Een knappe blonde vrouw,met alles erop en eraan, wandelt een casino binnen en loopt recht naar de tafel waar er gedobbeld wordt. Ze legt 1000 op tafel en zet meteen alles in op de 8 .
Net als ze wil gooien, vraagt ze of ze haar kleren mag uitdoen, omdat ze gemerkt heeft dat ze meer geluk heeft zonder kleren aan. Met een brede glimlach gaan de twee croupiers akkoord en ze doet haar kleren uit. Ze rolt de dobbelstenen en begint te juichen :
Joepie, ik heb 10 000 gewonnen !!!! De croupiers betalen haar winst uit, ze trekt haar kleren weer aan en vertrekt. Zegt de ene croupier tegen de andere : Hoeveel heeft ze eigenlijk gegooid ? Ah , ik weet het niet , ik dacht dat jij keek !
Bij één van zijn tochten door het mooie Vlaamse land komt onze koning Albert 2 in Nieuwpoort aan.
Hij houdt halt bij het standbeeld van zijn wijlen grootvader Albert 1, gezeten op zijn paard. Koning Albert 2 staart naar het standbeeld en droomt even weg. Plots hoort hij een stem. "Berreke, ik heb een nieuw paard nodig". Albert 2 schrikt en denkt dat hij droomt. Maar dan hoort hij de stem opnieuw en nu heel duidelijk :
"Albert, breng mij onmiddelijk een nieuw paard". Onze koning rijdt vliegensvlug naar Brussel en vertelt zijn verhaal aan de eerste minister, Guy Verhofstadt. Deze gelooft de koning niet en beide gaan terug naar Nieuwpoort. Als ze bij het standbeeld komen klinkt de stem opnieuw, maar dan nu heel boos: "Albert, je moet beter leren luisteren. Ik vroeg een nieuw paard, géén ezel."
Premier Verhofstadt en minister Stevaert zitten bij de Belgische koning op een sjiek diner. Verhofstadt sist zo tussen zijn tanden tegen zijn gebuur Stevaert: "Verdorie jong, moet je zien wat voor een prachtig gouden bestek ze hier hebben. Daar wil ik wel een lepel van mee naar huis nemen." En hij pakt een lepel en verstopt die stiekem in z'n binnenzak. Stevaert denkt: "Zooo één wil ich ook wel hebben." Hij pakt een lepel, maar tikt per ongeluk tegen z'n kopje aan ... "Oh, Stevaert wil wat zeggen!" zegt de koning. "Nou ..." zegt de verraste Stevaert, "ik vind het zooo fijn dat we hier met z'n allen zijn en ik vind het een goed idee dat de koning ons heeft uitgenodigd." En Stevaert gaat weer zitten, maar hij wil toch echt graag zo'n lepel hebben. Dus na vijf minuten probeert hij het nog een keer. Maar weer tikt hij - onhandig als hij is - met de lepel tegen het kopje. "Stevaert wil weer wat zeggen!!!" zegt koning Albert. "Nou ... eigenlijk wil ik een truc laten zien," zegt Stevaert. "Kijk, ik heb hier een gouden lepel, die stop ik in mijn binnenzak, en kijk ... ik haal hem er bij Verhofstadt weer uit ... "
St. Pieter staat aan de Hemelpoort te wachten op de zielen die naar boven komen, en ziet Jezus wandelen. Hij roept hem even bij zich en vraagt:
"Kan jij even op de Poort passen, terwijl ik een kleine boodschap ga doen?" "Natuurlijk", antwoordt Jezus, "Wat moet ik eigenlijk doen?" "Eigenlijk nie moeilijk... Gewoon wat vragen stellen aan de zieltjes die hier aankomen en vragen naar hun achtergrond, hun familie, wat ze gedaan hebben in hun leven,... Daarna moet je beslissen of ze hun toegang naar de Hemel verdiend hebben." zegt St Pieter. "Klinkt vrij eenvoudig! OK, ik let er wel even op..." antwoord Jesus Dus Jezus staat te wachten aan de poorten terwijl St. Pieter zijn kleine boodschap gaat doen... Plots komt er een verschrompelde oude man aan. Jezus roept hem bij zich en ze zetten zich over elkaar aan de tafel. Jezus kijkt naar de oude man en vraagt: "Waarmee verdiende je je brood?" De oude man antwoordt: "Ik was timmerman."
Jezus herinnert zich zijn oude aardse bestaan en leunt een beetje naar voren. "Had je nog familie?", vraagt hij vervolgens. "Ja", zegt de man, "ik had één zoon, maar ik ben hem verloren." Jezus leunt nog een beetje meer naar voren. "Hoe bedoel je, je verloor je zoon? Kan je me iets meer vertellen over hem?" "Wel", zegt de oude man, "Hij had gaten in zijn handen en voeten, en ik maakte hem zelf naar mijn evenbeeld. Er was geen sex bij te pas gekomen..." Jezus barst in tranen uit, leunt nog meer naar voren en fluistert: "Vader?" Ook de oude man leunt naar voren en fluistert: "Pinnokio?"
Er staat een hoertje bij de hemelpoort en Petrus vraagt aan haar wat haar beroep was.
Ze kijkt hem verleidelijk aan en zegt dat ze op de wallen werkte. "Jammer", zegt Petrus, "dan kom je er niet in, ga maar op dat bankje zitten!" Even later komt er een kleermaker aan. Hij ziet dat hoertje zitten, en loopt naar haar toe. "Wat doe jij hier?" Ze legt het uit en de kleermaker zegt: "Geen probleem, kom maar in deze jutenzak, dan draag ik je mee naar binnen."
Zo gezegd zo gedaan en hij komt bij de hemelpoort aan waar Petrus dus weer hetzelfde vraagt. Hij zegt dat hij kleermaker was en hij mag naar binnen. "Nog een klein vraagje", zegt Petrus, "wat zit er in die juttenzak?" Waarop de kleermaker antwoordt: "Oh, een oude naaimachine!"
Er kwamen hoe langer hoe minder mensen naar de hemel. Hij had bijna niets meer te doen... Dus riep hij één van de engelen bij zich en zond hem naar de aarde. "Ga eens kijken" , zei Sint Pieter, "wat daar allemaal gebeurt en waarom wij zo weinig volk binnen krijgen. " De engel ging naar de aarde en bleef daar een lang week-end alvorens terug te keren en verslag uit te brengen bij Petrus.
"Kijk," zei de engel, "het is geen wonder De mensen zijn slecht, allemaal valsaards, moordenaars en echtbrekers, dieven en egoïsten. De goede mensen zijn op de vingers van één hand te tellen. Sint-Pieter was onthutst. Hij dacht daar lang over na, maar omdat hij niet wilde afgaan op één opinie, besloot hij nog een andere engel te zenden met dezelfde opdracht.
Toen die na een week terugkwam zei hij tegen Petrus: "Het is waar. De mensen zijn zeer slecht. Allemaal valsaards, leugenaars en dieven, ruziemakers en bedriegers. De goede mensen zijn op de vingers van één hand te tellen. Sint- Pieter was er het hart van in, want hij voelde zich machteloos. Na veel nadenken besloot hij een e-mail te sturen naar de nog overblijvende goede mensen, om hen moed in te spreken en hen te feliciteren met hun goede levenswandel.
Weet jij wat er in die e-mail stond ? Nee ? Ook gene gekregen zeker ? ? ? ! !
Hallo, mijn naam is Frans. De meeste zeggen Franske. Ik ben geboren op 12/09/1950, dus 60 jaar jong. Woonachtig in Zarren, deelgemeente van Kortemark.(West -Vl.) Bruggepensioneerde, dus veel tijd voor mijn hobby's : computeren, fietsen, tennissen en muziek. 'k heb 2 dochters en 2 kleinkinderen en een vriendin Roos, (het zonnetje in mijn leven)