aanzetten |
versnellen |
lossen |
moeten lossen, de groep moeten laten gaan |
alles naar rechts |
als de ketting geheel rechts loopt, is het grootste verzet ingeschakeld, bv 53-11 |
mongolenwaaier |
de laatste waaier met alle zwakke coureurs |
afsteken |
Proberen zoveel mogelijk van een wielerwedstrijd te zien door stukken van het parcours af te steken, zoals in 'ben jij nog geflitst bij het afsteken" ;) |
musette |
etenszak, die bij de verzorging in vliegende vaart meegegrist kan worden |
afzien |
lijden |
neo |
een renner onder de 23 jaar (U23) |
afloper |
(tergend) langzaam leeglopende band |
neutraal |
de door de organisatie geleverde neutrale materiaalwagen, die renners bediend die niet door de ploegleider bereikt kunnen worden |
amientje |
pepmiddel, amfetamine |
ontsnapping |
een van het peloton weggereden groep |
asfalteczeem |
schaafwond |
ordonnans |
het jurylid op de motorfiets die de nummers van de kopgroep kan opnemen |
barrage |
Een barrage wordt gehouden als de afstand tussen peloton en de volgauto's achter de kopgroep te klein (<1 minuut) is geworden. De volgauto's moeten stoppen en weer plaats nemen in de karavaan achter het peloton. |
oortje |
zend-ontvangsapparatuur voor communicatie met de ploegleider of met renners onderling |
baard laten staan |
ongeschoren benen |
op de kant zetten |
bij zijwind het peloton zo'n formatie opdringen dat de achtersten niet meer optimaal uit de wind kunnen rijden en moeten lossen, zodat waaiers ontstaan. |
behang |
huid (hij heeft het behang eraf) |
pakhaas |
een renner die doping gebruikt |
benen, slechte b, goede b. |
equivalent aan slechte resp goede vorm |
pannekoek |
een renner die er niet veel van bakt |
bidon |
drinkbus |
pielverzet |
een klein verzet zodat met een hoog beentempo gereden wordt |
buffet (gesloten) |
als het buffet gesloten is (eerste 50, laatste 20 km) kan er geen drinken meer -vanuit de auto- aan de renners worden uitgedeeld |
plaktafel |
massagetafel |
bus |
groep vroeg geloste renners die proberen of op tijd binnen te komen, of met zoveel renners te arriveren dat de jury het niet kan maken ze allemaal wegens tijdsoverschrijding uit koers te nemen. |
plankje |
modern gevormd zadel met vlakke bovenkant |
combine |
1) groot landbouwvoertuig wat net de weg op moet als het peloton er aan komt 2) 'gemene' zaak tussen renners van concurerende ploegen |
ram van de honger |
hongerklop |
demarreren |
wegrijden uit een groep |
slag missen |
de beslissende ontsnapping missen |
d'r op en d'r over |
naar iemand toerijden en direct passeren en afstand nemen |
snok aan geven |
flinke tempoversnelling maken |
elastiek |
aan het elastiek hangen: geloste renner die net weer bij de groep komt, maar bij de eerst volgende versnelling weer moet lossen |
springen |
alleen naar een vooruit rijdende groep rijden, zonder het peloton op sleeptouw te nemen |
er af gereden worden |
het tempo in de groep niet meer kunnen volgen |
stapelen |
massale valpartij waarbij de fietsen hoog opgetast blijven liggen |
finalekoker |
dopingpakketje om voor de finale in te nemen |
stootlek |
lekke band veroorzaakt door dat de buitenband doorslaat op de velg. |
flappers |
rem-schakelgrepen |
strak staan |
onder invloed van -veel- doping staan |
flikken, geflikt worden |
een smerige streek leveren, geleverd worden |
strakke ketting, rijden met |
gedoseerd meerijden, zonder je te forceren |
gat laten vallen |
zoveel afstand nemen tot de renner voor je dat je vol in de wind komt. Of door vermoeidheid, of als tactische zet om de renners achter je nadeel te bezorgen (bv als een ploeggenoot wegrijdt) |
strijkijzer |
een renner die niet kan sprinten |
geparkeerd staan |
niet meer vooruit komen |
strijkplank |
massagetafel |
harken |
moeizame rijstijl, meestal door uitputting |
trapje |
erepodium |
harmonica |
het effect waarbij de laatste coureurs in een groep voor iedere bocht moeten remmen en weer aanzetten, terwijl de eersten een vlak tempo kunnen rijden. |
treintje opzetten |
aantal renners van dezelfde ploeg die elkaar opzoeken om de sprinter in de finale zo goed mogelijk bij de streep af te leveren |
hollen en stilstaan |
koersverloop met veel demarages waarbij niemand wegkomt |
uitslag rijden |
geklasseerd worden, afhankelijk van de wedstrijd bv finishen bij de eerste 30 |
in de beugel |
diep onder in het stuur rijden, |
van voren rijden |
actief meedoen in de koers |
kantje, op het |
de laatste nog berijdbare strook van de weg, voor de berm begint |
versnelling |
1) tempo verhoging, 2) overbrengingsverhouding |
kwak geven |
iemand naast je een niet vriendelijke zet of een duw geven |
verzet |
afgelegde weg in meters per pedaalomwenteling |
klinkenfahren |
Duits, maar een te mooi woord om weg te laten. Letterlijk deurkruk rijden, oftewel aan de auto hangen |
vierkant rondje |
Saai parcours bestaande uit rechte stukken weg en met een paar (niet noodzakelijkerwijs 4) weinig interessante bochten |
lanceerbocht |
bocht met verkanting in de verkeerde richting |
voeding |
vloeibare koolhydraatrijke drank, ter onderscheid van de dorstlesser |
lekke ketting |
imaginair defect, excuus voor zwak presteren:" had zeker een lekke ketting" |
waaier |
formatie renners waarbij iedere renner schuin achter zijn voorganger uit de wind zit. Er kunnen niet meer renners in de waaier rijden als de weg breed is. De laatste in de rij zit op het kantje, en loopt groot risico er af te wapperen |
sepappe |
luchtventiel |
wielen steken |
wielen verwisselen |
|
|
wiel, in het W blijven zitten |
achter een ander uit de wind blijven zitten |