. Ze zei: "Zijn mijn mammie en mijn kleine zusje in orde?" Ik keek haar aan en zei: "Liefje, dat weet ik niet. Er is een dokter onderweg." Op dat moment begon het kleine meisje te huilen en zei: "Neem mijn mammie en mijn kleine zusje niet mee! Neem mij ook met je mee, alsjeblieft!" Ze smeekte iets of iemand om haar mee te nemen, maar waar naartoe? Ik vroeg het kleine meisje tegen wie ze aan het praten was, en ze antwoordde: "Zie je dat dan niet? Die engel neemt mijn mammie en mijn kleine zusje mee! Ik wil ook met hen mee! Mijn mammie zwaait naar mij, en ze houdt mijn kleine zusje vast en glimlacht !" Het kleine meisje begon te huilen omdat ze niet achter wou blijven. Ze wou met haar moeder en haar kleine zusje meegaan. Ik had medelijden met haar. Ik geloofde niet in Allah en dacht bij mezelf: "Waar kwam die engel dan vandaan? Wat is dat voor een god, die een moeder en een baby wegneemt, maar niet het kleine meisje?" Op dat moment zag ik dat het kleine meisje begon te glimlachen met zo'n grote glimlach, terwijl ze haar armen naar iets uitstrekte, naar iemand om haar op te pakken. Ik dacht bij mezelf: "Ze moet aan het ijlen zijn. Misschien is ze erger gewond dan ik dacht." Net op dat moment sloot het kleine meisje haar ogen en zakte plotseling achterover in haar stoel. Ze was dood! Ik kon niet verdrietig zijn, ook al was dit een vierjarig meisje dat zonet was overleden. U zou ook niet verdrietig zijn als u die schitterende glimlach op haar gezicht zou kunnen zien! Ik denk dat haar moeder en haar kleine zusje terugkwamen om haar te halen.
Op de laatste dagen vóór Kerstmis, haastte ik me nog naar de stad om cadeaus te kopen waar ik nog niet in geslaagd was.
Terwijl ik aan het kijken was op speelgoed afdeling, merkte ik een kleine jongen op van ongeveer 5 jaar.
Hij hield een pop tegen zijn borst gedrukt streelde haar en keek heel droevig. De kleine jongen draaide zich om en vroeg aan de oude vrouw naast hem:'Oma, weet u zeker dat ik niet genoeg geld heb?' De oude dame antwoordde:'Ik weet zeker dat je niet genoeg geld hebt om deze pop te kopen mijn beste kind.'
Toen vroeg zij hem om hier 5 minuten te blijven staan terwijl zij even rond ging kijken. De kleine jongen hield de pop nog steeds in zijn handen en snikte. Toen ik naar hem toe liep en hem vroeg voor wie hij die pop wilde kopen,vertelde hij snikkend:het is de pop die mijn zus zo graag wilde hebben voor kerstmis, Ze was zo zeker dat de Kerstman ze aan haar zou geven. Ik antwoordde hem dat de Kerstman hem misschien wel zou brengen. Maar hij antwoordde droevig: 'de Kerstman kan hem niet aan haar geven waar zij nu is. Ik moet de pop aan mijn moeder geven zodat zij hem aan haar kan geven wanneer zij daarheen gaat.'
Zijn ogen waren zo droevig terwijl hij dit zei:'Mijn zus is naar God toe gegaan en papa zegt dat mama ook spoedig naar God zal gaan. Dus ik dacht dan kan zij de pop aan mijn zus geven. '
Dan toonde hij me een zeer aardige foto van hem waar hij aan het lachen was. Hij zei: 'ik wil ook dat ze deze foto meeneemt zodat ze mij niet vergeet.' Ontdaan van dit verhaal keek ik snel in mijn portemonnee en gaf de jongen wat geld. Ik gaf hem nog wat extra geld omdat hij eigenlijk ook nog een witte roos bij haar wilde leggen.
Toen ik thuis kwam herinnerde ik me een lokaal krantenartikel van 2 dagen geleden,wat melding maakte over een dronken chauffeur in een vrachtwagen die een auto raakte waar een jonge vrouw en een klein meisje in zaten.
Het kleine meisje stierf gelijk, en de moeder werd in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht en was in coma. Was dit de familie van die kleine jongen?
Twee dagen na deze ontmoeting met de kleine jongen, las ik in de krant dat de jonge vrouw ook was overleden. Ik kon het niet laten en ging een bos witte rozen kopen, en ging naar het mortuarium waar het lichaam van de jonge vrouw was opgebaard.
Zij lag daar, in haar doodskist, hield een mooie witte roos vast. Ook lag er een foto van de kleine jongen en de pop op haar borst.
Nederlandse verf Laatst was ik in Maastricht en terwijl ik op de bus stond te wachten, zag ik 'n Nederlander die zijn woning aan het schilderen was. De man stond boven op een ladder te schilderen en elke keer als zijn kwast droog was, klom hij naar beneden en doopte zijn kwast in de verfpot die beneden op de stoep stond.
Nadat ik dat een tijdje had aangezien zei ik: "Zeg meneer, u kunt de verfpot toch veel beter mee naar boven nemen? Dan hoeft u niet steeds naar beneden om uw kwast in de verf te dopen!"
De Nederlander kijkt mij medelijdend aan en zegt: "Allé Sjefke, dat zal niet gaan hè. Dit is grondverf......"
Er wordt een grote internationale barbeque georganiseerd en aan de deelnemers wordt gevraagd wat mee te nemen. De Duitser neemt een groot aantal 'Bratwursten' mee. De Italiaan komt met spagettie aanzetten. De Fransman brengt wijn mee. De Nederlander tenslotte heeft zijn vrouw en kinderen meegenomen.
Dus jij wilt een dagje vrij? Besef je wel wat je vraagt?
Een jaar heeft 365 dagen waarop gewerkt kan worden. Er zijn 52 weken per jaar waarin je twee dagen vrij bent, er blijven dan nog 261 dagen over. Per dag werk je 16 uur niet, wat gelijk staat aan 170 dagen, zo blijven er nog 91 dagen over. Iedere dag besteed je 30 minuten aan het drinken van koffie, per jaar is dat 23 dagen, waardoor er nog maar 68 dagen over blijven. Daarnaast heb je een uur lunchpauze per dag, wat gelijk staat aan 46 dagen. Zo blijven er nog 22 dagen over om te werken. Normaal gesproken ben je twee dagen per jaar ziek zodat er nog 20 dagen over blijven.We hebben 5 verplichte feestdagen per jaar, wat het aantal werkdagen reduceert tot 15. Daarvan geven we je met een royaal gebaar 14 dagen vakantie, waardoor er nog maar 1 dag overblijft om te werken.
Vierentwintig jaar lang was Willem elke morgen op tijd op zijn werk geweest, nog nooit had hij een dag gemist. Vandaag was hij voor het eerst te laat en z'n baas had al tien keer op z'n horloge gekeken. Om half elf kwam Willem met z'n hoofd in het verband het kantoor binnen stappen. Hij miste enkele tanden en zei met een van pijn vertrokken gezicht: "Ik ben thuis van de trap gevallen." Zo," antwoordt z'n baas ongeduldig, "en moet zoiets anderhalf uur duren?"
De nieuwe pastoor was zo zenuwachtig dat hij de eerste mis bijna niet kon spreken en vroeg daarom de bisschop om raad. Deze raadde hem aan voor de mis twee a drie druppels wodka in een glas water te doen en dit op te drinken. De pastoor deed dit en de mis verliep prima:Hij was de rust zelve en alles ging zoals het moet. Nadat de pastoor het recept nogmaals had genomen maar deze keer met iets meer wodka bleef hij zelfs rustig tijdens de mis, terwijl het buiten regende en stormde alsof de wereld verging. Toen hij na de mis weer in de pastorie kwam lag er een briefje voor hem van de bisschop:
Beste Pastoor,
Er zijn 10 geboden, geen 12; Er waren 12 apostelen, geen 14; Geen van de apostelen was een dwerg en niemand droeg een rood kapje; Jezus Christus en de Apostelen duiden we niet aan als " J.C. and the Gang"; Mozes bevrijdde Israël van Egypte niet van Irak; In het paradijs woonde Adam en Eva, niet Adolf en Eva; David won van Goliath maar niet door het geven van een"trap in zijn ballen; We noemen Judas niet Hoerenjong en de paus noemen we niet El Padrino; Bin Laden heeft niets te maken met de dood van Jezus; Het wijwater is er om te zegenen, niet om de nek te verfrissen; Waarom u de miswijn in een teug heeft leeggedronken, vervolgens zout oplikte en daarna in een citroen heeft gebeten, snap ik nog steeds niet!?; Die "muts met die kleine tieten" was Moeder Maria; In het vervolg niet meer steunen op de beelden, deze al helemaal niet meer zoenen; De "Freak in het midden" is overigens Jezus. Hij hangt daar niet uit verveling maar is aan het kruis genageld; Diegene in de hoek bij het koor welke u eerst betitelde als homo en later als travestiet in een nachtpon was ik De volgende keer graag twee druppels wodka in het water en niet omgekeerd. Met vriendelijke groet, De Bisschop
Een Limburger tankt in Antwerpen bij een self-service station. Hij gaat naar binnen om te betalen, gaat naar buiten en komt direkt daarna in paniek weer binnen. "Weet ge", zegt hij," nu heb ik mijne waage gesloten en de sleutels erop laten steken". "Geen paniek", zegt de bediende,"dat gebeurt wel vaker" "U krijgt van mij een schroevendraaier, een doekje en een ijzerdraadje mee. Met de schroevendraaier duwt u het raamrubber opzij, u doet het doekje ertussen, om niets te beschadigen en met het ijzerdraadje, hengelt u het pinnetje van de deur open". De Limburger is helemaal opgelucht en loopt weer naar buiten. 5 Minuten later komt een Antwerpenaar binnen. "Dees kaan na ni" zegt hij verbaasd tegen de bediende. "Ja, wat dan ?" vraagt deze. D'er stoa boaten ne Limburger, met een ijzerdraadje z'n deur open te hengelen!" "En?" vraagt de bediende,"dat maken wij hier regelmatig mee!". "Jaa", zegt de Antwerpenaar,"moar toch ni dat de vraa in de auto zit en roept: Bieeetje naar linnnnks, bieeeetje naar rechts!!!
Kies één getal uit bovenstaande reeks en onthou het, klik dan op "Meer lezen"
Koos je het getal 3 ?? Natuurlijk kiest niet iedereen 3. Maar de meeste mensen wel. Geloof je me niet? Oké dan niet..maar had je toevallig 3 gekozen, kan ik je vertellen waarom...
De verklaring ligt hem in het feit, dat het cijfer 3 meer rondingen in zich heeft dan de andere letters en dus aantrekkelijker voor het oog. Dus koos je 3, nu weet je waarom....test dit bij je vrienden....
mupke
Een kleine buschauffeur rijdt zoals gebruikelijk z’n ronde. Bij de halte Bijlmer staat een enorme neger te wachten. De chauffeur stopt. De neger stapt in. De neger zegt tegen de chauffeur met een grote grijns: "Big Papa hoeft lekker niet te betalen." De chauffeur kijkt naar de omvang van de biceps van Big Papa en slikt. Big Papa loopt door. De volgende dag heeft de chauffeur weer dienst op dezelfde route en ja hoor Big Papa staat weer te wachten. Bij het instappen zegt de enorme neger: "Big Papa hoeft lekker weer niet te betalen." Het slemiele buschauffeurtje durft niets te zeggen. Dit gaat een week zo door. Dit zit de buschauffeur niet lekker, en hij vraagt Joop mee. Joop weegt minimaal honderdvijftig kilo en heeft vuisten waarbij elke uitsmijter zichzelf een watje voelt. Bij de Bijlmer aangekomen komt Big Papa weer lachend binnen. En hij zegt weer: "Big pappa hoeft lekker weer niet te betalen." Nu staat Joop op en vraagt grijnzend: "En waarom hoeft Big Papa lekker weer niet te betalen?" Big Papa antwoordt met: "Big Papa heeft een maandabonnement!"
Twee politiemannen zien een wagen van links naar rechts over de weg slingeren en houden hem tegen. De alcoholwalm komt hen direct tegemoet, en ze besluiten de man dan maar op de rooster te leggen.
"Meneer heeft u gedronken?"
"Ah ja, het zal wel zijn. Ik ben na mijn werk op café met mijn maten een paar Duvels gaan drinken. Toen kwamen ze daar af met een happy-hour ding of zoiets met van die supergoeie margerita's voor een spotprijsken, maar tegen de vijfde, of was het nu de zesde? Enfin, ik had dan beloofd van mijne maat thuis af te zetten en ik moest natuurlijk nog ies mee naar binnen voor wa pinten te pakken. En daarna ben ik onderweg nog gestopt in de nachtwinkel voor een fles..." De man haalt een fles whisky uit zijn binnenzak waar met moeite nog de helft inzit.
"Meneer, ik denk dat u toch eens zal moeten blazen!"