Rik Torfs verwoordt zijn gedachten helder en lucide. Maar gelukkig is hij ook maar een mens en heeft hij af en toe ook een minder helder moment. Zoals gisteravond bij Bart Schols in De Afspraak. Zo beweerde hij dat de gruweldaden van IS in het Oosten en het Westen niets met godsdienst te maken hebben: diegenen die de gruweldaden plegen zijn terroristen die onder invloed van drugs of omwille van sociale omstandigheden komen tot deze monsterachtigheden en ze gebruiken de godsdienst als een vlag waarachter ze zich schuilen om hun gruweldaden te verrechtvaardigen.
Nu neem ik graag aan dat de radicalisering van Islamjongeren een complex gegeven is, dat niet eenduidig kan verklaard worden, maar beweren dat godsdienst (Islam) hierbij niet aan de basis ligt, is de waarheid geweld aandoen. Anders moet Rik Torfs het maar eens vragen aan de wanhopige moeders die hun zoon zagen radicaliseren en vervolgens naar Syrie zagen trekken. Zij vermelden als begin van hun radicalisering bijna altijd veelvuldig bidden en de koran lezen, veelvuldig moskeebezoek. De Syriestrijders en IS-strijders die in het Westen aanslagen plegen, halen hun motivatie uit hun interpretatie van de Koran.
Godsdienst kan motiveren tot grootse en mooie dingen, maar kan eveneens aanzetten tot extreem gedachtengoed met gruweldaden tot gevolg. Nog niet zolang geleden had ook de roomskatholieke kerk haar strijders voor het geloof, die het nodig vonden naar Afrika, Amerika of Azie te trekken om het ene ware geloof aan de bewoners van die continenten te verkondigen (of op te dringen). De Congostrijders (missionarissen) waren ook jonge mannen die in de fleur van hun leven (vreedzaam) naar vreemde landen trokken zoals nu de Syriestrijders die (op een gruwelijke manier) hun geloof willen opdringen. Tussen Congostrijders en Syriestrijders is er alleen maar een graadverschil.
|